Catalogus der Charters uit het Archief van het Burgerweeshuis (vroeger Buschklooster) te Zwolle

VEREENIGING TOT BEOEFENING

VAN OVERIJSSELSCH REGT EN GESCHIEDENIS.

_________

CATALOGUS DER CHARTERS

UIT HET

ARCHIEF VAN HET BURGERWEESHUIS

(vroeger Buschklooster)

TE ZWOLLE,

OPGESTELD DOOR

Mr. J.I. VAN DOORNINCK.

ZWOLLE,

DE ERVEN J.J. TIJL

1885.

[ ]

Blanco

No. 1.

          1393 op Santé Clemens dach.
     Herman van Randenrade Ridder, Ambtman van Zalland, verklaart, dat Jacob van Tyver Hermanszone aan zijne vrouw Ghese Grijmmen geschonken heeft de geheele grove en smalle tiende over het goed te Oestmanning in het kerspel en buurschap Hemese, benevens zijn aandeel in de 4 mud rogge per jaar, welke zij hadden uit het Nyenhuys te Eryen.
     Gerichtsluden: Henric van Haersolte, Herman van Haersolt zijn broeder, Conradus van der Luere (?)
     Met de zegels van den Ambtman en v. Tyver.

No. 2.

          1412 op sunte Bonifacius dach.
     Asse to Halle en Beernt to Halle geven aan (de kerk van) Onze Trouwe in den Hamme tot hunner en hunner ouders zielen zaligheid een stuk lands in hunne hove te Halle aan de noordzijde, met al het eikenhout, dat er op staat en groeijen zal.
     Met de zegels van Adam Zas kerkheer en van Heynric Hwsman, Ambtman der heerl. Borclo in Zallant. daar de schenkers geen zegel hadden.
     Annex het charter van 1560.

_______________↓_______________


|pag. 4|

No. 3.

          1423 op ons heren hemelvaerts auent.
     Seyne van den Water, Rentmeester in Salland, ontslaat namens den Bisschop van Utrecht Claes Gheertssoen des Veleken uit de koermedesche echt en het camerrecht, waarin hij aan het Sticht verbonden was en ontvangt in ruil Johan Henricssoen geheeten die Colner, wonende te Zwolle, die vrij was.
     Met het zegel des Rentmeesters.
     Op de keerzijde staat: littere liberationis toe Raelte.

No. 4.

          1424 des donredaghes naden heilighen Paesschedaghen.
     Otto van Brunchorst, heer tot Borcloe, verklaart dat Rabert zijn Ambtman in Salland en Hofmeijer te Elen hem »geghicht” heeft, dat Beernd van Borcloe, Foyse Assen dochter toe Halle diens vrouw en Seyne hun zoon voor hem en keurnoten aan Claes toe Halle zoon van Gherit den Veliken en Aleid Johan Bils dochter diens vrouw overgedragen hebben het geheel eerve en goed te Halle, in het kerspel den Hamme, in de marke van den Damme.
     Keurnoten: Ludiken die Witte, Heyne Cruse en Lubbert Lamberting.
     Otto bevestigt die acte en scheldt alle gepleegd verzuim kwijt, waardoor het erve aan hem vervallen mogt zijn.
     Het zegel van Otto is verdwenen.

No. 5.

          1424 opten Sonnendach jnuocauit.
     Otto van Bronchorst, heer te Borclo, vergunt aan Alijd toe Halle, echtg. van Claes des Velcken, zijn horige lieden, den hof te Halle, in ’t kerspel den Ham, erfelijk te hebben naar hofregt.
     Met het zegel van Otto.

_______________↓_______________


|pag. 5|

No. 6.

          1424 op sunte Jacobs auent des Meerres.
     Seyne Huysmanning, Rigter te Vmmen, verklaart, dat Beernd van Borcloe, Foyse diens vrouw en Seyne hun beider zoon aan Claes to Halle, Gerit des Veliken zoon, en Aleid zijn echte vrouw overgedragen hebben het geheele erve en goed to Halle in het kerspel van den Hamme, in de marke van den Damme, voorts dat Beernt en Foyse genoemd erve eertijds in den Hof te Elen voor Raberte toe Heymsteden, den Ambtman van Borcloe in Zalland, aan Claes en Aleid opgedragen hebben.
     Gerichtsluden: Gheert Wigbolding en Dirck Schoemaker.
     Met het zegel des Rigters.

No. 7.

          1429 op sancte Elisabetten dach viduwe.
     Robert Gheerlichsoen, Ambtman mijns Jonkers van Borkeloe, verklaart, dat voor hem en huisgenooten en koernoten des hoves tot Elen gekomen zijn Dirck Lubbertssoen, Johan toe Halle en Lubbert toe Halle gebroeders, Otte Dirck Lambers, Alijd en Gheertruid kinderen van Gheert toe Halle, die verklaarden allen met een moetsoen gescheiden te zijn van Claes toe Halle en Alijd diens vrouw, waarbij aan dezen het erve Halle in Dammer marke, Hammer kerspel, in vrijen eigendom afgestaan was, welke moetsoen gededingt was door Syze van den Cloester en Gheerloch toe Noertmeder.
     Huisgenooten: Heyne Krase en Ludeken die Witte.
     Met het zegel des ambtmans.

No. 8.

          1435 des wondesdaeges na sante Jacops dage.
     Hermen van Yoerst, Evert Schapp en Johan van

_______________↓_______________


|pag. 6|

Egene verkoopen van wege de gemeene erfgen. aan Clawes toe Halle »al alsulke meente als de menen erfgen. voer meente gengen in der Lamberger maet ende in den Dusteren Kampe.”
     Met de zegels van Herman, Evert en Johan.

No. 9.

          1440 op sancte Gregorius dach pape.
      Dirck Holtingk, Richter ten Hardenberghe, verklaart, dat Femme wed. van Wermer Grijmmen, met Hardert Stael als momber, aan Foysse Todden voor een edel eigen verkocht heeft de gr. en sm. tienden over Oestmannijngk te Hemis, in het gericht van den Hardenberghe, gelijk die plagten te behooren aan Engherbert van Tyuer en zal. Johan v.T. gebroeders.
     Gerichtsluden: Berent Iacobs van Manen en Johan van Millinghen.
     Met de zegels van den Richter, Hardert en Evert van Wijtmen, Rigter te Zwolle, die aan Holtingk de aarde aldaar gegund had, alle zeer beschadigd.

No. 10.

          1452 des saterdaghes na inuocauit in der vasten.
     Evert van Wijtmen, Rentmeester in Zalland, verklaart, dat Alijt Bosels en Berte, Essele, Wobbe haar dochters, alle met Lambert Bosel als momber, aan Johan van Venem en Henrick van Venem Gherlichszoon verkocht hebben haar erve en goed de Steghe, in het kerspel Raelte, buurschap Plegest, voor een vrij erve des hofs van Wye.
     Keurnoten en vrijen des hofs van Wye: Gert van Bernhem en Evert van Wengel.
     Met het zegel des Rentmeesters.

No. 11.

          1454 opten donresdach na den Sonnendage Judica.
      Otto heer te Bronchorst en te Borclo ontslaat voor

_______________↓_______________


|pag. 7|

een betaalde som gelds Claewes to Halle, Aleydt diens vrouw, Bernt en Aleyd hun dochters en Geerdt hun dochters zoon uit de volschuldige horigheid en eigendom, en schenkt hun allen tins kwijt uit het erve te Halle, dat hij tot een eigen goed gemaakt heeft.
     Met geschonden zegel van Otto.

No. 12.

          1162 op sunte Bonifatius dach des heiligen martelaors.
     Steven Camferbeke, Rigter ten Hardenberge, verklaart, dat heer Arnt van Lent priester, Evesse zijn zuster, met Andries Teluoeren haar man als momber, Lutgherd zuster van Arnt en Evese, met Bernt Henricsz als haar man en momber, en Egbert Bussching aan de gemeene zusters en maagden van het begijnenhuis ten Busch te Zwolle buiten Zassingpoorte verkocht hebben alle goed, dat zij erven mogten van hunne nicht Bette Todden, medezuster in dat begijnehuis en met name de grove en smalle tienden over het geheele erve Oestmaninck, behoorende aan de erfgen. van Lefert van Bergenthem en gelegen in de buurschap Hemijsse.
     Keurnoten: Johan Potghieter en Henric van der Haer.
     Het zegel des Rigters is verdwenen.

No. 13.

          1468 Dec. 29.
     Evert van Wijtmen, Rentmeester in Zalland, verklaart, dat Geerlijch van Venen, dienstman des Bisschops van Utrecht, hem zijn dienstregt overgegeven heeft in bijzijn der dienstluden Henrick Ahuys en Herman Bitter; en dat hij daarop Geerlijch ontvangen heeft als vrije des hofs van Wye.
     Vrijen des hofs van Wye: Johan Luykensz en Johan Stackenberch.
     Met het zegel van Evert.

_______________↓_______________


|pag. 8|

No. 14.

          1475 op Santé Lamberts auent des hilighen Bisschopes.
     Steven Campherbeke, Rentmeester in Zallant, verklaart, dat in tegenwoordigheid van Hermen Bitter en Willem Stockman, leenmannen, Hille wed. van Steven Harnischmaker hem overgegeven heeft haar dienstregt, waar zij ingeboren was, met verzoek ontvangen te worden in de vrije echt des hofs van Wye, waarop de Rentmeester haar een brief geeft, om te hebben en te gebruiken al zulke echt en regt, erfnisse en goed, als vrijen in dien hof plegen te hebben.
     Vrijen in den hof van Wye: Johan Egbertssoen en Roloff van Wye.
     Met het zegel des Rentmeesters.

No. 15.

          1481 opten donnersdagh nest na den sonnendage Oculi mei.
     Johan Lamppe, Vrijgreve van Jonker Gijsbert heer to Bronchorst en to Borcloe en der jonkers van Merkelde, verklaart dat Reyneken Johans zoon van Borcloe »rechtsforderinge des vryenstols rechten” gedaan had aan Johan, Egbert en Gerdt toe Halle wegens het goed te Halle, waarop hij aanspraak meende te hebben, dat daarvoor heden als regtdag bepaald was, op welken regtdag »gefunden” is, dat hij geen regt op dat erve had, blijkens zegels en brieven zijner voorouders.
     Met het zegel des Rigters.

No. 16.

          1488 op sent Katrijnen auent.
     Frederijck van Zulen van Blekenberck, Rigter te Vmmen, verklaart, dat Johan van Borkele en Reynken

_______________↓_______________


|pag. 9|

diens zoon, Berent van Borkele, Hubert Gerss, Johan Everss, Johan Peterss, Werner Johanss, Derk Seynenss, Johan Wijlberdijnck, Johan Seynensz, Foyse Johans zuster en Enghele Johan Seynen zuster alle regten, welke zij hadden op (de) Halle, in het gerigt van Vmmen en onder de Klokke van den Ham, buurschap Meer, gelegen, aan Zwane, dochter van Gheerd toe Halle, hebben overgedragen.
     Keurnoten: Herman Aernssz en Ghert Bertelss.
     Met het zegel des Rigters.

No. 17.

          1493 op sunte Marien Maddelenen Auent.
     Gerit Mulert, Rentmeester van Salland, verklaart, dat Hylle wed. van Steven Hernessmaicker, met Bartolt van Hairst als momber, aan Lambert Wernerssoen, wonende te Raelte op den Olycamp, verkocht heeft het geheele vrije erve en goed des hofs van Wye, geheeten Steghe, in het kerspel Raelte, buurschap Plegest.
     Vrijen des hofs: Egbert van der Heyne en Roloff van Wije.
     Met het zegel des Rentmeesters.

No. 18.

          1493 saterdages nae sunte Lucien dach virginis.
     Dezelfde verklaart, dat Lambert Wernersz erkend heeft, dat Hijlle wed. van Steven Hernessmaicker met Bartold van Hairst als momber hem opgedragen had het geheele vrije erve en goed van den Hof van Wye, geheeten die Steghe, gelegen in het kerspel Raelte, buurschap Plegest, dat hij daarop echter geen regten heeft, doch slechts uit vriendschap »holder” daarvan is ten behoeve des gemeenen kloosters en convents

_______________↓_______________


|pag. 10|

geheeten then Bussche buiten Zwolle en dat hij, wanneer de pater en zusters van dat klooster dat begeeren, »wtganck” daarvan doen zal.
     Vrijen van den Hof van Wye: Gerit Bartolsz en Seyne Bartolsz.
     Met geschonden zegel des Rentmeesters.

No. 19.

          1508 op santé Vincentius dach des heiligen martirs.
     Eefsche Schroers, met Geert Schroer als momber, wonende te Raelte, verklaart, dat Henricus van Cleeff, Pater te Marienbusch bij Zwolle, haar kraehtens den koopbrief »to gude ghescholden” had het geheele vrije erve en goed in den hof van Wye, geheeten ter Huere, in het gerigt van Raelte, buurschap Pleechste, doch dat zij dat erve slechts uit vriendschap als »holdersche” heeft en verder geen regt daarop heeft.
     Daar Eefsche geen zegel had, bezegeld door Johan Sp(l)ijtloff en Hermen van Hoerste, burgers te Zwolle.

No. 20.

          1529 op sancte Cecilien dach der hilliger Jouffer.
     Johan Mulert, Rentmeester van Zallant, verklaart, dat Herman Euerssz en Alijt diens vrouw erkend hebben van het vrije goed in den Hof van Wye, geheeten die Steghe en gelegen in het kerspel Raelte, buurschap Plegest, slechts »holder” te zijn uit vriendschap, van wege het klooster then Bussche binnen Zwolle.
     Vrijen in den Hof van Wye: Henrick van Denseler en Henriet Engbersz.
     Met het zegel des Rentmeesters.

No. 21.

          1547 vp dinxtach nae sancte Michiels dach des hilligen Eertzengels
     Steven van Haerst en Juffer Anne zijn vrouw, Sy-

_______________↓_______________


|pag. 11|

mon van Haerst en Juffer Gerrijt zijn vrouw dragen aan het Convent van Buschklooster binnen Zwolle over al hun aanspraken op een stuk land of maede, geheeten Reest, liggende in het erve van het convent te Plegest, behoudens dat hun zuster Wye levenslang ½ ggl. per jaar daaruit hebben zal voor een »cruyt-penninck”.
     Met de zegels der gebroeders v. Haerst.

No. 22.

          1552 Oot. 28.
     Engelbert van Ensse, Rentmeester Generaal van Sallant en Vollenhoe, beleent Jan Euerts uit het kerspel Wyhe, niet het volschuldige, horige, vrije, ledige erve en goed des Hofs van Wyhe, geheeten die Steege of die Hurne, in het kerspel Raelte, buurschap Pleest.
     Bij gebreke van 2 vrijen des Hofs van Wye, tegenwoordig de 2 vrijen des Hofs te Emmen: Geert Aelberts en Geert Gheersz.
     Met het zegel des Rentmeesters.

No. 23.

          1556 Sept. 9.
     Vnyko Ripperda, Drost van Zalland, Goessen van Raesfeldt, Drost van Twenthe, Johan van Rede, Drost te Haxberghe, Diepenhem en Laege, Johan van den Boetseler en Gerdt Luekenssen doen als arbiters, met goedvinden des Stadhouders, uitspraak in het langdurig geschil, thans nog in claringe aanhangig tusschen Buesch-klooster vanwege zuster Zwenne ter Halle t. e. z. en Roloff van Ommen, wien Zwenne haar goed eertijds opgedragen had t.a.z.: van het erve ter Halle en ander goed in Mastebroek, waarover het geschil loopt, en waarvan de jaarlijksche op-

_______________↓_______________


|pag. 12|

komsten eenige jaren in sequestratie geweest zijn, zal het klooster de opkomsten over het loopende jaar hebben, en die van de vorige jaren zullen beide partijen half hebben, met compensatie van kosten; voorts zal Roloff zijne brieven aan den Drost van Salland overgeven ter vernietiging; het klooster zal in het bezit gesteld worden der goederen, niet uitzondering van »goerden met huesstede”, staande bij Haller Elsbroeck, waarop een huis staat, dat de erfgen. uit de marke aan Roloff met goede gunst gegeven hebben, en welk land hij reeds verkocht had aan den Meijer op Halle, die het hem betalen zal.
     Met de 5 zegels der arbiters.     

No. 24.

          1560 Maart 26.
     Johan Lamberdinck, Johan Dubbinck en Henrick van Hellendoern, kerkmeesters in den Ham, verkoopen namens de gezamenlijke erfgenamen, voor een som gelds besteed tot reparatie der kerk, aan het gemeene convent van S. Marienbusch binnen Zwolle een stuk land, door Asse tho Halle en Berent tho Halle in 1412 op S. Bonifacius aan Onze Vrouw in den Hamme geschonken blijkens getransfixeerde acte.
     Met de geschonden zegels van de kerk, van Johannes van Zutphen, Prior van Bethlehem en van Heer Sander Suere, Prior in Sybckeloe als principale erfgen. namens hun klooster.
     Annex aan het charter van 1412.

No. 25.

          1624 Febr. 16.
     Johan van Tongeren en Hans Alberts, Schepenen indertijd van Swolle, verklaren, dat Aerent van Romunde, Muntmeester, aan Gerridt Hemminck en Tonis

_______________↓_______________


|pag. 13|

Haecke, als Provisoren van het Weeshuis aldaar, verkocht heeft 2 akkers zaailand in Assendorper enk, den eenen naast geland zuidwaarts Westerholthe, noordwaarts Beerent Reyners, den anderen naast geland zuidwaarts Hendrick Messemaecker, noordwaarts den Ambtman Beeck, beide ten oosten schietende aan den weg naar den Marsch, niet nog l½ lichte schaere of koeweiden, liggende in het 2e blok van den Werlemersch, alle welke perceelen zijn kommervrij.
     Met de zegels der Schepenen.

No. 26.

          1624 Febr. 16.
     Dezelfde Schepenen verklaren, dat Aerent van Romunde, Muntmeester, aan Gerrit Hemminck en Tonis Haeke, als Provisoren van het Weeshuis, verkocht heeft 1½ lichte schaere of een koeweide in het tweede blok op Werlemers.
     Van de zegels is alleen dat van v. Tongeren over. De acte is geteekend door J. Wiferding Secretaris.

No. 27.

          1633 Jan. 19.
     Br Henrick Cluppell voor hem en zijne kinderen verkoopt aan Gerridt Hemminck en Anthonis Haecke, als Provisoren van het Weeshuis te Zwolle, de grove tienden over het erve en goed Herdingh en de grove en smalle tienden over de erven Alfferdinck, Loininck en Passinck en over de katerstede, waarop zal. Willem Rotgers die Weerdt plagt te wonen, alle in het kerspel Hellendorn, buurschap Haerle, en leenroerig aan de Deventer Proostdij; benevens de grove tienden over 3 akkers, die niet leenroerig zijn,

_______________↓_______________


|pag. 14|

afkomstig van Tonis Smitt of Gertruidt Voncken, de Ro….ackers of nu de Haerssbroecke genoemd, in de buurschap Haerle, voor 7000 keizers gl.
     Op papier. Gedaan te Deventer. Geteekend door partijen.
     Op 5 Mei 1645 werd de laatste termijn betaald.

No. 28.

          1715 April 13.
     Cornelis Wyer, Ambtman der Abdis van Essen in Zalland, verklaart, dat Gerrit Henriksen Meyer, op het erve Paerhuis te Seysse, kerspel Ommen, zich gegeven heeft in den echte des hofs te Archum en daarop ten behoeve van het Burger-weeshuis te Zwolle beleend is met het volschuldig hofhoorig erve Paerhuis.
     Leenmannen, bij gebreke van hofgenoten: Lambert van Lingen en Antoni Sayen.
     Volgens Resol. van Schepenen en Raad in erfpacht uitgedaan 5 Nov. 1741 aan de wed. Selbach.

No. 29.

          1717 Dec. 11.
     Theodorus Beuns, Ambtman der Abdis van Essen in Zalland, beleent Lodewijk van Sonsbeeck, als Provisor en ten behoeve van het Burger-weeshuis binnen Zwolle en Jan Hulsbergen, als momber van Hendrickjen, Fennichjen en Geertruit Hulsbergen, nagelaten kinderen van Hendrick Jansen Hulsbergen en Hillichjen Hendricks, met een akker lands bij de Meule, gesproten uit Niels goed tot Assendorp in de vrijheid van Zwolle, zijnde vrij van allen onraad, gelijk Hendrick en Hillichjen daarmede het laatst 9 Jan. 1692 beleend zijn.
     Leenmannen: Theodorus Joan van der Ketten en Albertus Wylinck.
     Geteekend door Beuns, wiens zegel verdween.

_______________↓_______________


|pag. 15|

No. 30.

          1729 Oct. 11.
     Willem Louwerman en Jacob Vriesen, Schepenen te Zwolle, verklaren, dat Janna Hendriks, wed. Hendrik Maathuis, ten behoeve van Berent Willemsz en Hermen Prins, als mombers over Antony en Berent Maathuis, kinderen van Janna en Hendrik, voor de 147 Car. gl. 15 st., bij maagscheid aan de kinderen toegewezen, verhypothekeerd heeft haar woonhuis buiten de Dieserpoort bij de eerste putte, tusschen E. Hogenkamp en Jan Hendriks.
     Met geschonden zegels der Schepenen en de handteek. van G. Wicherlink Secretaris.
     25 Nov. 1745 is het verband opgeheven.

No. 31.

          1729 Nov. 18.
     Joan van Suchtelen J. U. D., Burgemeester van Deventer en Verwalter der Proostdij-leenen van de Lebuinikerk aldaar, beleent Harmannus Grevink ten behoeve der Provisoren van de arme burger-weezen te Zwolle, met de grove en smalle tienden over de erven Haardink, Loenink, Alpherdinck, Passink en de katerstede, waarop zal. Willem Rotgers de Weerdt plagt te wonen, alle in het kerspel Hellendoorn, buurschap Haerle.
     Leenmannen: Pr. Josias Sluysken en Henrik Hesselink.
     Geteekend en bezegeld door J. v. S., wiens zegel echter verdwenen is.

No. 32.

          1730 Febr. 10.
     Gerhard Molkenbour en Willem Meuwsen, Schepenen te Zwolle, verklaren, dat Janna Hendriks, wed. Engbert Maathuis, aan Gerrit Jaspers in den Hulst

_______________↓_______________


|pag. 16|

schuldig beleden heeft 150 Car. gl., te verrenten met 4 C. gl. per jaar, waarvoor zij verbindt haar woonhuis op den hoek van de Nijstad, tegenover de nieuwe allee, naast Vrerik van Graal.
     Met de zegels der Schepenen, waarvan het 1e geschonden, en de handteek. van G. Wicherlink Secret.

No. 33.

          1750 Junij 29.
     Willem Reinout Joseph Lipperus, Ambtman der Abdis van Essen in Overijssel, beleent Secretaris Henderik Rojer, ten behoeve van het Weeshuis te Zwolle, met een akker bij de meule, gesproten uit het erve Nielsgoed in de buurschap Assendorp.
     Leenmannen: Jacobus Johannes de Man en Hendrik Jan Luttenberg.
     Het zegel des Ambtmans is verdwenen.

_______

_______________↓_______________


|pag. 17|

REGISTER.

[De nommers zijn die der charters. Is een zegel aanwezig, dan geeft een * dit aan.]

___________

Aarde gunnen (De)” 9.
Aelberts 22.
Aernsz 17.
Ahuys 13.
Alberts 25*, 26.
Alferdinck (Erve) 27, 31.
Archum (Hof te) 28.
Assendorp 29, 33.
Assendorper-enk 25.
Bartolsz, Bertolss 16, 18.
Beeck 25.
Bergenthem (v.) 12.
Bernhem (v.) 10.
Bethlehem (Prior v.) 24.
Beuns 29.
Bil 4.
Bitter 13, 14.
Boetselaer (v. den) 23*.
Borclo (Heerlijkheid, Ambt
     man der Heerl. in Salland)
     2, 4, 6, 7.
— (Vrijgreve des Jonkers v.)
     15.
Borclo (Heer v.) 4, 5*, 11.
Borcloe, Borkele (v.) 4, 6, 15, 16.
Bosel 10.
Bronchorst (Heeren v.) 4, 5*, 11*.
— (Vrijgreve des Jonkers v.) 15.
Busch (Klooster ten), Busch
     klooster, Bagijnenhuis ten
     B., Kl. van Marienbusch
     buiten Zassingpoorte te
     Zwolle 12, 18, 21, 23, 24.
Bussching 12.
Dam-marke 4—7.
Denseler (v.) 20.
Deventer (Proostdij v.) 27, 31.
Dienstregt 13, 14.
Diepenheim (Drost v.) 23.
Diezerpoort (Woonhuis bui
     ten) 30.
Dubbinck 24.
Dusteren kamp (den) 8.
Egbertsz 14.
Egene (v.) 8*.
Elen (Hof, Hofmeijer v.) 4,
     6, 7.
Emmen (Hof te) 22.
Engbersz 20.
Ensse (v.) 22*.
Eryen, Arrien (Buurschap) 1.
Essen in Zalland (Ambtman
     der Abdis v.) 28, 29, 33.
Eversz 16, 20, 22.
Geerlichssoen 7*.
Gheerss, Gerss 16, 22.
Graal (v.) 32.
Grevinck 31.
Grijmmen 1, 9.
Haecke 25—27.

_______________↓_______________


|pag. 18|

Haaksbergen, Haxberghe
     (Drost v.) 23.
Haer (v. der) 12.
Haardink, Herdingh (Erve)
     27, 31.
Haerle (Buurschap) 27, 31.
Haersbroecke (de) 27.
Haersolte, Hairst (v.) 1, 17, 18, 21.
Halle (Hof, Erve to) 2, 4—7,
     11, 15, 16, 23.
Halle (to, toe, ter) 2, 4—8, 11,15,
     16, 23, 24.
Haller elsbroek 23.
Ham (Marke, Kerspel den)
     4—8.
— (De klokke v. d) 16.
— (O. L. Vr. kerk, Kerkmees
     ters in den) 2, 24*.
Hardenberg (
Rigter te) 9, 12.
Harnismaecker 14, 17, 18.
Heemse, Hemis, Hemysse
     (Buurschap en Kerspel) 1,
     9, 12.
Heymsteden (Rabert toe) 4, 6.
Heyne (v. der) 17.
Hellendoorn (Kerspel) 27, 31.
Hellendoorn (v.) 24.
Hemminck 25—27.
Hendriks, Henricsz 12, 28—30, 32.
Hesselinck 31.
Hoerste (v.) 19.
Hogenkamp 30.
Holtingk 9*.
Horigheid 11.
Huismanning 6*.
Hwsman 2*.
Hulsbergen 29.
Hulst (den) 32.
Hurne (de) of de Steege 22.
Huere (Erve ter) 19.
Jaspers 32.
Johansz 16.
Camerrecht 3.
Camferbeke 12*, 14*.
Ketten (v. der) 29.
Claringe 23.
Cleeff (v.) 19.
Cloester (v. den) 7.
Cluppell 27.
Koermedesclie echt” 3.
Koeweiden (Lichte schaere
     of) 25, 26.
Colner (die) 3.
Compensatie v. kosten 23.
Cruytpenninck” 21.
Kruse 5, 7.
Lage (Drost v.) 23.
Lamberger maat 8.
Lambers 7.
Lamberting 5, 24.
Lamppe 15*.
Lent (v.) 12.
Lingen (v.) 28.
Lipperus 33.
Loenink, Loinink (Erve)
     27, 31.
Louwerman 30*.
Lubbertsz 7.
Luykensz, Luekenssen 13, 23*.
Luttenberg 33.
Luere (v. den) 1.
Maathuis 30, 32.

_______________↓_______________


|pag. 19|

Man (de) 33.
Manen (v.) 9.
Marienbusch = Busch (ten)
Marsch (De weg naar d.) 25.
Mastebroek 23.
Meer (Buurschap) 16.
Me(e)uwsen 32*.
Merkelde (Vrijgreve der Jonkers
     v.) 15.
Messemaker 25.
Millinghen (v.) 9.
Moetzoen 7.
Molkenbour 32*.
Mulert 17*, 18*, 20*.
Muntmeester 25, 26.
Nielsgoed te Assendorp 29,
     33.
Nijenhuis (het) te Erijen 1.
Nieuwe allée te Zwolle (de)
     32.
Nystad (de) te Zwolle 32.
Noertmeder (toe) 7.
Olycamp (de) 18.
Ommen, Vmmen (Kerspel) 28.
— (Rigter te) 6, 16.
Ommen (v.) 23.
Oestmanning (Erve) 1, 9, 12.
Paerhuis (Erve) 28.
Passinck (Erve) 27, 31.
Petersz 16.
Pleegst, Plegest, Pleechst,
     Pleest (Buurschap) 10,17—
     22.
Potghieter 12.
Prins 30.
Raelte (Kerspel) 3, 10, 17—22.
Raesfeldt (v.) 23*.
Randenrade (v.) 1*.
Rede (v.) 23*.
Reest (Land geheeten) 21.
Reyners 25.
Ripperda 23*.
Royer 33.
Ro…akkers (de) 27.
Romunde (v.) 25, 26.
Rotgersz 27, 31.
Sayen 28.
Zalland (Ambtman v.) 1.
— (Drost v.) 23.
— Rentmr. in) 3, 10, 13, 14,
     17, 18, 20.
en Vollenhove (Rentmr.
     Gen. v.) 22.
Zas 2*.
Zassingpoort te Zwolle
     (Buschklooster buiten) 12.
Schaere (Lichte)” of Koe
     weide 25, 26.
Schapp 8*.
Schoemaker 6.
Schroer 19.
Seynensz 16.
Seysse (Buurschap) 28.
Secretaris van Zwolle 26,
     30—33.
Sequestratie 23.
Sybekeloe (Prior in) 24*.
Sluysken 31.
Smitt 27.
Sonsbeeck (v.) 29.
Splijtlof 19.
Stael 9*.

_______________↓_______________


|pag. 20|

Stackenborch 13.
Steghe (de) of de Hurne 10,
     17, 18, 20, 22.
Stockman 14.
Suchtelen (v.) 31.
Zulem v. Blekenberch (v.) 16*.
Suere 24.
Zutphen (v.) 24*.
Zwolle (Burgers v.) 19.
— (Rigter v.) 9.
— (Schepenen v.) 25, 26, 30,
     32.
Telvoeren 12.
Tins 11.
Tyver (v.) 1*, 9.
Todden 9, 12.
Tongeren (v.) 25*, 26*.
Twenthe (Drost v.) 23.
Veleke, Velicke (de) 3—6.
Venem (v.) 10, 13.
Voncken 27.
Voerst (v.) 8*.
Vriesen 30*.
Vrijstoel 15.
Water (v. den) 3*.
Weerdt (de) 27, 31.
Weeshuis (Provisoren v. h.)
     25, 29, 31, 33.
Wengel (v.) 10.
Werlemarsch 25, 26.
Wernersz 17, 18.
Westerholte 25.
Wicherlink 30, 32.
Wy(h)e (Hof vq.) 10, 13, 14,
     17—22.
Wyhe (v.) 14, 17.
Wyer 28.
Wiferding 26.
Wigbolding 6.
Wijlberdijnck 16.
Wylinck 29.
Willemsz 30.
Wijtman (v.) 9*, 10*, 13*.
Witte (de) 5, 7.

 
– Doorninck, Mr. J.I. van (1885). Catalogus der Charters uit het Archief van het Burgerweeshuis (vroeger Buschklooster) te Zwolle Zwolle: Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis.

Category(s): Zwolle
Tags: , ,

Comments are closed.