Coenraad Alexander Jordens

Mr. Coenraad Alexander Jordens (Deventer, 4 juli 1749 – Deventer, 19 januari 1807), gereformeerd, Hogeschool te Utrecht (1 februari 1768 – 12 februari 1768), promoveerde op een dissertatie met de titel: De praestatione culparum, advocaat te Deventer (1768-1807), gemeensman van de waterstraat te Deventer (1768 – 1782), raad in de Vroedschap van Deventer (1783 – 20 september 1787 (afwisselend met het schepenschap), schepen van Deventer (1783 – 20 september 1787 (afwisselend met het raadschap), gecommitteerde ten Landdage van Overijssel (1 april 1783 – 1787), ambteloos (september 1787 – april 1795), lid municipaliteit van Deventer (april 1795 – maart 1798), ambtman van Colmschate (mei 1797 – november 1802), lid municipaliteit van Deventer (juli 1799 – november 1802), lid magistraat van Deventer (november 1802 – november 1803), lid Wetgevend Lichaam (15 oktober 1803 – 29 april 1805 (voor Overijssel) zn. van Henrik Gerrit Jordens (1713-1781), gemeensman en burgemeester van Deventer en Agatha Aleida van Munster (1723-1763). Gehuwd op 2 augustus 1768 te Leiden met Johanna Wilhelmina Scheltinga (Leiden, 18 mei 1746 – Deventer, 20 februari 1822), dr. van Gerlach Scheltinga (1708-1765) en Jacoba Margaretha Marienburg (1715-1759).

bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Bron: www.parlement.com

Comments are closed.