BIJLAGE C: Verantwoording van de database ‘Prosopografie’

BIJLAGE C     Verantwoording van de database
‘Prosopografie’

De database ‘Prosopografie’ is op verzoek bij de auteur verkrijgbaar op cd-rom en zal in 2004 raadpleegbaar zijn op het internet.

Ten behoeve van het prosopografische onderzoek is een database in het programma Microsoft Access ontworpen. Het betreft een beperkte, relationele database, waarin personen uit een specifieke groep zijn opgenomen. Het voordeel van een relationele database is dat verschillende soorten gegevens door middel van specifieke tabellen met elkaar gerelateerd kunnen worden, zodat geavanceerde selecties en bevragingen mogelijk zijn.
Hierdoor kunnen zowel horizontale als verticale verbanden zichtbaar worden. Het ontwerp van de database is totstandgekomen naar aanleiding van een vragenlijst, een standaard hulpmiddel bij prosopografisch onderzoek. De specifieke elementen van de vragenlijst zijn afgestemd op de doelstelling van het onderzoek naar de Leidse en Zwolse zusters. Hierin stond de vraag naar de herkomst van de zusters centraal. De vragenlijst bevat daarom de volgende onderdelen:

  • Naam van de zuster
  • Gemeenschap waartoe zij behoorde
  • Eerste vermelding in de bronnen
  • Laatste vermelding in de bronnen
  • Functie in de gemeenschap
  • Biografie (herkomst, levensloop, etc.)

Op basis van deze vragenlijst werd aanvankelijk een database ontworpen met twee tabellen: de tabel ‘Convent’ en de tabel ‘Persoon’. In de tabel ‘Convent’ zijn verschillende gegevens over de bestudeerde conventen verzameld. De tabel bevat de volgende velden:

  • Conventnummer (Uniek identificatienummer gemeenschap)
  • Naam (Naam van de gemeenschap)
  • Stichter (Naam van de stichter)
  • Stichtingsjaar
  • Jaar van eerste vermelding
  • Orde (Orde waartoe de gemeenschap behoorde)
  • Ligging (Geografische locatie van de gemeenschap)
  • Jaar van opheffing
  • Bronnen (Herkomst van de gegevens per record)

In de tabel ‘Persoon’ zijn verschillende gegevens over de Leidse en Zwolse zusters verzameld. De tabel bevat de volgende velden:

  • Persoonsnummer (Uniek identificatienummer zuster)
  • Conventnummer (Uniek identificatienummer gemeenschap)
  • Voornaam (Voornaam zuster)


|pag. 401|

_______________↑_______________

  • Patroniem (Patroniem zuster)
  • Geslachts- of achternaam (Geslachts- of achternaam zuster)
  • Latijnse variant van de naam
  • Jaar van eerste vermelding
  • Jaar van laatste vermelding
  • Functie in de gemeenschap (bijvoorbeeld zuster, mater, procuratrix)
  • Biografie (Biografische gegevens zoals geboorte- en sterfjaar)
  • Bronnen (Herkomst van de gegevens per record)

De tabellen ‘Convent’ en ‘Persoon’ zijn aan elkaar gerelateerd door middel van het veld ‘Conventnummer’. In de tabel ‘Persoon’ is de naamgeving van de zusters opgesplitst in voornaam, patroniem en geslachtsnaam, om het zoeken naar en alfabetiseren van namen mogelijk te maken. Zo werd tijdens het invoeren van de gegevens snel zichtbaar of een bepaalde zuster al in de database voorkwam.

Al snel bleek dat het veld ‘Biografie’ in de tabel ‘Persoon’ teveel en te ongelijksoortige informatie zou bevatten om de gegevens later te kunnen analyseren. Het veld moest inhoudelijk opgesplitst worden naar de verschillende soorten gegevens (denk aan de levensloop van de zusters en gegevens omtrent hun familie). Omdat een dergelijke opsplitsing in verschillende velden de tabel ‘Persoon’ zeer omvangrijk en onoverzichtelijk zou maken, is een derde tabel ontworpen met de naam ‘Biografie’. Deze tabel bevat de volgende velden:

  • Conventnummer (Uniek identificatienummer convent)
  • Persoonsnummer (Uniek identificatienummer zuster)
  • Levensloop (Biografische gegevens)
  • Kerngezin zeker (Ouders, broers en zusters, eventuele echtgenoten van weduwen, die we met zekerheid hebben kunnen achterhalen)
  • Kerngezin waarschijnlijk (Ouders, broers en zusters, eventuele echtgenoten van weduwen, waarvan de toeschrijving waarschijnlijk is)
  • Overige familie zeker (Zekere familieleden buiten het kerngezin)
  • Overige familie waarschijnlijk (Waarschijnlijke familieleden buiten het kerngezin)
  • Bezit zeker (Bezittingen van zekere familieleden)
  • Bezit waarschijnlijk (Bezittingen van waarschijnlijke familieleden)
  • Sociale herkomst (Sociale herkomst zuster)
  • Familierelaties (Overzicht familierelaties zuster)
  • Bronnen (Herkomst van de gegevens per record)

Door middel van de velden ‘Conventnummer’ en ‘Persoonsnummer’ is een relatie gelegd met de tabellen ‘Convent’ en ‘Persoon’.

Omdat de opname van zowel Leidse als Zwolse zusters in een database voor verwarring zou kunnen zorgen, zijn er twee databases met dezelfde structuur gemaakt, genaamd ‘Leiden’ en ‘Zwolle’. Beide databases bevatten de drie hierboven vermelde tabellen.

Tijdens het Leidse en Zwolse bronnenonderzoek zijn de gegevens rond de zusters systematisch in de databases ingevoerd. Het werd al snel duidelijk dat niet alle velden inge-

|pag. 402|

_______________↑_______________

vuld konden worden, omdat bepaalde gegevens veelal in de bronnen ontbreken. Zo kennen we slechts van een beperkt aantal zusters het geboortejaar. De gegevens zijn ongecodeerd in de database ingevoerd, omdat codes de controleerbaarheid van de gegevens sterk verkleinen en omdat codering al een interpretatieslag inhoudt van bron naar database. Nadat de gegevensinvoer afgerond was, zijn coderingen toegevoegd in extra velden. Door middel van dergelijke coderingen kunnen snel statistische analyses uitgevoerd worden. Het idee achter de toevoeging van extra velden is dat de database meer structuur krijgt en dat gegevens uit de primaire bronnen niet verloren gaan. Zo bestaan de velden ‘Persoonsnumme’ en ‘Conventnummer’ uit unieke identificatienummers, die geen inhoudelijke betekenis hebben. Aan de tabel ‘Persoon’ zijn extra velden toegevoegd waarin voornaam, patroniem en geslachtsnaam gestandaardiseerd zijn. Binnen de tabel ‘Biografie’ zijn de velden ‘Sociale herkomst’ en ‘Familierelaties’ met bepaalde coderingen toegevoegd. Deze velden bevatten dus een interpretatie van de bronnen. Zo kan bijvoorbeeld op basis van gegevens in het veld ‘Kerngezin zeker’ geconcludeerd worden dat een zuster afkomstig was uit een patriciaatsfamilie. In dat geval is in het veld ‘Sociale herkomst’ de codering P (patriciaat) ingevoerd. Wanneer de sociale herkomst onbekend bleef, is het veld ‘Sociale herkomst’ niet ingevuld. Het veld ‘Familierelaties’ geeft door middel van coderingen een verkorte aanduiding van de achterhaalde familierelaties. In het veld werd bijvoorbeeld een ‘K’ ingevuld bij zusters waarvan leden van het kerngezin bekend waren. Bij de database is een lijst gemaakt waarop de betekenis van alle coderingen toegelicht wordt.

De verantwoording van de bronnen in de database vormde een probleem, omdat in de records (dus op een horizontaal niveau) gegevens uit verschillende, ongelijksoortige bronnen verzameld worden. Zonder een uitgekiend systeem van bronverwijzingen is niet duidelijk welk afzonderlijk gegeven uit welke bron afkomstig is. Wanneer de tabel ‘Biografie’ bijvoorbeeld gegevens bevat over de geografische herkomst van een bepaalde zuster, haar levensloop en familieleden, blijkt uit het bronnenveld niet welk gegeven precies waar vandaan komt. Ook is het een probleem om varianten en conflicterende informatie te verantwoorden. Toch moeten de gegevens in de database voor de onderzoeker zelf en voor anderen controleerbaar zijn. Deze kwestie is als volgt opgelost. Elk gegeven dat in de records vermeld wordt, krijgt als bronverwijzing een nummer tussen rechte haken. Als bijvoorbeeld in het veld ‘Levensloop’ vermeld wordt dat een zuster in 1450 geboren werd en in 1475 stierf, is achter het geboortejaar een [1] geplaatst en achter het sterfjaar een [2]. Op welke bronnen de nummers precies betrekking hebben, is zichtbaar in het bronnenveld, waar de bronnen op volgorde van nummer opgesomd worden. Daar blijkt bijvoorbeeld dat het zojuist aangehaalde geboortejaar 1450 afkomstig is uit GAL, Kl inv.nr. 2 en het sterfjaar 1475 uit GAL, SA I inv.nr. 52 fol. 7.

|pag. 402|

_______________↑_______________

 
– Luijk, M.D. van (2003). Bruiden van Christus: De tweede religieuze vrouwenbeweging in Leiden en Zwolle, 1380-1580. (proefschrift). Vrije Universiteit Amsterdam: Amsterdam.

Category(s): Zwolle
Tags: , ,

Comments are closed.