|pag. 144|
Ofschoon zich ook reeds vroeger af en toe wel enkele israëlieten te Kampen zullen hebben opgehouden, dateert hunne eigenlijke vestiging toch eerst van 1661, toen aan een aantal Portugeesche israëlieten bij de volgende acte werd vergund zich hier te vestigen.
Burgemeesteren Schepenen ende Raedt der stadt Campen met ende nevents de gesworen gemeente, in serieuse deliberatie hebbende gelecht het versoeck gedaen uytten naem en door eenige cooplieden van de Joodsche natie, om alhier met verscheiden familien haar te motransporteren, vrije excercitie van haere religie en het recht der burgeren te genieten, onder presentatie van door alle bequaeme wegen en middelen den coophandel hier ter stede soo veel doenlijk te drijven, die te stabiliëren en te doen aengroeijen, voorbehouden dat gene Joden van de Duitsche natie, om redenen, mochten worden toegelaten, als met haer preallabele communicatie en advijs. Soo is ’t dat HaerEd Hoochachtb. met advys ende bewilliginge van de geswoorne gemeente als voren, haar supplianten uyt gewigtige beweegredenen hebben bewilligt ende toegestaen gelyck haer wordt bewilligt ende toegestaen cracht deses.
Eerstelyck, dat dieselve en die noch verder van haere natie gequalificeerd synde, tot dryvinge van coophandel haer alhier sullen willen transporteren om te wonen, sullen worden toegelaten en by provisie in een van hare huisen, de oeffeninge van haere religie vry sullen hebben te exerceren, sodaenigh als haer hetselve naer de wet Mosis is geboden en toegelaten, edoch bij aenwas willende timmeren een speciaele Synagogue, soo en sal het selve niet mogen geschieden op de Oude Straet, of omtrent eenige publyque kercke deser stadt.
|pag. 145|
Ten tweden, dat sy supplianten en die van haere natie nae liet winnen van deser stadt groote of cleine burgerschap, tegents betaelinge der jura daertoe staende, sullen hebben te genieten alle rechten, privilegien en immuniteyten, gelyck en als die bij andere burgeren worden beseten en genoten, onder praestatie nochtans van den burgerlycken eedt, ende behoorlycke gehoorsaemheyt, en het draegen van alle burgerlycke lasten.
Ten derden, dat geene joden van de duitsche natie en sullen werden toegelaeten, dan naer ingenomen advys van de oudsten onder haer.
En dit op conditie, dat sy niemandt van de Christenen op geenrehande praetext sullen mogen trecken en toelaten, en dat sy oock wel op het yverigste, soo veel doenlyck, de negotie hier ter stede zullen hebben te dryven, waerin haer Schepenen ende Raedt naer behoren de hand willen bieden, maer nochtans niet vermogen eenige winckelneeringe te doen, oft haer in eenige gilden te begeven.
Ende byaldien, tegen vermoeden, hier van yets mochte werden vergeten, soe sullen sy ofte hy, de sulxs mochte comen te begaen, de facto zyn versteeken van alle gerechticheden, beneficiën en immuniteiten haer ofte hem by desen eenigsints geaccordeerdt oft toegestaen. Sonder argelist. In oirconde der waerheyt hebben wy onses stadt groot secreet segel hier onder aen doen hangen en dese door onsen secretaris doen onderteeckenen.
Desen 5 Febr. in den jaere 1661.
Ad mandatum senatus,
R. van Breda Seret.
Het schijnt dat de Portugeesche israëlieten zich door deze voorwaarden op den duur te zeer gebonden achtten en hier niet de gewenschte welvaart konden erlangen. Langzamerhand verdwenen ze en maakten plaats voor Duitsche israëlieten, die zich hier vestigden.
In 1767 richtten deze in een huis achter den Nieuwen muur bij de Koornmarkt eene Synagoge in, terwijl de stadsregeering naar aanleiding van herhaalde onlusten in de gemeente ontstaan, verordeningen maakte omtrent ’t inwendig bestuur en ’t onderhoud der armen, vooral
|pag. 146|
in 1777, 1785 en 1791. Toen in 1790 de toeloop van onvermogende Israëlieten hier grooter werd, beval de stadsregeering dat zich voortaan niemand van deze gezindte hier zonder hare toestemming mocht vestigen, evenmin als ’t aan hen die gevestigd waren vergund was, zonder gelijke vergunning, geloofsgenooten van elders in dienst te nemen.
In 1796 woonden hier tweeëndertig israëlietische huisgezinnen, waaronder vier groot-burgers en vijf klein-burgers, terwijl het aantal huisgezinnen in 1792, 28 bedroeg met 133 hoofden. In 1876 waren hier 499 Nederduitsche israëlieten, die thans hunne eenvoudige doch nette en wel onderhoudene Synagoge aan den IJsselkant hebben op den hoek der Lampetsteeg.