Woonhuis met Fabrieksgebouw (Weverij) voor den heer W.D. Jr. te Almelo


|pag. 141|

WOONHUIS MET FABRIEKGEBOUW (WEVERIJ)
voor den heer W. D. Jr. te Almelo.
Medegedeeld door den heer J. H. LELIMAN, architekt te Amsterdam.
(MET TWEE PLATEN. PL. V EN VI.)

_______

     Onder de meest aangename der bouwkundige werkzaamheden, waarmede ik in den loop van het jaar 1861 werd belast, noem ik de opdragt tot het ontwerpen van een woonhuis met weverij voor den heer W. D. JR. te Almelo. Het tot den bouw aangewezen terrein was — en hoe vreemd ten platten lande — van geheel scheefhoekigen vorm, en had daarbij enkele eigenschappen, die men op gierende bouwgronden in steden en scheefhoekige woonhuizen in straten dikwerf te vergeefs zoeken zou. Het kon den bouwheer vol-

|pag. 142|

strekt niet onverschillig zijn, de door hem aangekochte plek gronds, aan den straatweg gelegen, doeltreffend en naar zijnen bepaalden wensch daarenboven min kostbaar bebouwd te zien, daar hij zich voorstelde, in het nijvere Almelo eene damast- of jaquard- weverij op te rigten, welker fabriekaat met dat van alle andere weverijen moest kunnen wedijveren. De fabriek — en dat was een der hoofdvoorwaarden bij den bouw — moest zoodanig op het terrein worden gesteld, dat eene eventuele vergrooting of verlenging bij

|pag. 143|

aankoop van grond, alleen aan de oost- of achterzijde denkbaar, reeds nu op min kostbare wijze was voorbereid. Bij dat alles werd het woonhuis in direkte gemeenschap met de weverij verlangd, en moest elk lokaal, elk vertrek, aan de moderne eischen van confort en bewoning beantwoorden.
     De voorwaarden, die mij bij de zamenstelling van het bouwplan ter getrouwe nakoming werden gesteld, waren hoofdzakelijk deze:
     1°. de weverij moest ter breedte van 6.20 el en minstens 15 el lang zijn;
     2°. voor den aanleg van een tuin moest een zoo groot mogelijke oppervlakte gronds disponibel blijven;
     3°. de bergzolder boven de fabriek moest met dien van het woonhuis vereenigd zijn;
     4°. tusschen de weverij en het woonhuis verlangde men een pers- en pakkamer, waarboven bergplaats en zolder;
     5°. het woonhuis moest bevatten op den beganen grond: eene keuken, waaronder de kelder, eene dagelijksche woonkamer, een kantoor met spreekvertrek, een gemakkelijken trap, de noodige kasten, privés en toegang naar den tuin; ter eerste verdieping wenschte men twee slaapkamers en suite, een logeer- en kinderkamer, benevens ruime bergplaats voor zoogenaamde drooge provisie. Beide verdiepingen moesten in gemeenschap met de weverij worden gebragt; kortom, men verlangde — en te regt — alle gemakken van een goed en modern ingerigt woonhuis, onafhankelijk van vorm, ligging en afmeting van het terrein, gevoegd te zien bij een degelijk uitwendig aanzien der verschillende fronten. Daarbij kwam de gulle verklaring, dat reeds gemaakte bouwplannen waren ter zijde gelegd, omdat zij — merkantiel gesproken — niet bevielen.
     Behoeft het betoog, dat de lijst der voorwaarden en wenschen, die elk bouwheer als met een pennestreek vaststelt, in den regel door den bouwmeester moet worden omgewerkt en zelfs vertiendubbeld, naar aanleiding der lokale omstandigheden van het bouwterrein en de bouwkundige eischen waaraan het ontwerp behoort te voldoen.
     Een woonhuis, een pakhuis, eene weverij en een tuin, op een geheel scheefhoekig en betrekkelijk klein terrein zoodanig te schikken en in te rigten, dat het geheel en zijne onderdeden doeltreffend en minkostbaar zijn: ziedaar het vraagstuk, welks oplossing ik gaarne, als bouwkundige bijdrage in dit tijdschrift, aan mijne medeleden ter beoordeeling overleg. Tot korte en naar ik meen voldoende toelichting van de beide platen, diene het volgende.
     Bij de groepering van verschillende lokalen mag de rigting der windstreken nimmer uit het oog worden verloren.
     De voorgevel van het woonhuis, die in de rigtingslijn der beide nevengebouwen, en volgens de plaatselijke verordening aan den straatweg genaamd de Holtjessteeg moest worden opgebouwd, kwam onvermijdelijk naar het westen gekeerd. Door den verpligten aanleg van den tuin op het zuiden, (de oostzijde kan ten deele met hoog groen worden bedekt) was de noordzijde voor een der lange muren van de weverij, niet de lokalen die tot de fabriek direkt behooren, als van zelve aangewezen.
     De keuken en de beneden-woonkamer, ter beganen grond, alsmede de logeer- en groote woonkamer ter eerste verdieping, hebben lichtramen ten zuiden en derhalve uitzigt op den tuin.
     De ingang van het woonhuis is in het midden van den voorgevel aangebragt. Ter eene zijde van den huisgang vindt men eene spreekkamer met het kantoor zoodanig bij den toegang naar de weverij geplaatst, dat een direkt toezigt mogelijk is; ter andere zijde is de dagelijksche woonkamer, met hoekigen uitbouw in den tuin.
Onder het bordes en portaal van den trap is de toegang naar keuken en kelder, in welk portaal twee privés (waarvan een voor de dienstboden) aanwezig zijn. De pers- en pakkamer is in gemeenschap

|pag. 144|

gesteld met het woonhuis, door middel van een portaal, dat tevens als toegang naar den tuin geleidt. De weverij heeft een afzonderlijken toegang, die voor de arbeiders, den aanvoer van grondstoffen en de aflevering van goederen onmisbaar was en daarom verlangd werd.
De kamer van den werkbaas of opzigter is zoodanig gelegen en ingerigt, dat zij als centrum lokaal voor de surveillance op de weverij, de pers- en pakkamer, de bovenverdiepingen en den in- en uitgang, dienstig is gemaakt. De weverij, op twee verdiepingen voor 24 weefgetouwen ingerigt, is met de pakkamer en het kantoor door een gang vereenigd, in welken gang een privé en urinoir voor het arbeiders-personeel zijn aangebragt. De zolders van het woonhuis zijn met die der weverij in verband gebragt, en dienen tot berging en magazijn van in voorrond gemaakte goederen. De muren, die ter beganen grond de vertrekken van het woonhuis vormen, zijn allen opgaande voor de eerste, verdieping. Deze bevat: twee kamers en suite, een logeerkamer, een kinderslaapvertrek, benevens eene provisiebergplaats, zoldertrap, privé, de noodige kasten, stookplaatsen en portalen. Aan den wensch om bij eventuele behoefte, met weinig onkosten, een paar slaapvertrekken voor kinderen te kunnen verkrijgen is voldaan. Door de opoffering of verplaatsing der provisieberging, en het gedeelte zolder boven de pers- en pakkamer gelegen, ontstaan twee vertrekken, die als slaapkamers van voldoende afmeting zijn. De bovenbouwgrond te Almelo bestaat uit zwaar wit zand. Aan funderingen dieper dan één el wordt nimmer gedacht. De fekale stoffen worden in kuilen vergaard. Op 2 à 2½ el diepte worden veelal welputten gevonden, die in overvloed een délicieus drinkwater opleveren.
     De gevels en pilasters zijn gemetseld met boerengraauwe ijsselsteenen, wier verband door net afgeknipte voegen is aangewezen.
     De gebouwen zijn aangenomen en met zorg uitgevoerd door de heeren gebroeders B., D. en H. WITZAND te Almelo, de eerste als mr. timmerman, de tweede als mr. metselaar en de derde als mr. schilder. Waar eene zoodanige broeder-vereeniging het zich ten pligt stelt, de belangen van bouwheer en bouwmeester naauwgezet te behartigen, daar is zelfs elk min gunstig resultaat van eenigen bouw ondenkbaar.
     De bouwplannen zijn akkuraat en getrouw gevolgd. Behalve een paar wijzigingen van ondergeschikten aard, die in gemeenschappelijk overleg tijdens de uitvoering noodig werden geoordeeld, is het geheel zonder veranderingen opgebouwd, zoo als het op de beide platen is voorgesteld. Het is voor de lezers der Bouwkundige bijdragen wel overbodig te achten, dat meer détails of toelichtingen worden gegeven, te meer daar alle konstruktiën van uiterst eenvoudige gehalte, en volgens landelijke bouwgewoonten zijn ingerigt.
     Allen, die bij dezen bouw betrokken waren, zullen dien gewis met vreugde herdenken, al ware het enkel, naar aanleiding der herhaalde betuiging van tevredenheid des patroons, over de inwendige inrigting en het uitwendig aanzien van de gebouwen. Aan allen die tot een goed resultaat hebben medegewerkt, wordt ook mijn dank aangeboden.
     De goedgunstige opname, dezer — mag ik het noemen — burgerlijke bijdrage, zal, naar ik hoop, velen mijner geachte medeleden ten prikkel zijn, om enkele ontwerpen van door hen uitgevoerde gebouwen als bijdragen voor dit tijdschrift geschikt te maken, en der redaktie toe te zenden. Uit een gezamenlijk en werkdadig streven naar één doel kan een gelukkige arbeid volgen, en een steeds toenemende, bloei voor de Maatschappij Tot bevordering der Bouwkunst worden verzekerd; maar daartoe behoort in de eerste plaats algemeene medewerking. Dat deze meer en meer moge worden verleend is ongetwijfeld de wensch van ieder wien het schoone doel der Maatschappij na ter harte gaat, en die haren bloei krachtdadig wil helpen bevorderen.

October 1862.

_______


____________
– Leliman, J.H. (1863). Woonhuis met Fabrieksgebouw (Weverij) voor den heer W.D. Jr. te Almelo. In A.N. Godefroy, J.H. Leliman & N.S. Calisch (Reds.), Bouwkundige Bijdragen,1 [1. Uitgegeven door de Maatschappij: Tot Bevordering der Bouwkunst.], 13 (pp. 141-144) Amsterdam: L. van Bakkenes & Co.

Category(s): Almelo
Tags: , , ,

Comments are closed.