Begijnen

Begijnen en begarden (ook wel bogaarden of beggaarden) waren respectievelijk vrouwen en mannen die leefden als alleenstaanden en deel uitmaakten van een soort vrije lekengemeenschap binnen de Rooms-Katholieke Kerk en meestal in een begijnhof verbleven. Anders dan een lid van een kloosterorde legden begijnen en begarden geen eeuwige geloften af, maar alleen tijdelijke geloften. Ze legden ook enkel de geloften van gehoorzaamheid en kuisheid af, niet van armoede. Zij mochten geldelijk en onroerend eigendom behouden. Door sommigen wordt de term begijn (spottend) gebruikt voor vrome vrouw of kwezel. In 2013 overleed de laatste begijn ter wereld in Kortrijk.
De patroonheilige van de begijnen is de Heilige Begga. Het woord ‘begijn’ zou afgeleid zijn van deze naam. Andere bronnen zeggen echter dat ‘begijn’ afkomstig is van de kleur van hun pijen: beige. Nog andere bronnen zeggen dat het woord afkomstig zou zijn van Albigenzen. Ook wordt wel verondersteld dat de term ‘begijn’ is afgeleid van de stam begg die zou duiden op mompelen, stamelen (vgl. het Franse bègue= stamelaar). In deze opvatting is een begijn een vrouw die voortdurend gebeden prevelt. Bron: Begijnen en begarden

Comments are closed.