De stad Kampen


_____↓_____

|pag. 337|

De stad Kampen.

     Den echten beminnaar van zijn vaderland doet het altijd goed te vernemen, dat het de eene of andere daartoe behoorende plaats bijzonder wel gaat, en men verheugt zich onwillekeurig daarover te meer, als zulk eene plaats door de wisseling der tijden een deel van zijne vroegere bronnen van welvaart verloren had. De stad Kampen schijnt thans onder die herlevende Nederlandsche plaatsen geteld te mogen worden. Die stad, aan den linkeroever van den IJssel gelegen, niet verre van de plaats, waar deze rivier, in verscheidene armen gesmaldeeld, in de Zuiderzee valt, plagt in ouden tijd

onder de aanzienlijkste koopsteden van ons vaderland geteld te worden. Zij komt reeds in het jaar 1280 als eene niet onaanzienlijke, onder het beheer van geregelde overheden staande plaats voor. In 1495 trad zíj met Zwolle en Deventer, toen mede zeer bloeijende steden, in het beroemde Hanzeverbond. Destijds werd van uit Kampen regtstreeksche scheepvaart met verre landen gedreven, waaronder men Portugal en Lijfland genoemd vindt.
De handel der Kampenaren op de Oostzee was Zoo aanzienlijk, dat zij in 1475, voor eene som van 1200 gouden Rhijnsche guldens, van den Deenschen Koning vrijdom van alle nieuwe tollen kochten, die deze van hunne door de Sond varende schepen mogt willen heffen. Van dien vroegeren zeehandel is niets meer overig, en de bewoners van Kampen zien hunne middelen van bestaan sedert lang tot de binnenlandsche scheepvaart, de visscherij en eenige fabrijken beperkt. Maar toch hebben gunstige omstandigheden van onderscheiden aard er toe medegewerkt, dat deze stad, die van den oever der rivier gezien, tusschen hare menigvuldige tuinen besloten, zulk een vriendelijk voorkomen heeft, ook inwendig menigvuldige sporen van toenemende welvaart vertoont. Zij was vroeger in zekeren zin afgelegen, en in den winter van sommige kan-

_____↓_____

|pag. 338|

ten bijna ongenaakbaar. Dit heeft opgehouden sedert voor eenige jaren, voor rekening der stad, een straatweg van daar tot aan den weg langs de Zuiderzee is aangelegd. Daarenboven ís in 1837 eene kunststraat voltooid, die Kampen regtstreeks met de hoofdplaats der provincie Zwolle, verbindt.
Te gelijk is het vaarwater van Kampen naar de Zuiderzee zeer aanmerkelijk verbeterd, en verwacht men in die stad onberekenbaar veel nut van de nieuwe stoombootvaart, die men thans bezig is van daar, aan de eene zijde naar Amsterdam, aan de andere langs den IJssel en den Rhijn tot aan Keulen te vestigen. Dit is echter nog niet alles. De stad Kampen is van oudsher eigenaresse van het vruchtbare, ofschoon somtijds door overstroomingen geteisterde Kampereiland, hetwelk zulke rijke inkomsten oplevert, dat aldaar de elders dikwijls zoo drukkende plaatselijke belastingen niet bekend zijn. Die omstandigheid, gevoegd bij de meerdere goedkoopheid van levensmiddelen in Overijssel, veroorzaakt, dat meer en meer huisgezinnen uit Holland, wie de levenswijze in die Provincie te duur is, zich in Kampen gaan vestigen, hetgeen den aanbouw van nieuwe woningen aldaar aanmoedigt en de welvaart der stad vermeerdert. Men moet aan de tegenwoordige regering van Kampen nog den lof geven, dat zij niets verzuimt, om het verblijf aldaar aangenaam te maken. Zij heeft b.v. in 1835 en 1836 aan de voorzijde der vaste houten brug over den IJssel voor de stad, welke brug reeds op zich zelve een zeer bezienswaardig werk is, en bij eene lengte van 220, eene breedte van 5½ Ned. ellen heeft, een fraai tot uitspanningsplaats bestemd gebouw doen oprigten, hetwelk door een nieuw aangelegd park is omringd. Van uit dit gebouw geniet men een heerlijk vergezigt, hier op de stad, ginds op de kronkelende rivier, naar eene andere zijde, bij helder weder, over de welige landouwen van het Kamper-eiland, naar de Zuiderzee, waar men in het verre verschiet Schokland ziet liggen. De levendige doorlogt, die steeds op de brug plaats heeft, verhoogt het aangename van dit plekje. — Doch wij mogen daarbij en bij de verdere bijzonderheden, die Kampen oplevert, thans niet stilstaan. Ligt vestigen wij weldra opnieuw op die vriendelijke stad, de aandacht onzer lezers.
 
– (1838). De stad Kampen. Hollandsch Penning-Magazijn voor de jeugd, 4, 337-338.

Category(s): Kampen

Comments are closed.