Afbeelding: Weeshuis
SCHRIPTIE M.O. – STICHTING NOORDELIJKE LEERGANGEN – ZWOLLE
[]
Voor Ridi
[]
DANKBETUIGING VAN EENIGE WEEZEN, DIE OP DEN 1 MEI 1834, HET HUIS HEBBEN VERLATEN.
Geachte Regenten en Regentessen.
Wij voelen ons ten duurst verpligt,
U Edelen een dank te wijden;
Voor ’t moeijlijk werk aan ons verrigt,
Voor al ’t genot door U gesticht;
Voor alles wat ons deed verblijden.
0, mogten wij dit groot genot,
Dit, onuitspreek’lijk regt gevoelen,
Dat wij steeds door geen ander lot
Dan dit, het welk ons eens door God
Geschonken is. Ja wij gevoelen,
Toen Hij, onz’ ouders door den dood,
Van ’t land der levenden deed rukken;
Bezorgde God ons in dien nood
Gaf ons tot nu toe ’t daaglijksch brood
En deed ons alles welgelukken
Maar nu, nu is de tijd nabij,
Nu is het uurtje haast verschenen;
Zoo dat wij deze groote Rij,
Deez’ kinderschaar gerust en vrij
Verlaten, doch niet zonder weenen.
Gods zegen daal steeds op U neer,
En op dit Huis der Weezen;
Uw zorg, uw vlijt, word’ meer en meer;
Door menschen, Ja, door God den Heer
Geduriglijk geprezen.
Dat Godsdienst, Deugden Dankbaarheid,
De Kinderen betoonen;
Dat alles hier met lust en vlijt,
En, ook hierbij Gehoorzaamheid,
Gestaag hier blijven wonen.
Zwolle, den 30 April 1834
[]
INHOUD | ||
Woord vooraf | ||
Inleiding | 1 | |
Hoofdstuk I | Sociaal— economische ontwikkeling van Zwolle in de eerste helft van de 19e eeuw. | 6 |
Hoofdstuk II | Oorsprong en ontwikkeling van het Weeshuis der Hervormde Gemeente te Zwolle. | 11 |
Hoofdstuk III | Het Weeshuis der Hervormde Gemeente in de periode 1834-1854. | 14 |
III.1 | Het karakter van het Weeshuis der Hervormde Gemeente | 14 |
III.2 | Het bestuur | 16 |
III.3 | Portret van de regent Gerrit Luttenbergj in het bijzonder zijn opvattingen over het armoedeprobleem | 19 |
III.4 | Het weeshuispersoneel | 25 |
III.5 | De bevolking van het weeshuis | 30 |
III.6 | De opvoeding en vorming van de weeskinderen | 38 |
III.7 | De dagelijkse verzorging van de weeskinderen | 46 |
III.8 | De geldmiddelen | 49 |
Hoofdstuk IV | Conclusie | 57 |
Bijlagen | 59 | |
Noten | 65 | |
Bronnen en literatuur | 77 | |
Verantwoording van de afbeeldingen | 79 |
[]
Woord vooraf.
Deze scriptie ligt binnen het kader van mijn studie geschiedenis. Jarenlang heb ik gebruik gemaakt van hetgeen anderen bestudeerd hebben. Het is echter veel boeiender om zelf eens, zij het op bescheiden wijze, de historische akker op te gaan. De oogst van mijn arbeid heb ik hier in een aantal bladzijden weergegeven.
De keuze van mijn onderwerp ligt in het verlengde van mijn dagelijkse omgang met jonge mensen. Aangezien een gedetailleerde studie van het Weeshuis der Hervormde Gemeente ontbrak, heb ik mij dankbaar op dit braakliggende terrein geworpen.
Tot slot wil ik graag mijn opleider dr. M.A.M. Franken bedanken voor zijn plezierige, kundige en stimulerende begeleiding.
De staf van het gemeentearchief te Zwolle voor de bereidwillige medewerking.
Mevrouw J.J.A. Meijerink— Wijnbeek, die mij geholpen heeft met de rekonstruktie van de weeshuiskleding.
In het bijzonder wil ik mijn vrouw danken voor het uittypen van deze scriptie.
A.H. ten Cate.
Staphorst, december 1979.