verzuiling en daaruit volgend, binnen het beschavingsoffensief en de genootschappelijkheid, in de periode
1863 tot 1902.
Doctoraalscriptie nieuwste geschiedenis
Rijksuniversiteit Groningen
Juli 2004
Begeleidend docent: dr. H.M.F. Krips – van der Laan
Gerrit Roelof de Graaf
Studentnummer 1239716
|pag. 2|
INHOUD | |
Voorwoord | 5 |
Inleiding | 6 |
Hoofdstuk I | |
Eén vereniging, drie onderzoeksvelden | |
De verzuiling | 9 |
Het beschavingsoffensief | 13 |
De genootschappelijkheid | 16 |
Hoofdstuk II | |
Fides Quaerit Intellectum (1863-1902) | |
De voorgeschiedenis en context van Fides Quaerit Intellectum | 20 |
De Afscheiding en het kerkelijk terrein | 20 |
De Theologische School | 22 |
De vrijdagavondkrans | 23 |
Oprichting van het studentencorps | 25 |
Doelstellingen en idealen | 27 |
Formele regelingen en organisatie | 28 |
Lidmaatschap | 29 |
De cijfers | 29 |
Een sociaal-economisch model | 30 |
De sociaal-economische positie van de afgescheidenen | 31 |
De sociaal-economische positie van de studenten | 32 |
Werkzaamheden | 34 |
De Vrije Krans | 34 |
Het corpsfeest | 35 |
Lezingen en huishoudelijke vergaderingen | 36 |
De almanak | 37 |
Subverenigingen | 38 |
Concordia | 38 |
Literaire clubs | 39 |
Muzikale verenigingen | 39 |
Gymnastische verenigingen | 40 |
Theologische verenigingen | 40 |
↑pag. 3↑ |
|
Externe betrekkingen | 41 |
Overheid en burgers | 41 |
Het buitenland | 41 |
Studentenverenigingen | 42 |
De kerkelijke gemeente | 42 |
Besluit | 43 |
Hoofdstuk III | |
De plaats van Fides Quaerit Intellectum in de verzuiling en het beschavingsoffensief | |
Het orthodoxe veelstromenland | 44 |
Afgescheiden/Christelijke Gereformeerde organisatie | 44 |
Maatschappij- en cultuurvisies binnen de orthodox-protestanise zuil | 47 |
De bevindelijk-gereformeerden | 47 |
Abraham Kuyper | 48 |
De Afgescheiden/Christelijke Gereformeerde Kerk | 49 |
Fides Quaerit Intellectum | 50 |
De plaatselijke verzuiling bezien vanuit het beschavingsoffensief | 51 |
De context: Kampen en de ontwikkeling van de verschillende zuilen | 51 |
Het interne orthodox-protestantse beschavingsoffensief | 53 |
Het externe orthodox-protestantse beschavingsoffensief | 54 |
Het beschavingsoffensief richting de studenten | 55 |
De rol van de studenten in de orthodox-protestantse zuilvorming | 58 |
Hoofdstuk IV | |
De plaats van Fides Quaerit Intellectum in de genootschappelijkheid | |
Corpora | 62 |
Het leesgezelschap van Fides Quaerit Intellectum en Vindicat atque Polit | 64 |
Rederijkerskamers | 66 |
Jongelingsverenigingen | 69 |
Orthodox-protestantse studentenverenigingen: Fides Quaerit Intellectum en Vera et Recti Amici |
72 |
Afweging | 75 |
Bronnen en literatuur | 79 |
Bijlagen | 86 |
|pag. 4|
VOORWOORD
Eén van mijn favoriete historici, Jan Romein, deed ooit de uitspraak: ‘Geloof niet wat geschiedschrijvers zeggen’.1
Als groot voorstander van integrale geschiedschrijving bedoelde hij hier volgens mij zoveel mee als: ‘Laat je niet te makkelijk overtuigen’. Een gevaarlijke tip aan het begin van een doctoraalscriptie. Toch is het juist zo’n kritische insteek die de geschiedschrijving zinvol doet zijn. Het meest overtuigende verhaal blijft over, is één van de meest wezenlijke dingen die ik tijdens de studie geschiedenis in Groningen heb geleerd.
De overtuigingskracht van mijn scriptie is mede te danken aan een aantal mensen. Allereerst aan het kritische meelezen en de vele tips van mijn scriptiebegeleider dr. Hilde Krips – van der Laan. Verder was het meelezen van mijn vriend Pieter te Velde ook geen overbodige luxe. Minder direct, maar zeker niet minder belangrijk was de steun van mijn ouders. Ook de medewerking van het gemeentearchief te Kampen en de gesprekken met prof. Van Gelderen van de Theologische Universiteit te Kampen waren erg waardevol. Ten slotte ben ik vooral mijn vrouw Peterine, die het hele proces van dichtbij heeft gevolgd erg dankbaar.
Het is niet geheel salonfähig God te bedanken in een voorwoord. Toch zou het niet eerlijk zijn mijn eigen persoon te verzwijgen. Als wetenschappelijk eindresultaat van vier jaar studie is deze scriptie bewust niet vanuit een ordenend beginsel geschreven. Zover gaat mijn bewondering voor Jan Romein nu ook weer niet. Wel heb ik als christen mijn relatie met God juist als erg stimulerend ervaren in het bezig zijn met historisch onderzoek.
Hopelijk straalt dat plezier er ook vanaf. Veel leesplezier!
Gerrit de Graaf
Kampen, Juli 2004
|pag. 5|
– Graaf, G.R. de (2004). Fides Quaerit Intellectum: Geloof zoekt te verstaan: Een onderzoek naar de plaats van het Kamper studentencorps Fides Quaerit Intellectum binnen de verzuiling en daaruit volgend, binnen het beschavingsoffensief en de genootschappelijkheid, in de periode 1863 tot 1902. (Doctoraalscriptie). Nieuwste geschiedenis, Rijksuniversiteit Groningen, Groningen.