Dijkgraven van Zalland


DIJKGRAVEN VAN ZALLAND.

________

     Onderstaande lijst is eene poging tot aanvulling der lijst van provinciale ambtenaren opgemaakt door den klerk A. van Mierlo, en aanwezig in het oud provinciaal archief, die hoogst onvolledig is ook ten opzigte der Dijkgraven van Zalland. Men raadpleegt echter niet geheel zonder vrucht wat hij bijeen gebragt heeft. De met (M.) aangeduide namen zijn aan zijne lijst ontleend.

Arnold van Duure, 1368. (M.)
Herman van Weselsberghe, 1379.
          (1e Cameraars-rekening van Deventer op dat jaar.)
Peter Dijrixsoon, 1385.
          (Judiciaal v. Fl. v. Wevelichoven, fol. 116.)
          Komt in 1371 als Rigter te Deventer voor.
Henric van Leijden, 1394, 1397.
          (1e Cameraarsrek. v. Deventer op die jaren.)
Herman van Haersolte, 1402.
          Volgens de Genealogie der Haersoltes, waar hij voorkomt als 2e zoon van Heer Barthold v. H. en van Lutgert van Oestenwolde, is hij gehuwd met Aleid van Ruderlo en in 1413 Drost van Drenthe geworden.
Bertold van Bakerweerd, 1408.
          (Cameraarsrek. v. Deventer.)
Herman van Wijtmen, 1406, 1407 (Oct.)
          (1e Cam. rek. v. Dev. 1406; Officiatorum Fr. de Blankenheim, fol. 41.)
Michel Rolofs † voor 21 Febr. 1419.
          Als voorganger van Tijbencamp genoemd in diens aanstelling.

|pag. 170|

Gert van Tijbencamp, aangesteld St Peters avond ad Cathedram (21 Febr.) 1419.
          (Officiat. Fred. de Blankenheim, fol. 152.)
Henric van Nijelen, 1427.
Johan van Leijden, 19 Junij 1427 bij uitlandigheid van v. Nijelen met dit ambt belast.
          (Officiat. I. Rod. de Diepholt, fol. 83.)
Henrick van den Laer, aangesteld 1428 St Agnieten dach (21 Jan.)
          (Ibid. fol. 8. Daar de acte geschrapt is, is hij mogelijk niet aangesteld.)
Evert van Graes, 1440.
Roeloff van Ittersum, aangesteld Woensdag na Hemelvaartsdag (24 Mei) 1447. Hij betaalt aan Evert van Graes 110 overl. rijnsche gl. op het ambt staande sedert Fr. van Blankenheim, waarvoor hem het ambt verpand is.
          (Officiat. I. Rod. de Diepholt fol. 74 va.)
Henric Bruijns.
Henric van Essen aangesteld Vrijdag na Zondag nativitatis domini (27 Dec.) 1448; hij heeft de voornoemde 110 gl. aan zijn voorganger Bruijns betaald.
          (Officiat. II. Rod. de Diepholt, fol. 24 va.)
Johan van Rutenberg, aangesteld St Lambert (17 Sept.) 1454; hij betaalt aan zijn voorganger Evert van Graes (sic) behalve de 110 gl. nog 15 rijnsche gl. besteed voor onkosten aan de dijken van Zalland; voor beide sommen wordt hem het ambt verpand.
          (Ibid. fol. 48.)
Johan van Karler.
Derick ten Water.
Jacob van Wijtman, Mei 1463, Oct. 1465.
          (Leenregr. v. David v. Bourgondie; Overijss. Archief, IV. 159.)

|pag. 171|

          Fol. 136 van het Officiat. Davidis staat een schadeloosbrief van hem aan den Bisschop, waarin hij zegt een tijdlang Dijkgraaf geweest te zijn en de 3 vorigen tot voorgangers gehad te hebben, waarvan de 2 laats ten reeds overleden waren.
Herman van Uterwijck, aangesteld 10 Mei 1469.
          (Officiat. Davidis, fol. 137.)
Henric Kaetken, aangesteld 25 Aug. 1486 voor 3 jaar.
          In den ambtbrief geen sprake meer van pandpenningen of voorschotten. (Ibid. fol. 289.) In Aug. 1492 op nieuw voor 3 jaar benoemd en hem 50 pond per jaar uit het Rentambt van Zalland voor aan te wenden kosten toegelegd. (Officiat. II. fol. 15 va.) Mogelijk was hij tevens Schout van Zwolle.
Johan Kaetken, 17 Julij 1492.
          (Overijss. archief IV. 550).
Jacob de Goijer, aangesteld 8 Febr. 1497. Op 25 Sept. 1500 op nieuw voor 6 jaar benoemd.
          (Officiat. Fr. de Baden, p. 134, 250.)
Geert van Haerst, aangesteld 15 April 1506.
          (Ibid. p. 374.) Volgens de genealogie der Haersoltes is hij in 1497 met Geertruid van Salland getrouwd. Hij kocht in 1526 IJrst, waarvan hij in Veluwe beschreven werd en stierf 1528.
Herman van Haerst, 18 Jan. 1525 aan zijn jongeren broeder Geert opgevolgd. Volgens de gen. der Haersoltes had hij Femme ten Brincke tot vrouw.
Hendrik Mulert, in 1530 aangesteld.
          Was zoon van Johan M., Rentmr. van Zalland.
Goert van Haerst 1532. (M.)
Thijmen de Goijer 1567. (M.)

|pag. 172|

Gerrit van Dongen, door den Graaf van den Berg aangesteld 1572. (M.)
Joan van Ittersum tot de Hofstede, op 26 Maart 1581 door Ridd. en St. bij „provisie tot het Dijckampt van Salland genomineert op de wedden ende paijen binnen Campen daertoe g’ordineert; als te weten op 300 Car. gl. bij alzo dat dezelve binnen Zwolle ofte in den kerspel van Zwol resideren zal.” (M.)
Gerard Warmelo, op 17 Mei 1583 bij provisie benoemd totdat v. Ittersum zal zijn erlediget. (M.)
Johan van Ittersum, 18 Sept. 1585. (M.)
Egbert Rengers tot Arenshorst, op 27 Julij 1588 door R. en St. aangesteld. Tr. 22 Julij 1600 te Zwolle juffer Anna Gelmers. zal. Johan Watermans n. w.
Seino Eengers ten Berge, op 20 Maart 1610 aangesteld. (M.) zoon van Egbert. Op 3 Nov. 1612 is het tractement van 500 tot 750 gl. verhoogd. Naderhand tot 1000 gl.
Rutger van Haersolte tot Westerveld, aangesteld 28 Maart 1638, overl. 11 April 1666.
NB. Van 1666—1674 is het ambt van Dijkgraaf waargenomen door den oudsten Heemraad.
Reinier Schaep tot Winshem, 1675. (M.)
Robert van Ittersum tot Nijenhuis, 1681. (M).
Joachim Mulert tot Leemkule, 1683. Overl. 1686.
          Was gehuwd met Margaretha de Baak. (Zie Gedep. 2 Dec. 1686.)
Jan Godefried van Uterwijck tot Alerdink, 1688.
          Was de oudste zoon v. Peter v. U. t. A.
Antoni Alfert Blankfoort tot den Hogenhuizen,
          15 April 1707 aangesteld. Heeft bedankt; verkeerde blijkens Gedep. 18 febr. 1715 in behoeftige omstandigheden.

|pag. 173|

Carel Philip Craft van Huffel tot Beerse, aangesteld 16 Maart 1716. Bedankt als op 7 Junij 1728 tot Ordinaris Gedeputeerde benoemd.
Gijsbert van Dedem tot den Gelder, aangesteld 18 Maart 1729. Op 26 Maart 1733 tot Hoogschout van Hasselt benoemd.
Jan Ernst van Echten tot Relaar, op 18 Maart 1734 benoemd, bedankt 1738, als wordende gecommitteerd in de Admiraliteit van het Noorderkwartier.
Christoffel Daniel van Coevorden tot Rande, aangesteld 26 Maart 1739, bedankt 1750.
Willem Henrik Bentinck tot Wittenstein, aangesteld 1 Junij 1750, overl. 1754.
Derk Frederik van Voerst tot Bergenthein Junior, aangesteld 5 April 1755. Op 16 Febr. 1780 op verzoek ontslagen en benoemd:
Christiaan Werner Jacob van Coeverden tot den Doorn, die echter 6 Maart 1780 sterft.
Arend van Echten tot Arendshorst, aangesteld 27 Oct. 1780.
J.E. Mulert, op 12 Febr. 1795 aangesteld om het Dijkgraafschap provisioneel te verwalteren.

  • Doorninck, Mr. J.I. van (1874). Dijkgraven van Zalland. BtdGvO, 1, 169-173.
Category(s): Niet gecategoriseerd

Comments are closed.