ANTHONY VAN MIERLO’S
REGISTER VAN
OVERIJSSELSE AMBTENAREN
KAMPER GENEALOGISCHE EN HISTORISCHE BRONNEN DEEL 5
[ ]
Inleiding.
In de handschriftenverzameling van het Kamper archief, gecatalogiseerd in deel III van de inventaris, geschreven door J. Don, bevindt zich onder inventaris nummer 185 een “Register van ambtenaren en officianten van Overijssel”, samengesteld in 1679 door A. van Mierlo.
Dit register bevat lijsten met de namen van drosten, schouten, rentmeesters, dijkgraven, gecommitteerden naar de Staten Generaal en naar de verschillende Generaliteitscolleges, griffiers, klerken, boden, etc.
Tot en met de inschrijvingen van 1745 is het boek geschreven met dezelfde hand; van 1744 tot 1781 vervolgt het in een andere hand.
Als we weten dat Anthony van Mierlo, klerk op de Overijsselse griffie, zijn register in 1679 (tevens zijn sterfjaar) aanbood aan de Staten van Overijssel, dan kunnen we niet anders concluderen dan dat het Kamper handschrift een afschrift moet zijn van het oorspronkelijke register, dat zich onder inventaris nummer 1512 bevindt in het archief van de Staten van Overijssel.
Aan de waarde doet dit echter totaal niets af, want het afschrift is tot en met het jaar 1780 volkomen gelijk aan het door latere klerken vervolgde origineel.
Het bevat zowel geschiedkundige als genealogische bijzonderheden uit niet zo erg toegankelijke bronnen. Het leek mij daarom nuttig om dit register te transscriberen en in een zeer beperkte oplage, door middel van fotocopieën te publiceren.
Toen ik het Kamper handschrift begon te bewerken wist ik helaas van het bestaan van het originele register nog niets af, zodat de inschrijvingen van ná omstreeks 1780 niet doorlopen maar als aanvullingen door mij zijn opgenomen.
Behalve een alfabetisch register heb ik achter in dit werk ook enkele artikelen vermeld die aansluiten op het werk van Van Mierlo.
Kampen, mei 1984 K.Schilder
[ ]
Inhoud. | |
1 | Voorwoord van A. van Mierlo. |
2 | Memorie. Stadhouders van Overijssel. |
2 | Drosten van Salland. |
5 | Drosten van Twente. |
6 | Drosten van Vollenhove. |
8 | Kasteleins van Kuinre. |
9 | Drosten van IJsselmuiden en Genemuiden. |
10 | Drosten van Haaksbergen. |
11 | Drosten van Diepenheim. |
12 | Drosten van Lage. |
13 | Hoogschouten van Hasselt. |
14 | Dijkgraven van Salland. |
16 | Dingwaarder en stadhouder van de lenen. |
17 | Rentmeesters van Salland. |
18 | Rentmeesters van Twente. |
19 | Rentmeesters van Vollenhove en Kuinre. |
20 | Staten Generaal, Salland. |
22 | Idem, Deventer. |
24 | Idem, Twente. |
25 | Idem, Kampen. |
28 | Idem, Vollenhove. |
29 | Idem, Zwolle. |
31 | Raad van State. |
33 | Generaliteits rekenkamer, uit de Ridderschap. |
35 | Idem, uit de steden. |
37 | Admiraliteit van Amsterdam. |
40 | Admiraliteit van Rotterdam. |
42 | Admiraliteit van het Noorderkwartier. |
44 | Admiraliteit van Friesland. |
47 | Gedeputeerde Staten van Overijssel, uit de Ridderschap. |
53 | Idem, uit de steden. |
60 | Griffiers van de provincie. |
60 | Klerken van de provincie. |
61 | Chambre Mipartie |
61 | Rentmeesters van Windesheim. |
62 | Rentmeesters van Sibculo en Albergen. |
62 | Rentmeesters van Sint Janskamp. |
63 | Rentmeesters van de pastoriegoederen van Salland. |
63 | Ontvangers generaal van Salland. |
64 | Idem, van Twente, |
64 | Idem, van Vollenhove. |
65 | Ontvangers van Mastenbroek. |
65 | Drosten van Koevorden. |
67 | Oost Indische Compagnie, kamer van Delft. |
68 | West Indische Compagnie, kamer van Amsterdam. |
70 | Deur- of kamerbewaarders van de provincie. |
70 | Boden van de provincie. |
71 | Rentmeester van de Bentheimse goederen. |
71 | Monstercommissarissen van de provincie. |
[ ] | |
71 | Conducteurs van de militie. |
71 | Muntmeesters van de provincie. |
71 | Waardeins van de provinciale munt. |
72 | Vuurstokers op het eiland Ens. |
72 | Tuchtmeesters van het provinciale tuchthuis. |
72 | Regenten van het provinciale tuchthuis. |
72 | Essayeurs van de provinciale munt. |
72 | Landmeters. |
72 | Verwalters van de hoogschouten van Hasselt. |
72 | Opzichter op het eiland Ens. |
73 | Aanvullingen op het voorgaande. Tevens: griffiers van de lenen, klerken ter generaliteit, ontvangers van het Ensergeld, houtvester in Twente, landschapstimmerman en jager in de Nedergraafschap Bentheim. |
82 | Bronnen. |
83 | Alfabetisch register. |
|pag. 1|
REGISTER VAN AMPTENAREN EN OFFICIANTEN
Edel mogende heeren,
Het spreekwoort segt ’de man doodt, sijn dienst vergeeten’ en ’wanneer de podt gebroocken is maakt men geen werck van de stucken’.
Ik ter contrarie hebbe de memorie gesocht te verveerschen.
Een werk, bij mijn niet alleen getrocken uijt u edele mogende archieven, registers, etc., maer meede uijt andere liggers, brieven en instructiën, ter secretariën en onder andere curieuse liefhebbers berustende.
’Die sich met den inct podt geneert moet die op de regte zijde hangen’. Die lesse hebbe gevolgt en alles geannoteert dat seeckerts hebbe gevonden. Zijnde nooijt diergelijcke annotatiën ter griffie geweest. Dus hebbe mijn pligt g’oordeelt die aen u edel mogenden op te offeren. Verhopende deesen arbeijt u edel mogenden aengenaem te sullen sijn en dat die voor eene gedurige memorie sal verstrecken en werden gehouden.
Tot welcken eijnde hier inne plaets hebbe gelaeten om sulks successive te konnen vervolgen.
Hoopende voor so veel mijn belangt het geluk te mogen hebben van sulks lange te continueeren, en dat in dien staet van die ben en sal sterven.
Edele mogende heeren, u edel mogenden onderdanigsten dienaer,
A. van Mierloo, 1679.
|pag. 2|
1 Memorie
Wanneer in den jaere 1528 bisschop Hendrik van Beljeren op het Over- en Nedersticht aen keijser Carel de 5e, nadat het omtrent 900 jaeren onder de bisschoppen was geweest en met consent der Staeten was getransporteert, sijn ten tjjde van keijser Carel de 5e, de coningen van Spanjen, en vervolgens bij de regeeringe van Ridderschap en Steeden, de Staeten van Overijssel als stadholders in deese provintie geweest:
1528 | Georgius Schenck, vrijheer van Tautenborgh. |
1540 | Maximiliaen van Egmond, grave van Buuren. |
1549 | Johan van Ligne, grave van Arenbergh. |
1568 | Charles de Brinvieux, grave van Meghen. |
1573 | Gillis de Barlaimont, banderheer van Hirges. |
•••• | Vermits de troublen heeft Willem, grave van den Berghe, sig ook als stadthouder gedragen. |
1578 | George de Lalaing, grave van Rhennenbergh. |
1584 | Adolph, grave van Meurs en Nieuwenaer. |
1590 | Maurits, prince van Orange. |
1625 | Fredrick Henric, prince van Orange. |
1647 | Wilhelm, prince van Oranjen. |
1654 | Wilhem Fredrick furst van Nassau, dog 1657 afstand gedaen. |
1675 | Wilhem Hendrick, prince van Orange. Vide de commissie en resolutie van Ridderschap en Steeden. Erfstadholder. |
1747 | Wilhelm Carel Hendrik Friso. Bij resolutie van Ridderschap en Steden stadhouder, en in het selve jaar bij nadere resolutie erfstadhouder, so in mannelijke als vrouwelijke descendenten. |
1766 | Wilhem de vijfde, prince van Orange en Nassau, erfstadhouder, capitein generaal en admiraal van dese provincie. |
Drosten van Salland. Werdende int eerste wel schouten en amptenaers genoemt.
Staet generalijk te noteeren dat de drosten en andere amptenaeren bij de vorige heeren des landes bij tijden en wijlen sijn verpandet, en wie die opgenomen pandpenningen weder legde of wel meerder wilde geeven, bekwam het ampt.
1207 | Fredrick van Arnethe. |
1258 | Henric van Essen, scholte van Salland. (Pontanus, Hist. Gelr.) |
1312 | Elger van Heeckeren, schoute van Salland. Uijt seeckere beseegelde brief, op ’t stadhuijs te Zwolle berustende. |
1330 | Henric van Essen, ridder, amptman van Salland. |
1340 | Geert Stellinck, schulte van Salland. |
1348 | Fredrick van der Eese, amptman van Salland, Twente, Diepenhem. |
1350 | Fredrick van Heeckeren, knape, schulte van Salland. |
1353 | Fredrick van Rechteren. |
1357 | Gerrit van Tybencampe, knape, schulte van Salland, 00k |
|pag. 3| |
|
rentmeester. | |
1363 | Johan van Enthenrick, scholte en dijkgreve van Salland. |
1370 | Gerrit van Tybencampe, schulte van Salland. |
1370 | Op Jacobi. Henrick de Sure. |
1375 | Henrick van Anssen, schulte van Salland. |
1386 | Henrick van Wilsum, schepen in Campen, namaels drost van Salland. Heeft het Casteel Van Anckerstein met de perzonen en goederen daer toe gehorend, in goede ordre ende gerechtigheijt geadministreert. Is religeus geworden in Winshem 1586. Siet de chroniek van Winshem. Deese van Wilsum is ook capeteijn op Schoonen in Denemarcken geweest, nadat hij borgermeester waer, en is toen drost geworden. De grafsteede is nog tot Winhem te sien. |
1390 | Henrick van Kreeckenbeecke, amtman van Salland. N.B. Werd niet onder de edelen der provintie gevonden. |
1392 | R. van Appeltoorn. Gestelt door den hartog van Gulich, die Overijssel in pandschap hadde. |
1395 | Herman van Randerode, amtman. Vide de ligger van Winshem. |
•••• | Bij seeckere brief van dato 1398 des sondags na Judica, leggende int register met de halve mane, blijkt dat den heer Van Voorst is amtman van Salland geweest, met consent der 3 steeden. |
1402 | Albert van Gerner geheeten van der Eeme, amtman van Salland. |
1406 | Gerrit van Doornick genaamt van Rijssen, schulte van Salland. Int register van Salland, Twente, Vollenhove, werd gevonden Gerardo de Rijssen. Officiato Zallandie, fol. 159. |
1407 | Lubbert Esschinck, amptman van Salland. |
•••• | In den ouder ligger des convents van Winshem, werd gevonden, 1412 Derek van Dorrethe, richter in Salland. |
1414 | Derck van Voorst toe Beerse, ampman van Salland. |
1415 | Derck van Keppel, ridder, amtman van Salland. |
1419 | Derck van Voorst, amtman. |
1422 | Derck de Sure, amtman. |
1426 | Johan soon van Asperen, heere tot Keppel, amtman van Salland. In deese tijd stonden opt drostamt 940 olde schilden. |
1456 | Herman van Keppel, amptman. |
1441 | Herman van Voorst, amptman. |
1443 | Henrick van Oldeniel, amptman. |
1451 | Henrick van Essen de jonge, amptman in Salland ende casteleijn in de Cuunre. Van Hogerbeecke, ter Beecke gecompareert, ende gewoont opt huis te Bestmen, tussen Ommen ende Eerde. |
1454 | Jan van Essen. |
1456 | Derck Campherbeecke, ridder, amptman. |
1460 | Henric van Camphuijsen. Is uijt een oude brief. En N.B. werd niet gevonden hier in Overijssel ooijt riddermatig te sijn geweest. |
1477 | Derck van Voorst, amptman. |
1479 | Jacob van Hacfort, ridder, amptman. Is eijgener geweest van |
|pag. 4| |
|
Hogerbeke of nu Herxsen. Deese is tegens protestatie van die van Campen drost geworden, als sijnde een vreemdelinck, blijckende bij een missive van die van Campen aen die van Swolle geschreeven, niet teegenstaende deese was getrout aen een erfdogter van Hogerbeke, nu Herxen, te weeten Margareta van Essen. | |
1483 | Zeger van Rechteren van Voorst, amptman. Heeft possesseur van Raen geweest, welck huijs tot Raen hij heeft verkogt aen Reijnt van Coeverden. |
1495 | Johan van Ittersum, amptman of drost. |
1504 | Johan van Ittersum, drost van Salland. |
1509 | Geert van Langen, ampman. Deese is 1528 voor Hattum in den storm dood gebleeven, alhoewel vermaent wierde sig niet in den aenval te willen laeten gebruijcken. |
1529 | Seijno Mulert, drost van Salland. |
1535 | Jan van Keppel, gemagtigde amptman van Salland ende Twente. |
1542 | Seijno Mulert. Unico Ripperda tot Boxbergen. |
1572 | Eggerich Ripperda, droste. Unico sijn soon. |
1584 | Gerrit van Wermelo, drost van Salland. Obiit 1610. |
1611 | Henrick Bentinck, drost van Salland. Obiit 1639 1/11 september. |
1639 | 13/23 september. Sweder van Haersolte, drost van Salland gemaeckt op de claringe. Obiit 25 meert 1643. |
1644 | 25 meert. Hiddo van Voorst tot Haegenvoorde, drost van Salland. Obiit 1660. |
1660 | Rutger van Haersolte tot Haerst, drost van Salland gemaekt. Obiit 21 december 1674. |
1674 | Is door sijn hoogheijt den prince van Orange, vermits de veranderinge, tot verwalter gestelt over ’t drostampt, Antonij van Haersolte tot Elssen. |
1675 | Bij commissie van sijn hoogheijt den prince van Orange, van dato den 20 februarij, Henrick Bentinck tot Werckeren, drost van Salland. Obiit 1692. |
1692 | Robert van Ittersum tot Nienhuijs, bij acte van sijn majesteit, van 23 october 1692. Obiit 7 februari 1705. |
1705 | Adolph Henrick, grave van Rechteren, heer van Almelo, bij resolutie van Ridderschap en Steeden, van den 17 meert 1705. Zijnde gestorven den 15 meert 1731. |
1732 | Wolter Johan van Haersolte tot den Oldenhof, bjj resolutie van Ridderschap en Steeden, van den 13 meert 1732. Obiit 11 januari 1746. |
1746 | Adolf Julius Borchart van Huffel tot Verburg, bij resolutie van Ridderschap en Steden, van den 25 meert 1746. Obiit. |
1763 | den 31 meert. Arent Sloet tot Twe Nijenhuijsen. Obiit juni 1786. |
|pag. 5|
Drosten van Twente. Te voren hebben sij gevoert de naem van amptman, nu drost of land-drost.
Omtrent de jaren 1207, 1216 en 1226 werden enige gevonden, maer vermits de bijnamen niet wel konden gelesen worden en vreemt scheenen, sijn hier uijtgelaeten.
Anno | |
1296 | Sweer van Voorst, schoute van Twente. Vide de confirmatiën der privilegiën van bisschop Jan van Zirik aen die van Oldenzal op Benedictusdag. |
1326 | Berent van Welevelde. |
1343 | Reijnolt van Coeverden. Plagte te woonen op ’t huijs te Goor. Moest 30 mannen te peerd onderhouden. |
1348 | Fredrick van der Eese, amptman van Salland, Twente en Diepenhem. |
1356 | Reijnolt van Coeverden, ridder. |
1396 | Arent van Gutterswijck. Van deese komen de teegenwoordige graven van Benthem. Leijt int clooster tot Frensweegen begraven; het graf is nog te sien. |
1397 | Den 17 October, wordt Gijsbert heer tot Bronckhorst en Borculo, swager van Arent van Gutterswijck, amptman in Twente gemaekt van Fredrick van Blanckenhem, sullende genieten 2 derde deelen van des bisschops domainen ende de werelt breucke. |
14.. | Jan Brandt van Appeldoorn. |
1404 | Herman van Twickelo senior. |
1419 | Herman van Keppel. |
1437 | Jan van Welevelde. |
1450 | Roelof van Bevervoorde. |
1460 | Willem van Buckhorst, amptman in Twente, volgens een origineele brief op L. Vrouwenbootschapsavond, gedateert 146O. |
1466 | Arent van Bevervoorde. |
1478 | Geert van Reede. |
1484 | Gerrit van Welevelt. |
1494 | Johan van Twickelo. |
1535 | Was Jan van Keppel gemachticht amptman van Salland en Twente. |
1539 | Goosen van Raesveldt. |
1570 | Goosen van Raesfelt Goosenssoon. |
1587 | Joan van Voorst van Grimbergen. |
•••• | 1597/1608 Jan Mulert op de Voorst, drost van ’s coninks weegen. Heeft met den trèves als ook tevoren, sig moeten onthouden. |
1598 | Ernst van Ittersum. |
1612 | Unico Ripperda. 1623 geresigneert. Van Hengeloe. |
1623 | Robert van Ittersum. Obiit 1636. |
1638 | Johan van Raasfeldt tot Twickelo. |
1648 | 20 april, Johan Ripperda. Obiit 1653 30 september tot Weldam. |
1654 | Rotger van Haersolte, doch afstand gedaen. |
1660 | Adolph Henrick van Raesfeldt, drost van Twente, die 1675 |
|pag. 6| |
|
is gecontinueert. Obiit 1682. | |
1674 | Vermits de veranderinge in de regeeringe is door sijn hoogheijt den prince van Orange tot verwalter gesteld Unico Ripperda tot den Weldam. |
1682 | Hendrick Bentinck tot Diepenhem. Obiit 9 september 1691. |
1691 | Robert van Ittersum tot Nijenhuis, bij acte van sijn majesteijt van den 20 meert 1691. Anno 1692 drost van Salland geworden. |
1692 | Unico Ripperda tot Weldam, bij acte van sijn majesteijt van den 23 october 1692. Obiit 22 april 1709. |
1710 | Den 24 october, Borchard Amelis van Coeverden tot Stoevelaer en Hengelo, bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 14 meert 1710. Obiit den 24 october 1718. |
1712 | Wilhelm Bentinck tot Diepenheim, bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 17 meert 1712. Obiit 1748, 4 juni. |
1748 | Charles Bentinck tot Nijenhuis, bij acte van sijn hoogheid W.C.H. Friso, prince van Oranjen, tot drost van Twente, van den 27 juni 1748. Hebbende den eed op de instructie van de here droste van Twente afgelegt aan de heeren ordinaris gedeputeerden op den 26 julij des voorschreven jaars 1748. Heeft in 1754 sijn drostampt neder gelegt in handen van haar koninklijke hoogheid. |
1754 | Frederik Jan Sigismunt Baron van Heiden tot Ootmarssen bij acte van hare coninglijke hoogheid van den 13 juni 1754. Hebbende de eedt afgelegt aan de heren ordinaris gedeputeerden den 24 juni 1754. Afstand gedaan. |
1769 | Jr. Sigismund Gustaaf Lodewijk grave van Heijden Hompesch tot Ootmarssen junior (in plaats van Jr. Fredrik Jan Sigismund grave van Heiden tot Ootmarssen, die daar van vrijwillig afstand gedaan heeft) bij acte van sijne hoogheid, van den 31 meert 1769. Hebbende den eed afgelegt aan de heren ordinaris gedeputeerden den 3 april 1769. |
Land-drosten van Vollenhove. Hebben eerst gevoerd de namen van schulten van Vollenhove.
Anno | |
1312 | Wolter Snelle. Anderen stellen Stellinck. |
1363 | Hendrick de Sure, schulte inder tijd van Vollenhove. |
1397 | Egbert Hake van den Ruijtenbergh, casteleijn en schoute van Vollenho. Vide het register van de halve maene opt raadhuijs tot Zwolle, fol. 23. |
1402 | Geert Borre, schulte en rentmeester van Vollenho. Siet hier van de privilegiën van Steenwijck, en in een erfpagt brief gedateert 14O3 den 22 februari. |
1413 | Pelgrom van den Ruijtenborgh, drost en rentmeester. |
1422 | Jan Willemsoon van der Lede. Bij seeckere brief gedateert 1418 op Laurenti avond, blijkt dat hij als doen onderschulte of verwalter geweest is. |
1425 | Herman van Cuijnre. En hebben zijn revers aen de 3 steeden |
|pag. 7| |
|
gegeeven. Mede beseegelt: Fredrick van Heeckeren van Rechteren, Geert van Bukhorst, Hugo Geijen en Roelof van Sonnenbergh. | |
1442 | Wolter Morrien. |
1455 | Geert van Isselmuden, casteleijn en schulte van Vollenhove. |
1468 | Evert Kruijse. |
1476 | Roelof van Isselmuden. |
1483 | Roelof van Bevervoorde. |
1486 | Herman Kruijse. |
1502 | Jurien Schenck vrijheer van Tautenborgh, successeur van Herman Kruijse. Eerste van de naem drost van Vollenhove. Den 17 november heeft deesen Jurrien Schenck in presentie van Gerrit Mulert rentmeester van Salland, Bartoldt van der Eese, Henrick en Harman Hagen, volgens den drien steeden haer privilegiën, de stadt van Swolle eed gedaen als drost van Vollenhove, het slot te sullen bewaeren volgens de brieven daer van zijnde. |
1521 | Hermen van Isselmuden, drost geworden, maer is van de Gelderschen en van die van Genemuden doot geslagen op den Oort tegens over Genemuden. |
1527 | Borchardt van Westerholt, drost en casteleijn geworden na doode van Herman van Isselmuden. |
1541 | Herman van Westerholt. Afgeset door de gouvernante de coninginne Maria, om eenen mennonit in 1551, en doen Jan Sloot drost geworden. |
1563 | Johan Sloot d’olde, drost van Vollenhove en casteleijn der heerlijkheijt Cuijnre. |
1597 | Johan Sloot d’jonge, drost. |
1611 | 25 maij, Johan van Echten, drost. |
1619 | Johan van Raesveldt to Twickelo, drost van Vollenhove ende casteleijn der heerlijkheijt Cuijnre. |
1638 | 23 martij, Wolf Bentinck, drost als voorschreven. Obiit in november. |
1639 | 19 martij, Hiddo van Voorst drost geworden. |
1644 | Johan van Isselmuden, drost. Obiit 1671. |
1672 | Lambert Bernhardt van Oer, heere van Sallick, in maij. Obiit in jlij 1672. |
1674 | Vermits de veranderinge heeft sijn hoogheijt den heer prince van Orange, tot verwalter gestelt Joan Sloot tot Tweenienhuijsen. |
1675 | Henrick Bentinck tot Diepenhem, major en ritmeester. 1682 drost van Twente geworden. |
1682 | Unico Ripperda tot Weldam en Olidam. 1692 drost van Twente geworden. |
1692 | Antoni van Haersolte tot Elssen, bij acte van sijn majesteijt, van den 23 october 1692. Obiit den 30 junius 1701. |
1701 | Adolph Henrick van Rechteren, heer van Almelo, bij acte van de conink van Engeland van den 16 augustus 1701. Op den 25 dito vertoont. Deese den 17 meert 1705 drost van Salland geworden. |
|pag. 8| |
|
1706 | Borchard Joan van Welvelde, heer van Sallick, bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 23 meert 1706. Obiit den 16 september 1710. |
1712 | Arent Herman Sloet tot Tweenienhuijsen, bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 17 meert 1712. Obiit 3 meert 1728. |
1729 | Willem van Haersolte tot Elsen, aengestelt bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 18 meert 1729. Obiit den 7 september 1730. |
1731 | Wolter Joan van Haersolte tot Oldenhof, aengestelt bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 21 meert 1731. Den 13 meert 1732 drost van Salland geworden. |
1733 | Henrick van Ysselmuden tot Zwollingercamp, aengestelt bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 26 meert 1733. Obiit 27 meij 1751. |
1751 | Johan Arent Godert de Vos van Steenwijck tot Nijenval, bij acte van sijn doerl. hoogheijt den here prince erfstadhouder, van den 24 juni 1751. Heeft den eedt op de instructie van den here drost van Vollenhove aan de heren ordinaris gedeputeerden afgelegt op den 5den julij 1751. Obiit 17 junil 1779. |
1779 | Derk Bentink tot Diepenheijm, bij acte ut supra van den 21 junij 1779 aangestelt. 28 juni 1779 bij de heren gedeputeerden. |
Vorige casteleijns van de Cuijnre.
Anno 1407 heeft bisschop Frederick van Blanckenheim gedwongen Hermen Freijs van Cuijnre den olden en Hermen en Henrick sijn soonen, omdat hij sijn ondersaeten seer onderdruckte, aen den Gestichte te verkopen dat huijs en heerlijkheijt van Cuijnre voor 6200 olde vrankrijkse schilden.
Arent te Boecop segt dat dit soude geschied sijn anno 1397 den 2 maij, en dat de bisschop soude belooft hebben jaerlijks binnen Swolle daer voor te betaelen 400 olde schilden, ende dat tusschen partijen waer overkomen dat die voorschreven olde schilden souden betaelt en afgelost worden met 5250 olde schilden capitael.
Het register van de tractaeten en manimenten, etc., segt te betalen binnen Campen of Swoll of Vollenho, en te lossen met 5250 olde vrankrijkse schilden. Gedaen des sondags na Alder Heijligen 1407.
Hier uijt soude blijcken dat den tijd so Boekcop stelt, niet accordeert.
Deese brieff is int voorschreven register, ter griffie berustende, en g’intituleert “Renversael brief, etc.”
Of het konde sijn dat deese brieff na de coop is gepasseert, en die 400 schilden also volgens dien brieff sijn beweesen.
Het principael van deesen brieff is opt stadhuijs tot Zwoll.
Casteleijns van de Cuijnre.
1427 | Tideman Schuijrsak, castelelijn ter Cuijnre, fol. 60 voorschreven, int register met de halve mane te Swoll. |
|pag. 9| |
|
N.B. Doe mijn genadigen heer de Cuinre eerst gekoft hadde, sette men daer eerst tot castelleijns Wolter Morrien en Hugo Bensinck, ende daer na Pelgrim en Roelof van den Ruijtenbargh, Seijno ten Water en Machoris van Oldeniel, Willem Tijarsen, Bartolt Hagen. Vide ’t voorschreven register. | |
1451 | Henrick van Essen de jonge. |
1460 | Evert Cruijse. |
1464 | Maes Cruijse. |
1485 | Peter van Uutterwijck. |
1492 | Johan Boelman. |
1498 | Seijno Mulert. |
1509 | Mr. Hermen Hagen, doctor. |
1527 | Seijno Mulert. |
1530 | Johan Stellinck. |
1535 | Joan Mulert, amptman, dingwaerder. Zijnde die casteleijnschap daer nae met het drostampt van Vollenhove gecombineert. |
Drosten van IJsselmuden en Genemuden.
Deese hebben eerst gevoert den name van amptman van IJsselmuden, daerbij naderhand gekomen Genemuden, ende daernaer genoemt drosten van IJsselmuden. Hebbe meede de hooge jurisdictie te Genemuden. Dicht aent Swarte Water, daer als nog die hoogte is, pleigt een sterck casteel te staen, hebbende een hogen toorn, als te Hasselt, waer uijt snagts als een baecke geviert wierde. Daer pleigen die drosten op te woonen.
Stellen abzoluit scholten tot
Camperveen,
Isselmuden
Genemuden
Aschet ende Watersteijn, sijnde eijgentlijk het schoutampt van Genemuden en Ens.
Anno | |
1378 | Boldewijn Stellenwaerf. |
1384 | Henrick de Sure. Vide de ligger van Michielskerke tot Zwoll. |
1435 | Hugo Geye, amptman van Isselmuden. Vide een brief. |
1440 | Wolter Stellinck Hermans soone, drost van Isselmuden. |
1455 | Word bevonden een Herman van Barckhorst anders genaamt Onraet, amptman van Isselmuden en Wilsum en Camperveen. ’t Schijnt dat deese geen drost is geweest maer schout over die drie schultampten. |
1459 | Herman de Sure. Vide de ligger van Winshem. |
•••• | Steven van Kampferbeke.1) |
1492 | Johan van Ittersum |
1520 | Johan van Ittersum, zoon, X 20 febr. 1520 Anna van Buckhorst.1) |
1) Bijgeschreven in een modern handschrift. (Mej. Welcker?) | |
|pag. 10| |
|
1532 | Otto van Rechteren. |
1548 | Willem van Buckhorst, drost of bevelhebber van Isselmuden. |
1564 | Eusebius Bentinck. drost. X dr. Johan van Ittersum X Anna van Buckhorst.1) |
1570 | Richard van Unia, voor den coninck. 1572 heeft den grave van den Berge het slot van Genemuden doen innemen, ende die drost Unia te Campen gevangen gekreegen, ende tot drost gemaekt Hendrick van Broeckhuijsen. (Revius fol. 467) |
1602 | Hendrick Bentinck. |
1612 | Unico van den Ruijtenborgh, drost van Isselmuden. |
1622 | Wolf Bentinck. |
1638 | 23 martij, Seijno Rengers. |
1646 | Ernst van Ittersum to Nijenhuijs. Obiit 1651. |
1652 | Adriaan Witten. |
1662 | april, Rabo Harman Scheele tot de Veenebrugge. Obiit int selve jaer. |
1663 | den 7 april, Johan Blanckvoort. |
1674 | Heeft sijn hoogheijt den heere prince van Orange vermits de regeering, veranderde, tot verwalter gestelt Gerhard Sloot toe den Oldenhof junior. |
1675 | Jan Blanckvoort gecontinueert. Obiit Anno 1682. |
1682 | Borchard Joost van Welvelde tot Buckhorst, heer van Sallick. Anno 1706 drost Vollenhove geworden. |
1707 | Willem van Haersolte tot Elsen. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 15 april 1707. Drost van Vollenhove geworden den 18 meert 1729. |
1730 | Henric Adolph Bentinck. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 31 meert 1730. Obiit den 3 januarij 1734. |
1734 | Reijner Adriaen Gansneb gent. Tengnagel. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 18 meert 1734. Obiit 17 november 1750. |
1751 | Johan Lodewijk grave van Rechteren tot het Laar. Bij acte van sijne doorl. hoogheid den here prince erfstadhouder van den 12 januari 1751. Hebbende den eedt op de instructie voor de here droste van IJsselmuden afgelegt aan de heren ordinaris gedeputeerden op den 17 februari 1731. Obiit 1762. |
1763 | den 31 meert. Adolph Warner van Pallandt tot Zuithem. Bij resolutie van R. en Steden van den 31 meert 1763. |
Drosten van Haxbergen.
Anno 1331 des vrijdags na Sint Pontiaensdag heeft heer Willem de Boxtelle, ridder, met vrouw Cunegont van Dalem sijn vrouw, de heerlijkheijt Diepenhem aen den bisschop Jan van Diest, ofte den Gestichte verkogt voor 11000 swaere tournoijsen, en wiert het selve gevoegt met Haxbergen, en heeft den naem een tijd lanck gevoert van drostampt van Diepenhem en Haxbergen, ende gehooren daer onder de leege gerigten, Haxbergen, Blanck-
1) In een moderne hand bijgeschreven.
|pag. 11|
enbergh, Diepenhem en Lage.
Drosten van Haxbergen.
Anno | |
1365 | Reijnoldt van Coeverden, ridder. |
1480 | Jan Sticke van der Weldam. |
1492 | Berent van Beversvorde. |
1500 | Gerrit van Bevervoorde. |
1505 | Berent van Bevervoorde. |
1530 | Claes van Bevervoorde. |
1549 | Jan van Rheede. |
•••• | Herman van Westerholt te Coppel. |
•••• | Jan van Voorst, drost van Twente. |
•••• | Unico Ripperda. |
Amptmans of drosten van Diepenhem.
Uijt dat ampthuijs heeft die stad Deventer jaerlijks gehad 100 golden overlantse rijnse gulden, dewelcke sij 1521 verkogt hebben aen Dirk van Cuinre.
1348 | Fredericus ab Eese, Salland, Twentia et dictionis Diepenensis praeses. (Pontanus, Hist. Gelr.) |
1374 | Egbert van Grimberge. |
1407 | Bartold van Bakerweerde, amptman van Diepenhem. Item Goosen sijn soone die aen Johan van Buckhorst 715 olde schilden hebben gelost so die opt amt hadde. |
1418 | Henric van Cuijnre, amptman. |
1424 | Matheus van Graestrup, amptman tot Diepenhem. Vide de voorschreven brief. |
1427 | Bij een reversbrief op Sint Matheusdag. Jan van Bevervoorde, amptman tot praesentie van Henric Schaep, Henric van Laer, Wolter Stellinck, Roelof van Hoevel, Jan de Rode, Claes van Overhagen, die voor Jan van Bevervoorde hebben geloeft. Vide int register van de halve maene. |
1443 | Claes van Overhagen, amptman tot Diepenhem. |
1460 | Arent van Bevervoorde, amptman te Diepenhem. Bij een seeckere missive van dato den 24 dags initio 1470, berustende opt stadhuijs tot Zwolle, blijkt dat Otto van den Ruijtenborch het amt van Diepenhem door bisschop David van Burgundien is aenbevolen geweest, versoeckende der stad Zwoll consent en approbatie voor so veel in haer is daer toe. |
1478 | Johan van Bevervoorde. |
1500 | Johan van Bevervoorde heeft anno 1504 aen den bisschop in presentie der 3 steeden gesanten, syn reeckening gedaen en is quijtgescholden, en in sijn plaets weder gestelt: |
1504 | Frederick van Twickelo, drost. |
1510 | Berent van Hakfort tot Hakfort, landdrost van Zutphen, drost van Haxberge en drost van Diepenhem. |
1521 | Roeloff van Ittersum, drost. |
1530 | Robert Walraven gent. Kendenich, drost. Voorts is het ge- |
|pag. 12| |
|
legt bij Haxbergen. | |
1546 | Jan van Reede Adraensz soon. |
1560 | Hermen van Westerholt. |
1598 | Unico Ripperda, drost van Haxbergen, Diepenhem en Laege. |
1612 | Johan van Raesfelt tot Twickelo. |
1619 | Robert van Ittersum. |
1624 | Johan van Laer to Essinck. |
1634 | Henrick van Ittersum ter Hofsteede. |
1638 | Hiddo van Voorst. 22 martij. |
1639 | 16 martij, Nicolaes Cristopher van Bevervoorde to de Oldemeule, drost van Haxbergen, Diepenhem. |
1674 | Tot Verwalter gestelt door den prince van Orange, Joost Cristopher van Bevervoorde. |
1675 | Bevervoorde senior gecontinueert. In martij afstand gedaen en op commissie van sijn hoocheijt weeder geconsereert op Joost Christopher van Bevervoorde sijn soon. Obiit 1 januari 1700. |
1700 | Willem Bentinck tot Diepenhem. Bij acte van sijn majesteijt van den 22 januari 1700, op den 31 dito vertoont. Anno 1712 den 17 meert is deese drost van Twente geworden. |
1713 | den 13 meert, Wolf Bentinck tot de Hagmeule. Anno 1723 den 20 augustus gecommitteert wegens het quartier van Salland ter vergaderinge van haer Hoog Mogenden. |
1724 | Joan Albert Sloet tot Warmelo. Bij resolutie van Ridderschap en Steden van den 20 junius 1724. |
1754 | Arent van Raasfelt tot den Doorn. Bij acte van hare coninl. hoogh. van den 13 junij 1754. |
Drosten van Laege.
Anno 1340 hebben Elbert van Eijll en Jutte van Laege sijn vrouw, en Derck, Margriet en Elisabeth haer kinderen, aen Jan van Arckel als bisschop van Utrecht, verkogt haer regt aen Laege voor 700 marck. Ende 1346 hebben Harmen van Laege ende Elisabeth van Diest sijn vrouw, Jutten voorscreven olders, tzelve meede verkogt aen den voorscreven bisschop voor 5000 ponden.
Het register van tractaten, munimenten en andere stukken, raeckende de hoogheijt van Overijssel, ende waer in deese brieven staen g’inserreert, spreecken beijde vant jaer 1346, en is den opdracht bij Elbert van Eijll geschied binnen Deventer 1347 des saturdags na paesschen, ende bij Harmen van Laege en Lijsbeth van Diest des sondags na Michaelisdach binnen Oldensel anno 1346. Bestaende het selve in dat huijs te Laege en alle goed ’t zij leen ofte eijgen, met waeter ende met weijde met coorne ende met twijge, met mannen ende met borchmannen, en met allen hoorachtingen luden, ende met aller slachter noot die daer toe behoort, of toebehooren mochte, of waer die geleegen sijn, uijtgenomen eene waere in den Lutte, kerspel Oldenzel.
|pag. 13|
1365 | Reijnolt van Coeverden, ridder, amptman van Laege. |
1478 | Derck van der Schulenborgh, drost tot Laege. |
1484 | Cornelis van der Schulenborgh, drost. |
1495 | Jacob van Ittersum, casteleijn te Laege ende rentmr. van Twente. |
1502 | Johan van Ittersum Jacobs soons, drost. |
1515 | Johan van Ittersum Wolfssoon, drost. |
1518 | Adriaen van Reede. Ende is voorts gevoegt bij het drostampt van Haxbergen ende Diepenhem, en eijntlick verpand aen Diedrick Ketteler to Schutdorp, welckes soone Willem Kettelers dochter is getrouwt aen van Kroij grave van Reuz, die Laege verkoft aen Johan van Raesfeldt tot Twickelo, dewelcke het van de provintio tot een erfleen hielt, en anno 1634 het selve heeft verkreegen. |
Hoog schouten van Hasselt.
Anno | |
1343 | Gerrit Mulert, richter. |
1363 | Gerhart Mulert, richter. |
1368 | Coop Wijnckes soone, schultes. |
1379 | Albert Mulert, schulte. |
1379 | Seijno Mulert. |
1402 | Bertoldt Gerboldingh, schulte. |
1411 | Sweder Schotto. |
1429 | Geert Mulert. |
1459 | den 16 maij. Hessel Mulert, volgens commissie bij bisschop David van Bourgonjen gegeeven. |
1467 | Henrick Mulert. |
1498 | Lubbert Mulert. |
1526 | Geert Mulert. |
1537 | Arent Mulert. |
1560 | Ernst Mulert. Tot 1565. N.B. Die Mulerts hadden opt schoutampt enige penningen verschoten, als uijt de commissie van bisschop David is blijckende, sijnde het 1459 verpandt geweest met 500 rijnse gulden, losbaer, ende nog met 302 cromsterten. Doch so den bisschop den bisschop wilde ontsetten, sal hij hem de penningen weedergeven, en ses weecken te vooren daer van waerschouwen.1) |
1570 | Henrick Swaefken. Bij duc d’Alba gesteld, sijnde geen burger. Die van Hasselt hebben hier tegen geprotesteerd, doch is gecontinueert. |
1578 | Alert van Brandenborgh, op recommandatie der van Hasselt tot schulte gesteld, en Henric van Laer bij den stadholder gesteld, weeder afgeset. |
1599 | Lubbert Mulert. |
1614 | 15 september, Henrick van Keppel Fox. |
1628 | den 19 september is Roelof van den Clooster door Ridd. en Steden tot schulte van Hasselt gestelt, daer over |
1) Bedoeld zal zijn “…. bisschop den schout wilde ontsetten”
|pag. 14|
die van Hasselt veele twist hebben verwekt anno 1638. | |
1638 | 6 december, tot verwalter gestelt door Ridderschap en Steden, Bentinck, burgemeester aldaer. |
1639 | 16 martij. Op recommandatie van de stad van Hasselt is tot schulte gesteld Rutger van Haersolte, en sijn van den Landschap enige gecommitteerden gesonden om binnen Hasselt hem den eedt af te neemen. Obiit 1673 in maij. Brief van bisschop Fredrick van Blanckenheim, holdende deese formalia: Dat wij ende onse nakomelingen bisschoppen tot Utrecht geene schult binnen onse stad van Hasselt setten en sullen, hem onsen schultampt aldaer te beveelen, hij en sij een burger ende woonagtig binnen onse stad van Hasselt. Actum to Vollenhove anno 1412 op Sint Agata. |
1674 | Is door sijn hoogheijt den prince van Orange tot verwalter geselt Eusebius Borchard Bentinck. |
1675 | Deese gecontinueerd. Obiit den 25 october 1700. |
1714 | Antoni Adolph van Haersolte tot Haerst. Bij resolutie Van Ridderschap en Steeden van den 30 julius 1714. Obiit 6 october 1722. |
1723 | Wolter Johan van Broeckhuijsen tot den Doorn. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 11 junius 1723. Obiit den 22 julius 1732. |
1733 | Gijsbert van Dedem tot den Gelder. Bij resolutie van Ridderschap en Steden van den 26 meert 1733. Obiit den 22 januarii 1738. |
1738 | Christoffer van Voerst tot Hagenvoorde. Bij resolutie van Ridderschap en Steden van den 16 april 1738. |
1774 | Robbert Hendrik van Hambroek tot Welevelt. Bij de heren ordinaris gedeputeerden den eedt afgelegt den 7 den september. Aangestelt bij acte van sijn hoogheid den 19 augustus 1744 (1774) |
Dijkgreven van Salland.
De dijkgraven hebben haer gesach over den Isseldijck van de Randerzijl af beneden Deventer tot in de zee, na praescript van het dijkregt anno 13O8 des dingsdages nae pinxteren, door Guido van Henegouwen, bisschop t’ Utrecht, op Spoelderbergh eerst gemaekt en vervolgens geordonneert.
1612 den 3 november is het tractament van 500 gulden verhoogt tot 750 gulden. Naderhand verhoogt met 250. (tot)1000.
Johan van Rutenbergh, Johan van Kerler, Derck ten Waeter, deese hadden op het ampt verschooten 125 rjjnsgulden, die de successeurs hebben gelost.
1363 | Arnoldt van Dure. |
1440 | Evert van Graes, dijckgreve. |
1463 | Jacob van Wijtmen, dijckgreve. |
1496 | Henrick Kotken. |
1500 | Jan Goijer. Bij commissie van Frederick van Baden van 8 februari 1497. |
|pag. 15|
1523 | Geert van Haerst, dijckgreve. Bij commissie van den bisschop van den 15 april 1506. In seecker memorie werd gevonden dat Hermen, olde broeder van Geert, is dijkgreve geweest. |
1525 | Hermen van Haerst. Bij commissie van 18 januari 1525. Dit sal apparent den selven Hermen sijn, dog nog geen date wanneer gevonden. |
1530 | Henrick Mulert. Op commissie van den stadhouder Schenck. |
1532 | Geert van Haerst. |
1567 | Thijmen de Goijer |
1572 | Gerrit van Dongen. Op acte van den grave van Berge. Deese acte is mijn door Cornelis van Dongen vertoont. |
1579 | Peter Mulert. |
1581 | Joan van Ittersum ter Hofsteede. Ridderschap en Steeden hebben Joan van Ittersum bij provisie tot het dijkampt van Salland genomineert ende daer meede voorsien op de wedden ende paijen binnen Campen daer toe g’ordineert, als te weeten op IIIC carels guldens, bij also dat deselve binnen Swolle ofte inden kerspel van Zwolle resideren sal. Actum Deventer den 26e martij 1581. |
1582 | Fol.96. Ordre voor Gerhard van Warmelo als dijkgreve van Salland. |
1586 | Egibert Rengers. |
1610 | 20 martij, Seino Rengers ten Berge. |
1638 | 23 martij, Rutger van Haersolte tot Westervelt. Obiit 11 april 1666. Sedert deese tijd tot 1674, verwalter bij de oudste heijmeraad. |
1675 | Reijner Schaep tot Winshem. |
1681 | Robert van Ittersum tot Nienhuijs. |
1683 | Joachim Mulert tot Leemkule. Obiit 1686. |
1688 | Jan Godefried van Uijterwijck tot Alerdinck. |
1707 | Antoni Alferd Blanckvoort tot den Hogenhuijse. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 15 april 1707. |
1716 | Carel Philip Craft van Huffel tot Beerse. Bij vrijwillige afstand van Antoni Alferd Blanckvoort voorschreven. Bij appointement van Ridderschap en Steeden van den 16 meert 1716 tot dijkgraef aengestelt, hebbende de voors. heere van Huffel tot Beerse ter vergaderinge van de heeren ordinaris gedeputeerden cessie genomen den 7 juni 1728. |
1729 | Gijsbert van Dedem tot den Gelder. Bij resolutie van Ridderschap en Steden van den 18 meert 1729. Sijnde tot hoogschout van Hasselt aengesteld op den 26 meert 1733. |
1734 | Jan Ernst van Echten tot Relaer. Aengesteld bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 18 meert 1734. 1738 gecommitteert in de Admiraliteijt vant Noorderquartier. |
1739 | Christoffer Daniel van Coeverden tot Rande. Aengestelt bij resolutie van Ridderschap en Steeden van 26 meert 1739. Versoekt en bekomt dimissie. |
|pag. 16|
1750 | Wilhem Hendrik Bentink tot Wittenstein. Bij acte van sijne hoogheid van den 1 junij 1750, in plaets van hooggemelte here van Coeverden, die daar van op desselfs versoek sijne dimissie heeft bekomen, uitwijsende de notulen van Ridderschap en Steden van den 13 junij 1750. |
1755 | Derk Fred. van Voerst tot Bergentheim. Bij acte van hare coningl. hoogheidt van den 5 april 1755. 1780 16 februari, desselfs versogte dimissie geaccordeert. |
•••• | Christiaan Warner Jacob van Coeverden tot den Doorn. Obiit 6 meert 1780. |
1780 | den 27 octobris, Arend van Echten tot Arendshorst. |
Dingwaerder en stadhouder van de leenen.
1660 | Lambert Bernhardt van Oer, heer van Sallick, dingwaerder en stadhouder van de leenen. |
1675 | Jacob van Coeverden, dingwaerder. Obiit den 4 junius 1707. 1675 Het stadhouderschap van de leenen gesepareert en tot luijtenant van de leenen gestelt Jacob Vriesen J.U.L. |
1684 | Bij commissie van sijn hoogheijt van den 15 april, na doode van J. Vriesen, Jacob van Coeverden tot Stoevelaer. |
1708 | Willem Jan van Dedem tot den Berg. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 16 meert 1708 aangestelt tot dingwaerder en stadhouder van de leenen deeser provintie. Heeft op den 17 april 1737 deese ampten vrijwillig geresigneerd en is van de eeden uijt hoofde van de selve, als meede in qualiteijt als meede lidt van de vergaderinge van Ridderschap en Steeden aen deese provintie gedaen, gedemitteert en ontslagen, als ook van desselfs getrouwe diensten, gedaen aen de provintie, bedankt. |
1738 | den 16 april, Elbert Antoni van Pallandt tot Zuthem. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden aengestelt tot dingwaerder en stadhouder van de leenen deeser provintie. |
1760 | den 27 meert, Berent Hendrik Bentink tot Schoonheten. Bij resolutie van Ridd. en Steden in conformiteit van het Reglement van Tutele, gearresteert den 19 november 1755, aangestelt tot dingwaarder en luitenant stadhouder van de leenen deser provintie. |
1773 | den 16 meert, Reijnhardt Borchard Rutger grave van Rechteren tot Gramsbergen, welke daarvan den 25 meert 1779 gedicteert heeft. |
1779 | den 27 meert, Derk Bentinck tot Diepenheim. Dese drost van Vollenhove sijnde geworden, is aangestelt: |
1779 | 7 julij, Jan Wolter van Coeverden tot Rande. |
1780 | 17 januari, Adolf Warner van Pallandt tot Beerse. |
|pag. 17|
Casteleijns ter Veenebrugge.
Het casteleijnschap van Veenebrugge hebben bij tijden van bisschop David van Burgundien die van Uterwijck bedient gehad.
Ende heeft bisschop Fredrik van Baden het selve anno 1500 tot een erfcasteleijnschap ter leen gegeeven aen Jacob van Uterwijck.
Anno 1577 september, Vincent van Uterwijck Johansoon deselve verkogt aen Robert van Ittersum, wiens soone Albert van Ittersum ’t selve weeder verkogt heeft aen Gerrit van Warmelo.
En desselfs erfgenamen hebben het weeder verkogt aen Sweeder Scheele tot Weelevelt, die ’t nu te leen van de provintie besitten.
Rentmeesters van Sallandt.
Anno | |
1342 | Bij een brief van kwijtscholdinge van hofhorigheijt, berustende opt stadhuijs te Swoll, blijkt dat Theodoricus van Voorst is geweest rentmeester generael van Salland, Twente, Drenthe en Vollenhove. |
1356 | Geert van Tijbencampe, schoute en rentmr. van Salland. |
1368 | Roelof van Ittersum. Vide de ligger vant clooster Winshem. |
1392 | Derck van Marsche. |
1395 | Gerrit Comhaer. Vide het register met de halve mane opt stadhuijs tot Zwolle. |
1398 | Herman van Wijtman. |
1401 | Gerbrand ten Bussche. NB Dat omtrent deese tijd het rentampt van Sallandt den 3en steeden voor de verschooten penningen op Coeverden, is verpand geweest. |
1415 | Seijno van den Waeter. |
1439 | Johan van Ittersum. |
1460 | Henrick van Essen van Herxen. |
1465 | Evert van Wijtmen. Is possesseur van Nienhuijs in Wijhe geweest. |
1478 | Steven Campherbeecke. |
1484 | Gerrit Mulert. |
1504 | Joan Mulert. |
1519 | Johan Cruse. |
1522 | Heeft den hertogh van Gelre tot rentmeester gesteld Jacob ten Sterte. |
1534 | Leonardt Hardinck, secretaris van de coninginne regente. |
1536 | Engelbert van Ens. Bij resignatie van Hardinck voors., volgens de commissie. 1558 is doen drost van Drente geworden. |
1558 | Johan Doijs.Obiit int selve jaer. | |
1558 | Robert van der Beeck. | |
1587 | Johan Dorre J.U.D. Obiit 1599. | |
1580 | Henric van Til | Bij den coninck van Spanjen gesteld ende sijn deselve nooijt inden vol- len ontfangst geweest, vermits de troubelen. Vide de rekeningen so |
1582 | Evert Groothuis | |
1589 | Peter van Boimar | |
1606 | Jan van Tongeren |
|pag. 18|
sij te Rurmunde en elders gedaen hebben. | |
1599 | Johan Witten, rentmeester van Salland van wegen Ridderschap en Steeden. |
1616 | Sweer van Haersolte. |
1639 | 13 september, Rutger van Haersolte. |
1662 | Arent van Boeckholt, burgemeester der stad Deventer. |
1675 | Jan van Boeckholt Arentssoon. |
1698 | Derck Helmich van Voorst tot Aversbergen. Bij acte van sijn majesteijt van de 22 meert 1698, op den 26 april daer aen volgende aende gedeputeerden vertoont. |
1702 | Henrick Casimir van Voorst. Bij vrijwillige afstand van Derck Helmich van Voorst, volgens acte van sijn majesteijt van Groot Britanien, van den 11 augustus 1701, den 4 april 1702 aen de gedeputeerden vertoont. Borge 9045, tractement 1800. |
1761 | Ernst van Voorst tot Aversbergen. Vide de resolutie van Ridderschap en Steden van den 24 meert 1761. |
Rentmeesters van Twente.
Welevelde rentmeester. | |
1483 | Roelof van Bevervoorde. Is oock te gelijk drost van Vollenho geweest. |
1495 | Jacob van Ittersum. |
1500 | Johan van Ittersum. |
1520 | Adriaen van Reede, rentmeester van Twente en drost to Laege. |
1546 | Fredrick van Reede Adriaenssoon, drost to Diepenhem, rentmeester van Twente. |
1547 | Joan van Reede, rentmeester, en drost van Haxbergen. |
1564 | Henrick Martensen. Is anno 1568 gedeporteert. |
1569 | Roelof Bitter. NB. |
1590 | Gerhard van der Hell. |
1602 | Johan de Baecke. |
1636 | Jan Mulert, verwalter. |
1638 | Johan van Hemert, 22 martij. |
1643 | Gerhard Sloot tot den Oldenhoff, lantrentmeester van Twente. |
1675 | Gecontinueert. |
1682 | Robert van Ittersum tot Nienhuijs. |
1691 | Bernhard Eusebius Borchard Bentinck. Bij acte van sijn majesteijt van Groot Brittanien, van den 23 meert 1691. Obiit 23 maij 1706. |
1707 | Rutger Andreas Padkul. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden aengesteld, van den 17 julius 1707, tot landrentmeester van Twente. Is bij resolutie van den 12 april 1708 daertoe admissibel verklaert en heeft daer van op den 13 dito den eed afgelegt. |
1744 | Joan Lodewijk graaf van Rechteren tot het Laar. Aangestelt den 14 april 1744 van Ridderschap en Steden. Drost van IJsselmuiden geworden bij acte van sijne doorluchtige hoogheid, van den 12 januari 1751. |
|pag. 19|
1751 | Willem Jan Bentink van Langeveldlo. Bij acte van sijne doorl.hhogh. den here prince erfstadhouder, van den 19 januari 1751, hebbende in die qualiteit den eedt afgelegt aan de heren ordinaris gedeputeerden op den 27 april 1751. |
1760 | Dr. Rudolf Jordens. Bij resolutie van Ridderschap en Steden van den 27 meert 176O, in conformiteit van het Reglement van Tutele gearresteert den 19 november 1755. |
Rentmeesters van Vollenhove en de Cuijnre.
Anno | |
1496 | Herman Cruijse, schout, casteleijn ende rentmeester van Vollenho. |
•••• | Borchardt van Westerholt. Ook drost. |
1541 | Herman van Westerholt. |
1551 | Engelbert van Ensse. Rentmeester van Salland ende Vollenhove. Ende sijn als doen beijde rentampten gecombineert geweest. |
1558 | Pieter van Leeuwerden. Vermits de promotie van Ens tot drost. |
1565 | Aert van Renoij. |
1595 | Johan Wolffsen. |
1621 | Boldewijn Sloot. |
1648 | Coenraad Wilhelm Sloot. |
1675 | Gecontinueert. Obiit in october 1677. |
1678 | Rotger van Haersolte tot Paeslo. Bij commissie van sijn hoogheid. |
1696 | Ernst van Haersolte. Bij vrijwillige afstand van Rotger van Haersolte, bij acte van sijn majesteit, van den 25 december 1695, den 26 februari 1696 vertoont. Obiit 24 of 25 april 1712. |
1713 | den 16 meert. Coenraad Willem Sloot tot Lindenhorst. Obiit 13 december 1724. |
1727 | den 5 april. Abraham Gerhard Vriesen. Obiit 1753. |
1753 | Boldewijn Sloet tot Lindenhorst. Bij acte van hare conin. hoogh. van den 26 julij 1753 en getoont aen de heren gedeputeerden, den 16 september 1753. |
1758 | Coenraadt Willem Sloet. Bij acte van wijlen haar coningl. hoogh. van den 28 november 1758, den 13 april 1759 aan de heren gedeputeerden vertoont. |
|pag. 20|
Staeten Generael.
In het collegie van de Staeten Generael der Verenigde Nederlanden worden uijt de provintie van Overijssel gecommitteert ses personen, waer van drie genomineert worden uijt de edelen, te weeten, eene uijt het quartier van Salland, een uijt Twente ende een uijt Vollenho.
Insgelijks drie uijt de steeden, als Deventer, Campen, Zwolle.
Van deese 6 gecommitteerden sijnder twee ordinaris gecommitteerden voor 3 jaeren, volgens resolutie van 1622 20 december. Die veranderen bij tourbeurten van 3 jaeren tot 3 jaeren, te weeten eene als ordinaris uijt de edelen ende eene uijt de steeden, ende so quartiers gewijse. Welcke ordinaris gecommitteerden als hebbende ordres en gedurige commissie, tot tractement genieten 2200 £. Daer en boven declareeren van vrachten, extra verschot, van wassen, stijven, flambeauwen, belle chere, als anders. De 4 andere sijn extra ordinaris gecommitteerden, hebbende geen gestadig tractement, maer alleene daghgelden en reijse kosten so lange sij inde commissie uijt sijn. Behooren ten minste een veerendel jaers aldaer te weesen.
Anno 1611 den 31 maij is geresolveert dat de gedeputeerden, twee int getal, elck voor een derdendeel vant jaer in den Hage sullen moeten resederen, mits dat na vereijsch en geleegendheijt een derde voor een tijt lank meede aldaer sal mogen resideren.
Inden jaere 1644 den 23 martij is geresolveert een instructie te formeeren. Die den 26 dito is gearresteert.
Bij ’t deputeeren is verstaen dat de beurte der ordinaris gedeputeerden per vices sal ommegaen van 3 jaer tot 3 jaer.
Anno 1678 alle ordinaris gemaekt op een tractement.
1740 den 19 meert is bij Ridderschap en Steeden resolutie genomen tot het senden van eene extraordinaris gecommitteerde ter Generaliteit, als eene uijt ijder der drie quartieren en eene uijt ider der drie hooft steeden, edog sonder enig beswaer van de provintie, nog enig tractement, ja selfs niet dat desulcke sullen kunnen of mogen profiteren van de uijtdelings penningen uijt de commissien.
Salland. Ordinaris.
Anno | |
1591 | Joan Sloot, drost van Vollenho. |
1606 | Antoni van Doorninck. |
1611 | Herman Ripperda. |
1619 | Sweer van Haersolte. |
1644 | Boldewijn Jacob Mulert. |
1665 | Elbert Antoni van Pallandt. |
1668 | Lambert Borchard van Oer. |
1675 | Elbert Antoni van Pallandt. |
1685 | Borchardt Joost van Welevelde tot Buckhorst, heer van Sallik. |
|pag. 21|
1687 | Henrick Bentinck tot Werckeren, drost van Zallandt. |
1693 | Borchard Joost van Welvelde, heer tot Sallick. Bij acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, van den 20 april 1693. |
1705 | Jan Godefried van Utterwijck tot Alerdinck. |
1717 | Joachim Henrick Adolph graef van Rechteren tot Rechteren. |
1719 | Wolter Joan van Broeckhuijsen tot den Doorn. Den 11 junius 1723 hoogschout van Hasselt geworden. |
1723 | Wolf Bentinck tot Langevelslo. 1723 den 23 augustus. Obiit den 16 april 1726. |
1726 | Jan Zeger van Weleveldt tot Luttenborgh. |
1728 | Reijnhardt Borchardt Rutger graef van Rechteren, heer van Gramsbergen. Gecontinueert bij resolutie van den 2 april 1732. |
1747 | Charles Bentink tot Nieuwenhuis. |
1749 | August Leopold van Palland tot Eerde. Bij acte van sijne hoogheid in plaatse van de heer Charles Bentink tot Nienhuis, als te sien is in de notulen der heren ordinaris gedeputeerden van den 10 februari 1749. |
1762 | Gijsbert Jan van Pallandt tot Glinthuijs. Ingaande met 1 mei 1762. |
1764 | Gerrit Helmich van Voorst. Ingaande met 1 mei 1764. |
1764 | Tot het bekleden van de extra ordinaris commissie voor de tijdt van drie jaren, ingaande met primo maij 1764, de heer Gijsbert Jan van Pallandt tot Glinthuijs. |
1766 | den 24 maart tot ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van twe jaren, ingaande met primo maij 1766, de heer Gijsbert Jan van Pallandt tot Glinthuijs. |
1768 | de 23 meert, deselve voor de tijd van drie jaren, ingaande met primo meij 1768, tot ordinaris gedeputeerde. |
1768 | Tot extra ordinaris gedeputeerde, de heer R.B.R. grave van Rechteren tot Gramsbergen, voor drie jare, ingaande met primo maij 1768. |
1771 | den 11 april, bij Ridders. en Steden tot extra ordinaris gedeputeerde voor de tijd van drie jaren, ingaande met primo maij 1771, de here Reinhard Burchard Rutger grave Van Rechteren tot Gramsbergen senior. |
1771 | den 18 junij, bij gedeputeerden tot ordinaris gedeputeerde voor de tijd van drie jaren, ingaande met primo maij 1771, de here Gijsbert Jan van Pallandt tot Glinthuijs. |
1773 | den 8 april, tot extra ordinaris gedeputeerde, Marius Antoni Carel van Voorst tot den Borgel. |
1774 | den 7 april, bij Riddersch. en Steden tot extra ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van drie jaren, ingaande met primo maij 1774, de here Gijsbert Jan van Pallandt tot Glinthuijs. |
1776 | de 16 april bij de gedeputeerden tot extra ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van een jaar,ingaande den eersten mejj aanstaande,Marius Anthonij Carel van Voorst tot den Borgel |
1777 | den 25 meert bij den heren gedeputeerden, J.G.van Pal- |
|pag. 22|
landt tot Glinthuijs voor de tijdt van drie jaren, ingaande met primo maij 1777, tot ordinaris gedeputeerde. | |
1780 | den 21 april bij de gedeputeerden tot extra ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van een jaar, ingaande den 1 meij aanstaande, Marius Antoni Carel van Voorst tot den Borgel. |
1780 | den 24 april bij de gedeputeerden tot ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van 3 jaren, ingaande primo maij 1780 G.J. van Pallandt tot Glinthuijs. |
1781 | den 14 meij tot extra ordinaris gedeputeerde voor 2 jaren, ingaande 1 meij 1781, C.W. Bentink tot Werkeren. |
Deventer. Ordinaris.
1593 | Hermen Scherff dr. |
1607 | Otto Roeck. |
1611 | Derck Stikke. |
1614 | Marten Steegeman. |
1616 | Derck Stikke. |
1618 | Jan van Hemert. |
1621 | Nicilaes van Boeckholt dr. |
1623 | Johan Lulofs. |
1625 | Thomas Verver. |
1627 | Wilhelm Marienborgh. |
1636 | Gerhardt Donckel |
1645 | Jan van der Beeck. |
1661 | Jan van Schrick. |
1671 | Henric ter Borch. |
1672 | Gosen Hogers. |
1675 | Henrick ter Borch. |
1681 | Gijsbert Kuijper. |
1694 | Arent Lemker. Bij missive van sijn majesteijt van den 27 april 1694. |
1705 | Gerhardt Nilant. |
1710 | Everhard Rouse. Obiit 19 meert 1728. |
1728 | Jacob ten Brinck. |
1735 | Gerhard Joan Jacobson. |
1737 | Jacob ten Brinck. |
1740 | Gerhard Joan Jacobson. |
1743 | Joan van Suchtelen. |
1746 | Anthony Joan Persoon. |
1748 | Rudolph Jordens. Obiit october 1748. |
1748 | Jacob Jan Fockink, ingaande met primo november des voors. jaers 1748. |
1753 | Sibrand de Schepper, ingaande met primo maij 1753. |
1753 | Gerhard Gijsbert. Jan van Suchtelen, ingaande met primo maij 1754. |
|pag. 23|
1755 | Sibrandt de Schepper, ingaande met primo november 1756. |
1756 | Gerhardt Gijsbert Jan van Suchtelen, ingaande met primo november 1756. |
1758 | Hendrik Frederik Brouwer, ingaande met primo meij 1758. |
1761 | Gerhardt Dapper, ingaande met primo meij 1761. |
1762 | Sibrandt de Schepper, ingaande met primo meij. |
1763 | Wijer Antonij Eekhout, ingaande met primo maij 1763. |
•••• | Volgens resolutie van den 20 meert 1764 voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij 1764, de heer Gerit Gijsbert Jan van Suchtelen als eerste ordinaris gecommitteerde. |
•••• | Dito voor de tijdt van twe jaren ingaande met primo meij 1764, de heer Gerhardt Dapper als twede ordinaris gecommitteerde. |
•••• | Dito voor de tijdt van twe jaren, ingaande met primo meij 1764, de heer Gerhard Dapper als twede ordinaris gecommitteerde. |
1764 | den 28 meert tot ordinaris gecommitteerde, de heer Hendrik Fredrik Brouwer, voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1765 en eindigende met den laatsten april 1766. En tot extraordinaris gecommitteerde, de heer Damian van Duren, ingaande en eindigende als voren. |
1766 | den 9 april, Sijbrant de Schepper, voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1766. |
1766 | den 23 april bij de gedeputeerden, Wijer Antonij Eekhout, voor een jaar, ingaande met primo meij 1767. |
1768 | den 23 meert, tot ordinaris gedeputeerde voor de tijd van drie jaren, Sijbrant de Schepper, ingaande met primo meij 1768. Dito Wijer Antoni Eekhout tot de twede ordinaris commissie voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1768. |
1769 | 17 februari, G.G.J. van Suchtelen tot de twede ordinaris commissie voor de tijd van een jaar, ingaande primo meij 1769, bij de gedeputeerden. |
1770 | 21 april, Damian van Duren tot de twede ordinaris commissie voor de tijd van een jaar, ingaande met primo maij 1770, bij de gedeputeerden. |
1771 | 12 april, Sibrandt de Schepper, tot eerste ordinaris gedeputeerde voor 1½ jaar, ingaande met primo meij 1771. En deselven tot twede ordinaris gedeputeerde, ingaande primo november 1772, voor de tijdt van 1½ jaar. |
1774 | den 7 april, Sijbrant de Schepper tot eerste ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande primo maij 1774. |
1774 | Dito Wijer Antoni Eekhout tot eerste ordinaris gedepu- |
|pag. 24|
teerde voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande primo november 1775. Dito, denselven tot twede ordinaris gedeputeerde, ingaande met primo meij 1774. Dito Sijbrand de Schepper tot twede ordinaris gedeputeerde, ingaande primo november 1775. |
|
1777 | 9 april, bij de gedeputeerden, denselven tot eerste ordinaris gedeputeerde voor drie jaren, ingaande primo meij 1777. |
1777 | 14 april, bij de gedeputeerde, Wijer Antoni Eekhout tot twede ordinaris gedeputeerde voor 3 jaren, ingaande primo meij 1777. |
1780 | den 14 meert, bij de gedeputeerden, Sijbrand de Schepper tot eerste ordinaris gedeputeerde voor 3 jaren, ingaande primo meij 1780. |
1780 | den 20 april, bij de gedeputeerden, G.D. Jordens tot twede ordinaris gedeputeerde voor 3 jaren, ingaande primo meij 1780. |
Twente. Ordinaris.
1599 | Sweer Scheele. |
1606 | Ernst van Ittersum. |
1611 | Gijsbert opten Berghe. |
1612 | Sweer Scheele. |
1619 | Edsardt van der Marck. |
1625 | Joan van Rechteren. |
1633 | Willem Ripperda. |
1663 | Seeger van Rechteren. |
1666 | Jacob van Coeverden. Gecontinueert 1677. |
1693 | Adolph Henrick van Rechteren, heer van Almelo. Bij acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, van den 20 april 1693. |
1699 | Johan Ludolf Mulert tot den Backenhage. |
1706 | Ernst Henrick van Ittersum tot Oosterhof. |
1711 | Johan Albert Sloet tot Warmelo. |
1724 | Wolter Joan van Haersolte tot Oldenhof. Drost van Vollenho geworden den 21 meert 1731 en den 13 meert 1732 aengestelt tot drost van Salland. |
1731 | Robert Fredrick van Heerdt tot Eversbergh. |
1734 | Fredrick Johan Sigismund van Heijden tot Ootmersum. |
1737 | Robert Fredrick van Heerdt tot Eversbergh. |
1740 | Fredrik Joan Sigismund van Heijden tot Ootmersum. |
1743 | Arent Sloet tot Warmelo. |
1748 | Fredrick Johan Sigismund van Heijden tot Ootmersum. |
1755 | Sigismundt Vincent Louis Gustaaf grave van Heiden Hompesch tot Ootmarssen junior. Wederom voor drie jaren gecommitteert tot het bekleden van de eerste ordinaris commissie, aanvang nemende met primo meij 1764 Dito tot twede ordinaris commissie de here van Raasfelt tot Elssen, droste van Haaxbergen, voor 1½ jaar, in- |
|pag. 25|
gaande primo meij 1764. En de heere van Ittersum tot Oosterhof voor 1½ jaar, ingaande primo november 1765 en eindigende met den laatsten april 1767. |
|
1766 | 26 augustus, Reijnhard Jan Sloet tot Everlo als extraordinaris gecommitteerde voor twe jaren, ingaande primo meij 1766. |
1767 | 17 julij, bij de gedeputeerden, Sigismund Vincent Gustaaf Lodewijk graaf van Heiden Hompesch tot Ootmarsen als ordinaris gecommitteerde voor drie jaren, ingaande met primo meij 1767. Dese drost van Twente geworden sijnde, is voor de resterende tijd gecommitteert Jr. R.H. van Hambroek tot Welevelt. 1769 20 april, bij de gedeputeerden. |
1770 | den 1 junij, bij Ridderschap en Steden, R.H. van Hambroek tot Welefelt, voor een jaar, ingaande met primo meij 1770. |
1771 | de 11 april, bij Ridderschap en Steden tot ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van drie jaren, ingaande met primo meij aanstaande, Frederik Gijsbert van Dedem tot den Pekkedam. |
1774 | den 7 april tot ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van 3 jaren, ingaande primo meij 1774, Frederik Gijsbert van Dedem tot Peckedam. |
1777 | den 6 meert bij Ridderschap en Steden tot extraordinaris voor de tijdt van drie jaren, ingaande primo meij 1777, Christiaan Albrecht graave van Rechteren tot Borbeuningen. |
1777 | den 23 meij bij de gedeputeerden tot ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van 3 jaren, ingaande 1 meij 1777, Fredric Gijsbert van Dedem tot Hackmeule. |
1780 | den 14 meert bij de gedeputeerden, J.G. van Dedem tot de Hackmeule tot ordinaris gedeputeerde voor 3 jaren, ingaande met primo meij 1780. |
1780 | den 31 meert bij de gedeputeerden, J.W. Sloet tot Warmelo tot extraordinaris gedeputeerde voor 3 jaren, ingaande primo meij 1780. |
Campen. Ordinaris.
1591 | Joan Witte. |
1592 | Abel Hilbrandts. |
1599 | Alert Clant. |
1606 | Reijnier Gansenebbe gent. Tengnagel. |
1607 | Alert Clant. |
1611 | Reijnier Gansenebbe. |
1618 | Casper ter Berchorst. |
1621 | Reijnier Gansenebbe. |
1625 | Marten Alberts. |
1629 | Arent van de Ruijtenborgh. |
1639 | Albert van der Hell. |
1642 | Arent Sloot. |
1644 | Gerhardt van Santen. |
|pag. 26|
1647 | Roelof van Langen. Obiit in Hage september 1666. |
1666 | Everwijn van Benthem. |
1669 | Reijnier Gansnebbe gent. Tengnagel. Vide de resolutie. |
1675 | Daniel van Santen. Obiit 1676. |
1677 | Everhardt Ram. |
1681 | Casper Henrick Lemcker. |
1694 | Antoni van Benthem. Volgens acte van sijn majesteijt, van den 23 meert 1694. |
1704 | Joan Beeldsnijder Steenbergen. |
1716 | Antoni Eekhout. |
1719 | Jan Beeldsnijder Steenbergen. |
1722 | Antoni Eeckhout. |
1725 | Jan Beeldsnijder Steenbergen. |
1743 | Luier Egbert Dandels. |
1746 | Quirinus Eckelboom. |
1749 | W.F. van Knuth. |
1754 | Hendrik Eekhout. |
1758 | Abraham Vestrick. Volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 20 april 1764, tot het bekleden van de eerste ordinaris commissie voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij 1764 en eindigende met de 30 april 1765, den here Abraham Vestrick. En tot twede ordinaris commissie voor de tijd als boven, den here Jan Lemker van Breda. Voorts tot het bekleden van de eerste ordinaris commissie voor een jaar, ingaande met primo meij 1765 en eindigende met den laatsten april 1766, den here Jan Lemker van Breda. En tot het bekleden van de twede commissie voor dat selve jaar, de heer Abraham Vestrick. En tot het bekleden van de extraordinaris commissie voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij aanstaande, de heer Martinus Valencijn. En van den eersten meij 1765 tot den laatsten april 1766 de heer Reinier Willem van Hemert. |
1766 | den 24 meert, tot ordinaris gedeputeerde voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1766, de heer Abram Vestrick. En voorts tot twede ordinaris gedeputeerde voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1767, denselven heer Abraham Vestrick. |
1766 | den 24 meert, tot ordinaris gedeputeerde voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1767, de heer Joan Lemker van Breda. En voorts tot twede ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij 1766, denselven heere Joan Lemker van Breda. |
1768 | 23 meert. Tot ordinaris gedeputeerde Mr. Abraham Vestrick voor anderhalf jaar, ingaande met primo meij 1768. Dito, Abraham Vestrick tot twede ordinaris commissie |
|pag. 27|
voor de tijd van anderhalf jaar, ingaande met primo november 1769. | |
1771 | den 11 april. Joan Lemker van Breda tot eerste ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande primo november 1772. |
1771 | den 11 april. Joan Lemker van Breda tot twede ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van l½ jaar, ingaande primo meij aanstaande. Dito Abraham Vestrink tot eerste ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande primo meij 1771. Denselven tot twede ordinaris gedeputeerde voor 1½ jaar ingaande primo november 1772. |
1774 | 7 april. Abraham Vestrinck tot eerste ordinaris gedeputeerde voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1774. Dito Joan Lemker van Breda tot eerste ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande primo november 1775. Dito, denselven tot twede ordinaris gedeputeerde voor 1½ jaar, ingaande 1 meij 1774. Dito, Abraham Vestrinck tot twede ordinaris gedeputeerde voor 1½ jaar, ingaande primo november 1775. |
1777 | Pieter Everhardt Sabé tot extraordinarie gedeputeerde voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1777. |
1777 | den 25 meert, bij de gedeputeerden, Martinus Valencijn voor een jaar, ingaande primo meij 1777 tot ordinaris gedeputeerde. |
1777 | 1 april, bij de gedeputeerden, Joan Lemker van Breda voor 1½ jaar, ingaande primo meij aanstaande tot twede ordinaris gedeputeerde. |
1778 | den 6 april, bij gedeputeerden, Pelgrom van Ingen voor een jaar, ingaande primo meij 1778 tot ordinaris gedeputeerde. |
1778 | den 16 december, bij gedeputeerden, Arent Hendrik ten Oever voor een jaar, ingaande primo meij 1779, tot ordinaris gedeputeerde. |
1779 | den 9 februari, bij de gedeputeerden, Abraham Vestrink voor 1½ jaar, ingaande primo november 1778(!) tot twede ordinaris gedeputeerde. |
1780 | 30 meert, tot extraordinaris gecommitteerde voor de tijdt van 3 jaren, ingaande primo meij 1780, Joan Anton van Knuth. |
1780 | den 13 meert, bij Ridderschap en Steden, Arent Hendrik ten Oever tot eerste ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1781. |
1780 | den 26 april, bij de gedeputeerden, tot eerste ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1780, Martinus Valencijn. |
1780 | den 13 september, bij de gedeputeerden, tot twede ordinaris gedeputeerde voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1780, Jan Lemker van Breda. |
1782 | den 19 meert, bij gedeputeerden, tot twede ordinaris gedeputeerde voor 1½ jaar, ingaande den 1 november 1781, Abraham Vestrik. |
|pag. 28|
Vollenhove.
1593 | Jan Sloot, drost. |
1611 | Henrick Haghen. |
1616 | Volckier Sloot. |
1620 | Boldewijn Sloot. |
1625 | Sijse van Uterwijck. |
1630 | Bartolt Sloot. |
1637 | Johan van Isselmuden. |
1675 | Gerhardt Sloot junior. |
1708 | Henric van Isselmuden tot Zwollingercamp. Tot drost van Vollenho aengesteld 26 meert 1733. |
1733 | Rutger van Haersolte tot Toutenburgh junior. |
1741 | Joan Arend Godert de Vos van Steenwijk tot Nijerwal. |
1742 | Boldewljn Sloet tot Lindenhorst, 1 november. |
1744 | Joan Arent Godert de Vos van Steenwijk tot Nijewal. |
1745 | Boldewijn Sloet tot Lindenhorst, ut supra, 1 november. |
1747 | Hendrik van Isselmuden tot Paaslo. |
1753 | Boldewijn Sloet tot Lindenhorst, ingaande met primo meij. |
1754 | Roelof Sloet tot de Hare, ingaande met primo meij 1754. |
1766 | den 24 meert tot ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van twe jaren, ingaande met primo meij 1766, de heere Roelof Sloet tot de Haere. |
1767 | den 14 april tot extraordinaris gedeputeerde voor den tijdt van twe jaren, ingaande met primo maij 1766, de heer Hendrik van Isselmuden tot Paeslo. |
1768 | den 23 meert, tot ordinaris gedeputeerde voor de tijd van drie jaren, ingaande met primo meij 1768, Roelof Sloet tot de Hare. |
•••• | 11 april, bij Ridderschap en Steden tot ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van drie jaren, ingaande met meij 1771, Roelof Sloet tot de Haare. Dito, tot extraordinaris gedeputeerde voor de tijd van drie jaren, ingaande met primo meij 1771, Hendrik van Isselmuden tot Paaslo. |
1774 | den 7 april, bij Ridderschap en Steden, tot ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van drie jaren, ingaande primo meij 1774, den heere Roelof Sloet tot de Haare. |
1777 | den 20 meert, bij de gedeputeerden, tot ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van drie jaren, ingaande primo meij aanstaande, Roelof Sloet tot de Hare. |
1780 | den 31 meert, tot ordinaris gedeputeerde voor de tijd van drie jaren, ingaande meij 1780, de here Roelof Sloet tot de Hare. |
1780 | den 31 meert, bij de gedeputeerden, tot extraordinaris gedeputeerde voor 3 jaren, ingaande primo meij 1780, de heer H.R.H.B.J. Sloet tot Westerholt. |
|pag. 29|
Zwolle.
1593 | Gerhardt ter Borgh. |
1596 | Hermen van Haersolte. |
1602 | Arent van Lauwick. |
1611 | Arent Gerrissen. |
1620 | Hendrick ter Cuijlen. |
1628 | Rutger van Haersolte. |
1629 | Hendrick ter Kuijlen. |
1635 | Reijner van Raesfeldt. |
1638 | Derck Nijkercke. |
1647 | Peter Crans. |
1649 | Berent Holt. |
1650 | Henrick Wolffsen. |
1657 | Warner Crans. |
1661 | Wilhelm Roijer. |
1665 | Jan Krull. |
1693 | Herman Jan Roelinck, bij acte van sijn majesteijt van den 19 october 1693. |
1706 | Theodorus Huete. |
1711 | Henrick Mensinck. |
1714 | Egbert van Marle. |
1717 | Jan Helmich Meuwzen. Obiit. |
1718 | in januario, Albertus Greven senior. |
1720 | Theodorus Queisen. |
1723 | Jacob Vriesen. |
1726 | Joan Scriverius. |
1727 | Jacob Vriesen. |
1728 | Joan Scriverius. |
1729 | Theodorus Queisen. |
1732 | Jacob Vriesen. |
1735 | Joan Scriverius. |
1736 | Joan van Laer. |
1738 | Willem Meeuwsen. |
1739 | Joan Westenbergh. |
1741 | Jacob Vriesen. |
1744 | Jan van Laar. |
1745 | Jan Westenberg. |
1746 | Hermen Roelof Meeuwsen. November. |
1747 | Hermen Jan Greven. |
1751 | Egbert Scriverius, ingaande met primo november. |
1753 | Lucas Gijsbert Rouse, ingaande met primo februarij. |
1757 | Hendrik Crans, ingaande met primo november 1757. |
1760 | Herman Queisen, ingaande met primo november 1760. |
1762 | Petrus Theodorus Golts, ingaande met primo meij 1763. Hendrik Crans, ingaande met primo november 1764. Albert Jan van Muijden, ingaande met primo meij 1765. |
1764 | Volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 1 april, de eerste ordinaris commissie voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande met primo november 1764, Lucas Gijsbert Rouse. Dito, de twede ordinaris commissie voor de tijdt, ingaan- |
|pag. 30|
de als boven, Henrik Crans. | |
1765 | 28 meert. In de twede ordinaris commissie, Albert Jan van Muijden, voor een jaar, ingaande met primo meij 1765. En in de extraordinaris commissie, Petrus Theodorus Golts, voor een jaar, ingaande als voren. |
1766 | 24 meert, tot ordinaris gecommitteerde voor de tijd van twe jaren, ingaande met primo meij 1766, de heer Lucas Gijsbert Rouse. |
1766 | 10 april.In de twede ordinaris commissie, Albert Jan van Muijden voor twe jaren, ingaande met primo meij 1766. |
1768 | 23 meert. Lucas Gijsbert Rouse, tot ordinaris gedeputeerde voor drie jaren, ingaande met primo meij 1768. Dito, Egbert Seriverius tot twede ordinaris commissie voor de tijd van anderhalf jaar, ingaande primo meij 1768. |
1769 | 26 october. Pieter Dirk Golts tot twede ordinaris commissie voor de tijd van anderhalf jaar, ingaande met primo november 1769. |
1771 | den 11 april, bij Ridderschap en Steden, Lucas Gijsbert Rouse tot ordinaris gedeputeerde voor 3 jaren, ingaande met primo meij 1771. |
1771 | den 15 april. Lambertus Nilant tot extraordinarie gecommitteerde voor drie jaren, met primo meij 1771. |
1771 | den 25 april. Pieter Dirk Golts tot twede ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van drie jaren, ingaande 1 meij 1771, bij de gedeputeerden. |
1774 | 9 april, denselven tot twede ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van drie jaren, ingaande primo meij 1774. |
1774 | den 25 april, bij de heren gedeputeerden, Lucas Gljsbert Rouse tot ordinaris gedeputeerde voor drie jaren, ingaande primo meij 1774. |
1777 | den 26 meert, bij de gedeputeerden tot twede ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van 3 jaren, ingaande primo meij 1777, Pieter Theodorus Golts. |
1777 | den. 11 april, bij de gedeputeerden, L.G. Rouse tot eerste ordinaris gedeputeerde voor de tijdt van 3 jaren, ingaande primo meij 1777. |
1780 | den 14 meert, bij de gedeputeerden, L.G. Rouse tot eerste ordinaris gedeputeerde voor 3 jaren, ingaande primo meij |
|pag. 31|
Raad van Staeten.
Dit collegie is opgericht……
Bestaet in…..
Waer onder eene uijt Overijssel die jaerlijks tot tractement mette de huijshuure 2100 gulden, wordende betaeld bij de provintie.
Gaet alle jaeren bij touren omme, op eene bijsondere maniere, namentlijk Deventer, Salland, Swolle, Twente, Campen, Vollenho.
1587 | Joan Dorre. |
1593 | Jan Witten, van Campen. |
1596 | Ernst van Ittersum, in plaets van Witte. |
1602 | Otto Roeck, van Deventer. |
1607 | Henrick Bentinck drost van IJsselmuden, uijt Salland. |
1611 | Zweer van Haersolte, van Zwolle. |
1617 | Jan van Raesfeldt drost van Haxbergen, uijt Twente. |
1623 | Arent Sloot, van Campen. |
1629 | Jan van Raesfeldt drost van Vollenho. |
1636 | Willem Marienburch J.U.Dr., uijt Deventer. |
1641 | Rutger van Haersolte to Cranenborgh, uijt Salland. |
1647 | Lucas Vriesen, uijt Zwolle. |
1653 | Adolph Henrick van Raesfeldt tot Twickelo, uijt Twente. |
1658 | Jan Mulert to Baeckenhagen, uijt Twente. |
1659 | Jan Gansnebbe genant Tengnagel, van Campen. |
1665 | Volckier Sloot tot Olthuijs, van Vollenho. |
1668 | Henrick van Raesfeldt, van Vollenho. |
1671 | Johan van Schrick, Deventer. |
1675 | Henrick van Raesfeldt tot de Eese, uijt Vollenho. Obiit in Den Hage in 1678 in octobris. |
1678 | Steven van Rhemen, in november. |
1681 | Francois Cuijper van Holthuijsen J.U.D., uijt Deventer. |
1687 | Borchard Joost van Welevelde, heer van Sallik, uijt Salland. |
1693 | Wilhelm Vriesen, burgemeester der stad Zwolle, volgens acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, van den 20 april 1693, voor den tijd van 3 jaeren. |
1696 | Henric Nijland, burgemeester der stad Zwolle, voor de volgende 3 jaeren volgens. |
1699 | Jacob van Coeverden tot Stuivelaer, uijt Twente. |
1705 | Gerrit David Daendels, uijt Campen. |
1708 | Antoni Eeckhout, uijt Campen. |
1709 | den 1 november, Jurien van Ingen, uijt Campen. |
1711 | Boldewijn Sloot tot Lindenhorst, uijt Vollenhove. |
1712 | Herman Otto Gansnebbe genaemt Tengnagel tot Bonckenhave, uijt Vollenhove. |
1717 | Rudolph Jordens uijt Deventer. |
1719 | Joan van Suchtelen, uijt Deventer. |
1723 | Christoffer van Voorst tot Bergentheim. |
1725 | Willem Gijsbert van Dedem tot den Bergh junior. |
1727 | Christoffer van Voorst tot Hagenvoorde. |
|pag. 32|
1729 | Jacob Vriesen, uijt Zwolle. |
1732 | Joan van Laer, uijt Swolle. |
1734 | Joan Scriverius, uijt Zwolle. |
1735 | Georgh Borchard Unico van Keppel tot Hengelo, uijt Twente. |
1738 | Arent Sloet tot Warmelo, uijt Twente. |
1741 | Assuerus Bannier, Campen. |
1742 | G. Meijer, Campen. |
1743 | G. Meijer. |
1744 | R. Sabé. En het ½ jaar van 1745, wanneer in die commissie in Den Hage gestorven is in october 1745. |
1745 | L. Bols, uit Campen, 1 november. |
1746 | L. Bols. |
1747 | J.A.G. de Vos van Steenwijk van Steenwijk tot Nijenval, uit Vollenho. |
1753 | Jacob ten Brink, uit Deventer. Obiit in september 1757. |
1757 | Gerrit Gijsbert Jan van Suchtelen, uit Deventer. |
•••• | Robbert Hendrik van Hambroek tot Arentshorst, uit Zalland, ingaande met primo meij 1759. |
1760 | Antoni van Dedem tot den Gelder, uit Zalland, ingaande met primo november 1760. |
1762 | Borchard Herman Tengnagel tot Luttenberg, uit Zallandt, ingaande met primo meij 1762. |
1763 | Robbert Hendrik van Hambroek tot Arentshorst, uit Zalland, ingaande met primo november 1763. |
1765 | Hendrik Crans, uit Zwol, voor een jaar, ingaande met primo meij 1765. |
1766 | 25 meert, Lambertus Nilant, voor drie jaren, uit Zwol, ingaande met primo meij 1768. |
1766 | 9 april, Hendrik Crans, uit Zwol, ingaande met primo meij 1766 en sulks voor twe jaren. |
1771 | 11 april, bij Ridderschap en Steden, Derk Bentink tot Diepenheim, uit Twente, voor de tijdt van drie jaren, ingaande met primo meij 1771. |
•••• | 7 april, deselve voor drie jaren, ingaande primo meij 1774. |
1777 | den 6 meert, bij Ridderschap en Steden, Abraham Vestrink, uit Campen, voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1777. |
1777 | 9 april, bij de gedeputeerden, Joan Lemker van Breda, uit Campen, voor 1½ jaar, ingaande primo november 1778. |
1780 | 13 meert, bij (de gedeputeerden) Ridderschap en Steden, Abraham Vestrink, voor 1½ jaar, ingaande 1 meij 1780. |
1781 | 22 october, bij de gedeputeerden, Joan Lemker van Breda, voor 1½ jaar, ingaande 1 november 1781. |
|pag. 33|
Generaliteijts Rekenkamer.
In dit collegie worden uijt de provintie van Overijssel twee personen gecommitteert, eene uijt de edelen en eene uijt de steeden, volgens resolutie genomen tot Zwolle op den Landdag anno 1622, dewelcke bij touren veranderen alle 3 jaeren, vermogens resolutie van den 3 april 1623.
Het tractement is jaerlijks 2000 guldens, wordende betaeld bij de provintie.
Anno 1626 den 23 martij, gesteld de touren op 4 jaeren.
Uijt de Ridderschap.
1623 | Roelof van den Clooster, uijt Salland. |
1627 | Niclaes Christoffer van Bevervoorde, Twente. |
1631 | Arent Sloot Roelofs, Vollenho. |
1635 | Rutger van Haersolte, drost van Lingen, Salland. |
1638 | Jan Ripperda, Twente. |
1643 | Boldewyn Sloot, Vollenho. |
1647 | Henrick Schaep, Salland. |
1651 | Jan Mulert, Twente. |
1655 | Henrick van Raesfeldt, Vollenho. |
1659 | Peter van Utterwijck, Salland. |
1663 | Jan Mulert, Twente. |
1663 | Ernst van Ittersum, Twente. |
1666 | Robert van Heerdt, Twente. |
1667 | Jan Alphert van IJsselmuden, Vollenho. |
1669 | Coenraed Wilhelm Sloot, rentmeester van Vollenho. Vide aenteijkeninge 1669. |
1671 | Derck Ludolph van Keppel to Campherbeecke, uijt Salland. |
1675 | Anthonij van Haersolte tot Elssen, Twente. |
1679 | Lodewijck Gansenebbe genant Tengnagel, Vollenho. Obiit in Januarij 1680. |
1680 | In desselfs plaets gesuccedeert, Johan van Steenwijck tot Bonckenhave. Obiit in Januarij 1681. |
1681 | Arent Coenraed van der Lauwick tot Benthuis, Vollenho. |
1683 | Gerhard van Echten tot Relaer, uijt Salland. |
1687 | Jan Ludolf Mulert tot Baeckenhage, Twente. |
1691 | Barthold Maurits Sloot tot Olthuis voor de eerste 2 Jaeren en Steeven van Rhemen tot Remingshuijsen voor de 2 laetste Jaeren. Uijt Vollenhove. |
1693 | Steeven van Rhemen tot Remingshuijsen voor 2 Jaeren, als vooren. |
1695 | Johan Borchard van Coeverden tot Rhaan, uijt Salland, volgens acte van sijn majesteijt van den 1 junij 1695. |
1699 | Joost Cristoffer van Beverforde tot Oldemeule, drost van Haxbergen, Twente. Bij acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, van den 24 april 1699. Obiit 1 Januari 1700. |
1700 | Otto Adolph van Bellinckhave tot Bellinkhof, uijt Twente. |
1703 | Arent Sloot tot Tweenienhuijsen, Vollenhove. |
1706 | Boldewijn Sloot tot Lindenhorst, Vollenhove. |
1707 | Antoni Adolph van Haersolte tot Haerst, Salland. |
|pag. 34|
1711 | Johan Heijdenrijck van Coeverden tot Wegdam, Twente. |
1713 | Thimon Sloot tot Borgbeuningen, Twente. |
1715 | Lodewick Arent Sloet tot de Haere, Vollenho. |
1717 | Gerrit Joan van Rhemen tot Reminghuijsen, Vollenhove. |
1719 | Wilhelm van Haeften tot de Groote Wheede, Salland. |
1720 | Gerrit Jacob Blanckvoort tot den Pothof, Salland. |
1721 | Wilhelm van Haeften tot de Groote Weede, Salland. |
1722 | Gijsbert Willem van Dedem tot den Berg junior, Salland. |
1723 | Borchard Ludolf Unico van Keppel tot Hengelo, Twente. |
1725 | Thijman Sloot tot Borgbeuningen, Twente. |
1727 | Gijsbert Fredrick Sloet tot Merxveld, Vollenhove. |
1731 | Willem Henrick Bentinck tot Wittensteijn, Salland. |
1732 | Christoffer Daniel van Coeverden tot Rande, Salland. |
1733 | Willem Henrick Bentinck tot Wittensteijn, Salland. |
1734 | Cristoffer Daniel van Coeverden tot Rande, Salland. |
1735 | Arent Daniel van Coeverden tot Wegdam, Twente. |
1737 | Goderd Henric van Bellinchave tot Bellinkhof, Twente. |
1739 | Gerrit Joan van Rhemen tot Reminghuijsen, Vollenhove. |
1741 | Gerrit Joan van Rhemen tot Reminghuijsen, uijt Vollenhove. |
1743 | Adolph Otto van Raesvelt tot den Poll, 1½ jaer. |
1744 | Antoni van Dedem tot den Gelder, 1 jaar. |
1745 | Gerrit Helmich van Voerst van Bergentheim. |
1747 | Ed. Rud. van den Clooster van Everlo. |
1748 | Antonij Bartold Sloet toe Singraven. |
1749 | Willem van Ittersum tot Oosterhof |
1750 | Georg Jacob van Munckhausen. |
1751 | Rutger van Haersolte toe Tautenburg, van Vollenhove. |
1753 | Roelof Sloet tot de Hare, uit Vollenhoe. |
1754 | Gerrit Jan van Rhemen tot Rhemenshuisen, uit Vollenhove. |
1755 | Robert Hendrik van Hambroek tot Arentshorst. 1757 gecontinueert voor twe jaren. |
1759 | Johan Adriaan van Heerdt tot Eversberg, ingaande primo mei 1759. |
•••• | Anthonij Bartolt Sloet tot Singraven, ingaande met primo meij 1761. |
1763 | G.J. van Rhemen tot Rhemenshuisen, uit VoIlenho, ingaande met primo mei 1763 en eindigende met den laatsten april 1764. Bij resolutie van Ridderschap en Steden van primo april 1763. |
•••• | Rutger van Haarsolte tot Toutenburg, uit Vollenho, ingaande met primo meij 1764 en eindigende met den laatsten april 1766, bij resolutie van Ridderschap en Steden van primo april 1763. Denselven voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij 1766, bij resolutie van den 24 meert 1766. |
1767 | 28 april, Philip Adolph van Rechteren tot Mennigeshave voor 1½ jaar, ingaande met primo meij 1767. |
1768 | den 12 october, bij Ridderschap en Steden, Augustus Leopoldus van Pallandt tot Eerde, voer 1½ jaar, ingaande met primo november 1768. |
1770 | den 15 meert, Derk Christoffer van Voorst tot Hagenvoorde junior, voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1770. |
|pag. 35|
1771 | den 11 april, Robbert Hendrik van Hambroek voor de tijdt van twe jaren, ingaande met primo meij 1771. |
1773 | den 18 meert, bij Ridderschap en Steden, Antonij Bartholt Sloet tot Singraven, voor 1 jaar, ingaande primo meij 1773. |
1773 | den 22 meert, bij Ridderschap en Steden, Reinhardt Jan Sloet tot Everlo, voor 1 jaar, ingaande primo meij 1774. |
1775 | den 20 meert, bij Ridderschap en Steden, Lodewijk Arent Sloet tot Plattenburg, voor de tijdt van twee jaren, ingaande primo meij 1775. |
1777 | den 20 meert, bij Ridderschap en Steden, Robbert Adolf Borchardt Jan Sloet tot Westerholt, voor twe jaren, ingaande primo meij 1777. |
Uijt de Steeden.
1623 | Evert Rouse, Deventer. Of Rouse werde vergeeten, sal evenwel 3 jaeren sitten. |
1627 | Lubbert van den Hardenbergh, Campen. |
1631 | Rotger van Haersolte, drost van Lingen, in plaets van Peter Roelofs Crans, uijt Swolle. |
1635 | Adriaen van Boeckholt, Deventer. |
1638 | Ernst van der Ceurbeecke, Campen. |
1643 | Jan Wicherlinck, Zwolle. |
1647 | Henrick Nijland, Deventer. |
1651 | Ernst van der Ceurbeecke, Campen. |
1655 | Warner Crans, Zwolle. |
1657 | Gijsbert van Dedem, Zwolle. |
1659 | Abraham van Suchtelen, uijt Deventer. Obiit in Den Hage. Henric Nijland, loco Van Suchtelen. |
1653 | Daniel van Santen, Campen. |
1667 | Coenraed Nijland, Zwolle. |
1671 | Roelof Steenbergen, Deventer. |
1672 | Willem Nijlant. |
1675 | Jan Tengnagel, Campen, Obiit 1676. |
1677 | Gerhard Voorne, loco Tengnagel. |
1679 | Thijman Vriesen, Swolle. Obiit in november 1680. |
1681 | Gijsbert van Ittersum, Swolle. |
1683 | Willem Marienburgh, uijt Deventer. |
1687 | Barthold ter Berchorst, Campen. |
1691 | Herman Jan Roelinck, uijt Swolle. |
1693 | Theodorus Queisen, burgemeester der stad Zwolle, bij acte van sijn majesteijt, van den 31 october 1693. |
1695 | Herman Jan Sloot, burgemeester der stad Deventer, bij acte van sijn majesteijt van 1 junij 1695. |
1699 | Gerhard David Dandels burgemeester der stad Campen, bij acte van sijn majesteijt, van den 24 meert 1699. |
1703 | Theodorus Queisen, Swolle. |
1707 | Johan van Boekholt, uit Deventer. |
1708 | Lambert Nijland, Deventer. |
1709 | Johan van Boeckholt, Deventer. |
1710 | Lambert Nijland, Deventer. |
1711 | Gerrit David Daendels, uijt Campen. |
|pag. 36|
1713 | Antoni Eeckhout, Campen. |
1715 | Albert Assinck, Swolle. |
1716 | Henrick Mensinck, Swolle. |
1717 | Albert Assinck, Swolle. |
1718 | Joan van Laer, Swolle. |
1719 | Gerhard Bruins, Deventer. |
1720 | Joost Fockinck, Deventer. |
1721 | G. Bruins, Deventer. |
1722 | Joost Fockinck, Deventer. |
1723 | Petrus van der Weeteringe, Campen. |
1725 | Ferdinand Erckelens, Campen, Obiit 1 maij 1725, en in derselver plaets gecommitteert. |
1725 | Rogier Sabé. |
1726 | Quirinus Eckelboom, Campen. |
1727 | Joan Scriverius, Swolle. |
1728 | Jacob Vriesen, Swolle. |
1729 | Joan Crans, Swolle. |
1731 | Gijsbert Thijmen Jordens, uijt Deventer. |
1732 | Gerhard Jan Jacobson, uijt Deventer. |
1734 | Jodocus Fockinck, Deventer. |
1735 | Jan Henrick Ridder, Campen. |
1736 | Jan Steenbergen, Campen. Ingaende met november. |
1737 | Quirinus Eckelboom, uijt Campen. Met maij 1737. |
1739 | Egbert Scriverius, Swolle. |
1740 | Jacob Vriesen, Swolle. |
1741 | Egbert Scriverius, Swolle. |
1742 | Bernhard Voet, Swolle. |
1743 | H. Podt. |
1747 | G. Meijer. |
1748 | A. Bannier. |
1749 | G. Bruinier. |
1750 | Idem. |
1751 | Rudolph van Sonsbeek, Zwol. |
1753 | Bernard Voet, uit Zwol. |
•••• | G. Dapper, Deventer. |
1756 | G. Brouwer, Deventer. |
1758 | Hendrik Duikink, uit Deventer. |
1759 | Reinder Willem van Hemert, uit Campen. Ingaande met primo meij 1759. |
1760 | Pieter Everhard Sabé, uit Campen. Ingaande met primo november 1760. |
1761 | Joan Lemker van Breda, uit Campen. Ingaande met primo november 1761. |
•••• | Balthazar Munts, uit Zwol. Voor 1½ jaar, ingaande met primo meij 1763, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 22 april 1763. |
•••• | Hermen Jan Greven. Voor 1½ jaar, ingaande met november 1764, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 10den april 1764. |
•••• | Den 24 april 1766, Mr. Herman Queisen, voor een jaar, ingaande met primo meij 1766. |
|pag. 37|
1767 | 14 april, de heer Hendrik Hagedoorn, voor een jaar, ingaande met 1 meij 1767. |
•••• | De heer Hendrik Duikink voor een jaar, ingaande met primo meij 1768. |
1767 | 14 april, de heer J.L. Bosch de la Calmette, voor een jaar ingaande met primo meij 1769. |
1767 | 14 april, de heer H.G. Jordens, voor een jaar, ingaande met primo meij 1770. |
1771 | 15 april, bij Ridderschap en Steden, Luier Egbert Daendels voor een jaar, ingaande met primo meij 1771. |
1771 | den 23 april, bij de ordinaris gedeputeerden, Pieter Everhard Sabe, voor een jaar, ingaande primo meij 1772. |
1773 | den 5 februari, bij de gedeputeerden, Martinus Valencijn, voor een jaar, ingaande primo meij 1773. |
1774 | den 12 april, Pelgrom van Ingen, voor 1 jaar, ingaande primo meij 1774. |
1775 | den 20 maart, P.T. Golts, voor de tijdt van 2 jaren, ingaande primo meij 1775. |
1777 | den 25 april, bij de gedeputeerden, Lambertus Nilant, voor een jaar, ingaande met primo meij 1777. |
1778 | den.. april, bij de gedeputeerden, Wilhelm Roijer, voor een jaar, ingaande met meij 1778. |
Admiraliteit tot Amsterdam.
Dit collegie is opgericht …..
Bestaet in …..
En een uijt Overijssel, de welcke alle 3 jaeren verandert worden en bij touren gekooren ende gepresenteert worden door de Staeten van Overijssel, als uijt Deventer, Salland, Campen, Twente, Swolle, Vollenhove.
1597 | Jan van Voorst tot Grimbergen. |
1599 | Derck Sticke, Deventer. |
1611 | Henrick van Keppel, uijt Salland. |
1615 | Engbert Claessen, Campen. |
1618 | Unico Ripperda tot Weldam, uijt Twente. |
1621 | Derck Nikercke, Swolle. |
1624 | Volckier Sloot, Vollenhove. |
1625 | Roelof van Isselmuden, Vollenhove. |
1626 | Arent Sloot, Vollenhove. |
1627 | Henrick van Marckel, Deventer. |
1630 | Peter Roelofs Crans uijt Swolle inplaats van Rutger van Haersolte, drost van Lingen uijt Salland. |
1633 | Jan Veen, Campen. |
1636 | Jan Mulert, Twente. |
1639 | Thomas van Lauwick, Swolle. |
1642 | Arent Sloot tot Tweenienhuijsen, Vollenhove. |
1644 | Evert van Echten, Vollenhove. |
1645 | Gijsbert van Hemert, Deventer. |
1648 | Lambert Bernhard van Oer, Salland. |
1651 | Jan Roelofs Eekhout, Campen. |
|pag. 38|
1654 | Jacob van Coeverden, Twente. |
1657 | Willem Greven, Swolle. |
1660 | Lodewijck Gansnebbe genant Tengnagel, Vollenho. |
1663 | Roelof Steenbergen, Deventer. |
1666 | Wennemer van Raesfeldt, Salland. 1668 tot Campen capiteijn gemaekt. |
1668 | Jan Godefried van Utterwijk. |
1669 | Everwijn van Benthem, uijt Campen. Obiit in februari 1671 tot Amsterdam. |
1671 | Heijmen Vriesen in desselfs plaets gecommitteert. |
1675 | Cornelis Vos, Deventer. |
1678 | Eusebius Borchard Bentinck, Salland. |
1681 | Bernhardt Vollenhove, Campen. |
1684 | Rudolph van Clooster tot Everloo, Twente. |
1687 | Egbert Albert Greven, uijt Zwoll. Obiit. |
1688 | Albert Louwerman, Swoll. Bij commissie van sijn hoogheijt, van den 16 januari 1688. |
1690 | Unico Ripperda, drost van Vollenhove, tot Weldam. |
1693 | Gerhard van Suchtelen, burgermeester der stad Deventer, volgens acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, van 20 april 1693. |
1696 | Wilhem van Broeckhuijsen tot den Doorn, bij acte van sijn majesteijt, van den 28 april 1696. |
1699 | Diderick van Romond, burgermeester der stad Campen, volgens acte van sijn majesteijt, van den 24 meert 1699. |
1702 | Willem Bentinck tot Diepenhem, uijt Twente. |
1705 | Albert Assinck, uijt Zwolle. |
1708 | Steven van Rheemen tot Rheeminghuijsen, uijt Vollenhove. |
1711 | Georgh Jordens, uijt Deventer. |
1714 | Joachim Henrick Adolph grave van Rechteren tot Rechteren, Salland. |
1717 | Gerrit David Daendels, Campen. |
1720 | Johan Philip Cristoffer van Keppel, uijt Twente. |
1723 | Egbert van Marle, Swolle. |
1726 | Joan van Laer, uijt Swolle. |
1726 | Willem Fredrick Blanckvoort tot Benthuijs, uijt Vollenhove. |
1727 | J.W. van Rechteren tot de Eese, uijt Vollenhove. |
1729 | Gerhard Johan Jacobsen, uijt Deventer. |
1732 | Carel Philip Craft van Huffel tot Beerse, uijt Salland, bij resolutie van den 2 april 1732. |
1733 | Adolph Otto van Raesfeldt tot de Poll, uijt Salland. Beginnende met november. |
1735 | Erasmus van Romond, Campen. |
1736 | Gosuinus van der Linde, Campen. Beginnende met november. |
1738 | Eusebius Willem Bentinck tot Diepenhem junior, Twente. |
1739 | Antonij Bartolt Sloet tot Singraven, uijt Twente. Ingaande met november deeses jaers. |
1741 | Willem Berg, uijt Swolle, dog majoor van de stad sijnde wierd bij haer hoog mogenden geweigerd inden eed genoomen te worden, sulcks dat in sijn plaets nomineerde Berent van Marle. |
|pag. 39|
1742 | Willem Meeuwzen, ½ jaar, 1 november. |
1743 | Bernard Voet, 1 meij, Zwol. |
1744 | G. Jan van Rhemen tot Rhemenshuisen. |
1745 | Lodewijk Arent Gansneb genant Tengnagel tot Oldenhof. |
1747 | Johan Cuper van Holthuisen, 1 meij, Deventer. |
1748 | Arnold van Zuchtelen, 1 november. |
1750 | Robert Hendrik van Hambroek tot Arentshorst. |
1753 | Derk Stennekes, uit Campen, ingaande met primo meij 1753. |
1754 | Reinier Wilhem van Hemert, uit Campen, ingaande met primo november 1754. |
1756 | Jan Arnold Ludolf Mulert tot Bakenhage, uit Twente, ingaande met primo meij 1756. |
1759 | Pieter Derk Golts, uit Zwol, ingaande met primo meij 1759. |
1760 | Balthazar Munts, uit Swol, ingaande met primo november 1760. |
1762 | Rutger van Haersolte tot Toutenburg, uit Vollenho, ingaande met primo meij 1762. |
1763 | Hendrik van IJsselmuiden tot Paaslo, uit Vollenho, ingaande met primo meij 1763. |
1765 | 28 meert, Johan Weerts, uit Deventer, ingaande met primo meij 1765 en eindigende met den laatsten april 1766. |
1766 | den 27 meert, denselven, voor een jaar, ingaande primo meij 1766. |
1766 | 23 april, volgens resolutie der heren ordinaris gedeputeerden, Coenraet Willem Sloet, uit Deventer, voor een jaar, ingaande met primo meij 1767. |
1768 | den 8 april, volgens resolutie van Ridderschap en Steden Marius Antonij Carel van Voerst tot den Borgel, voor een jaar, ingaande met primo meij 1768. |
1769 | 7 april, volgens resolutie ut supra, Fredrik Gijsbert van Dedem tot den Gelder, voor een jaar, ingaande primo meij 1769. |
1770 | den 15 meert, volgens resolutie van Ridderschap en Steden, Borchard Herman Ganseneb genaamt Tengnagel, voor een jaar, ingaande primo meij 1770. |
1771 | 16 april, volgens resolutie ut supra, Arent Hendrik ten Oever, uit Campen, voor 1 jaar, ingaande met primo meij 1771. |
1772 | 28 februari, volgens resolutie der heren gedeputeerden, Altetus Coops, uit Campen, voor 1 jaar, ingaande met primo meij 1772. |
1773 | 12 februari, volgens resolutie ut supra, Petrus Diederik van Heimenberg, uit Campen, voor 1 jaar, ingaande primo meij 1773. |
1774 | 7 april, volgens resolutie ut supra, Robbert Hendrik van Hambroek tot Welevelt, voor 1½ jaar, ingaande primo meij |
1774 | 7 april, volgens resolutie ut supra, Christiaan Albregt graave van Rechteren tot Borbeuningen, voor 1½ jaar, ingaande primo november 1775. |
1774 | 14 november, volgens resolutie ut supra, Christiaan Albregt grave van Rechteren tot Borbeuningen, voor 1 jaar, |
|pag. 40|
ingaande met primo november 1774. | |
1777 | 14 april, bij de gedeputeerden, Albert Jan van Muijden, uit Zwolle, voor een jaar, ingaande primo meij 1777. |
1778 | den 24 april, bij de gedeputeerden, Gerrit Albert Podt, uit Zwolle, voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij 1778. |
1779 | 31 meert, bij de gedeputeerden, Evert Jan Eekhout, uit Zwolle, voor een jaar, ingaande primo meij 1779. |
1780 | 13 meert, bij Ridderschap en Steden, Arent Lodewijk Sloet tot Plattenburg, uit Vollenhove, voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1780. |
Admiraliteit van Rotterdam.
Dit collegie bestaet in 11 raeden.
En is opgericht ….
1627 | Steven van Rhemen, Deventer. |
163O | Hiddo van Voorst, Zalland. |
1633 | Albert van der Hell, Campen. |
1636 | Nic. Crist. van Bevervoorde, Twente. |
1639 | Thomas Borch. Sloot, Vollenhove. |
1640 | Arent Sloot Roelofs, Vollenhove. |
1642 | Peter Schuijrman, Swoll. |
1645 | Ernst van Ittersum, Salland. |
1646 | Lambert Bernhard van Oer, Salland. |
1648 | Lambert Quadacker, Deventer. |
1651 | Wolter van Coeverden, Twente. |
1634 | Jan Gansneb genant Tengnagel, Campen. |
1657 | Jan van Steenwijck, Vollenhove. |
1660 | Coenraed Nijland, Zwolle. |
1663 | Reijner Schaep, Salland. |
1666 | Willem Nijlandt, Deventer. |
1669 | Robbert van Heerdt, Twente. Obiit in februari 1671. Unico Ripperda tot Weldam gesuccedeert. |
1675 | Carel Otto Scheel, Salland. Obiit 1676. |
1676 | Herman Jan Grubbe, Salland. |
1678 | Frans Cuijper van Olthuijsen, uijt Deventer. |
1681 | Adolph Henrick van Rechteren, heer van Almelo, Twente. |
1684 | Peter Eeckholt, burgemeester der stad Campen. |
1687 | Diderick van Wilig tot Oldenhof, uijt Vollenhove. |
1690 | Johan Wicherlinck, Swolle. |
1693 | Willem van Broeckhuijsen tot den Doorne, uijt Salland. Volgens acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, op den 24 april 1693 vertoont. |
1696 | Georgh Jordens, burgemeester der stad Deventer, volgens acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, van den 28 april 1696. |
1699 | Unico Ripperda tot Weldam, uijt Twente »volgens acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, van den 24 april 1699. |
|pag. 41|
1702 | Goossen Erckelens, Campen. |
1705 | Herman Otto Gansneb genaemt Tengnagel tot Bonckenhave, uijt Vollenhove. |
1708 | Henrick Queisen, Zwolle. |
1711 | Antoni Adolph van Haersolte tot Haerst, uijt Salland. |
1714 | Georgh Gerhard Bruins, Deventer. |
1717 | Borchard Unico van Keppel tot Hengelo, uijt Twente. |
1720 | Henrick Eekhout, Campen. |
1723 | Jan Adriaen Sloet tot Westerholt, uijt Vollenhove. |
1726 | Theodorus Queisen, Swolle. |
1729 | Berent Henrick Bentinck tot Schoonheeten, uijt Salland. |
1732 | Gerhard Marienburgh, Deventer. Obiit 26 october 1732. |
1732 | Johan van Suchtelen, Deventer, ingaende met november desselven jaers, bij resolutie van den 15 november 1732. |
1734 | Georgh Jordens. uijt Deventer. |
1735 | Adolph Philip Zeijger graaf van Rechteren, heer van Almelo, Twente. |
1738 | Luijer Egbert Dandels, Campen. |
1739 | Erasmus van Romond, Campen, ingaende met november. |
1741 | Joan Adriaen Sloet tot Westerholt, uijt Vollenhove. |
1743 | Gerhard Johan van Rhemen van Rhemenshuisen. |
1744 | Bernard Voet, Zwol. |
1747 | Alex. C. van Heiden van den Dam. |
1749 | Willem Hendrik Bentink tot Wittenstein. |
1750 | Gerh. Dapper, uit Deventer, ingaande met meij. |
1753 | Georg Burchard Ludolf Unico van Keppel tot Hengelo, uit Twente. |
1756 | Abraham Vestrink, uit Campen, ingaande met primo meij 1756. |
1757 | Guilliam Bruinier, uit Campen, ingaande met primo november 1757. |
•••• | Joan Gerrit Blankvoort tot Benthuis, uit Vollenho, ingaande met primo meij 1759. Obiit. |
1759 | E.R. Sloet tot Cannevelt, ingaande met primo november 1759. |
1762 | Lambertus Nilant, uit Zwol, ingaande met primo meij 1762. Albert Joan van Muijden, uit Zwol, ingaande met primo november 1763, voor 1½ jaar. |
1765 | 28 meert, Marius Antonij Carel van Voerst tot den Borgel, uit Zalland, voer een jaar, ingaande met primo meij 1765 en eindigende met den laatsten april 1766. |
1766 | 10 april, R.B.R. grave van Rechteren tot Gramsbergen, uit Salland, voor twe jaren, ingaande met primo meij 1766. |
1768 | 23 meert. G.G.J. van Suchtelen, voor een jaar, ingaande met 1 meij 1768, uit Deventer. |
1769 | 18 januari, uit Deventer, Hendrik Hagedoorn, voor een jaar, ingaande primo meij 1769. |
1769 | 16 februari, uit Deventer, Hendrik Willem Dumbar, voor een jaar, ingaande den 1 meij 1770. |
1771 | 12 april, J.R.B.R. grave van Rechteren tot Noorddeuringen voor drie jaren, ingaande primo meij 1771. |
1774 | 8 april, Martinus Valencijn, voor een jaar, ingaande primo meij 1774. |
|pag. 42|
1774 | 12 april, Pelgrom van Ingen, voor een jaar, ingaande primo meij 1775. |
1776 | 24 januari, bij de gedeputeerden, Arent Hendrik ten Oever, voor een jaar, ingaande primo meij 1776. |
1776 | 6 meert, bij Ridderschap en Steden, Arent Sloet tot Plattenburg, uit Vollenhove, voor 2 jaren, ingaande primo meij 1777. |
1779 | den 23 meert, bij Ridderschap en Steden, Robbert Adolf Borchart Jan Sloet tot Westerholt, met een jaar, ingaande primo meij 1779. |
1780 | den 24 april, bij de gedeputeerden, uit Zwol, voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 178O, Gerrit Albertus Podt. |
1781 | den 26 meert, bij de gedeputeerden, uit Zwol, voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij, Rudolph van Sonsbeek. |
1782 | den 12 april, bij de gedeputeerden, uit Zwol, voor een jaar, ingaande primo meij 1782, Johannes Honselaar. |
Admiraliteijt van het Noorder Quartier.
1597 | Roelof Lamberts, Campen. |
1600 | Roelof Lamberts, Campen. |
1601 | Antonij van Braeckel. |
1605 | Roelof Lamberts, Campen. |
1657 | Jochem Adolph van Rechteren, uijt Salland. |
1660 | Everhard Ram, Campen. |
1663 | Wolter van Coeverden tot Wechdam, Twente. |
1666 | Johan Rouse, uijt Zwolle. Is na dat sessie genomen hadde, ritmeester geworden, en is in desselfs plaets gecommitteert: |
1666 | Albert van Hemert. |
1669 | Lodewijck Gansneb genant Tengnagel, uijt Vollenhove. |
1675 | Jan Keijser, Swoll. |
1678 | Reijnt Sloot, Vollenhove. |
1681 | Herman Borcherinck, Deventer. |
1684 | Willem van Broeckhuijsen tot den Doorne. |
1687 | Francois van Ingen, Campen. |
1689 | Peter Eeckhout, Campen. |
1690 | Godert van Bellinckhof tot Bellinckhave, uijt Twente. |
1693 | Herman Holt de oudste, burgermeester der stad Zwolle. Bij acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, van den 20 april 1693. |
1696 | Rutger van Haersolte tot Tautenborg. Bij acte van sijn majesteijt van den 28 april 1696. |
1699 | Rudolph Jordens, Deventer. Bij acte van sijn majesteyt, van 7 april 1699. |
1702 | Rutger van Haersolte tot Honloo, uijt Zalland. |
1705 | Rijck Ridder, uijt Campen. Obiit 3 februari 1706. |
1706 | Antoni Eeckhout, Campen. |
1708 | Jan Albert Sloet tot Wermelo, uijt Twente. |
|pag. 43|
1711 | Henrick Queisen, Swolle. |
1714 | Jan van Isselmuden tot Rollecate, uijt Vollenhove. |
1717 | Gerhard Marienburgh, Deventer. |
1720 | Antoni Sweer van Haersolte tot Bredenhorst, uijt Salland. |
1723 | Gerhard David Dandels, Campen. |
1726 | Fredrick Joan Sigismund van Heijden tot Ootmersum, Twente. |
1728 | Roelof van Hoevele tot Nienhuijs, uijt Twente. |
1729 | Joan Scriverius, uijt Zwolle. |
1732 | Gerrit van Rheemen tot Reeminghuijsen, uijt Vollenhove. Volgens resolutie van den 14 meert 1732. |
1733 | Joan Adriaen Sloet tot Westerholt, uijt Vollenhove. Bij resolutie van den 14 meert 1732. |
1734 | Gerrit Philip van Echten tot Plattenburg, uijt Vollenhove. Bij resolutie van den 16 april 1734. |
1735 | Rudolph Jordens, uijt Deventer. |
17 | Henrick Podt, uijt Deventer. Ingaande met november. |
1738 | Joan Ernst van Echten tot Relaer, uijt Salland. |
1741 | G. van der Linde, Campen. |
1743 | G. Bruinier. |
1744 | Eusebius Willem Bentink tot Diepenheim. |
1747 | Jacob Vriesen. |
1748 | Derk van der Wijk. 1 meij. |
1748 | Casparus Waterham. 1 november. |
1751 | Edzard Rudolph Sloet tot Cannevelt, uit Vollenhove. |
1753 | Hendrik Gerhard Jordens, uit Deventer. |
1754 | Johan Weerts, uit Deventer. |
1756 | Gerrit Helmich van Voorst tot Bergentheim, uit Salland. Ingaande met primo meij 1756. |
1759 | Guilliam Bruinier, uit Campen. Ingaande met primo meij 1759. |
•••• | Luier Egbert Daendels, uit Campen. Ingaande primo november 1760. |
1760 | Jan Hendentrijk van Coeverden tot Wegdam, uit Twente. (doorgehaald) |
1762 | Diedrik van Hoevel tot Nijenhuijs, uit Twente, ingaande met primo november.(doorgehaald) |
1762 | Jan Heidentrijk van Coeverden tot Wegdam, uit Twente. Ingaande met primo meij 1762. |
1763 | Diderik van Hoevel tot Nijenhuis, uit Twente. Ingaande met primo november 1763. |
1765 | Herman Queisen, uit Zwol. Voor een jaar, ingaande met meij 1765. |
1766 | 25 meert, Jan Antonij Seriverius, uit Zwol. Voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1766. |
1767 | 6 april, Rhijnvis Feith, Uit Zwoll. Voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1767. |
1768 | 23 meert, Rutger van Haarsolte tot Toutenburg. Voor anderhalf jaar, ingaande met primo meij 1768. |
1769 | 26 junij, Hendrik van Isselmuiden tot Paeslo. Voor anderhalf jaar, ingaande primo november 1769. |
1771 | 12 april, Wijer Antonij Eekhout. Voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1771. |
|pag. 44|
Dito, Hendrik Willem Dumbar. Voor 1½ jaar, ingaande primo november 1772. | |
1774 | den 7 april, Gerrit Helmich van Voorst tot Bergentheim. Voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij 1774. |
1775 | 12 april, Marius Antoni Carel van Voorst tot den Borgel. Voor een jaar, ingaande 1 meij 1775. |
1776 | 8 meert, Arent van Echten tot Arentshorst. Voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1776. |
1777 | 20 meert, bij de gedeputeerden, Altetus Coops, uit Campen. Voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1777. |
1778 | den 28 augustus, bij de gedeputeerden, P.D. van Heijmenberg, uit Campen. Voor de tijdt welken den overledenen Coops dese commissie nog soude hebben moeten bekleden. |
1778 | den 28 augustus, bij de gedeputeerden, P.D. van Heimenberg, uit Campen. Voor de tijdt nog van 1½ jaar, ingaande met november 1778. |
1780 | den 31 meert, bij de gedeputeerden, W.H. grave van Heiden Hompesch. Voor 3 jaren, ingaande met primo meij 1780. Aanvulling in het handschrift van mej. Welcker: Den 17 martij 1624 in ’t collegio van de admiraliteit Noorthollandt, Johan Sarisz, burgemeester der stadt Campen. Reyseboek 1624-1637, fol. 7. |
Admiraliteijt in Vrieslandt.
Dit collegie is opgericht…..
Bestaet in …..
En een uijt Overijssel, ’t welck eerstelijk begonnen heeft 1647.
1647 | Willem van Broeckhuijsen, uyt Salland. |
1650 | Peter ter Smitten, Deventer. |
1653 | Roelof van Hoevell, Twente. |
1656 | Derck Henricksen Vriese, uijt Campen. |
1659 | Steven Gerhard, van Rheemen, uijt Vollenhove. |
1662 | Jan Krull, uijt Swolle. |
1665 | Jan Godefrid van Uterwijck, uijt Salland. |
1668 | Joan van Suchtelen, Deventer. |
1675 | D. Lud. van Keppel tot Campherbeecke, Sallandt. |
1678 | Jan van Twickelo, Deventer. |
1681 | Godert van Bellinckhave tot Bellinkhof, uijt Twente. |
1684 | Arent Veen, Campen. Obiit. |
1686 | Pieter Sabe, Campen. |
1687 | Arent Coenraed van der Lauwick tot Benthuijs, Vollenhove. |
1690 | Willem van Laer, Swolle. |
1693 | Joan Godefried van Uterwijck tot Alerdinck, uijt Salland. Bij acte van sijn majesteijt van Groot Brittannien, van 20 april 1693, op den 20 dito vertoont. |
1696 | Henric van Markel, Deventer. Bij acte van sijn majesteijt, van den 18 maij 1696. |
|pag. 45|
1699 | Johan Heijdenrijk van Coeverden tot Wegdam, uijt Twente. |
1702 | Reijnier van Marle, Campen. |
1705 | Joan van Isselmuden tot Rollecate, uijt Vollenhove. |
1708 | Jan Helmich Meeuwzen, Swolle. |
1711 | Gijsbert van Dedem tot den Gelder, uijt Salland. |
1714 | Gerhard Marienburg, Deventer. |
1717 | Timan Sloet tot Borgbeuningen, uijt Twente. |
1720 | Johannes Tollius, Campen. |
1723 | Gerrit Johan van Rheemen tot Rheminghuijsen, Vollenhove. |
1726 | Joan van Laer, Zwolle. |
1729 | Adolph Otto van Raesfeldt tot de Poll, Zalland. |
1732 | Dionisius Andreas Roëll, uijt Deventer. |
1733 | Joan Dapper, Deventer. |
1734 | Gerhard Joan Jacobson, Deventer. |
1735 | Arent Sloet tot Warmelo junior, uijt Twente. |
1738 | Giliam Bruinier, Campen. |
1741 | Joan Everhard Adolph graaf van Rechteren tot de Eese, Vollenhove. |
1742 | Joan Everhard Adolph graef van Rechteren tot de Eese. |
1743 | Lodewijk Arent Gansneb genant Tengnagel tot Olthuijs(er boven staat ‘Oldenhof’) 1 november. |
1744 | Hermen Roelof Meeuwsen, Zwolle. |
1746 | Joan van Laer. |
1747 | Robbert Hendrik van Hambroek tot Arentshorst. |
1750 | Gerhard Johan Jacobsen. |
1753 | Willem van Ittersum tot Oosterhof, uit Twente. |
1754 | Antoni Bartold Sloet tot Singraven, uit Twente. |
1756 | H.J. Roelink, uit Campen. Ingaande met primo meij. |
1757 | Reinier Willem van Hemert, uit Campen, ingaande met primo november 1757. |
1759 | Rutger van Haarsolte tot Toutenburg, uit Vollenhove, ingaande met primo meij 1759. |
1762 | Rijnvis Feith, uit Zwolle. Ingaande met primo meij 1762. |
1763 | Jacob Sprakell, uit Zwolle. Voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande met primo november 1763, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 22 sten april 1763. |
1765 | 28 meert Derk Christoffer van Voerst tot Hagevoerde junior, uit Salland. Voer een jaar, ingaande met primo meij 1765 en eindigende met den laatsten april 1766. |
1766 | 25 meert, Coenraed Willem Bentink tot Werkeren, uit Zalland. Voor de tijd van twe jaren, ingaande met primo meij 1766. |
1768 | 23 meert, Jacob Joan Fokkink, uit Deventer. Voor een jaar, ingaande met primo meij 1768. |
1769 | 16 februari Hendrik Bouwer, uit Deventer. Voor een jaar, ingaande met primo meij 1769. |
1769 | 16 februari, Hendrik ter Borch Jordens, uit Deventer. Voor een jaar, ingaande met primo meij 1770. Dese overleden sijnde, is. |
1770 | 15 april G.G.J. van Suchtelen aangestelt. Voor een jaar, ingaande met 1 meij 1770. |
|pag. 46|
1771 | 15 april, bij deselve, Jan Heidentrijk van Coeverden tot Wekdam. Voor 3 jaren, ingaande primo meij 1771. |
1774 | 11 april, bij Ridderschap en Steden, Altetus Coops, burgemeester der stadt Campen. Voor een jaar, ingaande primo meij 1774. |
1775 | 10 meert, bij de gedeputeerden, Petrus Didericus van Heimenberg, burgemeester van de stadt Campen. Voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1775. |
1776 | 24 januari, bij de gedeputeerden, Hendrik Lodewijk van der Merwede, burgemeester van Campen. Voor de tijdt van een jaar, 1 meij 1776. |
1777 | 6 meert, bij Ridderschap en Steden, Coenraadt Willem van Dedem tot de Rollecate, uit Vollenhove. Voor 1½ jaar, ingaande primo november 1778. (1777 ?) |
1778 | 20 meert, bij de gedeputeerden, Jan Arent de Vos van Steenwijk tot Nijenwal. Voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1777 (1778 ?) |
1780 | den 17 april, bij de gedeputeerden, Albert Jan van Muijden, burgemeester van Zwol. Voor een jaar, ingaande primo meij 1780. |
1781 | den 5 februari, bij de gedeputeerden, Wilhem Roijer. Voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1781. |
1782 | den 12 april, bij de gedeputeerden, Evert Jan Eekhout. Voor de tijdt van een jaar, ingaande 1 meij 1782. |
|pag. 47|
Ordinaris gedeputeerden van de Staeten van Overijssel binnen de provintie.
Dit collegie bestaet in ses personen, drie uijt de Ridderschap ende drie uijt de steeden, als uijt Salland, Twente, Vollenhove, Deventer, Campen ende Swolle.
En assisteert dit collegie de griffier van de Staeten van Overijssel, welcken griffier so veel tractement is toegevoecht als ijder van de heeren gedeputeerden.
Anno 1593 den 27 junij is g’arresteert de instructie voor de gedeputeerden, en sijn als doen voor de eerste mael gedeputeert:
Uijt de Ridderschap.
1593 | Ernst van Ittersum tot Nijenhuijs, Salland. Hermen van Voorst, Twente. Johan van Echten, Vollenho. |
1594 | Coenraedt Sloot, Vollenho. |
1596 | Hermen van Voorst, Twente. Ernst van Ittersum, Salland. |
1602 | Antonij van Doornik, Salland. Henrick Hagen, Vollenho. |
1603 | Jan Witten, Salland. |
1610 | Volkier Sloot, Vollenho. |
1611 | Derck van Voorst, Salland. Unico Ripperda, Twente |
1611 | Roelof van Isselmuden d’jonge. |
1619 | Robert van Ittersum, Salland. Adam van Heerdt, Twente. |
1621 | Roelof Sloot, Vollenhove. |
1624 | Seijno Rengers, Salland. |
1625 | Boldewijn Sloot, Vollenho. |
1631 | Wolff Bentinck, Salland. |
1638 | Nic. Crist. van Bevervoorde, uijt Twente. Bartold Sloot, Vollenhove. |
1639 | Rotger van Haersolte, drost van Lingen, Salland. Gerrit Sloot. |
1641 | Jan van Raesfeldt, Twente. |
1643 | Hidde van Voorst, drost, uijt Vollenhove. |
1644 | Arent Sloot, Vollenhove. |
1645 | Rotger van Haersolte, dijkgreve, Sallandt. |
1646 | Jan Ripperda, Twente. |
1650 | Zeger van Rechteren, heer van Almelo, Twente. |
1652 | Henrick Sloot, Vollenho. |
1653 | Willem van Broeckhuijsen, Salland. |
1658 | Adolph Henrick van Raesfeldt, Twente. |
1659 | Lambert Bernhard van Oer, Salland. |
1660 | Jan Sloot tot Tweenienhuijsen, Vollenhove. |
1662 | Wolter van Coeverden, Twente. |
1666 | Ernst van Ittersum, Twente. Joah Adolph van Rechteren, Salland. |
|pag. 48|
1670 | Peter van Uterwijck, Salland. Joost Crist. van Bevervorde, Twente. Gerrit Sloot, Vollenhove. 1674 Is bij provisie de regeeringe der provintie weeder gestelt door sijn hoogheijt den prince van Orange en gedeputeerde. Uijt de Ridderschap: |
1674 | Henrick Bentinck, Salland. Jacob van Coeverden, Twente. Henrick van Raesfeld, Vollenhove. |
1675 | Borchard Joost van Welevelde, Salland. Unico Ripperda tot Weldam, Twente. Steven Gerh. van Rhemen, Vollenho. Obiit in September 1676. |
1677 | Rutger van Haersolte tot Paeslo. |
1678 | Henrick van Isselmuden, Vollenhove. |
1682 | Joost Christ. van Beverfeurde, uijt Twente. |
1684 | Eusebius Borchard Bentink tot Schoonheeten. |
1692 | Borchard Amelis van Coeverden tot Hengelo, uijt Twente. |
1692 | Reijnt de Vos van Steenwijck tot Nijerwall, Vollenhove. Obiit 24 november 1705. |
1705 | Jan Wilhelm van Rechteren tot Verburg, Salland. |
1706 | Arent Sloot tot Tweenijenhuijsen, Vollenhove, 6 meert 1706. Obiit 16 april 1706. |
1706 | Arent Herman Sloot tot Hagensdorp, Vollenhove, 13 julij 1706. |
1710 | Georgh Otto van Munkhusen tot de Oldemeule. Twente, april 1710. |
1712 | Boldewijn Sloot tot Lindenhorst, Vollenhove. |
1713 | Otto Adolph van Bellinkhave tot Bellinkhof, Twente. |
1714 | Georgh Otto van Munkhusen tot de Oldemeule, november 1714. |
1716 | Otto Adolph van Bellinckhave tot Bellinkhof, Twente. |
1717 | Georgh Otto van Munkhusen tot de Oldemeule, Twente. |
1719 | Gijsbert van Dedem tot den Gelder, Salland. |
1719 | Wolter Joan van Haersolte tot Oldenhof, Twente. |
1720 | Georgh Otto van Munckhusen tot de Oldemeule, Twente. |
1721 | Hermen Otto Gansneb genant Tengnagel tot den Bonckenhage, Vollenhove, 28 maij 1721. |
1722 | Gijsbert van Deden tot den Gelder, Zalland. |
1722 | Georgh van Munckhusen tot Oldemeule, Twente. |
1722 | Joan van Isselmuden tot de Rollecate, Vollenhove, november 1722. |
1723 | Gosen Henrick van Coeverden tot Rhaan, Salland, november. |
1723 | Wolter Johan van Haersolte tot Oldenhof, Twente. novemb. |
1724 | Hermen Otto Gansneb genant Tengnagel tot Bonckenhage, Vollenhove. |
1724 | Johan Philip Cristoffer van Keppel tot Stoeveler. Twente. |
1725 | Gijsbert van Dedem tot den Gelder, uijt Salland. |
1725 | Joan van Isselmuden tot de Rollecate, Vollenhove. |
|pag. 49|
1726 | Georgh van Munkhusen tot de Oldemeule, Twente. |
1726 | Goosen Henrick van Coeverden tot Rhaan, Salland, november. |
1727 | Hermen Otto Gansneb genaemt Tengnagel tot Bonckenhave, Vollenhove. |
1727 | Johan Philip Cristoffer van Keppel tot Stoevelaer, Twente. |
1728 | C.P.C. van Huffel tot Beerse, Salland. |
1728 | Joan van Isselmuden tot de Rollecate. Vollenhove. |
1729 | Joan Cristoffer van Munkhusen tot de Oldemeule, Twente. |
1730 | Hermen Otto Gansneb genaemt Tengnagel tot Bonckenhave, Vollenhove. |
1730 | Johan Philip van Keppel tot Stoeveler, Twente, november. |
1731 | Christoffer van Voerst tot Hagenvoorde, Salland. |
1731 | Joan van Isselmuden tot de Rollecate. Vollenhove, november. Obbit 25 december 1732. |
1732 | Roedolf van Hoevell tot Nijenhuijs, Twente. |
1733 | Gijsbert Fredrick Sloet tot Merxveldt, Vollenhove. Cessie genomen februari 1733. |
1733 | Joan Philip Cristoffer van Keppel tot Stoeveler, Twente. |
1733 | Herm. Otto Gansneb gent Tengnagel tot den Bonckenhage, Vollenhove. Obiit 25 november 1733. |
1733 | Henrick van Isselmuden tot de Rollecate, Vollenhove. Cessie genomen 30 november 1733. |
1734 | Berent Henrick Bentinck tot Schoonheeten, Salland. |
1734 | Gijsbert Fredrik Sloet tot Merxveld, Vollenhove. |
1735 | Rodolf Van Hoevel tot Nijenhuijs, Twente. |
1735 | Henrick van Isselmuden tot de Rollecate, Vollenhove. |
1736 | Joan Philip Cristoffer van Keppel tot Stoeveler, Twente. Ingaende met november. |
1737 | Willem Henrick Bentinck tot Wittensteijn, Salland. |
1738 | Roelof van Hoëvel tot Nijenhuijs, Twente. |
1738 | Berent Henrick Bentinck van Schoonheeten, Zalland. met november 1738. |
1739 | Joan Philip Cristoffer van Keppel tot Stoeveler, Twente. |
1740 | Willem Henrick Bentinck tot Wittensteijn, Salland. Met mai 1740. |
1741 | Roedolp van Hoevell tot Nijenhuijs, uit Twente. |
1741 | Philip Gerrits van Echten tot den Oldenruijtenburg, uit Vollenhove. |
1742 | Allard Joan Gansneb gent Tengnagel tot Bonckenhave, Vollenhove. |
1743 | Willem Hendrik Bentinck tot Wittensteijn, Salland. |
1744 | B.H. Bentink tot Schoonheten. |
1744 | Robbert Fred. van Heerd van Eversberg. 18 april. |
1744 | P.G. van Echten van Oldenrutenburg. |
1745 | R. van Hoevel van Nijenhuis. 11 februari. |
1745 | Antonij van Dedem tot den Gelder. 1 november. |
1745 | R.F. van Heerdt van Eversberg. 1 november. |
1746 | B.H. Bentink van Schoonheten. 1 mei. |
1746 | A.J. Gansn. gnt Tengnagel van Bonkenhave, Vollenhove. |
1747 | Roelof van Hoevel tot Nijenhuis, Twente. |
|pag. 50|
1747 | Rutger van Haersolte van Toutenburg, Vollenhove. |
1748 | R.F. van Heerdt van Eversberg, Twente. |
1748 | A.J. Gansn. gnt Tengnagel toe Bonkenhave, Vollenhove. |
1749 | Christ. Dan. van Coeverden tot Rande, Salland. |
1750 | Arent Sloet tot Warmelo. 1 meij. Twente. |
1750 | Rutger van Haersolte tot Toutenburg, Vollenhove. |
1751 | A.J. Gansn. gnt Tengnagel toe Bonkenhave. Vollenhove. |
1751 | Robert Fredrik van Heerdt tot Eversbergen, uit Twente. Met primo november. |
1753 | J.A. Sloet tot Warmelo, uit Twente. Ingaande met primo meij 1753. |
1753 | Rutger van Haersolte tot Toutenburg. Ingaande met primo meij 1753. |
1753 | Alart Jan Gansneb genant Tengnagel. Ingaande met primo november 1754. |
1754 | R.F. van Heerdt tot Eversbergen, uit Twente. Ingaande met 1 november 1754. Obiit den .. januari 1755. |
1755 | Willem van Ittersum van Osterhof, uit Twente. Ingaande 2 februari 1755. |
1755 | A.N. van Palland tot Zuthem junior. Ingaande met 1 meij 1755. |
1757 | .. J. Gansneb genaemt Tengnagel. |
1757 | Arent Sloet tot Twenijenhusen, uit Vollenhove. Ingaande met primo november 1757. |
1757 | W. van Ittersum tot Oosterhof, uit Twente. Ingaande met 1 november 1757. |
1759 | Allardt Joan Gansneb genant Tengnagel tot Bonkenhave, uit Vollenhove. Ingaande met 1 meij 1759. |
1759 | Arent Sloet tot Warmelo, uit Twente. Ingaande met 1 meij 1759. |
1760 | Willem van Ittersum tot Oosterhof, uit Twente. Ingaande met primo november 1760. |
1760 | Arent Sloet tot Twenijenhuijsen, uit Vollenhove. Met primo november 1760. |
1760 | Rheinhardt Borchardt Rutger grave van Rechteren tot Gramsbergen. Ingaande met primo meij 1760. |
1760 | Jacob Godefroij grave van Rechteren, uit Salland. Ingaande met den 1 november 1760. |
1762 | Christoffer Daniel van Coeverden tot Rhande senior, uit Sallandt. Ingaande met 1 november 1762. |
1762 | Allard Joan Ganseneb genaamt Tengnagel tot Bonkenhave, uit Vollenhove. Ingaande met den 1 meij 1762. |
1764 | Arent Sloet tot Twenijenhusen. Ingaande met 1 meij 1764. Is drost geworden. |
1763 | Uit Twente, Willem van Ittersum tot Oosterhof. Ingaande met 1 meij 1763. |
1765 | Uit Twente, Arent Sloet tot Warmelo. Ingaande met 1 meij 1765. |
1764 | Uit Vollenhove, G.J. van Rhemen tot Rhemenshuijsen. Voer een jaar, ingaande met primo meij 1764, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 1 april 1763. |
|pag. 51|
1764 | Uit Zalland, voer de tijd van 1½ jaar, ingaande met 1 meij en eindigende met den laatsten october 1765, Augustus Leopoldus van Pallandt tot Eerde. |
1765 | Dedem tot den Gelder. Voor 1½ jaar, ingaande 1 november 1765 en eindigende met den laatsten april 1767. |
1767 | 14 april, voer 1½ jaar, ingaande met primo meij 1767, de heer Gerrit Helmich van Voerst tot Bergentheim senior. |
1768 | den 14 november, voer 1½ jaar, ingaande met 1 november 1768, de heer Antoni van Dedem tot den Gelder. |
1770 | Volgens resolutie van den 21 meij 1770 voor de tijd van twe jaaren, de heer Gerrit Helmich van Voerst tot Bergentheim senior. |
1766 | 24 meert, Willem van Ittersum tot Oosterhof, voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1766. |
1767 | 18 meij, Arent Sloet tot Warmelo, voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1767. |
1768 | 18 meij, Arent Sloet tot Warmelo, voor een jaar, ingaande met primo meij 1769. |
1768 | 24 meij, Willem van Ittersum tot Oosterhof, voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1768. |
1770 | 15 meert Derk Bentink tot Diepenheim, voor een jaar, ingaande primo meij 1770. |
1765 | 28 meert Gerrit Jan van Rhemen tot Rhemenshuisen, voor de tijd van een jaar, ingaande primo meij 1765 en eindigende met den 30 april 1766. |
1766 | den 26 april, Allard Jan Gansneb genaamt Tengnagel senior, voer de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1766. |
1766 | den 28 april, Gerrit Jan van Rhemen tot Rhemenshuisen, voer de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1767. |
1768 | den 28 april, Allard Jan Gansneb genaamt Tengnagel senior, voor de tijd van 11 jaar. |
1769 | den 10 november, Gerrit Rhemen tot Rhemenshuisen, voor 11 jaar, ingaande 1 november 1769. |
1771 | den 11 april, bij Ridderschap en Steden, Rutger van Haersolte tot Toutenburg, voor een jaar, ingaande met den 1 meij 1771. |
1771 | den 23 april, bij de heren gedeputeerden, voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij 1771, Gerrit Jan van Rhemen tot Rhemenshuijsen. |
1771 | den 26 april, bij de heren gedeputeerden, Allard Jan Gansneb genaamt Tengnagel tot Bonkenhave senior, voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1772. |
1774 | den 7 april, bij Ridderschap en Steden, Rutger van Haersolte Toutenburg, voor een jaar, ingaande primo meij 1774. |
•••• | Dato, Gerrit Jan van Rhemen tot Rhemenshuijsen, voor een jaar, ingaande primo meij 1776. |
1775 | den 15 meij, Rutger van Haarsolte tot Toutenburg, voor een half jaar, ingaande primo meij, bij resolutie van de heren, gedeputeerden. |
1777 | den 20 meert, bij de gedeputeerden, Rutger van Haarsolte |
|pag. 52|
tot Toutenburg, voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1777. | |
•••• | Dito bij de gedeputeerden, Gerrit Jan van Rhemen tot Rhemenshuijsen, voor 1£ jaar, ingaande primo november 1778. |
1771 | bij Ridderschap en Steden, Willem van Ittersum tot den Oosterhof, voor de tijdt van twe jaren, ingaande primo meij 1771. |
1773 | 8 april, bij Ridderschap en Steeen, Diderik van Hoevel tot Nijenehuijs, voor een jaar, ingaande primo meij 1773. |
1774 | 7 april, bij Ridderschap en Steden, Reinhard Jan Sloet tot Everlo, voor een jaar, ingaande primo meij 1775. |
1774 | 11 april, bij Ridderschap en Steden, Willem van Ittersum tot Oosterhof, voor een jaar, ingaande primo meij 1774. |
1776 | 27 meert, bij Ridderschap en Steden, Diderik van Hoevel tot Nijenhuijs, voor een jaar, ingaande primo meij 1776. |
1777 | 6 meert, bij Ridderschap en Steden, Dirk Bentinck tot Diepenheim, voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1777. |
•••• | Dito bij Ridderschap en Steden, Rheinhart Jan Sloet tot Everlo, voor 1½ jaar, ingaande primo november 1778. |
1780 | den 31 meert, bij de gedeputeerden, C.A. grave van Rechteren tot Borgbeuningen, voor 1 jaar, ingaande 1 meij 1780. |
1772 | Volgens resolutie van de heren ordinaris gedeputeerden, 18 meij 1772, de heer Coenraad Willem Bentink tot Werkeren, voor de tijdt van twe jaren, ingaande den eersten deses. |
1774 | Volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 7 april 1774, de heer Johannes Wolter van Coeverden tot Rande, voor de tijd van een jaar, ingaande primo meij 1774. |
1774 | Coenraad Willem Bentink tot Werkeren, voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1775. |
1776 | Volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 27 meert 1776, de heer Adolf Warner van Pallandt tot Beerse, voor een jaar, ingaande primo meij 1776. |
1777 | Volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 meert 1777, de heer Johannes Wolter van Coeverden tot Rande, voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1777. |
1777 | Volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 meert 1777, Coenraad Willem Bentink tot Werkeren, voor de tijdt van 1 jaar, ingaande primo meij 1778. |
1777 | Bij de gedeputeerden, den 20 meert 1777, Marius Antonij Carel van Voorst tot den Borgel, voor een jaar, ingaande primo meij 1779. |
1780 | Den 31 meert 1780, bij de gedeputeerden, C.W. Bentink tot Werkeren, voor een jaar, ingaande primo meij 1780. |
1780 | den 14 meert, bij de gedeputeerden, Marius Antonij Carel van Voerst tot den Borgel, voer twe jaren, ingaande 1 meij 1781. |
1780 | den 13 meert, bij Ridderschap en Steden, Reinhart Jan Sloet tot Everlo, voor een jaar, ingaande primo meij 1781. |
1780 | den 23 augustus, bij de gedeputeerden, Diederik van Hoevel tot Nijenhuijs, ingaande primo meij 1782. |
1780 | den 13 meert, Coenraad Willem van Dedem tot de Rolleca- |
|pag. 53|
te, voor een jaar, 1 meij 1780. | |
1780 | Bij de gedeputeerden, Gerrit Jan van Rhemen tot Rhemenshuisen, voor een jaar, ingaande 1 meij 1781. |
1782 | den 15 meij, bij de gedeputeerden, Rutger van Haarsolte tot Toutenburg, voor 1 jaar, ingaande met 1 meij 1782. |
Ordinaris gedeputeerden van de Staeten van Overijssel binnen de provintie.
Uijt de Steeden.
1593 | Otto Roeck, burgemeester der stad Deventer. Reijner Gansneb gent Tengnagel, burgemeester te Campen. Hermen van Haersolte, burgemeester der stad Swolle. |
1594 | Abel Hillebrands, Campen. |
1595 | Hermen van Winshem, Deventer. |
1596 | Wolf van Ittersum, Swoll. Otto Roeck, Deventer. |
1602 | Coenraed Augustinus, Deventer. Christoffer Henrix, Campen. |
1603 | Jacob Maler, Campen. Hermen van Haersolte, Swoll. |
1604 | Jacob Veen, Campen. Obiit. Wolff Henrix, Campen. |
1606 | Engbert Claessen, Campen. Anthonij van Braeckel, Swoll. |
1607 | Marten Stegeman, Deventer. |
1608 | Hermen van Haersolte, Swolle. |
1609 | Zweer van Haersolte, Swoll. |
1610 | Steven van Rutenburg, Campen. |
1611 | Evert Rouse, Deventer. Jan Sellis, Swoll. |
1613 | Albert Hoff, Campen. |
1616 | Peter Henrix Mooks, Campen. |
1618 | Jan van Tongeren, Swolle. |
1619 | Hendrik Marckel, Deventer. Allert Clant, Campen. Hermen van Haersolte, Swol. |
1621 | Merten Alberts, Campen. Thomas Verver, Deventer. |
1622 | Pelgrum Hardensteijn, Swoll. |
1624 | Willem Marienburgh, Deventer. |
1625 | Wolf van Ittersum, Swoll. |
1628 | Herman van der Beeck, Deventer. Gerhard Brandenborgh, Zwoll. |
1629 | Goert Peters, Campen. Jan van Haersolte, Swol. |
1631 | Gerhard Doncker, Deventer. Jan van Haersolte, Zwolle. |
1633 | Rotger van Haersolte, Swolle. |
1634 | Jellis Nijlandt, Deventer. |
|pag. 54|
1634 | Jan Louwsen, Campen. |
1636 | Jan Lulofs, Deventer. Jan Roelofs Eekhout, Campen. |
1638 | Peter R. Crans, Zwolle. |
1639 | Evert Rouse, Deventer. Tonnis Steenbergen, Campen. |
1642 | Adriaen van Boekholt, Deventer. Arent van Rutenborgh, Campen. Robert van der Beeck, Zwolle. |
1645 | Peter ter Smitten, Deventer. Reijner Hoolboom, Campen. |
1646 | Gerhard Donckel, Deventer. Herman Ewouts, Swoll. |
1647 | Otto Alberts, Swoll. |
1648 | Reijner Gansenebbe genant Tengnagel, Campen. |
1649 | Jan van Schrieck, Deventer. Henrick Rouse, Zwol. |
1651 | Arent Witten, Campen. Peter van Putten, Swoll. |
1652 | Lambert Quadacker, Deventer. |
1654 | Henrick Voorne, Campen. |
1656 | Jan Golts, Zwolle. Henrick Nijlandt. Deventer. |
1657 | Jan Roelofs Eeckhout, Campen. |
1659 | Willem Roijer, Zwoll. |
1660 | Henrick Craghtsen Stuurman, Campen. |
1661 | Lucas Vriesen, Swol. Obiit. |
1661 | Gijsbert van Dedem, Swol. Derck Berdenis, Deventer. |
1663 | Derck Henricks Vriese, Campen. |
1664 | Bernhard de Lespierre, uijt Deventer. |
1665 | Peter van Putten, Swoll. |
1666 | Heijman Vriese, ontfanger van Vollenhove, uijt Campen. De gecommitteerden van Deventer hebben verklaert bij deese occasie de commissien wel te sijn geconfereert, edoch dit overgenomen ad rapportandum. |
1667 | Henrick Nijlandt, Deventer. |
1669 | Henrick Crachtsen Stuurman. In april 1671 eerst cessie genomen. |
1669 | Jan Krull, Zwoll. |
1670 | Cornelis Vos, uijt Deventer. Cessie genomen in jan. 1671. 1674 is bij provisie de regeeringe der provintie weeder gestelt door sijn hoogheijt den prince van Orange en gedeputeerden. Uijt de Steeden: |
1674 | Roelof Steenbergen, Campen. |
1675 | Everhard Ram, Campen. Hermen Meeuwzen, Swolle. Gecontinueert |
|pag. 55|
1677 | Otto Gansenebbe gnt Tengnagel, Campen. |
1678 | Herman Queisen, Swol. |
1681 | Joan Jordens, Deventer. |
1681 | Casper Henrick Lemcker J.U.Dr., Campen. |
1681 | Gerhardt Voorne, Campen. |
1691 | Gerhard Willem van Santen, Campen. |
1693 | Pieter Sourij, Swoll. Obiit in maij 1695. |
1693 | Gijsbert Kuijper, Deventer. Bij acte van sijn majesteijt van den 5 october 1693. |
1695 | Henrick Roijer, Swolle. Bij acte van sijn majesteijt van den 3 junij 1695. |
1700 | Jan Beeldsnijder Steenbergen, uijt Campen. |
1703 | Willem Marienburgh, uijt Deventer. |
1704 | Gerrit David Dandels, Campen. |
1705 | Adriaen Willem van der Merwede, Campen. |
1706 | Rudolph Jordens, Deventer. |
1707 | Wolter Herman Gansneb gent Tengnagel, Campen. |
1707 | Damiaen van Duuren, Deventer. |
1707 | Diderick Vriesen, Swoll. |
1708 | Albert Greven, Swolle. |
1708 | Roedolf Jordens, Deventer. |
1708 | Reijner van Marle, Campen. |
1709 | Damiaen van Duuren, Deventer. |
1709 | Aper Herweijer, Campen, 1 november. |
1710 | Rudolph Jordens, Deventer. |
1711 | Damiaaen van Duren, Deventer. |
1711 | Adriaen Willem van der Merwede, Campen. |
1711 | Albert Greven senior, Zwolle. |
1712 | Rudolf Jordens, Deventer. |
1712 | Wolter Herman Gansneb gent Tengnagel, Campen. Met 1 nov. |
1713 | Johan van Suchtelen, Deventer. |
1714 | Henrick Eeckhout, Campen. |
1714 | Rudolf Jordens, Deventer. |
1715 | Joan van Suchtelen, Deventer. |
1715 | Joannes Tollius, Campen. |
1716 | Rudolf Jordens, Deventer. |
1717 | Joan van Suchtelen, Deventer. |
1717 | Aper Herweijer, Campen. |
1717 | Joan van Muijden, Swoll. |
1718 | Georgh Jordens, Deventer. |
1718 | Henrick Lulofs, Campen. November 1718. Obiit meert 1719. |
1718 | Bernhard van Russen, Zwolle. |
1719 | Petrus van der Weeteringe, Campen. |
1719 | Henrick Podt, Deventer. |
1720 | Georgh Jordens, Deventer. |
1720 | Adriaen Willem van der Merwede, Campen. |
1720 | Herman Tobias, Swolle. |
1721 | Hendrick Podt, Deventer. |
1721 | Joan Henric Ridder, uijt Campen, november. |
1721 | Jan Scriverius Swolle, november. |
1722 | Georgh Jordens, Deventer. |
|pag. 56|
1723 | Hendrik Podt, Deventer. |
1723 | Adriaen Willem van der Merwede, Campen. |
1723 | Arnoldus Greven, Zwolle. |
1724 | Georgh Jordene, Deventer. |
1724 | Albert Assinck, Swol. |
1724 | Aper Herweijer, Campen. |
1724 | Arnold Gelderman, Zwolle. |
1725 | Rudolf Jordene, Deventer. |
1725 | Gerhard Molckenboer, Zwolle. |
1726 | Johan van Suchtelen, Deventer. |
1726 | Henrick Eekhout, Campen. |
1726 | Albert Assinck, Zwolle. |
1726 | Christoffer Spraeckel, Zwolle. Cessie genomen 14 october. Obiit den 21 maij 1728. |
1727 | Henrick Podt, Deventer. |
1727 | Joannes Tollius, Campen. Obiit 14 september 1728. |
1728 | Georgh Jordens, Deventer. |
1728 | Egbert van Marle, Zwolle. |
1728 | Rogier Sabé, Campen, november. |
1729 | Rudolf Jordens, Deventer. |
1729 | Joan Henrick Ridder, Campen. |
1729 | Willem Berg, Zwolle. |
1730 | Joan van Suchtelen, Deventer. |
1730 | Quirijn Eckelboom, Campen. |
1731 | Henrick Podt, Deventer. |
1732 | Georgh Jordens, Deventer. |
1732 | Rogier Sabé, Campen. |
1733 | Rudolf Jordens, Deventer. |
1733 | Berent van Marle, Campen. |
1733 | Joan Crans, Zwolle. |
1734 | Joan van Suchtelen, Deventer. |
1735 | Henrick Podt, Deventer. |
1735 | Rogier Sabé, Campen. |
1735 | Jacob Vriesen, Swolle. |
1736 | Gijsbert Tijmen Jordens, Deventer. |
1736 | Joan Westenberg, Swol. |
1736 | Berent van Marle, Campen, met november. |
1737 | Gerhard Dapper, Deventer. |
1737 | Willem Albert Greven, Swolle. |
1738 | Hendrick Podt, Deventer. |
1738 | Gerhard Meijer, Campen. |
1738 | Jacob Vriesen, Swolle. |
1739 | Antonij Joan Persoon, Deventer. |
1739 | Rogier Sabé, Campen. Met 1 november 1739. |
1739 | Willem Albert Greven, Swolle. Met 1 november 1739. |
1740 | Rudolf Jordens, Deventer. |
1741 | Joan van Suchtelen, Deventer. |
1741 | Joan ter Welberg, Campen. |
1741 | Joan Goltz, Zwolle. Obiit 21 Januarij 1742. |
1742 | Gerhard Dapper, Deventer. |
1742 | Egbert Scriverius, Swolle. |
|pag. 57|
1742 | Erasmus van Romond, Campen, november. |
1743 | Johan Dapper. |
1744 | Derk Stennekes, 6 meert. |
1744 | Hermen Jan Greven. |
1745 | Gerhard Johan Jacobson. |
1745 | Claas Crof. |
1745 | Willem Albert Greven, 1 november. Obiit 9 januari 1746. |
1746 | Egbert Scriverius, 12 januari. |
1747 | Johan Dapper, 1 meij. |
1747 | Jan Antoni Scriverius, 1 meij. |
1747 | Egbert Scriverius. |
1747 | Berent van Marle, 1 meij. |
1748 | Jacob Vriese, 1 meij. |
1748 | Willem Fredrik van Knuth, 1 november. |
1749 | Berent van Marle, 1 meij. |
1749 | Hendrik Podt, 1 meij. |
1750 | Derk van der Wijk, 1 meij. Obiit. |
1750 | Pieter Everhard Sabé, 1 november. |
1751 | Johan Anthonij Scriverius, 1 meij. Uit Zwolle. |
1752 | Joan Anthoni Persoon, uit Deventer, ingaande met meij 1752. |
1752 | Berent van Marle, uit Campen, ingaande met primo meij 1752. |
1753 | Pieter Everhard Sabé, uit Campen, ingaande met primo november 1753. |
1753 | Pieter Theodorus Golts, uit Swol, ingaande met primo maij 1753. |
1754 | Engelbert Marienburg, uit Swol, ingaande met primo november 1754. |
1755 | D. Stennekes, primo meij 1755. |
1757 | Jan Greven, uit Zwol, ingaande met 1 november 1757. |
1758 | Herman Jan Roelinck, uit Campen, ingaande met primo meij 1758. |
1759 | Gaspar Waterham, uit Zwolle, ingaande met 1 meij 1759. |
1760 | Hendrik Crans, uit Zwol, met 1 november 1760. |
1759 | Derk Stennekes, uit Campen, ingaande met 1 november 1759. |
1760 | Damiaan van Duren, uit Deventer, ingaande met 1 meij 1760. |
1760 | Jacob Joan Fokkink, uit Deventer, ingaande met 1 meij 1760. |
1761 | Hermen Jan Roelink, uit Campen, ingaande met 1 meij 1761. |
1762 | Derk Stennekes, uit Campen, ingaande met 1 november 1762. |
1762 | Gerhard Joan Jacobson, uit Deventer, ingaande met 1 meij 1762. |
1762 | Engelbert Marienburg, uit Zwol, ingaande met 1 meij 1762. |
1763 | Herman Roelof Meeuwsen, uit Zwol, ingaande 1 meij 1763. |
1764 | Willem Berg, uit Zwol, ingaande met 1 meij 1764. Obiit december 1763. |
1763 | Joan Dapper, uit Deventer, ingaande met 1 meij 1763, voer de tijdt van een jaar, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den . . meert 1763. |
1764 | Uit Zwol, Lambertus Nilant, voor een jaar, ingaande 1 meij 1764, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 10 april 1764. |
1764 | Volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 20 meert 1764, voer de tijdt van een jaar, ingaande met 1 meij |
|pag. 58|
1764, de heer Hendrik Gerhardt Jordens. | |
1765 | 28 meert, Hendrik Duikink, voor een jaar, ingaande met primo meij 1765 en eindigende met den laatsten april 1766. |
1766 | 9 april, Gerrit Gijsbert Jan van Suchtelen, voor een jaar, ingaande met primo meij 1766. |
1766 | 23 april, Damiaan van Duren, voer een jaar, ingaande met primo meij 1767. |
1768 | 23 meert, deselve voor een jaar, ingaande primo meij 1768. |
1769 | Wijer Antoni Eekhout, voor een jaar, ingaande 1 meij 1769. |
1770 | 13 meert Coenraadt Willem Sloet, voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij 1770. |
1764 | Volgens resolutie van Ridderschap en Steeden van den 20 meert, voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1764, den heer P.E. Sabé. |
1765 | Van den eersten meij 1765 tot den laatsten april 1766, Luier Egbert Daendels. |
1766 | den 24 meert, Dirk Stennekes, voer de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1766. |
1767 | Reinder Willem van Hemert, voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1767. |
1768 | 23 meert, deselve voor een jaar, ingaande primo meij 1768. |
1769 | 25 april, Derk Stennekes, voor de tijd van een jaar, ingaande met den 1 meij 1769. |
1770 | 25 april, Pieter Everhard Sabé, voor de tijd van een jaar, ingaande primo meij 1770. |
1765 | 28 meert, Engelbert Marienburg, voer ½ jaar, ingaande primo meij 1765. |
1765 | Harmen Roelof Meeuwsen, voor ½ jaar, ingaande met primo november 1765, en eindigende met den laatsten april 1766. |
1766 | den 24 meert, Herman Jan Greven, voor de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1766. |
1767 | Herman Roelof Meeuwsen, voor de tijd van een jaar, ingaande met 1 meij 1767. |
1768 | 23 meert, Hermen Jan Greven, voor de tijd van een jaar, ingaande primo meij 1768. |
1769 | 21 meert, David Thomassen a Theussink, voor een jaar, ingaande met 1 meij 1769. |
1770 | 21 meij, Rijnvis Feith, voer de tijd van een jaar, ingaande met primo meij 1770. |
1771 | 25 april, Hendrik Crans, voor de tijdt van een jaar, ingaande met primo meij 1771. |
1772 | David Thomassen a Theussink, voor de tijdt van 1 jaar, ingaande met primo meij 1772. |
1773 | 18 meert, H.J. Greven, voor een jaar, ingaande primo meij 1773. |
1774 | 9 april, David Thomassen a Theussink, voor een jaar, ingaande primo meij 1776. |
1774 | den 25 april, bij de gedeputeerden, Hendrik Crans, voor de tijdt van een jaar, ingaande primo meij 1774. |
1775 | Hendrik Willem Ravestein, voor een jaar, ingaande primo meij 1775. |
|pag. 59|
1779 | David Thomassen a Theussink, voor een jaar, ingaande primo meij 1779. |
1777 | den 25 april, bij de heren gedeputeerden, H. Crans, voor een jaar, ingaande met primo meij 1777. |
1778 | den 6 meert, Hendrik Willem Ravestein, voor 1 jaar, ingaande primo meij 1778. |
1771 | 12 april, Damiaan van Duren, voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1771. |
1772 | Coenraad Willem Sloet, voor 1½ jaar, ingaande primo november 1772. |
1774 | 7 april, Coenraad Willem Sloet, voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1774. |
1775 | den 6 februari, volgens resolutie van de heren gedeputeerden, voor de tijdt van een en een halve jaar, ingaande primo november 1775, de heer Damiaan van Duren. |
1777 | den 6 meert, Coenraadt Willem Sloet, voor 1½ jaar, ingaande primo meij 1777. |
1778 | 5 meert, deselve, ½ jaar, ingaande primo november 1778. |
1778 | den 16 meert, mr. Wijer Anthonij Eekhout, voor een jaar, ingaande 1 maij 1779. |
1780 | den 13 meert, Coenraad Willem Sloet, voor 2 jaren, ingaande 1 meij 1780. |
1780 | den 16 meert, Wijer Antonij Eekhout, voor een jaar, ingaande primo meij 1782. |
1771 | den 12 april, Derk Stennekes, 1½ jaar, ingaande primo meij 1771. |
1772 | Reinder Willem van Hemert, voor 1½ jaar, ingaande 1 november 1772. |
1774 | 8 april, Derk Stennekes, voor ….., ingaande primo meij 1774. |
1774 | Reinder Willem van Hemert, voor 1½ jaar, ingaande 1 november 1775. |
1777 | den 6 meert, Pieter Everhard Sabé, voor 1 jaar, ingaande 1 meij 1779. |
1777 | den 20 meert, bij de gedeputeerden, Reindert Willem van Hemert, voor een jaar, ingaande 1 meij 1777. |
1777 | den 25 meert, bij de gedeputeerden, Focco Willem Stennekes, voor 1 jaar, ingaande 1 meij 1778. |
1780 | den 30 meert, bij de gedeputeerden, voor 1 jaar, ingaande 1 meij 1780, Wolf Floris van Hemert. |
1781 | den 29 meert, bij de gedeputeerden, voor 1 jaar, ingaande 1 meij 1781, Focco Willem Stennekes. |
1780 | den 15 meert, Pieter Everhard Sabé, voor 1 jaar, ingaande 1 meij 1782. |
1780 | den 31 meert, bij de gedeputeerden, Hendrik Crans, voor de tijd van 1 jaar, ingaande primo meij 1780. |
1781 | den 29 januari, bij de gedeputeerden, Hendrik Willem Ravestein, voor 1 jaar, ingaande primo meij 1781. |
1782 | den 12 april, bij de gedeputeerden, Jan Jacob Metelercamp, voor 1 jaar, ingaande primo meij 1782. |
|pag. 60|
Griffiers van de provintie van Overijssel.
•••• | Troijaes, griffier van den bisschop. |
1496 | Hartelief Hundebeke, griffier van bisschop Fredrick van Baden. |
1521 | S. Herdinck, griffier van bisschop Philips van Burgundien. |
1532 | Bartholomeus van Coelen van Twenbergen, ten tijde van stadhouder Schenck, en daer na van andere stadhouders. |
1553 | Francois Gualtrotti, greffier van Canceler ende Raden. Deese heeft het geresigneert op Gijsbert Roelinck, den 4 martij 1561, dog heeft volgens ’t judiciael, |
1563 | Gijsbert Roelinck den eedt gedaen. |
1587 | Nicolaes van Hoeven, greffier van de leenen van ’s coninks zijde. |
15.. | Derck Roelinck. |
1608 | Derck Doornebosch. Gedeporteert 1613 om verscheijde fauten. Vide ’t register d’ anno 1613. Placht sig te schrijven Theodorus Huberti. |
1613 | Harmen Roelinck Dercksz. Obiit september 1652. |
1652 | Diedrich Roelinck Hermansz. Obiit 23 augustus 1672. |
1674 | Is bij provisie door sijn hoogheijt den prince van Orange tot greffier aengesteld, Rotger van Breda, secretaris der stad Campen, ende is |
1675 | gecontinueert. Obiit den 19 januarij 1693. |
1693 | Kasper Henrick Lemcker. Bij acte van sijn majesteijt van den 14 april 1693. Obiit 30 januarij 1707. |
1707 | Henrick Roijer. Bij resolutie van den 15 april 1707, van Ridderschap en Steeden. Obiit 31 meij 1731. |
1732 | Joan Rouse. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 23 meert 1732. Obiit den .. januarij 1762. |
1762 | Derk Dumbar. Bij resolutie van Ridderschap en Steden van den 1 april 1762. |
Clerquen van de Staeten van Overijssel.
Berent Voet. | |
Wijcherus ten Zweege. | |
Joan ten Velde, 1617. Obiit 1669. | |
Assueer Grabbe. | |
Bernhardt ter Borgh. | |
Evert Rouse. | |
Diedrich Roelinck. Daerna greffier geworden. | |
Joan ten Velde junior, 1646. burgemeester geworden. | |
Hans van Putten, 1653. | |
Anthonij van Mierloo, 1669. 1675 gecontinueert. Obiit in 1679. | |
1669 | Engelbert Sluijter. 1675 geë……..(?) |
Hermen Lange, 1675. Obiit 3 december 1682. | |
Anthonij Vollenhove, 1675. Obiit 24 november 1680. | |
Henrick Queisen, 1679. Obiit 6 meert 1719. | |
Arnoldus Vollenhove, 1680. Obiit 7 junij 1721. |
|pag. 61|
Theodorus Queisen, 1682. Obiit 30 meert 1715. | |
Joan Jordens Rudolfzoon, 1715. Overleeden den 16 September 1724. | |
Arnold Gelderman, 1715 den 18 april. Anno 1722 den 21 december, de clerq Arn. Gelderman op sijn versoeck van sijn bedieninge ontslagen. | |
Herman Jordens, 1721 den 25 Junius. | |
Egbert Gelderman, 1722 den 21 december. Obiit. | |
Herman Jan Jordens, 1724 den 4 october. Bedankt 9 februari 1745. | |
Derk Queisen, 9 februari 1745. | |
Eusebius Jacobus van Hoboken. Den 31 october 1752. | |
Hendrik Willem Jordens. Den 26 october 1762. |
Chambre mipartie.
Anno | |
1651 | den 11 maij, totte Chambre mipartie gecommitteert uijt Sallandt, Lambert Bernhardt van Oer, heer tot Sallik. Eerste sessie genomen den 11/21 november 1653. |
1655 | Henrik van Coeverden, Salland. |
1656 | Joan van Schrieck, Deventer. |
1659 | Die van Twente genomineert Jacob van Coeverden in cas van continuatie. |
Anno 1657 is in Overijssel conform den 15 artikelen van uijtspraecke, voor den tijt van 8 maenden(dog geduurt 1½ jaar), een collegie van recherche der domeijnen.
Daertoe gecommitteert waeren:
Henrick van Coeverden, uijt Salland.
Robert van Heerdt, uijt Twente.
Lodewich Gansenebbe gent. Tengnagel, Vollenho.
Theodorus Berdenis, Deventer.
Evert Ram, uijt Campen.
Joan Krull, uijt Zwoll.
Tot secretaris bijgevoegt:
Rotger van Breda, secretaris der stad Campen.
En tot clerquen:
Anthonij van Mierloo.
Michiel de Bruin.
Rentmeesters van ’t convent Winshem.
Anno | |
1599 | Gerrit Haene. |
1609 | Berent Voet. |
1622 | Joan ten Velde. |
1661 | Derck ten Velde, bij resignatie. 1675 gecontinueert. Obiit 1678. |
|pag. 62|
1678 | Theodorus Huete, bij Ridderschap en Steden. Obiit den 9 januari 1712. |
1713 | den 16 meert, Gerrit van Echten tot Relaer. Obiit februari 1719. |
1722 | den 11 julij, Egbert Meeuwsen. Obiit 1733. |
1734 | den 18 meert, Elbert Antonij van Pallandt tot Zuthem. Tot dingweerder en stadhouder van de lheenen aengestelt bij resolutie van Ridderschap en Steeden van 16 april 1738. |
1739 | den 26 meert, Daniël Scriverius, bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 26 meert 1739. |
1748 | D. Scriverius ontfanger van Salland sijnde geworden, is aangestelt bij resolutie van Ridderschap en Steden: |
1748 | Gerrit Alberts Podt. Voor ses jaren, volgens acte van sijn hoogheid den here prince erfstadhouder, van den 26 januari des voorschreven jaars 1748, den 2 februari daaraanvolgende aan Ridderschap en Steden vertoont. |
1754 | D. Scriverius. Aangestelt bij acte van hare coninglijke hoogheidt van den 23 februari 1754, den 13 november 1754 vertoont aan de heren ordinaris gedeputeerden. |
Rentmeesters van Sipculo en Albergen.
Anno | |
1602 | Georgien Sticke. Rotger van Haersolte. Wilhelm Marienborgh. Henrick Marrienborgh. Naderhand ontfanger van Twente geworden. |
1664 | den 24 april, Steven Blanckvoort tot het Hogehuijs t’IJsselmuden, uijt de Ridderschap. Obiit 1673. |
1674 | Henrick van Marckel. Op acte van sijn hoogheijt de prince van Orange. |
1675 | Zeeger Wolff toe Bruggen. |
1689 | Henrick Adolph Bentinck. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 21 meert. Drost van IJsselmuden geworden den 31 meert 1730. |
1732 | Jan Henrick Stuurman. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 6 meert 1732. |
1758 | Frederik Alexander van Ittersum. Bij acte van hare coninglijke hoogheid van den 11 november 1758, aan de heren ordinaris gedeputeerden vertoont den 14 november 1758. |
Rentmeesters van Sint Janscamp.
1609 | Joan Sloot |
1612 | Arent Sloot. |
1645 | Hermen Meeuwzen. |
1675 | Wilhelm van Laer. |
1684 | Samuel Joannes Scriverius. |
1707 | Willem Crans. Obiit 20 julij 1715. |
1716 | Cristoffer (of Christiaan) Slegtenbree. Bij resolutie van |
|pag. 63|
20 meert 1716. | |
1766 | Jan Dapper. Volgens resolutie der heren ordinaris gedeputeerden van den 20 meij 1766. |
Rentmeesters van de pastoriegoederen van Sallandt.
1612 | Johannes Richters. Ernst van der Marck. |
1655 | Gerhard Golts. |
1662 | Albert Lauwerman Dr. |
1678 | Christoffer Stour. |
1709 | Jan van Laer. Op een vertoonde acte van de graef van Rechteren in qualiteijt als droste van Salland inder tijd, van den 26 maij 1709, vermits de rentmeester dit rentampt vacant gesteld hadde, weederom tot rentmeester aengesteld. Siet de resolutie van de gedeputeerden van den 1 junius 1709. |
1718 | Paulus Scriverius. Op een vertoonde acte van de heer graef van Rechteren, in qualiteijt als drost van Salland inder tijd, van den 20 junius 1718. Siet de resolutie van de gedeputeerden van den 25 julij 1718. |
1721 | Joost Bernhard Cremer J.U.D. Op een vertoonde acte van de heer graef van Rechteren in qualiteijt als drost van Salland inder tijd, van den 22 januari 1721. Siet de resolutie van gedeputeerden van 14 februari 1721. |
1725 | Nicolaes van der Wijck J.U.Dr. Op een vertoonde acte van de heer graef van Rechteren in qualiteijt als drost van Salland inder tijd, van den 24 meert 1725, in plaets van J.B. Cremer dr., als daervan vrijwillig afstand gedaen hebbende. Waer over resolutie bij de heeren gedeputeerden van 26 meert 1726. |
1767 | Arnold Nicolaas Fabius. Op een vertoonde acte van den here Sloet tot Twenijenhuisen in qualiteit als drost van Zalland inder tijd, van den 8 meert 1767, in plaets van den overledenen Nicolaas van der Wijck aangestelt. Vide de resolutie van de gedeputeerden van den 11 meert 1767. |
Ontfangers generael van Sallandt.
•••• | N. Knoppert. |
1590 | Lubbert Ulger. |
1600 | Ripperda. |
1602 | Hermen Ewouts. Obiit 1647. |
1648 | Joan van Leeuwen. |
16.. | Thomas van der Lauwick. |
1660 | Werner Crans, 1672. |
1674 | Wilhelm Wicherlinck. Door de gedeputeerden bij provisie, en is bij sijn hoogheijt den prince van Orange g’approbeert. |
1675 | Gecontinueert. |
|pag. 64|
1696 | Jan van der Wijck, voor 6 jaeren, bij acte van sijn majesteijt van den 23 meert 1696, den 7 april 1706 (1696 ?) vertoont. Anno 1702 den 8 junius gecontinueert ad vitam. Obiit 28 juli 1724. |
1727 | Arent van Muijden. Bij resolutie van Ridderschap en Steden van den 7 april 1727. Obiit den 12 november 1747. |
1748 | Daniel Seriverius. Voor ses jaar, volgens acte van sijn hoogheid den here prince erfstadhouder, van den 26 januari des voorscreven jaars 1748, den 2 februari daaraan volgende aan Ridderschap en Steden vertoont. |
1754 | Berent van Marle. Volgens acte van hare coninglijke hoogheid van den 23 februari 1754, den 1 april aan de heren ordinaris gedeputeerden vertoont. |
Ontfangers van Twente.
1597 | Adolph Donckel. Lubbert van Rensen. |
1615 | David Scholier. |
164. | Joan van Boeckholt. |
1663 | Henrick Marrienborgh. |
1687 | Timan Marrienborgh, vermits de vrijwillige afstand van Henrick Marrienborgh, bij acte van sijn hoogheijt van den 14 maij aengesteld. Den 19 dito den eedt van suijveringe gedaen. |
•••• | Henrick Jordens. |
1702 | den 8 junius, bij Ridderschap en Steeden, ad vitam gecontinueert. Obiit 20 augustus 1715. |
1716 | Arnold Weerts, bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 20 meert 1716. Hebbende sijn demissie versogt op den 14 november 1736, dewelck sij geconsenteert en deselve van den ontfangst van Twente voor het toekomende ontslagen. |
1737 | Gijsbert Tijman Jordens, aengesteldt bij resolutie van Ridderschap en Steeden van 22 meert 1737. |
1757 | Jacob van de Graaf, aangestelt bij acte van hare coninglijke hoogheidt van den 12 april 1757. |
Ontfangers van Vollenhove.
1595 | Coenraet Sloot. |
1603 | Henrick van Keppel. |
1615 | Henrick Christoffers. |
1637 | Joan Hoff. |
1657 | Heijmen Vriese. Is gesuspenseert. |
1674 | Derck Borcherinck. Bij provisie door den prince van Orange gestelt. |
1675 | Gecontinueert. |
1686 | Johan Lemcker. Bij acte van sijn majesteijt van den 19 junij 1686 voor de tijd van 6 jaeren. Anno 1702 den 18 junius bij Ridderschap en Steeden ad vitam gecontinueert. Volgens appostille van den 12 julij 1717 bij Ridderschap |
|pag. 65|
en Steeden op desselfs versoeck verleent, is deselve van sijn ampt ontslagen en gedimitteert, als meede tot daer aen toe voor sijne goede administratie bedankt. | |
1722 | Rutger Lemcker van Breda. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van den 9 junij 1722. Obiit 15 october 1724. |
1727 | Henrick Vestrinck. Bij resolutie van Ridderschap en Steeden van 7 april 1727. Obiit. |
1754 | Willem Frederik van Knuth. Bij acte van hare coningklijke hoogheid van den 30 januari 1754, den 7 februari daaraan volgende vertoont aan de heren gedeputeerden. |
Ontfangers van Mastenbroeck.
1600 | Frans Jorriens. |
1603 | Peter Wolters Schooff. Casper van Breda. Jacob Steenberch. Obiit anno 1671. |
1672 | Peter Eeckholt. |
1675 | Anthonij Eeckhout; gecedeert aen: |
1720 | Wijer Antonij Eeckhout Antonij soon. Obiit 29 januarij 1723. |
1725 | Herman Willem Roelinck. |
1752 | Willem Jan Eekhout. Bij acte van hare coninglijke hoogheid van den 17 meert 1752. |
Drosten van Coeverden in Drenthe.
1258 | Harmen van Saterslo, schoute van Drenthe. |
1305 | Jan van Buckhorst. |
1393 | Sweeder van Rechteren, eerste amptman tot Coeverden bij regeeringe van Fredrich van Blanckenheim, bisschop t’Utrecht. Deese drost is gestorven te Coeverden anno 1404. Staet hier bij aenvang te letten ’t huijs, borch en stadt Coeverden, sijn toebehoorende, neffens ’t landt van Drenthe, lange tijdt van ’t Sticht vervreemt, door versettinge. Bij Frederich van Blanckenheim weeder aent Sticht gebracht is, met hulpe ende bijstand der drie hooftsteeden Deventer, Campen ende Zwolle. Ende luijden de privilegiën onder anderen dat selve huijs, borch, stadt en ’t landt van Drenthe te sullen hoeden ende waeren, met een amptman uijt denselve lande van Drenthe, of ut onsen lande van Sallandt. Na deesen Sweeder worde amptman Fredrich van der Eese, en was maer een jaer drost. Fredrich hadde op het ampt verschooten 1000 vranckrijckse schilden. |
1405 | Johan van Buckhorst. Voor deese is gepasseert de quitancie van 15000 olde schilden over de pandschap van Coeverden door de drie steeden, betaelt aen Reijnt van Coeverden. Deese quitancie is op ’t stadhuijs tot Zwolle. |
1413 | Herman van Haersolte. Hier van is d’investiture nog voor handen, daer hij de drie steeden Deventer, Campen en |
|pag. 66|
Zwolle eedt doet, ende tot borgen stelt, Henric van Haersolte, Johan Campherbeecke, Geert van Essen, Henrick van Essen. | |
1416 | Derck van Voorst, amptman geworden. |
1419 | Fredrick van Hekeren gent. van Rechteren, amptman ten tijde van bisschop Jan van Diest. |
1420 | Na deesen is gevolgt sijn broeder Zeeger van Heeckeren van Rechteren. |
1444 | Aloff van Haeren. |
1450 | Wolter Stellinck. |
1471 | Johan Stellinck. |
1500 | Adolff van Rechteren. |
1505 | Roeloff van Munster. 8 dagen na paesschen drost geworden. |
1510 | Jan van Ittersum |
1511 | Henrick de Vos, burggrave te Coeverden. |
1513 | Everwijn grave tot Benthem. Bij seecker brief en revers, berustende op ’t stadhuijs tot Zwolle, gepasseert in anno 1513, soude blijcken dat den grave van Benthem als doen het drostampt van Coeverden is aenbevoolen geweest. |
1518 | Fredrich van Twickelo, dewelcke gedeporteert worde van den hartogh van Gelder anno 1522, dewelcke hartogh doenmaels Coeverden ingenomen hadde. |
1522 | Johan van Selbach, van den overleedenen hertog Carel van Egmondt tot drost gestelt sijnde tot het jaer 1535, als wanneer Coeverden door stadhouder Schenck voor keijser Carel weeder gewonnen is. En doen uijt sonderlinge begeerte der keijserlijcke majesteijt tot vice drost gestelt Reijnoldt van Burmannia, sonder nadeel der privilegiën, vermits hij geen landsaete was. En heeft den 3 Steeden eede gedaen gelijck gewoonlijk was. Vide de resolutie van Ridderschap en Steeden 2 augustus 1592, folio 33 en 34, alwaer blijkt den keijser de 3 Steeden heeft gebeeden ’t drostampt voor deese reijse op Burmannia te confereeren. |
1558 | Engelbert van Ensse in plaets van Burmannia. |
1567 | Jarich van Botnia, niet te min ut facti gedeporteert. Also dat deese beijde extraordinaris drosten sijn geweest, als Burmannia ende Botnia, niet in consequentie connen getogen worden, veele min tegens de conditien bij tijden van bisschop Fredrich van Blanckenhem, 1396 opgericht. Vide hier van ’t register van Ridderschap en Steeden anno 1592 en 1596. |
1577 | Evert van Ensse. |
1584 | Is drost geworden Henrick de Vos. |
1593 | Coenraet de Vos. |
1594 | Caspar van Eeussum. |
1634 | Roeloff van Echten. |
1643 | Rotger van den Boetseler. |
1668 | Henrick Munster Wilhelm van Bernzouw. Vide de transactien in anno 1668 en 1669. |
|pag. 67|
1685 | den 10 julij, Elbert Antoni van Pallandt, op de nominatie wegens de provintie van Overijssel gedaen. Roelof van Echten wegens de landschap Drenthe. Nicolaas Hermen Echten Dongen (!) wegens de landschap Drenthe. Overleeden in october 1742. |
1748 | den 30 november, op de nominatie wegens de provintie van Overijssel door sijn hoogheid den here prince van Oranjen benoemt, Alexander Carel van Heiden tot den Dam. |
Oost Indise Compagnie, ter camer Delft.
Boldewijn van Laer, Salland. Daniel van Santen, Campen. Hermen Meeuwzen, Zwolle. |
|
1675 | Jan Ludolph Mulert, Twente. |
1681 | Willem van Laer, Zwolle. |
1689 | Gerhard van Echten tot Relaer, uijt Salland. Bij missive van sijn majesteijt van Groot Brittannien van den 23 maij 1689, tot Hamptoncourt geschreven. Vide de resolutie van gedeputeerden van den 10 julij 1689. |
1694 | Barthold ter Berghorst, Campen. Bij acte van sijn majesteijt van den 24 maij 1694, op den 8 junij 1694 vertoont. |
1700 | Boldewijn Sloet tot Lindenhorst, Vollenhove. |
1706 | Herman Borcherinck, Deventer. |
1710 | Wilhelm Marrienburg, Deventer. |
1712 | Arent Henrick Sloet tot Singraven, Twente. |
1718 | Gerhard Molckenboer, Zwolle. |
1724 | Antonij Zwier van Haersolte tot den Breedenhorst, uijt Salland. Bij resolutie van Ridderschap en Steden 10 april 1724. |
1730 | Gerrit David Dandels, Campen. |
1732 | Quirinus Eckelboom, Campen. |
1736 | L.A. Gansneb gent Tengnagel tot Olthuijs, Vollenho. |
1742 | Joan Cuijper van Holthuijsen, Deventer. |
1745 | Hendrik Gerhard Jordens, uit Deventer, 1 meij. |
1748 | De heer Sloet tot Warmelo, 1 meij. |
1750 | Eusebius W. Bentink tot Diepenheim, met 1 meij aanvang nemende en expirerende ultimo april 1752, als te sien in bovengenoemde notulen van den 14 april 1750. |
1753 | De heer Eusebius Willem Bentink tot Diepenheim, ingaande met primo meij 1752. |
1754 | Hendrik Crans uit Swol, ingaande met primo meij 1754. |
1756 | Arnoldt Gelderman, ingaande met 1 meij 1756. |
1758 | Herman Roelof Meeuwsen, ingaande met 1 meij 1758. |
1760 | Borchardt Herman Ganseneb genaamt Tengnagel tot Luttenberg, ingaande met primo meij 1760, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den .. april 1760. |
1760 | Jannes Wolter van Coeverden tot Rhande junior, ingaande met 1 meij 1762, volgens resolutie als voren. |
•••• | Borchardt Herman Ganseneb genaamt Tengnagel tot Luttenberg, ingaande met 1 meij 1764, volgens res. als voren. |
|pag. 68|
•••• | Joannes Wolter van Coeverden tot Rhande junior, ingaande met primo meij 1765, volgens resolutie als voren. |
1766 | Herman Jan Roelink, uit de stad Campen, voor de tijd van twe jaren, ingaande met primo meij 1766. |
•••• | Martinus Valencijn, uit de stad Campen, voor de tijdt van twe jaren, ingegaan met primo meij 1766 (!). |
1768 | Pelgrom van Ingen uit Campen, voor de tijdt van twe jaren ingaande met primo meij 1768. |
1770 | Altetus Coops, uit Campen, voor de tijd van twe jaren, ingaande 1 meij 1770, volgens resolutie der heren ordinaris gedeputeerden, van den 25 april 1770. |
1772 | Rutger van Haarsolte tot Toutenburg, voor de tijdt van twe jaren, ingaande met primo meij 1772, volgens resolutie der heren gedeputeerden, van den 26 meij 1772. |
1774 | Jan Arent de Vos van Steenwijk tot Nijerwal, voor twe jaren, ingaande primo meij 1774, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1774. |
1776 | Coenraadt Willem van Dedem tot de Rollecate, voor twe jaren, ingaande primo meij 1776, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 27 meert 1776. |
1778 | Gerhardt David Jordens, voor de tijd van 1½ jaar, ingaande met primo meij 1778, volgens resolutie van de heren gedeputeerden van den 23 april 1778. |
1779 | G.G.J. van Suchtelen, voor 1½ jaar, ingaande primo november 1779, bij de heren gedeputeerden, 20 october 1779. |
1781 | Everhard Hermen Putman, voor drie jaren, ingaande primo meij 1781, bij de gedeputeerden, den 23 januari 1781. |
West Indische Compagnie, ter kamer van Amsterdam.
Johan Crul, burgemeester der stad Zwolle, zedert den jaere 1675 tot den jaere 1693. | |
1694 | Willem van Doetinchem tot den Hogenhof, uijt Salland, bij acte van sijn majesteijt, van den 24 maij 1694, den 25 dito vertoont. |
1711 | Wilhelm Reijnier van Voorst tot Grimbergen, uijt Twente. |
1713 | Johan Cristoffer van Munckhusen tot de Oldemeule, uijt Twente. |
1717 | Jan van der Wende, Campen. Obiit 1720. |
1722 | Joan Beeldsnijder Steenbergen, Campen. |
1741 | Jacob Joan Fockink, Deventer, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 17 april en 25 julij 1741. |
1747 | Frederik Joan Sigismund van Heijden tot Ootmarssum, uit Twente, volgens resolutie van Ridderschap en Steden van den 15 april 1747. |
1753 | Assuerus Bannier, uit Campen. |
1759 | Hendrik van IJsselmuiden tot Paaslo, uit Vollenhove. |
1762 | Edsardt Rudolph Sloet tot Cannevelt, uit Vollenhove, voor drie jaren, ingaanden 1 meij 1762. |
1765 | 28 meert, Bernhard Voet, uit Zwol, vooreen jaar, ingaande primo meij 1765. |
|pag. 69|
1766 | den 25 april, Engelbert Marienburg, uit Zwol, voor de tijd van 2½ jaar, ingaande met 1 meij 1766. |
1768 | den 10 februari, mr. Jacobus Sprakel, uit Zwol, Voor de tijd van 2½ jaar, ingaande met primo november 1768. |
1771 | den 11 april, bij Ridderschap en Steden, Johannes Wolter van Coeverden tot Rande, voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande primo meij 1771. |
1772 | den 26 october, bij Ridderschap en Steden, Borchard Herman Gansneb genaamt Tengnagel tot Luttenberg, voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande 1 november 1772. |
1774 | 7 april, bij Ridderschap en Steden, Arent van Echten tot Arentshorst, voor de tijdt van 1½ jaar, ingaande primo meij 1774. |
1775 | den 20 november, bij de heren ordinaris gedeputeerden, Joachem Philip Adolph van Rechteren tot Mennegeshave, voor 1½ jaar, ingaande primo november 1775. |
1777 | 6 meert, bij Ridderschap en Steden, Jacob Joan Focking, burgemeester van de stad Deventer, voor 3 jaren, ingaande primo meij 1780. |
1777 | den 14 meert, bij de gedeputeerden, Jan van Suchtelen, burgemeester van de stad Deventer, voor 3 jaren, ingaande primo meij 1777. |
Op een los velletje papier staat nog het volgende met betrekking tot de West Indische Compagnie.
1680 | De heer Jan Krul die d’eerste bewindhebber is geweest. |
1694 | De heer Willem Deutichem, inplaatse van Krul. |
1699 | De heer Frans Cuper van Holthuijsen inplaatse van Deutichem. |
1711 | De heer Willem Rijnier van Voerst tot Grimbergen inplaatse van Cuper van Holthuijsen. |
1713 | De heer Jan Christoffel van Munckhausen inplaatse van Voerst. |
1717 | De heer Jan van der Wenden inplaatse van Munckhausen. |
1722 | De heer Jan Beeltsnijder Steenbergen inplaatse van Van der Wenden. |
|pag. 70|
Deur of camerbewaerder der provintie.
Evert Benier. Derek Benier. Salomon Lange. Herman Lange. |
|
1675 | Egbert Gelderman. Obiit 24 october 1711. Arnold Gelderman. Den 18 april 1715 clerq geworden. |
1715 | Jan van Hoorn, deurwaarder 18 april 1715. |
1719 | Egbert Gelderman, den 29 meert 1719. Clerq geworden den 21 december 1722. |
1722 | Samuel Joannes Gelderman, den 21 december 1722 aengestelt, en bij resolutie van den 21 december 1724 geaccordeert tot voortsettinge en voltreckinge van sijn studien, sich eenige tijd van de vergaderinge der heeren gedeputeerden te absenteeren. Hebbende den 17 november 1727 om sich int vervolgh op sijne studien te appliceeren bij requeste versogt dat haer edel mogenden desselfs camer bewaerders plaetse op sijn jonger broeder Willem Gerrit Gelderman gelieven te confereeren ende te transporteeren, welck versoeck haer edele mogenden hebben gelieven te accordeeren, sijnde door |
1728 | Willem Gerrit Gelderman gepresteert ende afgelegt den eedt op desselfs bedieninge, den 5 meert 1728. Obiit den 28 augustus 1773. |
1773 | Joan Westenberg, aangestelt bij resolutie van den 3 september, hebbende den eedt afgelegt op den 6 september. |
Booden der provintie.
Hans Lucas. Gerrit Claessen. Jan Leenarts. Derck Sel. Arent Gelderman. Willem Herms. Obiit anno 1657. |
|
1657 | Joost van Brevoort. Jan Schiphorst. Egbert Gelderman. Jan ter Meer. Obiit 1679. Berent van Brevoort. Antonij ten Bos. Obiit 1688. |
1675 | Henrick Hulsebos. Berent Swierinck. Obiit 1706. |
1685 | Elbert Mensinck. |
1688 | Carel Swiers. Obiit 1708. |
1703 | Merten Hemminck. |
1706 | Jan van Hoorn. |
1707 | Simon van Hongeren. |
1708 | Henrick Welinck. Obiit 1713. |
1713 | Jan Menger. Obiit 1732. |
1732 | Jan Henrick Woltbeir. |
|pag. 71|
1746 | Jan Netman. |
1746 | Johan Jurriaan Holtheimer. |
1761 | Claas Reinders, aangestelt den 20 junij 1761. Obiit. |
1761 | Arnold Willem Colde, aangestelt den 17 november 1761. |
1768 | Evert Steenbergen, aangestelt den 18 november 1768. |
1771 | Jan Loman, aangestelt den 18 april 1771, inplaats van de ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 16 april 1771 verlatene bode A.W. Kolde. |
1779 | Godfried Stuerbrink, aangestelt den 30 november 1779. |
Rentmeesters van de Benthemse goederen.
Jan van Boeckholt in plaets van wijlen Albert Pontanus,
aengesteld bij Ridderschap en Steeden, den 18 meert 1734.
Willem van Arnhem, aangestelt bij resolutie van Ridder-
schap en Steden van den 18 april 1744.
Monster commissarissen der provintie.
Bernhardt Heijdenrijck ter Borg, aengesteld bij Ridderschap
en Steeden, van den 20 junij 1724. Obiit 1738.
Albertus Stephanus Greven, aengesteldt bij resolutie van
Ridderschap en Steeden van 19 april 1739.
Conducteurs van de militie.
Albert Hanselaer, aengesteldt bij resolutie van Ridder-
schap en Steeden, van den 9 julij 1722.
Paulus Hanselaer, bij resolutie van de heren ordinaris
gedeputeerden van den 25 april 1771.
Munt meesters van de provintie.
Coenraed Henrick Cramer, aengesteld bij resolutie van
Ridderschap en Steeden van den 18 april 1731.
Nicolaas Wonneman, aangestelt bij resolutie van Ridder-
schap en Steden, den 20 april 1763.
Wardains van de provinciale munte.
Derk Stennekes, bij de heren ordinaris aangestelt,
den 9 meert 1738.
En tot desselfs verwalter G.J. Stennekes, bij resolutie
der heren ordinaris gedeputeerden van den 31 julij 1764.
Martinus Valencijn, bij de heeren ordinaris gedeputeerden
aangestelt den 1 september 1775.
|pag. 72|
Vuurstoker op het eilandt Ens.
Bij resolutie der heren ordinaris gedeputeerden van den
1 augustus 1770, Willem Jansen inplaats van wijlen Jan
van Noorwegen, sijnde Jan van Noorwegen aangestelt bij
apointement van voorschreven heren, in dato den 19 octo-
ber 1751, inplaats van Bartelt de Vrij.
Tuchtmeesters van het provinciale tuchthuijs.
1770 | 24 october, bij apoinctement van Ridderschap en Steden, Berent Veldkamp, na dode van sijn vader Hans Veldcamp, tot tuchtmeester aangestelt. Van dese aanstellinge nader in de notulen van Ridderschap en Steden van den 26 october 1771. Bij resolutie van de heren gedeputeerden van den 25 april 1781 gecasseert. |
1781 | Bij de heren gedeputeerden is op den 25 april 1781, Jan Dijk bij provisie en op approbatie van Ridderschap en Steden aangestelt. |
Regenten van het provinciale tuchthuijs.
Hermannus Stenvers, bij Ridderschap en Steden van den
15 april 1747.
J. Abraham van Laar, bij Ridderschap en Steden, den 10
april 1754. J.A. van Laar sijn dimissie verleent. Vide de
resolutie van gedeputeerden van den 13 april 1772.
Jan Tobias, bij resolutie van de heren gedeputeerden, van
den 10 januari 1772.
Dirk Sluiter inplaats van J.A. van Laar aangestelt bij
resolutie van de gedeputeerden van den 13 april 1772.
Assajeurs van de provinciale munt.
Berent van Marle, bij de gedeputeerden, den 21 sept. 1718.
Derk Posthumus, bij de gedeputeerden, den 13 febr. 1764.
Landmeters.
Samuel van Beinum, bij resolutie van den 24 oct. 1772.
Coenraad Stemberg en Coenraad van Beinum, bij resolutie
van den 17 october 1780.
Johan Balthasar Bauer, bij resolutie van de heren
gedeputeerden van den 19 januari 1781.
Verwalteren der heeren hoogschouten van Hasselt.
Aaron ex Alto d’Almeras, bij resolutie van Ridderschap
en Steden van den 19 october 1774.
Opsigter op het eiland Ens.
Everhard Philip Seijdel, bij resolutie van den 9 october
1781 aangestelt.
|pag. 73|
Aanvullingen uit inv. nr. 1512 van het archief van de Staten van Overijssel.
Drosten van Salland.
Adolf Julius Borchart van Buffel tot Verburg is overleden in Den Haag op 24 april 1762.
Arent Sloet tot Tweenijenhuizen overleden 25 mei 1786 (volgens voorgaande lijst zou hij zijn overleden in juni 1786).
Sigismund Vincent Gustaaph Lodewijk graaf van Heyden Hompesch, drost geworden 1 juni 1786 en de eed afgelegd 13 juni 1786. Overleden in de ouderdom van 60 jaar, op 6 juni 1790.
Derk baron Bentinck tot Diepenheim, drost geworden 4 october 1790 en de eed afgelegd 11 october 1790.
Drosten van Twente.
Derk Bentinck tot Diepenheim, drost geworden 1 juni 1786 en de eed afgelegd 13 juni 1786.
A. van Raesfelt tot Eisen, drost geworden 4 october 1790 en de eed afgelegd 19 october 1790.
Drosten van Vollenhove.
Arend van Raesfelt tot Elsen senior, drost geworden 1 juni 1786 en de eed afgelegd 13 juni 1786.
Coenraad Willem van Dedem tot de Rollecate, drost geworden 4 october 1790 en de eed afgelegd op 25 october 1790.
Drosten van IJsselmuiden.
Christiaan Lodewijk graaf van Rechteren tot Collendoorn, drost geworden 29 augustus 1788.
Drosten van Diepenheim.
Borchart Hermen Gansneb genant Tengnagel tot Luttenberg, drost geworden 11 juni 1786 en de eed afgelegd op 15 juni 1786.
Overleden op 25 februari 1787.
Coenraad Willem van Dedem tot de Rollecate, drost geworden op 25 maart 1787 en de eed afgelegd op 21 maart 1787. Op 27 april 1789 ordinaris gedeputeerde geworden en vrijwillig afstand gedaan.
Antoni Zwier Gansneb genant Tengnagel tot den Bonkenhave, drost geworden in 1789 en de eed afgelegd op 50 april 1789.
Hoogschouten van Hasselt.
Robbert Hendrik van Hombroek tot Welevelt is overleden op 17 september 1789.
Lambert Joost Gansneb genant Tengnagel tot den Bonkenhave senior, hoogschout geworden 5 november 1789.
D.F. van Voerst tot Alerdinck, hoogschout op 5 mei 1790 en de eed afgelegd 18 mei 1790.
Dijkgraven van Salland.
J.E. Mulert is op 12 februari 1795 voorlopig aangesteld tot dijkgraaf.
Dingwaarders en stadhouders van de lenen.
De beide functies zijn in 1684 weer verenigd.
Griffiers van de lenen
Mr. Joost Jordens, 15 juli 17(51?). Overleden in 1786.
Mr. Paulus Putman, 5 maart 1789.
|pag. 74|
Rentmeesters van Salland.
Johan Dorre werd benoemd volgens resolutie van Ridderschap en Steden van 29 mei 1587.
1761 Derk Ernst (i.p.v. Emst) van Voorst tot Aversbergen.
G.J. van Palland tot Glinthuis, rentmeester geworden 17 mei 1785.
Rentmeesters van Twente.
A.R.G. Pagenstecher in plaats van wijlen H.J. Bos aangesteld tot plaatsvervangend rentmeesters op 14 november 1793. Bij resolutie van 22 november 1793 aangesteld tot administrateur van de (geestelijke?) goederen in Twente.
Carel Anastasius Leopold van der Wijck, in 1798 door de agent van Twente van de Bataafsche Republiek aangesteld tot rentmeester.
Rentmeesters van Vollenhove.
Coenraad Willem Sloet is overleden op 19 juni 1784.
Lodewijk Arend Sloet tot Plattenburg, rentmeester geworden 6 juli 1784.
Hij heeft de acte van zijne hoogheid op 1 september 1784 aan de gedeputeerden vertoond.
Staten Generaal.
Voor Salland.
G.J. van Palland tot Glinthuis, m.i.v. 1 mei 1783, voor 3 jaar.
B.H. Gansneb gnt Tengnagel tot den Luttenberg, extraord. ged. met ingang van 1 mei 1783, voor 3 jaar.
D.F. van Voerst tot Alerdinck, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
M.A.C. van Voerst tot den Borgel, m.i.v. 1 mei 1786, voor 6 jaar.
A.W. van Palland tot Beerse, m.i.v. 1 mei 1791, voor 3 jaar.
M.A.C. van Voerst tot den Borgel, m.i.v. 1 mei 1792, voor 6 jaar.
Voor Deventer.
Sijbrand de Schepper, m.i.v. 1 mei 1783, voor 3 jaar als 1ste ord. ged.
D.W. Tichler, m.i.v. 1 mei 1783, voor 3 jaar als 2de ord. ged.
S. de Schepper, m.i.v. 1 mei 1786, voor 6 jaar als 1ste ord. ged.
D.J. van Doorninck, m.i.v. 1 mei 1787, voor 1 jaar als 1ste ord. ged.
G.D. Jordens, m.i.v. (niet ingevuld). Resolutie van 15 juni 1787.
S. de Schepper, m.i.v. (niet ingevuld). Resolutie van 29 sept. 1787.
A.H. van Suchtelen, volgens resolutie van 25 januari 1788 aangesteld om de resterende tijd van wijlen S. de Schepper te vervullen.
B. de Schepper, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1 jaar als 2de ord. ged.
A.H. van Suchtelen, m.i.v. 1 mei 1792, voor 2 jaar als 1ste ord. ged.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1794, voor 2 jaar tot 2de ord. ged. | Res. 18.5.1792
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1796, voor 2 jaar tot 1ste ord. ged. |
Joan Jacobson, m.i.v. 1 mei 1794, voor 2 jaar als 1ste ord.ged. |Res. van
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1796, voor 2 jaar als 2de ord. ged. | 25.4.1794
Voor Twente.
F.G. van Dedem tot de Hachmeule, m.i.v. 1 mei 1783, voor 3 jaar.
F.W. Sloet van Warmelo, ord. ged. voor de resterende tijd van F.G. van Dedem, volgens resolutie van 19 juli 1785.
F.W. Sloet tot Warmelo, m.i.v. 1 mei 1786, voor 6 jaar.
Van Heerdt tol Eversberg, m.i.v. 1 mei 1786, voor 6 jaar tot extra ord. ged.
A.C. Bentinck tot Beverfeurde, volgens res. van 12 nov. 1788 benoemd tot
|pag. 75|
extra ord. ged. tot 1 mei 1792.
F.W. Sloet tot Warmelo, m.i.v. 1 mei 1792, voor 6 jaar.
F.C. van Heerdt tot Eversberg, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1½ jaar tot extra ordinaris gedeputeerde.
Voor Kampen.
Johan Anton van Knuth, m.i.v. 1 mei 1781, voor 1 jaar als 1ste ord. ged.
Abraham Vestrinck, m.i.v. 1 mei 1783, voor 1½ jaar als 1ste ord. ged.
Joh. Ant. van Knuth, m.i.v. 1 mei 1783, voor 2 jaar tot extra ord. ged.
Abraham Vestrinck, m.i.v. 1 nov. 1784, voor 1½ jaar tot 2de ord. ged.
Joan Lemker van Breda, m.i.v. 1 mei 1783, voor 1½ jaar tot 2de ord. ged.
Dezelfde, m.i.v. 1 nov. 1784, voor 1½ jaar tot 1ste ord. ged.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1786, voor 6 jaar tot (1ste) ord. ged.
W.F. van Hemert, m.i.v. (niet ingevuld) tot 2de ord. ged. Res. 15.6.1787.
A. Vestrinck, m.i.v. 1 mei 1789, voor 3 jaar tot (niet ingevuld).
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1792, voor 6 jaar tot (niet ingevuld).
W.F. van Hemert, volgens resolutie van 26.7.1793 aangesteld om de resterende tijd van wijlen A. Vestrinck te vervullen. Op 15 mei 1795 op zijn verzoek ontslagen.
Voor Vollenhove.
Roelof Sloet tot de Haare, m.i.v. 1 mei 1783, voor 3 jaar tot ord. ged.
Antoni Zwier Gansneb gnt Tengnagel tot den Bonkenhave junior, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar tot extra ord. ged.
Reint Hendrik de Vos van Steenwijk tot den Oldenhof, m.i.v. 1 mei 1785, voor 3 jaar tot extra ord. ged.
R. Sloet tot de Haare, m.i.v. 1 mei 1786, voor 6 jaar.
Robert Adolf Borchard Jan Sloet tot Westerholt, m.i.v. 1 mei 1790, voor 2 jaar.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1792, voor 6 jaar.
Voor Zwolle.
L.G. Rouse, m.i.v. 1 mei 1783, voor 3 jaar tot 1ste ord. ged.
Johannes Hanselaar, m.i.v. 1 mei 1783, voor 3 jaar tot 2de ord. ged.
L.G. Rouse, m.i.v. 1 mei 1786, voor 6 jaar tot 1ste ord. ged.
G.W. van Marle, m.i.v. 1 mei 1787, voor 1 jaar.
J. Hanselaar, m.i.v. 1 mei 1786, voor 6 jaar als 2de ord. ged.
R. Sandberg, volgens res. van 3 maart 1788 aangesteld als extra ord. ged.
L.G. Rouse, m.i.v. 1 mei 1792, voor 6 jaar.
Overijsselse klerken ter generaliteit.
Jan Arents (later Jan Arentsen van Raesfelt geheten) is in 1618 tot klerk dezer provincie ter generaliteit aangesteld. Resolutie van Ridderschap en Steden van 10 en 13 october 1618. Zie over zijn zoon en nageslacht de Nederl.Leeuw 1941 kol. 489. Vergelijk de aangehaalde resol.
Zijn opvolger was Peter Doubleth, beëdigd 21 juni 1636. Had tot onderklerk Jacobus Lorsij. Zie Tegenw. Staat II 24. Geneal. Doublet in Heraldische Bibl.
Een instructie voor deze klerken is vastgesteld door de Staten Generaal in 1618. Te vinden in het Statenarchief inv. nr. 1344 (afschrift uit het midden van de 17e eeuw. Zie Ned. Archievenblad.
Tn 1675 (zie Ged. St. 16.10.1675) komt als zodanig voor J. van Deutecom.
Ik (?) houd hem voor de schrijver van een groot aantal ongetekende brie-
|pag. 76|
ven uit Den Haag, verzonden tijdens de Fransch-Munstersche overheersing. (Staten Archief).
In 1675 als klerk genoemd Lelienberg.
Henrik Leenmans genoemd als klerk in een resolutie van Ridderschap en Steden van 17 januari 1676.
Raad van State.
Joan Arend de Vos van Steenwijck tot Nijerwal, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 j.
Robbert Adolph Borchard Jan Sloet tot Westerhold, m.i.v. 1 mei 1784, voor 1 jaar.
W.G.J. van Rhemen tot Rhemenshuisen junior, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
R.H. van Isselmuden tot Zwollingerkamp voor de resterende tijd van de voorgaande, bij resolutie van 12 december 1785.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
L.E.W.S. Sloet tot Olthuis, m.i.v. 1 november 1787 voor de resterende tijd van de voorgaande.
J.L. Bosch de la Calmette uit Deventer, m.i.v. 1 mei 1789, voor 2 jaar.
J. Jacobson uit Deventer, m.i.v. 1 mei 1791, voor 2 jaar.
B. de Schepper uit Deventer, m.i.v. 1 mei 1793, voor 2 jaar.
Generaliteitsrekenkamer.
Uit Salland.
Reijnhard Borchart Rutger graaf van Rechteren tot Gramsbergen, m.i.v. 1 mei 1779, voor 2 jaar.
D.F. van Voerst tot Alerdinck, m.i.v. 1 februari 1780, tot 1 nov. 1781.
J.P.A. van Rechteren tot Mennegeshave, m.i.v. 1 nov. 1781, voor 1½ jaar.
J.P.A. van Rechteren tot Mennigeshave senior, m.i.v. 1 mei 1791, voor 2 j.
F.A. van Rechteren tot Mennigeshave junior, m.i.v. 1 mei 1793, voor 2 j.
Uit Deventer.
H.G. Jordens, m.i.v. 1 mei 1779, voor 1 jaar.
Arnold Jacob Weerts, m.i.v. 1 mei 1780, voor 1 jaar.
H. Duikink, m.i.v. 1 mei 1781, voor 1 jaar.
Damian Joan van Doornink, m.i.v. 1 mei 1782, voor 1 jaar.
E.H. Putman, m.i.v. 1 mei 1791, voor 1 jaar.
Jan Louis Bosc de la Calmette, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1 jaar.
G.A. Mennink, m.i.v. 1 mei 1793, voor 1 jaar.
E.H. Putman, m.i.v. 1 mei 1794, voor 1 jaar.
Uit Twente.
Anne Willem Carel graaf van Heyden Hompesch tot Ootmarssum junior, m.i.v. 1 mei 1785, voor 2 jaar.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1785, voor 2 jaar.
Uit Kampen.
Martinus Valencijn, m.i.v. 1 mei 1783, voor 1 jaar.
Petrus Diederik van Heimenberg, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
Gerhard Bondam, m.i.v. 1 mei 1784, voor 1 jaar.
Jan Gijsbert Reindert Opten Noort, m.i.v. 1 mei 1786, voor 1 jaar.
Uit Vollenhove.
Joan Arend de Vos van Steenwijk tot Nijenwal, m.i.v. 1 mei 1787, voor 1 j.
R.H.D.J. Sloet tot Westerhold, tot 30 april 1791. (Res. 18-10-1787)
Ludolf Everhardus Willem Sophonius Sloet tot Olthuis, tot 30 april 1791. (Res. van 25.4.1790)
|pag. 77|
Uit Zwolle.
Henrik Willem Ravesteyn, m.i.v. 1 mei 1787, voor 1 jaar.
Henr. Crans, m.i.v. 1 november 1787, voor 3½ jaar. (Res. van 15.1.1788)
Admiraliteit van Amsterdam.
Joan Arend de Vos van Steenwijk tot Nijenwal, m.i.v. 1 nov. 1781, voor 1½ j.
Jan Lodewijk Bose de la Calmette, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1½ jaar.
Gerrit Gijsbert Jan van Suchtelen, m.i.v. (niet ingevuld). Res. 23.4.1784.
D.F. van Voerst tot Alerdinck, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
J. Lemker van Breda uit Kampen, m.i.v. 1 mei 1789, voor 3 jaar.
A.W.C. graaf van Heiden Hompesch tot Ootmarssum, uit Twente, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1½ jaar.
F.C. van Heerdt tot Eversberg, uit Twente, m.i.v. 1 nov. 1793, voor 1½ jaar.
Admiraliteit van Rotterdam.
J.P. Adolf van Rechteren tot Mennigeshave, uit Zalland, m.i.v. 1 mei 1785, voor 2 jaar.
B.A. Gansneb gnt Tengnagel tot de Luttenberg, uit Zalland, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
W.A. Eeckhout uit Deventer, m.i.v. (1 mei 1786) voor 3 jaar. Res. 24.4.1786.
B.J. IJssel de Schepper uit Deventer, voor 1 jaar. Res. 22.5.1787.
W.A. Eeckhout, bij vernieuwing, volgens res. van 29.9.1787.
A.W. graaf van Heiden Hompesch tot Ootmarssum junior, uit Twente, m.i.v. 1 mei 1789, voor 1½ jaar.
Timon Cornells baron van Heerdt tot den Eversberg, uit Twente, m.i.v. 1 november 1790, voor 1½ jaar.
Lemker van Breda uit Kampen, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1½ jaar.
Willem Jan Nessink uit Kampen, m.i.v. 1 november 1793, voor 1½ jaar.
Admiraliteit van het Noorderkwartier.
R. van Sonsbeek, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
A.W. Ravesteyn, m.i.v. 1 mei 1784, voor 1 jaar.
E.J. Eeckhout, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
A.Z. Gansneb gnt Tengnagel tot den Bonkenhave junior, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
L.J. Gansneb gnt Tengnagel tot den Bonkenhave senior, voor de resterende tijd van de voorgaande. Resolutie van 26 maart 1788.
G.A. Mennink uit Deventer, m.i.v. 1 mei 1789, voor 1 jaar.
J.E. Borgerink uit Deventer, m.i.v. 1 mei 1790, voor 1 jaar.
H. Hagedoom Hzn uit Deventer, m.i.v. 1 mei 1791, voor 1 jaar.
W.A. van Voerst tot den Borgel junior, uit Zalland, m.i.v. 1 mei 1792, voor 2 jaar.
J.J. Gansneb gnt Tengnagel tot den Luttenberg, uit Zalland, m.i.v. 1 mei 1794, voor 1 jaar.
Admiraliteit in Friesland.
C.W. Bentinck tot Werckeren, m.i.v. 1 mei 1783, voor 1 jaar.
D.F. van Voerst tot Alerdinck, m.i.v. 1 mei 1784, voor 1 jaar.
M.A.C. van Voerst tot den Borgel, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
J.L. Bosc de la Calmette, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
D.J. van Duren uit Deventer, m.i.v. 1 mei 1787, voor 1 jaar.
1787 29 september, bij vernieuwinge, J.L. Bosc de la Calmette.
R.J. Sloet tot Everlo, m.i.v. 1 mei 1789, voor 1 jaar.
|pag. 78|
A.C. Bentinck tot Beverveurde, m.i.v. 1 mei 1790, voor 1 jaar.
J.Z. Sloet tot de Grimberg, m.i.v. 1 mei 1791, voor 1 jaar.
F.W. Stennekes, van Campen, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1 jaar.
B.F. Schultz, uit Campen, m.i.v. 1 mei 1795, voor 1 jaar.
J.O. van Ingen, uit Campen, m.i.v. 1 mei 1794, voor 1 jaar.
Gedeputeerde Staten van Overijssel.
Uit Salland.
Derk Frederik van Voerst tot Alerdink, m.i.v. 1 mei 1783, voor 1 jaar.
Marius Antony Carel van Voerst tot den Borgel, m.i.v. 1 mei 1784, voor 1 j.
Coenraad Willem Bentinck tot Werckeren, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
D.F. van Voerst tot Alerdinck, m.i.v. 1 mei 1789, voor 1½ jaar.
C.W. Bentinck tot Werckeren, wegens vrijwillige afstand van zijn voorganger m.i.v. 1 mei 1790, voor 2 jaar.
A.C. Bentinck tot Nijenhuis, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1½ jaar.
C.W. Bentinck tot Werckeren, m.i.v. 1 november 1795, voor 1½ jaar.
Uit Deventer.
Coenraad Willem Sloet, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1½ jaar.
Wijer Anthony Eeckhout, m.i.v. 1 november 1784, voor 1½ jaar.
Jan van Suchtelen, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
Arnold Jacob Weerts, m.i.v. 1 mei 1787, voor ½ jaar. Res. 15.5.1787.
W.A. Eeckhout, m.i.v. 1 mei 1789, voor 1½ jaar.
J. van Suchtelen, m.i.v. 1 november 1790, voor 1½ jaar.
W.A. Eeckhout, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1½ jaar.
J. van Suchtelen, m.i.v. 1 november 1793, voor 1½ jaar.
Uit Twente.
Reinhard Jan Sloet tot Everlo, m.i.v. 1 mei 1781, voor 1 jaar.
Diederik van Hoevell tot Nijenhuis, m.i.v. 1 mei 1782, voor 1 jaar.
F.W. Sloet tot Warmelo, m.i.v. 1 mei 1783, voor 1 jaar.
R.J. Sloet tot Everlo, m.i.v. 1 mei 1784, voor 1 jaar.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
J.Z. Sloet tot Bellinkhof, m.i.v. 1 mei 1788, voor 1 jaar.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1789, voor 1 jaar.
R.J. Sloet tot Everlo, m.i.v. 1 mei 1790, voor 1 jaar.
A.C. Bentinck tot Beverfeurde, m.i.v. 1 mei 1791, voor 1 jaar.
R.J. Sloet tot Everlo, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1½ jaar.
J.Z. Sloet tot den Grimberg, m.i.v. 1 november 1793, voor 1½ jaar.
Uit Kampen.
Focco Willem Stennekes, m.i.v. 1 mei 1783, voor 1 jaar.
Wolf Floris van Hemert, m.i.v. 1 mei 1784, voor 1 jaar.
Johan Anton van Knuth, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
Abraham Vestrinck, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
P.D. van Heimenberg, m.i.v. 1 mei 1789, voor 1 jaar.
J.J. Opten Noort, m.i.v. 1 mei 1790, voor 1 jaar.
Wolf Floris van Hemert, m.i.v. 1 mei 1791, voor 1 jaar.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1 jaar.
P.D. van Heimenberg, m.i.v. 1 mei 1793, voor 1 jaar.
J.J. Opten Noort, m.i.v. 1 mei 1794, voor 1 jaar.
Assuerus Strockel. (Res. 5.2.1795)
|pag. 79|
Uit Vollenhove.
Rutger van Haersolte tot Toutenburgh, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
Lodewijk Arend Sloet tot Plattenburg, m.i.v. 1 mei 1784, voor 1 jaar.
Jan Arend de Vos van Steenwijk tot Nierwal, tot mei 1785, i.p.v. L.A. Sloet tot Plattenburg, die tot landrentmeester van Vollenhove is aangesteld.
Coenraad Willem van Dedem tot de Rollecate, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 j.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
Reint Wolter Sloet tot Marksveld, m.i.v. 1 mei 1787, voor ½ jaar. (Res. van 15.5.1787)
A.Z. Gansneb gnt Tengnagel tot den Bonkenhave junior, tot 30 april 1789. (Res. van 18.10.1788)
C.W. van Dedem tot den Rollecate, m.i.v. 1 mei 1789, voor 2 jaar.
Z.J. Gansneb gnt Tengnagel tot den Bonkenhave senior, vermits resignatie voor de voorgaande C.W. van Dedem, m.i.v. 1 november 1790, voor 1½ jaar.
L.E.W.S. Sloet tot Olthuis, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1 jaar.
L.Z. Gansneb gnt Tengnagel tot de Bonkenhave, m.i.v. 1 mei 1795, voor 1 j.
C.W. Sloet tot Tweenijenhuisen, m.i.v. 1 mei 1794, voor 1 jaar.
Uit Zwolle.
Willem Hendrik Wicherlink, m.i.v. 1 mei 1783, voor 1 jaar.
Hendrik Crans, m.i.v. 1 mei 1784, voor 1 jaar.
Jan Jacob Metelerkamp, m.i.v. 1 mei 1785, voor 1 jaar.
W.H. Wicherlink, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
Joan Derk van der Wijck, m.i.v. 1 mei 1787, voor ½ jaar. (Res. 15.5.1787)
J.J. Metelerkamp, m.i.v. 1 mei 1789, voor 1 jaar.
E.J. Eeckhout, m.i.v. 1 mei 1790, voor 1 jaar.
W.H. Wicherlink, m.i.v. 1 mei 1791, voor 1 jaar.
W.S. van der Gronden, m.i.v. 1 mei 1792, voor 1 jaar,
E.J. Eeckhout, m.i.v. 1 mei 1793, voor 1 jaar.
W.H. Wicherlink, m.i.v. 1 mei 1794, voor 1 jaar.
Arnoldus Gelderman. (Res. van 4.2.1795)
Griffiers van Overijssel.
Derk Dumbar is overleden op 14 december 1789.
Meinardus Tijdeman is aangesteld bij resolutie van 8 maart 1790.
Gerhard Dumbar is aangesteld bij resolutie van de Representanten van het volk van Overijssel, van 31 maart 1795.
Mr. Jan ter Pelkwijk, is aangesteld bij resolutie van het Intermediair Bestuur van 16 maart 1798.
Klerken van de Staten van Overijssel.
Bernt Terborch, volgens de rekeningen van Windesheim van 1624.
Herman Jordens heeft ten faveur van desselfs zoon Henrik Willem Jordens gedesisteerd den 26 october 1762.
Derk Queisen is overleden 28 januari 1794.
Hendrik Willem Jordens is overleden 6 maart 1790.
Eusebius Jacobus van Hoboken heeft ten faveure van Balthasar Wicherlink gedesisteerd den 16 juli 1783.
Balthasar Rutger Wicherlink, den 16 juli 1785. Ontslag verzocht 20.7.1790
Joan Westenberg, bij res. van 18 maart 1790.
Gerrit Wicherlink, 22 juli 1790.
C.J. Fabius, 5 februari 1794.
Mr. J. ter Pelkwijk, 15 november 1797.
|pag. 80|
Mr. A.G. Jordens, 21 november 1797.
Hendrick Joan van der Wijck, 21 november 1797.
Mr. T.E.F. Heerkens, 16 maart 1798.
Rentmeesters van het convent Windesheim.
Theodorus Weij….., conventuaal, volgens de rek. 1585-1599.
Maurits Carel Simon Brinkman, 18 april 1792.
Rentmeesters van Sibculo en Albergen.
Frederik Theodorus van Pallandt, 12 april 1785.
Carel Anastasius Leopold van der wijck, door de agent van Twenthe der Bataafsehe Republiek aangesteld in 1798.
Rentmeesters van Sint Janscamp.
Nicolaas le Cavelier, aangesteld 20 april 1792.
Hij heeft tot Verwalter gesteld F.J. Engelenburg. Res. van Ged. 24.5.1792.
Rentmeesters van de Pastoriegoederen van Salland.
Willem Klopman, op een acte van de drost van Salland, van sept. 1791, aangesteld in plaats van de overleden A.N. Fabius. (Res. van Ged. 12.9.1791)
Ontvanger van Salland.
H.E. van Marie, aangesteld 28.4.1788.
Ontvanger van Twente.
Jacob van der Graef heeft vrijwillig afstand gedaan op 20 juli 1790; op dezelfde dag is in zijn plaats aangesteld B.R. Wicherlink.
Ontvanger van Vollenhove.
Philip Everhard van der Merwede, aangesteld 12 december 1794.
Ontvanger van Mastenbroek.
H. van Ingen, aangesteld 26 januari 1785.
Ontvangers van het Ensergeld.
Salomon Lange, 1640-1666. Tevens kamerbewaarder.
Herman Lange, 1666-1685. Tevens klerk. (Secreet 1679: erfgen. van H. Lange)
Henrik Queisen, 1685-1717.Eerste klerk. (Zie Versl. en Mededelingen Ov. Regt 1948. Ensergeld)
Henrik Queisen (1708)
Arnold Gelderman, aangesteld 1717.
Samuel Joannes Gelderman, aangesteld 1725.
Helmich van Marle, aangesteld 1749.
Arnold Nicolaas Fabius, aangesteld 10 januari 1765.
Willem Klopman, aangesteld 14 october 1791.
Oost Indische Compagnie.
Jacob Joan Fockinck, m.i.v. 25 april 1783, voor 1 jaar.
D. van Hoevell tot Nienhuis, m.i.v. 1 mei 1784, voor 6 jaar.
F.C. van Heerdt tot Eversberg, m.i.v. (niet ingevuld) voor de resterende tijd van zijn voorganger.
Rudolf Sandberg, m.i.v. 1 mei 1790, voor 2 jaar.
J.J. Metelerkamp, m.i.v. 1 mei 1792, voor 2 jaar.
Rudolph van Sonsbeek, m.i.v. 1 mei 1794, voor 2 jaar.
|pag. 81|
West Indische Compagnie.
Jan van Suchtelen, Deventer, m.i.v. 1 mei 1777, voor 3 jaar,
Joan Christoffel Willem Unico van Munchausen tot de Oldemeule, m.i.v. 1 mei 1785, voor 3 jaar.
Dezelfde, m.i.v. 1 mei 1786, voor 3 jaar.
W.J. Nessink, Kampen, m.i.v. 1 mei 1789, voor 2 jaar.
Ass. van der Merwede, Kampen, m.i.v. 1 mei 1791, voor 2 jaar.
Dezelfde, tot 1 mei 1795. Res. van 4.2.1794.
Deur-of camerbewaarders der provincie.
Casparus Hensing. Aangesteld bij resolutie van het Intermediair Administratief Bestuur, van 16 maart 1798.
Boden der provincie.
Arend Loseman, aangesteld 1 januari 1784.
Derk van Aneum, aangesteld 21 april 1798.
Lambert Claas van der Horst, aangesteld 21 april 1798.
NB. Een portret van Arend Loseman in het Postmuseum in Den Haag.
Monstercommissarissen der provincie.
Antonius Johannes Scriverius, aangesteld 29 mei 1795.
Muntmeesters der provincie.
Diderik van Rumunde. (Res. van 12 october 1688 noemt hem)
Bernard Cramer. Vóór 173O. (Zie stukken betreffende de geslachten Glauwe en Cramer)
Coenraad Hendrik Cramer, 1731-1754. (Zie. idem)
Waardeins van de provinciale munt.
Petrus Diederik van Heimenberg, aangesteld 24 februari 1785.
NB. Martinus Valencijn was overleden 14 februari 1785.
Vuurstoker op het eiland Ens.
Bij resolutie van de heren gedeputeerden van den 1 augustus 1770 aangesteld Willem Jansen van Eerde.
Bij resolutie van de Provisionele Representanten van den 26 october 1796 aan W. van Eerde geadjungeerd desselfs zoon Tiemen van Eerde, welke den 22 juli 1801 den eed heeft afgelegd.
Tuchtmeesters van het provinciale tuchthuis.
Joachim Adolf Dijk, aangesteld 13 oct. 1791 i.p.v. de op eigen verzoek gedemitteerde Jan Dijk.
Jan Broekhuizen, aangesteld 14 juli 1801 i.p.v. de op eigen verzoek ontslagen J.A. Dijk. (Departementaal Bestuur van den Ouden IJssel)
Regenten van het provinciale tuchthuis.
Herman Klopman, aangesteld 25 febr. 1789, i.p.v. de overl. Derk Sluiter.
H.P. Kistemaker en N. Kantelaar bij resolutie van het Intermediair Administratief Bestuur van 26 juli 1798 aangesteld i.p.v. de op eigen verzoek ontslagen voorgangers.
Assayeur van de provinciale munt.
Lucas Masman, aangesteld 4 juli 1795.
Landmeter.
Johannes Jacobus Sorg, aangesteld 15 april 1794.
|pag. 82|
Houtvester in Twente.
J.C. Lamberts.
Landschapstimmerman.
Hendrik Tegers, timmerman te Diepenheim, aangesteld bij resolutie van den 19 november 1783.
Jager der Bataafsche Republiek in de Nedergraafschap Bentheim.
Johannes Adam Traantwein, aangesteld bij resolutie van het Departementaal bestuur van Overijssel van den 2 november 1802.
Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel, deel I.
Op de bladzijden 169-173 geeft Mr. J.I. van Doorninck een lijst van dijkgraven van Salland die, naar hij zelf zegt, een poging is om de lijst van provinciale ambtenaren van A. van Mierlo aan te vullen.
Behalve veel aanvullingen bevat Van Doornincks lijst ook een aantal genealogische gegevens.
Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel, deel VIII.
In een uitgebreid artikel behandelt Mr. J.I. van Doorninck de griffiers, klerken en kamerbewaarders van de provincie Overijssel (blz 73-80).
Ook dit artikel is een aanvulling op de lijst van Van Mierlo.
Verslagen en Mededelingen Overijssels Regt en Geschiedenis, 63e stuk, 1948.
Op de bladzijden 168-181 behandelt E. Vroom de geschiedenis van het Ensergeld. Op de laatste bladzijde geeft hij een lijst van ontvangers.
Rijksarchief in Overijssel.
Bij de ambtenaar belast met het toezicht in de studiezaal berust een handschriftlijst met de namen van de Overijsselse drosten en schouten, zowel in de steden als in de kerspels.
Overijssels Contactbericht, deel 18, 1982.
Op de pagina’s 376-382 geeft Mr. C. van Heel de namen van de drosten en schouten in het kwartier van Vollenhove.
Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel, deel II.
In een voetnoot op bladzijde 338 geeft Mr. J.I. van Doorninck de biografische gegevens van Anthony van Mierlo.
|pag. 83|
Alfabetisch register.
Persoonsnamen.
N.B. De namen komen dikwijls meer dan eenmaal op een bladzijde voor.
de Almeras, zie Exalto
Alva 13
van Aneum 81
van Ansen 3
van Apeldoorn 5
van Appeltorn 3
van Aremberg 2
Arents 75
van Arnethe 2
van Arnhem 71
van Asperen 3
Assinck 36, 38, 56
Augustinus 53
van Baden 14, 17
de Baecke 18
van Bakerweerde 11
Bannier 32, 36, 68
ter Barchorst 9, 25, 35, 67
de Barlaymont 2
Bauer 72
van der Beeck 17, 22, 53, 54
ter Beeck 3
Beeldsnijder Steenbergen 26,
55, 68, 69
van Beijeren 2
van Beinum 72
van Bellinckhave 33, 34, 42, 44,
48.
Benier 70
Bensinck 9
van Benthem 5, 26, 38, 66
Bentinck 4, 6, 7, 8, 10, 12, 14, 16,
18, 19, 21, 22, 31, 32, 34, 38, 41, 43,
45, 51, 52, 62, 67, 73, 74, 77, 78
Berg 38, 56, 57
op ten Berge 24
van den Berg 2, 10, 15
Berdenis 54, 61
van Bernzouw 66
van Bevervoorde 5, 7, 11, 12, 18,
33, 40, 47, 48
Bitter 18
van Blanckenheim 5, 8, 14, 65, 66
Blanckvoort 10, 15, 34, 38, 41, 62
van Boeckholt 18, 22, 35, 54, 64,
71
toe Boecop 8
van den Boetselaar 66
van Boimar 17
Bols 32
Bondam 76
ter Borch 22, 29, 45, 60, 71
Borgerinck 42, 64, 67, 77
van Borculo 5
Borre 6
Bos 74
ten Bos 70
Bosch de la Calmette 37, 76, 77
van Botnia 66
van Bourgondie 11, 13, 17, 60
Bouwer 45
van Boxtel 10
van Braeckel 42, 53
(van) Brandenburg 13, 53
Brandt 5
van Breda 6O, 61, 65, zie ook Lemker.
van Brevoort 70
van Brimeu 2
ten Brink 22, 32
Brinkman 80
(van) Broekhuizen 10, 14, 21, 38, 40, 42, 44,
47, 81
van Bronckhorst 5
Brouwer 23, 36
toe Bruggen 62
de Bruin 61
Bruinier 36, 41, 45, 45
Bruins 36, 41
van Buckhorst 5, 7, 9, 10, 11, 65
van Buren 2
van Burmannia 66
ten Bussche 17
Christoffers 64
Daendels 26, 31, 35, 37, 38, 41, 43, 55, 58,
67
van Dalem 10
Dapper 25, 36, 41, 45, 56, 57, 63
van Dedem 14, 15, 16, 25, 31, 32, 34, 35, 39,
45, 46, 48, 49, 51, 52, 54, 68, 73, 74, 79
van Deutecom 75
Deutichem 68, 69
van Diest 10, 12, 66
Dijk 72, 81
Doys 17
|pag. 84|
Doncker 53
van Dongen 15, 67
Doornebosch 60
van Doorninck 3, 20, 47, 74, 76, 82
Dorre 17, 31, 74
van Dorth 3
Doublet 75
Duikink 36, 37, 58, 76
Dumbar 41, 44, 60, 79
van Duren 14, 23, 55, 57, 58, 59,
77
Eeckhout 23, 24, 26, 31, 36, 37, 40,
41, 42, 43, 46, 54, 55, 56, 58, 59, 65,
77, 78, 79
van Eerde 81
van der Eeze 2, 5, 7, 11, 65
van Echten 7, 15, 16, 55, 57, 43,
44, 47, 49, 62, 66, 67, 69
van Egmond 2, 66
van Eijl 12
Eckelboom 26, 36, 56, 67
van der Eme 3
Engelenburg 80
van Ense 17, 19, 66
van Enthenrick 3
Erckelens 36, 41
Esschinck 3
van Essen 2, 3, 4, 9, 17, 66
Ewouts 54, 63
van Ewsum 66
Exalto d’ Almeras 72
Fabius 63, 79, 80
Feith 43, 45, 58
Fockinck 22, 36, 45, 57, 68, 69, 80
Freys 8
van Gaestrup 11
Gansneb gnt Tengnagel 10, 25,
26, 31, 32, 35, 35, 38, 39, 40, 41,
42, 45, 48, 49, 50, 51, 53, 54, 55,
61, 67, 69, 75, 74, 75, 77, 79
Geye 7, 9
Gelderman 56, 61, 67, 70, 79, 80
Gerbolding 13
van Gerner 3
Gerritsen 29
Glauwe 81
de Goijer 14, 15
Golts 29, 30, 37, 39, 54, 56, 57, 63
van der Graef 64, 80
van Graes 14
Greven 29, 36, 38, 55, 56, 57, 58, 71
van Grimbergen 11
van der Gronden 79
Groothuis 17
Grubbe 40
Gualtrotti 60
van Gutterswyck 5
van Haeften 34
Haene 61
van Haaren 66
van Haersolte 4, 5, 7, 8, 10, 14, 15, 18, 19,
20, 24, 28, 29, 31, 33, 34, 35, 37, 39, 41, 42,
43, 45, 48, 50, 51, 53, 62, 65, 66, 67, 68, 79
van Haerst 15
Hagedoorn 37, 41, 77
Hagen 7, 9, 28, 47
van Hackfort 3, 11
van Hambroek 14, 25, 32, 34, 35, 39, 45, 73
Hanselaar 71, 75
van Hardenberg 35
van Hardensteyn 53
Hardinck 17, 60
van Heeckeren 2, 7, 66
van Heel 82
van Heerdt 24, 33, 34, 40, 47, 49, 50, 61, 74,
75, 77, 80
Heerkens 80
van Heyden 6, 24, 41, 43, 67, 68,
van Heyden Hompesch 6, 24, 25, 44, 73, 76,
77
van Heimenberg 39, 44, 46, 76, 78, 81
van der Hell 18, 25, 40
van Hemert 18, 22, 26, 36, 37, 39, 42, 45, 58,
59, 75, 78
Hemmink 70
van Henegouwen 14
Henricksz 53
Hensing 81
Herms 70
Herweijer 55, 56
Hierges 2
Hillebrants 25, 53
van Hoboken 61, 79
van Hoevel 11, 45, 44, 49, 52, 78, 80
van Hoeven 60
Hoff 53, 64
Hogers 22
Holt 29, 42
Holtheimer 71
van Holthuisen, zie Cuyper.
|pag. 85|
Hondebeke 60
van Hongarije 7 (kon. Maria)
van Hongeren 70
Honselaar 42
Hoolboom 54
van Hoorn 70
van der Horst 81
Huberti 60
Huete 29, 62
van Huffel 4, 15, 38, 49, 73
Hulsebos 70
IJssel de Schepper 77
van Ingen 27, 31, 37, 42, 68, 78, 80
van Isselmuden 7, 8, 28, 33, 37, 39,
43, 45, 47, 48, 49, 68, 76
van Ittersum 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12,
13, 15, 17, 18, 24, 25, 31, 33, 34, 35,
40, 45, 47, 50, 51, 52, 53, 62, 66:
Jacobson 22, 36, 38, 45, 57, 74, 76
Jansen 72
Jordens 19, 22, 24, 31, 36, 37, 38,
40, 41, 42, 43, 45, 55, 56, 58, 61, 64,
67, 68, 73, 74, 76, 79, 80
Jorriëns 65
de la Calmette, zie Bosch
Campherbeecke 3, 9, 17, 66
van Camphuisen 3
Kantelaar 81
Karel V 2
le Cavelier 80
Keyser 42
Kendenich 11
van Keppel 3, 4, 5, 32, 35, 34, 37,
38, 41, 44, 48, 49, 64
van Keppel Fox 13
van Kerler 14
Ketteler 13
Kistemaker 81
Claasen 37, 53, 70
Clant 25, 53
van den Clooster 13, 35, 34, 38
Klopman 80, 81
Knoppert 63
van Knuth 26, 27, 57, 65, 75, 78
van Coelen 60
Koetken 14
van Coeverden 4, 5, 6, 11, 13, 15, 16,
24, 31, 33, 34, 38, 40, 42, 43, 45, 46,
47, 48, 49, 50, 52, 61, 65, 67, 68, 69
Colde 71
Coops 39, 44, 46, 68
Cramer 71, 81
Grans 29, 30, 32, 35, 36, 37, 54, 56, 57, 58,
59, 62, 63, 67, 77, 79
Cremer 63
van Krieckenbeeck 3
Crof 57
van Kroij 13
Krul 29, 44, 54, 61, 68, 69
Kruse 7, 9, 17, 19
van de Cuerbeecke 35
ter Cuijlen 29
Kuyper 22, 55
Cuyper van Holthuisen 31, 39, 40, 67, 69
van Cuinre 6, 8, 11
van Laer 11, 12, 13, 29, 32, 36, 38, 44, 45,
62, 63, 67, 72
van der Laeuwick 29, 33, 37, 44, 63
van Lage 12
de Lalaing 2
Lamberts 42, 82
Lange 60, 70, 80
van Langen 4, 26
Lauwerman 38, 63
Leenarts 70
Leenmans 76
van Leeuwen 63
van Leeuwerden 19
van der Lede 6
Lelienberg 76
Lemker 22, 26, 55, 60, 64
Lemker van Breda 26, 27, 32, 36, 65, 75, 77
de Lespierre 54
de Ligne 2
van der Linde 38, 43
Loman 71
Lorsij 75
Loseman 81
Louwerman 38, 63
Louwsen 54
Lucas 70
Lulofs 22, 54, 55
Maler 53
Marienburg 22, 31, 35, 41, 43, 45, 53, 55, 57,
58, 62, 64, 67, 69
van der Marck 24, 63
van Marckel 37, 44, 53, 62
van Marle 29, 38, 45, 55, 56, 57, 64, 72, 75,
80
van der Marsche 17
|pag. 86|
Masman 81
ter Meer 70
Meeuwsen 29, 39, 45, 54, 57, 58, 62, 67
van Megen 2
Meijer 32, 36, 56
Menger 70
Mennink 76, 77
Mensinck 29, 36, 70
van der Merwede 46, 55, 56, 80, 81
Metelercamp 59, 79, 80
van Meurs 2
van Mierlo 60, 61, 82
Molckenboer 56, 67
Moock 53
Morreaan 7, 9
van Muijden 29, 30, 40, 41, 46, 55, 64
Mulert 4, 5, 7, 9, 13, 15, 17, 18, 20,
24, 31, 35, 37, 39, 67, 73
van Munckhausen 34, 48, 49, 68, 69,
81
van Munster 66
Munts 36, 39
van Nassau 2
Nessink 77, 81
Netman 71
van Nieuwenaer 2
Nijkercke 29, 37
Nilant / Nijland 22, 30, 31, 32, 35,
37, 40, 41, 53, 54, 57
van Noorwegen 72
van Oer 7, 16, 20, 37, 40, 47, 61
ten Oever 27, 39, 42
van Oldeneel 3, 9
Onraet 9
Opten Noort 76, 78
van Oranje 2, e.v.
van Overhagen 11
Padkul 18
Pagenstecher 74
van Palland 10, 16, 20, 21, 22, 34,
50, 51, 52, 62, 67, 74, 80
ter Pelkwijk 79
Persoon 22, 56, 57
Peters 53
Podt 36, 40, 42, 43, 55, 56, 57, 62
Pontanus 2, 71
Posthumus 72
Putman 68, 73, 76
van Putten 54, 60
Quadacker 40
79, 80
van Raesfeld 5, 7, 12, 13, 24, 29, 31, 33,
34, 38, 45, 47, 48, 73, 75
Ram 26, 42, 54, 61
van Randerode 3
Ravestein 58, 59, 77, 78
van Rechteren 2, 4, 7, 10, 16, 18, 21, 24,
25, 38, 39, 40, 41, 42, 45, 47, 48, 50, 52,
63, 65, 66, 69, 73, 76, 77
van Reede 5, 11, 12, 13, 18
Reinders 71
Rengers 10, 15, 47
van Rennenberg 2
van Renoij 19
van Rensen 64
van Reuz 13
van Rhemen 31, 35, 34, 38, 39, 40, 41, 43,
44, 45, 48, 50, 51, 52, 53, 76
Richters 63
Ridder 36, 42, 55, 56
van Rijssen 3, 55
Ripperda 4, 5, 6, 7, 11, 12, 20, 24, 33, 37,
38, 40, 47, 48, 63
de Rode 11
Roeck 22, 31, 53
Roëll 45
Roelinck 29, 35, 45, 57, 60, 65, 68
Roijer 29, 37, 46, 54, 55, 60
van Romonde 38, 41, 57, 81
Rouse 22, 29, 30, 35, 42, 53, 54, 60, 75
van (de) Rutenberg 6, 9, 10, 11, 14, 25,
53, 54
Sabé 27, 32, 36, 37, 44, 56, 57, 58, 59
Sandberg 75, 80
van Santen 25, 26, 35, 55, 67
Sarisz 44
van Saterslo 65
Schaep 11, 15, 33, 40
Scheele 10, 17, 24, 40
Schenck 2, 7, 60, 66
de Schepper 22, 23, 24, 74, 76, zie ook
IJssel de Schepper.
Scherf 22
Schiphorst 70
Scholier 64
Schooff 65
Schotto 13
Schrick 22, 31
van Schrieck 54, 61
Scriverius 29, 30, 32, 36, 45, 55, 56, 57,
62, 63, 64, 81
|pag. 87|
van der Schulenborch 13
Schultz 78
Schuursack 8
Seydel 72
Sel 70
van Selbach 66
Sellis 53
van Sierck 5
Slegtenbree 62
Sloet 4, 7, 8, 10, 12, 18, 19, 20, 24, 25,
28, 31, 32, 33, 34, 35, 37, 38, 39, 40, 41,
42, 43, 45, 48, 49, 50, 51, 52, 58, 59, 62,
63, 64, 67, 68, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79
Sluijter 60, 72, 81
ter Smitten 44, 54
Snelle 6
van den Sonnenberg 7
van Sonsbeeck 36, 42, 77, 80
Sorg 81
Sourij 55
Spraeckel 45, 56, 69
ten Starte 17
Steenbergen 35, 36, 38, 54, 65, 71
Steenbergen, zie ook Beeldsnijder.
van Steenwijk 33, 40
de Vos van Steenwijk 8, 28, 32, 46, 48,
68, 75, 76, 77, 79
Stegeman 22, 53
Stellenwerf 9
Stellinck 2, 9, 11, 66
Stemberg 72
Stennekes 39, 57, 58, 59, 71, 78
Stenvers 72
Sticke 11, 22, 37, 62
Stour 63
Strockel 78
Stuerbrinck 71
Stuurman 54, 62
van Suchtelen 22, 23, 31, 32, 35, 38, 39,
41, 44, 45, 55, 56, 58, 68, 69, 74, 77, 78, 81
de Sure 3, 6, 9
Swaefken 13
ten Zweege 60
Swierinck 70
Swiers 70
Tengnagel, zie Gansneb.
Tegers 82
Terborch 79
Tichler 74
Tyarsen 9
van Tybbencampe 2, 3, 17
van Til 17
Thomassen á Theussink 58, 59
Tobias 55, 72
Tollius 45, 55, 56
van Tongeren 17, 53
Traantwein 82
Troijaes 60
van Twenbergen 60
van Twickelo 5, 11, 44, 66
Ulger 65
van Unia 10
van Uterwyck 9, 15, 17, 21, 28, 33, 38, 44, 48
Valencijn 26, 27, 37, 41, 68, 71, 76, 81
ten Velde 60, 61
Veldkamp 72
Vene/Veen 37, 44, 53
Verver 22, 53
Vestrinck 26, 27, 32, 41, 65, 75, 78
Voet 36, 39, 41, 60, 61, 68
Vollenhove 38, 60
Voome 35, 54, 55
van Voorst 3, 4, 5, 7, 11, 12, 14, 16, 17, 18,
21, 22, 31, 34, 37, 39, 40, 41, 43, 44, 45, 47,
49, 51, 52, 66, 68, 69, 73, 74, 76, 77, 78
Vos 38, 54
de Vos, zie de Vos van Steenwijk.
Vriese(n) 16, 19, 29, 31, 32, 35, 36, 38,
43, 44, 54, 55, 56, 57, 64
de Vrij 72
Vroom 82
Walraven 11
van Warmelo 4, 15, 17
van den (ten) Water 9, 14, 17
Waterham 43, 57
Weerts 39, 43, 64, 76, 78
ter Welberg 56
Welinck 70
van Welvelde 5, 8, 10, 18, 20, 21, 31, 48
van der Wende 68, 69
Westenberg 29, 56, 70, 79
van Westerholt 7, 11, 12, 19
van der Wetering 36, 55
Wicherlinck 35, 40, 63, 79, 80
van der wijck 43, 57, 63, 64, 74, 79, 80
Wijnckes 13
van wijtmen 14, 17
van Wilig 40
van Wilsem 3
van Winshem 53
Witten 10, 18, 25, 31, 47, 54
Wolfsen 19, 29
Woltbeir 70
Wonneman 71
|pag. 88|
Register op aardrijkskundige namen. (h. is havesate)
76, 77, 78
Almelo (h.) 4, 7, 24, 40, 41, 47
Amsterdam 38
Anckestein/Arkelstein 5 (h.)
de Arendshorst (h.) 16, 32, 34, 39, 44,
45, 69
de Asschet 9
Aversbergen 18, 74 (h.)
Baeckenhage 24, 31, 33, 39 (h.)
Beerse (h.) 3, 15, 16, 38, 49, 52, 74
de Bellinkhof (h.) 33, 34, 42, 44, 48, 78
Bentheim 82
Benthuis (h.) 35, 38, 41, 44
den Berg/ten Berge (h.) 15, 16, 31, 34
Bergentheim (h.) 16, 31, 34, 43, 44, 51
Bestmen 3
Beverfeurde (h.) 74, 78
Blanckenberg 10
Boksbergen (h.) 4
de Bonkenhave (h.) 31, 33, 41, 48, 49, 50,
51, 73, 75, 77, 79
Borgbeuningen (h.) 25, 34, 39, 45, 52
den Borgel (h.) 21, 22, 39, 41, 44, 52,
74, 77, 78
de Bredenhorst (h.) 43, 67
Buckhorst (h.) 10, 20
den Dam (h.) 41, 67
Denemarken 3
Diepenheim (h.) 6, 7, 8, 11, 12, 16, 32, 38,
43, 51, 52, 67, 73
Diepenheim 82
den Doorn (h.) 12, 14, 16, 21, 38, 40, 42
Eerde (h.) 3, 21, 34, 51
de Eese (h.) 31, 38, 45
Elsen (h.) 4, 7, 8, 10, 24, 33, 73
Ens 9, 80, 81
Essinck (h.) 12
Everlo (h.) 25, 34, 35, 38, 52, 77, 78
Eversberg (h.) 24, 34, 49, 50, 74, 75,
77, 80
Frenswegen 5
de Gelder (h.) 14, 15, 32, 34, 39, 45, 48,
49, 51
Genemuiden, de Oort 7
Glinthuis (h.) 21, 22, 74
Goor 5
Gramsbergen (h.) 16, 21, 41, 50, 76
Grimbergen (h.) 5, 37, 68, 69, 78
Gullik 3
Den Haag 73
Haerst (h.) 4, 14, 33, 41
Hagensdorp (h.) 48
Hagenvoorde (h.) 4, 14, 31, 34, 45, 49
de Hachmeule (h.) 12, 25, 74
Hackfort (h.) 11
Hamptoncourt 67
Hasselt 9
Hattem 4
Hengelo (h.) 6, 32, 34, 41, 48
Herxen (h.) 4, 17
de Hofstede (h.) 12, 15
de Hogenhof (h.) 68
het Hoogehuis (h.) 15, 62
Hoogerbeecke (h.) 3, 4
Honlo (h.) 42
IJsseldijk 14
Campherbeeck (h.) 33, 44
Kamperveen 9
Kanneveld (h.) 41, 43, 68
Keppel (h.) 3
Collendoorn (h.) 73
Coppel (h?) 11
het Laar (h.) 10, 18
Lage 11
Langeveldslo (h.) 19, 21
de Leemcule (h.) 15
Lindenhorst (h.) 19, 28, 31, 33, 48, 67
Lingen 33, 35, 37, 47
de Lutte 12
de Luttenberg (h.) 21, 32, 67, 69, 73,
74, 77
Marxveld (h.) 34, 49, 79
Mennigeshave (h.) 34, 69, 76, 77
Nijenhuis (h.) 4, 6, 10, 15, 17, 18, 21, 43,
47, 49, 52, 78, 80
Nijerwal (h.) 8, 28, 32, 46, 48, 68, 76, 77,
79
Noorddeuringen (h.) 41
de Oldemeule (h.) 12, 33, 48, 49, 68, 81
de Oldenhof (h.) 4, 8, 10, 18, 24, 39, 40,
45, 48, 75
Oldenzaal 5, 12
Oldruitenburg (h.) 49
Olidam (h.) 7
Olthuis (h.) 31, 33, 45, 67, 76, 79
Ommen 3
de Oosterhof (h.) 24, 25, 34, 45, 50, 51,
52
Ootmarssum (h.) 6, 24, 25, 43, 68, 76, 77
Paaslo (h.) 19, 28, 39, 43, 48, 68
|pag. 89|
Plattenburg (h.) 35, 40, 42, 43, 74, 79
den Pol (h.) 34, 38, 45
de Pothof (h.) 34
Raan/Rhaan (h.) 4, 33, 48, 49
Rande (h.) 15, 16, 34, 50, 52, 67, 68, 69
Randerzijl 14
Rechteren (h.) 21, 38
Relaer (h.) 15, 33, 43, 62, 67
Rhemenshuizen (h.) 33, 34, 38, 39, 41, 43,
45, 50, 51, 52, 53, 76
Roermond 18
de Rollecate 43, 45, 46, 48, 49, 52, 68,
75, 79 (h.)
Zalk 7, 8, 10, 16, 20, 21, 31, 61
Schonen 3
Schoonheten (h.) 16, 41, 48, 49
Schutdorp 13
Singraven (h.) 34, 35, 38, 45, 67
Spoolderberg 14
Stoevelaer (h.) 6, 16, 31, 48, 49
Zuthem (h.) 10, 16, 50, 62
Zutphen 11
Zwartewater 9
Zwollingerkamp (h.) 8, 28, 76
Toutenburg (h.) 2, 7, 28, 34, 39, 42, 43,
45, 50, 51, 53, 68, 79, 52
Tweenijenhuisen (h.) 4, 7, 8, 33, 37, 47,
48, 50, 63, 73, 79
Twickelo (h.) 5, 7, 12, 13
Venebrugge (h.) 10, 17
Verborg (h.) 4, 48, 73
de Voorst (h.) 5
Warmelo (h.) 12, 24, 25, 32, 42, 45, 50,
51, 67, 74, 75, 78
Waterstein 9
de Groote Weede (h.) 34
Wegdam (h.) 34, 42, 43, 45, 46
Weldam (h.) 5, 6, 7, 11, 37, 38, 40, 48
Welvelde (h.) 14, 17, 25, 39, 73
Werckeren (h.) 4, 21, 22, 45, 52, 77, 78
Westerholt (h.) 28, 35, 41, 42, 43, 75, 76
Westerveld (h.) 15
Wijhe 17
Wilsum 9
Windesheim (h.) 15
Windesheim 3, 9, 17
Wittenstein (h.) 16, 34, 41, 49
- Schilder, K. (1984). Anthony van Mierlo’s register van Overijsselse ambtenaren (Kamper genealogische- en historische bronnen 5) Kampen: Gemeente Archief Kampen.