[pag. 54]
V.
Terugkeer.
_______
In Meimaand van het jaar 1879 werd in de beide parochien, van Onze-lieve-Vrouw en Sint-Michael door een achttal paters Predikheer en missie gegeven. Het was, voor zoover wij weten, de eerste maal na 1674, dat de zonen van Sint-Dominicus in hun ordegewaad aan de Zwolsche Katholieken verschenen, om hun de oude, onvergankelijke waarheden van ons heilig geloof voor te houden en hen aan te sporen moedig den weg te vervolgen, die zeker ten Hemel voert. Waarschijnlijk zullen zij zich de schoone dagen herinnerd hebben uit het grijs verleden, toen de vaderen in datzelfde habijt uit de poort van het Broerenklooster traden, om overal te gaan prediken en te arbeiden aan het zielenheil, maar geenszins zullen zij vermoed hebben, dat nog eenmaal de tijd zou aanbreken,
[pag. 55]
waarop dat aloude klooster als ’t ware uit zijne vernedering zou verrijzen, en de religieuzen hun verdienstelijken werkkring van weleer zouden hervatten. Wat niemand destijds had durven denken, is door een bijzonderen samenloop van omstandigheden, of laten wij juister zeggen, door Gods Voorzienigheid geschied.
Omstreeks 1890 verspreidde zich een gerucht, dat de Dominicanen eene nieuwe stichting zouden vestigen te Zwolle. Het gerucht hield aan en bleek waar, toen men in 1899 vernam, dat een aanzienlijk terrein te Assendorp, buiten de Sassenpoort, voor dat doel was aangekocht. Den 14den December 1899 had de aanbesteding van kerk en klooster plaats, waarvan de bouw gegund werd aan den Heer W. van der Waarden uit Nijmegen, die met voortvarenden ijver en de hem eigen bekwaamheid het werk aanvaardde. Sinds dien tijd zagen de Zwollenaars, wanneer zij deze buitenwijk bezochten, hoe door tal van werklieden de grond werd uitgegraven en de zware fundeering gelegd. Op den feestdag van Kruisvinding, den 3den Mei 1900, legde de Hoogeerw. Pater L. Theissling, provinciaal der Predikheeren in Nederland, geassisteerd door de Zeer-eerw. Paters R. van der Veer en A. van den Elzen, resp. prior te Huissen en te Nijmegen, den eersten steen van den statigen bouw, die volgens het plan van den met eere genoemden bouwmeester, den Heer J. Kaijser uit Maastricht in dertiende-eeuwschen stijl wordt opgetrokken. De Zeereerw. Heer N. A. van Balen, deken van Zwolle, en de Weleerw. Heer H. C. Verheul, pastoor der Onze-lieve-Vrouw, met verschillende geestelijken uit de stad en de omstreken, alsmede verscheidene notabelen der katholieke burgerij
[pag. 56]
gaven door hun aanwezigheid van hunne gewaardeerde belangstelling blijk.
Wellicht rijst bij den opmerkzamen toeschouwer van het bouwwerk de vraag, waartoe een gebouw van zulk een omvang? Waartoe eene kerk van zulke afmetingen? Doch dit klooster is niet alleen ten behoeve der geloovigen, maar dient ook tot studiehuis of seminarie voor de Dominicanen in Nederland. Vandaar voert het met recht den H. Thomas van Aquino, den Engel der school, tot patroon. Onder de bescherming en voorlichting van dien Vorst der wetenschap worden de jeugdige levieten opgeleid, om eenmaal te werken aan het heil der zielen. Dat is en was steeds het doel der Orde. ( 1) Het is waar, het gebied der wetenschap is in de laatste eeuwen aanmerkelijk uitgebreid; meer dan de scholastiek wordt thans van den dienaar des Evangelies gevorderd, maar ook de Orde heeft met de latere eischen rekening gehouden. Wetend, dat elke instelling, die met den tijd geene voeling houdt, ten doode is opgeschreven, heeft zij haar leerprogram aanmerkelijk uitgebreid. Het physisch kabinet en de bibliotheek, waarmede het klooster wordt verrijkt, zullen den bezoeker hiervan overtuigen.
Aldus grondig onderlegd, zullen de jeugdige kloosterlingen geroepen worden, om eenmaal te werken in verschillende parochien van Nederland, zoo de gehoorzaamheid hun geen zwaarder, doch verhevener taak heeft weggelegd. Gelijk in de 15de eeuw de Hollandsche
[pag. 57]
Predikheeren zich op missie begaven naar het Oosten, naar Pruisen, Lijfland, Samland, enz. zoo gaan zij thans naar het verre Westen, om daar het Brood des levens te breken voor de arme verlatenen, die naar geestelijk voedsel hongeren. Reeds een dertigtal paters hebben bloedverwanten, vrienden en vaderland vaarwel gezegd, om aan gene zijde van den Oceaan, op de Nederlandsche Antillen, zich te wijden aan de zielzorg der volksstammen, wier geestelijk zoowel als stoffelijk welzijn het moederland op de eerste plaats behartigen moet.
Ziedaar het verheven doel van dit Godshuis, waarvoor het zeker aanspraak mag maken op de liefdadigheid van allen, wien de eer van God en het heil der zielen ter harte gaan.
Zoo stijgen dan, dit is onze hartgrondige wensch, de muren van het Sint-Thomasklooster vredig omhoog en trekken Gods zegen af over Zwolle en zijne burgerij in lengte van dagen.