Het oude Raadhuis te Kampen


_____↓_____

|pag. 393|

Het oude Raadhuis te Kampen.

     Vijf, vier en zelfs drie eeuwen geleden, waren de meeste woningen der ingezetenen in onze vaderlandsche steden laag en gering. Dikwijls waren bij slechts van hout opgeslagen en met rieten daken gedekt. Zij staken daarom zeer af bij de riddersloten of kasteelen, die men destijds, niet alleen ten platten lande, maar ook te midden der steden ontmoette. Ook de toen zoo talrijke kloos-

_____↓_____

|pag. 394|

ters waren in ons vaderland gewoonlijk van eene zeer eenvoudige bouworde. Maar als de burgerij eener stad, door handel, scheepvaart, het bezit van sterk bezochte markten of andere oorzaken, zeer in welvaart toenam, dan was het eene harer eerste zorgen, om door omvang, sierlijke bouworde en hooge torens uitmuntende kerken te stichten, en tevens om buitengewone kosten en vlijt aan den opbouw van een fraai raadhuis te besteden. Daarom vindt men niet slechts in de Nederlandsche provincien, maar ook in het naburige Vlaanderen, zoo menige stad, waar een door sierlijken, ofschoon ouderwetschen bouwtrant merkwaardig raadhuis van den bloei getuigt, waarin zij zich in het genoemde tijdperk verheugen mogt. Te Kampen is dit mede het geval. Het hiervoor afgebeelde raadhuis dier stad is in de veertiende eeuw gesticht, en dus in een tijdperk, toen Kampen een belangrijken schakel in het handelsverkeer tusschen de landen aan de Oostzee, Noordwestelijk Duitschland, de Hollandsche en Vlaamsche koopsteden en een deel van Frankrijk uitmaakte, toen vele zeeschepen van Kamper kooplieden den IJssel uitvoeren, om haring en andere koopwaren in de Noordelijke landen in te nemen, en daarvoor op de Fransche kusten wijn en zout in te ruilen. Dit raadhuis is een vierkant gebouw van gebakken steenen, met tusschen gevoegden zandsteen, opgetrokken.
De voorgevel wordt door eene breede lijst van open beeldhouwwerk, met daarop geplaatste familiewapens en twee fraaije hoektorentjes gekroond. Tusschen de getraliede vensters der raadkamer prijken zes levensgroote beelden, die den heldenmoed, de magt, matigheid, trouw, geregheid en weldadigheid voorstellen, waardoor de oude Kampenaren, naar het schijnt, te kennen hebben willen geven, dat deze hoedanigheden de bestuurders hunner stad behoorden te versieren. De dubbelen steenen trap, langs welken men naar den hoofdingang van het gebouw opgaat, prijkte tot in 1791 met eene zware steenen leuning met leeuwenkoppen. De achtergevel van het gebouw, die mede door eene breede kroonlijst wordt gedekt, is onder anderen door het zoogenaamde schepentorentje, dat zijnen alouden vorm geheel behouden heeft, merkwaardig. Het geheel is een fraai overblijfsel van aloude, of zoo men wil Gothische bouwkunst.
     Naast dit raadhuis, ’t welk thans met bijzonderen nadruk het oude wordt genoemd, stond in vroegere eeuwen het stads-wijnhuis, waar de regeringsleden niet zelden bijeenkwamen, om onder het genot van eenen teug Rhijnwijn over de belangen der stad te raadplegen. Zij, zoowel als de gilden en andere aanzienlijke burgers hielden in dit wijnhuis, gewoonlijk de kelre (kelder) genaamd, hunne feestmaaltijden. Ook voor gewone burgers werd aldaar tegen betaling wijn getapt, dien men uit tinnen kannen en kroezen dronk. Dat wijnhuis, het raadhuis zelve en de geheele omtrek waren in zekeren zin geheiligde grond: wie daar twist zocht, of zich aan eene of andere geweldenarij schuldig maakte, werd veel zwaarder gestraft, dan wanneer hij zich aan zulk een misdrijf in een ander gedeelte der stad had schuldig gemaakt. Reeds voor lang is intusschen dit wijnhuis afgebroken en in plaats daarvan vindt men thans het nieuwe gedeelte van het Raadhuis, hetwelk nog in 1830 tot 1835 eene verbouwing heeft ondergaan, en zoowel in- als uitwendig naar den tegenwoordigen smaak is ingerigt. Dit nieuwe gebouw beantwoordt aan den thans weder aanmerkelijk toegenomen bloei der stad Kampen; doch men is der regering dier stad dank verschuldigd, dat zij te gelijk het oude

_____↓_____

|pag. 395|

raadhuis in wezen gelaten en zelfs door daaraan met beleid en goeden smaak aangebragte herstellingen, voor verval beveiligd heeft. De vriend der vaderlandsche oudheden ziet ongaarne zulke merkwaardige gedenkteekenen uit vroegeren tijd, die bij ons nog slechts in kleinen getale voorhanden zijn, verdwijnen.
     Ook inwendig biedt het oude raadhuis veel aan, dat der bezigtiging overwaardig is. De oude raadkamer bevat fraaije gestoelten en zitbanken, waarop de Schepenen regt plagten te spreken, of de raadsleden, bij hunne bijeenkomsten, plaats namen. Ook ziet men daar de afbeeldingen der Prinsen van Oranje, ten voeten uit kunstig geschilderd, alsmede eenige oude wapens en vaandels. Alverder wordt hier eene ijzeren poort van het kasteel of de Stins te Voorst bewaard, welk oversterk slot in 1362 door den Utrechtschen Bisschop Jan van Arkel, met hulp der burgers van de Overijsselsche steden, vermeesterd werd. De aldaar gevestigde edellieden maakten zich, naar de treurige gewoonte van dien tijd, aan het schandelijk berooven van vreedzame kooplieden en reizigers schuldig, en hadden dus ten volle verdiend, dat hun slot, na de verovering, tot den grond toe geslecht wierd. De ijzeren deur werd aan de Kampenaren, uit erkentelijkheid voor hunne deelneming aan dít wapenfeit, geschonken. Zij scheidde in der tijd het vertrekje, waarin het belangrijke stads-archief bewaard werd, van de raadkamer af, en deed, bij den brand, die in 1543 die kamer inwendig vernielde, de gewigtige dienst, van die oorkonden te beveiligen. Het puin der grondslagen van den eenmaal zoo geduchten burg te Voorst is — opdat wij dit nog in ’t voorbij gaan aanmerken – in onzen tijd tot het aanleggen van den nieuwen weg, die Zwol met Kampen verbindt, gebruikt.
     Ook worden nog op het Kampensche raadhuis drie zilveren bekers bewaard, afkomstig uit den tijd, toen tot nagedachtenis van ieder overleden raadslid zulk een beker vervaardigd werd. De stad plagt een groot aantal zoodanige bekers te bezitten, maar heeft ze, met haar ander zilverwerk, bij de belegeringen van 1578 en 1672, tot noodmunten laten verslaan; waarvan nog enkelen, ter herinnering van de benaauwde dagen, toen door de Kampenaren doorleefd, in de verzamelingen van liefhebbers bewaard worden.

_______

 
– (1838). Het oude Raadhuis te Kampen. Hollandsch Penning-Magazijn voor de jeugd, 4, 393-395.

Category(s): Kampen
Tags:

Comments are closed.