Anderhalve eeuw Zwols – Inhoudsopgave

Anderhalve eeuw Zwols

[ ]

Omslag: Zwolle: de Grote Markt met rechts sociëteit De Harmonie. Schilderij door
Adrianus Serné, 1834. Collectie Stedelijk Museum Zwolle.

Publicaties van de IJsselacademie nr. 232
© IJsselacademie 2012
© Ph. Bloemhoff-de Bruijn
ISBN 978-90-6697-228-5

Vormgeving: Frank de Wit, Zwolle

Alle rechten voorbehouden 1 [1. Met dank aan mevr. Ph. Bloemhoff-de Bruijn en de IJsselacademie voor de verleende toestemming tot digitalisering en publicering op dboverijssel.]. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbenden.

[ ]

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

Anderhalve eeuw Zwols

Vocaalveranderingsprocessen in de periode 1838-1972

Proefschrift

ter verkrijging van het doctoraat in de
Letteren
aan de Rijksuniversiteit Groningen
op gezag van de
Rector Magnificus, dr. E. Sterken,
in het openbaar te verdedigen op
donderdag 15 november 2012
om 14.30 uur
 
door
 
Philomena Christina Gerarda Maria Bloemhoff-de Bruijn
geboren op 29 april 1953
te Zwolle

[ ]

Promotor:
Beoordelingscommissie:
Prof. dr. H.W.H. Niebaum
Prof. dr. R.W.N.M. van Hout
(Radbouduniversiteit Nijmegen)
Prof. dr. G.T. Jensma
Prof. dr. F. Zwarts

[ ]

Woord vooraf

Het zal ongeveer vijf jaar geleden zijn dat prof. dr. Hermann Niebaum mij het idee aan de hand deed om een proefschrift te gaan schrijven. Het was juist in die tijd dat ik wat meer mijn handen vrij kreeg: de kinderen waren aan de studie en de deur uit gegaan. Bovendien was ik in mijn werk op de IJsselacademie als projectleider streektaal duidelijk toe aan een nieuwe uitdaging. Beide omstandigheden, gecombineerd met het uitstekende voorbeeld van mijn zeer geleerde partner Henk, creëerden de voorwaarden om voortvarend met dit project van start te gaan, en dat binnen een redelijke termijn te voltooien.
De keuze van mijn onderwerp: de stadstaal van Zwolle, provinciehoofdstad van Overijssel, lag niet op voorhand vast, maar wel voor de hand.
Als dialectmedewerker van de IJsselacademie, zoals mijn functie toen werd aangeduid, heb ik decennia geleden een bundel Zwolse verhalen, de Zwolsche Sketsies van Willem Kloeke, opnieuw uitgegeven. Voor het nawoord in dat boek heb ik toen op beperkte schaal al onderzoek gedaan naar veranderingen binnen deze stadstaal. Ik was van plan daar nog eens nader op in te gaan, en nu kon het er dan eindelijk van komen.
Nadat mijn promotor Hermann Niebaum en ik het onderwerp voor deze dissertatie hadden bepaald, liet hij mij in mijn onderzoek vrijwel volledig vrij. Maar op momenten dat ik eraan twijfelde of ik wel op de goede weg was, wist hij me steeds moed in te spreken. Op de voorlopige versies die ik zo nu en dan waagde in te sturen, reageerde hij altijd bijzonder positief, en ook snel! Ik ben hem veel dank verschuldigd voor de hartelijke begeleiding en de nauwgezette
wijze waarop hij mijn teksten steeds heeft doorgenomen.
De leden van de beoordelingscommissie, Prof. dr. R.W.N.M. van Hout (Radbouduniversiteit Nijmegen), Prof. dr. G.T. Jensma en Prof. dr. F. Zwarts dank ik voor hun bereidheid mijn proefschrift te willen doornemen.
In Zwolle zijn als informant uit de binnenstad bij mijn onderzoek betrokken geweest: Annie Burbach, Annet Spanhaak, Willem van der Veen, Piet Backers, en Nico en Paul Reichenbach.
Voordien, en ook nog tijdens mijn onderzoek, heb ik ook met Zwolsen van buiten de grachten van gedachten gewisseld, van wie ik wil noemen: Jan Dijkslag, Loes en Hennie van ’t Haar en Connie van Riessen. Bij Loes en Hennie, Annie, Piet, Willem en Paul werd ik hartelijk ontvangen met koffie en koekjes, en iedereen was altijd bereid mij telefonisch of via de mail aanvullende gegevens te verstrekken. Ik zou niet zonder hun medewerking hebben gekund.
Dank ben ik ook verschuldigd aan mijn werkgever, de IJsselacademie, die mij een aantal jaren in staat stelde een dag per week aan mijn proefschrift te werken, en die het uiteindelijke resultaat als uitgave in het IJsselacademiefonds wilde opnemen. Van alle collega’s wil ik in het bijzonder directeur Jos Mooijweer danken voor zijn positieve, stimulerende houding. Tijdens de

|pag. 5|

_______________↑_______________

laatste twee functioneringsgesprekken kraste hij eenvoudig zonder commentaar de voorziene einddatum door, om deze door een nieuwe te vervangen.
Voor de Duitse en Engelse vertaling van de samenvatting van het boek zorgden resp. mijn promotor en Hannelore Dijksma-Dörtelmann, eveneens van Duitse komaf en minstens even consciëntieus. Ik ben blij met hun bijdrage.
Ook vormgever Frank de Wit komt dank toe. Hij zorgde ervoor dat het boek een aantrekkelijk omslag en een mooie lay-out heeft gekregen.

Dat het schrijven van een proefschrift geen sinecure is, hebben de mensen in mijn onmiddellijke omgeving van harte mogen meebeleven. Ik dank hen voor het begrip dat ze steeds hebben opgebracht.
Zonder overdrijven kan ik zeggen dat dit proefschrift nog niet zou zijn afgerond zonder de stimulerende gesprekken met mijn partner Henk, het gebruiksgemak van zijn uitgebreide bibliotheek en zijn bereidheid voor mij nog aanvullende literatuur te lenen uit de UB in Groningen. Ik dank hem ook voor het begrip dat hij, reeds gepromoveerd, als vanzelfsprekend kon opbrengen wanneer ik mij avonden en weekenden lang terugtrok op mijn studeerkamer.

|pag. 6|

_______________↑_______________

 

Woord Vooraf 5
Inleiding 13
0.1. Achtergronden van het onderzoek 13
0.2. De onderzoeksopzet 15
HOOFDSTUK 1
Zwolle en het Zwols 19
1.1. Iets over het 19e-eeuwse Zwolle 19
1.2. De positie van het Zwols in de 19e eeuw 21
1.3. Het Zwols eind 20e/begin 21e eeuw 22
1.4. Het Zwols als stadstaal 23
1.5. Het Zwols in de verschillende wijken 25
1.6. De gebruikte bronnen 26
1.6.1. 19e-eeuwse Zwolse verhalen en gedichten 26
1.6.1.0. Inleiding 26
1.6.1.1. De Belofte 27
1.6.1.2. Vier teksten van Leonard van Laar (1826-1898) 29
1.6.1.2.0. De auteur 29
1.6.1.2.1. Klaeppermans Ny-jaôrs-Zegenwens (1840) 29
1.6.1.2.2. Breef van mi’j an de Hoogevaêners (1854) 31
1.6.1.2.3. Nieuwjaarswensch (1877) 32
1.6.1.2.4. Wanhopige Triene (1877 of later) 32
1.6.1.3. “De gelijkenis van den verloren zoon in den tongval van de stad Zwolle.” (1870) 33
1.6.1.4. “Hoe Andries aan een varken kwam. dezer dagen ’s morgens afgeluisterd aan de Vischpoort.” 34
1.6.1.5. “Un prêutien òver Zwolle van veur vieftug joar” 35
1.6.1.6. Ingezonden stukken in de Driemaandelijkse Bladen en de Zwolsche Courant 37
1.6.1.6.1. Aan “een oud muzijkmeester”, van G. Kalff 37
1.6.1.6.2. Ingezonden, van “Ow olde kennisse üt de Ter Borchstraote” 38
1.6.1.7. Artikelen in de 10e jaargang (1910) van de Driemaandelijkse Bladen 39
1.6.1.7.1. Herinneringen van een zestigjarigen Zwollenaar, van “Un Zestiger op de kop of” 39

↑pag. 7↑
1.6.1.7.2. Oog gehachte Professer, van “Ow-olde-buurman (W.J.)” 40
1.6.1.7.3. Bleuties, van J.B[ergsma] 41
1.6.1.7.4. Op gewijden grond, van W. Jansen 41
1.6.1.7.5. Het overnemen van artikelen door de Zwolsche Courant 41
1.6.1.8. Willem Kloeke en zijn verhalen en artikelen 42
1.6.1.8.1. Over de auteur en zijn eerste Zwolse verhalen (1910-1915) 42
1.6.1.8.2. De latere teksten 44
1.6.1.9. De verhalen van “’n old-Zwollenaer” uit 1924 45
1.6.1.10. De boeken van H.J. de Groot (1872-1941) 46
1.6.2. De 19e-eeuwse Zwolse vragenlijsten 46
1.6.3. De schrijfwijze in de 19e-eeuwse bronnen en de uitspraak van het Zwols 47
1.6.4. Bronnen voor het hedendaagse Zwols 49
1.6.4.1. Het Zwolse woordenboek 49
1.6.4.2. Informanten uit de binnenstad 50
1.6.4.3. De enquête 1978-1981 50
1.6.5. De schriftelijke bronnen voor het 19e-eeuwse Zwols die voor het onderzoek zijn gebruikt 50
HOOFDSTUK 2
De veranderingen in het Zwols sinds de eerste helft van de 19e eeuw 53
2.0. Inleiding 53
2.1. Morfologische veranderingen 53
2.2. Syntactische veranderingen 54
2.3. Lexicale veranderingen 56
2.3.0. Overzicht 56
2.3.1. Verouderde begrippen 56
2.3.2. Verouderde woordvormen 56
2.3.3. Verouderde uitdrukkingen 57
2.3.4. Betekenisveranderingen 57
2.4. Veranderingen in het systeem van de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 59
2.4.0. Overzicht 59
2.4.1. i’j(lu), owlu > jullie 60
2.4.2. ie > ij ‘hij’ 60
2.4.3. i’j > ie ‘jij’ 61
2.4.4. Dubbele ambiguïteit van i’j en ie 63
2.4.5. Het verdwijnen van de vormen van de 2e persoon ow en i’j 64
2.4.6. mi’j/mie/mien > mien 66
2.4.7. aar(lu) > un(nie) 67
2.5. De fonologische veranderingen 69

↑pag. 8↑
HOOFDSTUK 3
zeen, breef, steet > zie:n, brie:f, stie:t 71
3.1. De aard van de klankverandering 71
3.2. De datering 73
3.3. De fonologische context 74
3.4. De herkomst van de klinker 75
3.5. De geografische context 77
3.6. De rol van de standaardtaal 78
HOOFDSTUK 4
bie, mie :> bi’j, mi’j 81
4.1. De aard van de klankverandering 81
4.2. De datering 82
4.2.0. Inleiding 82
4.2.1. Woorden waarin in de 19e eeuw de /i:/ al gediftongeerd was 84
4.2.2. Woorden waarin de diftongering van de /i:/ in de 19e-eeuw plaatsvond of begon 84
4.2.3. Lieden, rieden, snieden, glieden 86
4.2.4. De datering van de diftongering: conclusie 88
4.3. De fonologische context 89
4.4. De herkomst van de diftong 90
4.5. De geografische context 91
4.6. De rol van de standaardtaal 91
HOOFDSTUK 5
bleuien, greun, zeuken > bluuien, gruu:n, zu:ken 93
5.1. De aard van de klankverandering 93
5.2. De datering 94
5.3. De fonologische context 96
5.4. De herkomst van de klinker 97
5.5. De geografische context 98
5.6. De rol van de standaardtaal 100
HOOFDSTUK 6
waor, jaor > wöör, jöör 101
6.1. De aard van de klankverandering 101
6.2. De datering 102
6.3. De fonologische context 104
6.4. De /ae:/ voor /r/ 106
6.5. Andere lange achterklinkers voor /r/ 108
6.6. De herkomst van de klinker 109

↑pag. 9↑
6.7. De geografische context 109
6.8. De rol van de standaardtaal 110
HOOFDSTUK 7
kort, dorst > kört, dörst 111
7.1. De aard van de klankverandering 111
7.2. De datering 112
7.3. De fonologische context 115
7.4. De /ae/ voor /r/ 117
7.5. De herkomst van de klinker 120
7.6. De geografische context 120
7.7. De rol van de standaardtaal 122
HOOFDSTUK 8
vlie:ger, nie:t, doe:n, moe:der > vlieger, niet, doen, moeder 123
8.1. De aard van de klankverandering 123
8.2. De lengteaanduiding in de schriftelijke bronnen 123
8.3. De datering 126
8.4. De fonologische context 127
8.5. De herkomst van /i:/, /u:/ en /y:/ 129
8.6. De geografische context 130
8.7. De rol van de standaardtaal 132
HOOFDSTUK 9
skèren, tégen > skeren, tegen 135
9.1. De aard van de klankverandering 135
9.2. De datering 136
9.3. De fonologische context 140
9.4. De herkomst van de klinker 141
9.5. De geografische context 142
9.6. De rol van de standaardtaal 143
HOOFDSTUK 10
kollen, leunen, wonnen, lönnen, delle > kaolen/kolen, wonen, dèle 145
10.1. De aard van de klankverandering 145
10.2. De datering 147
10.3. De fonologische context 147
10.4. De herkomst van de klinker 150
10.5. De geografische context 151
10.6. De rol van de standaardtaal 152

↑pag. 10↑
HOOFDSTUK 11
Verschillende aspecten van de vocaalveranderingen nader bekeken 155
11.0. Inleiding 155
11.1. De aard van de klankveranderingen: kwalitatieve en kwantitatieve 156
11.2. De dateringen van de veranderingen 159
11.2.0. Inleiding 159
11.2.1. De verhogingen /e:/ ( > wgm. eo, ē2) > /i:/ en /ø:/ (> wgm. ō) > /y:/ 159
11.2.2. De lichte diftongering /i:/ > /Ii/ 161
11.2.3. Palatalisering van /Ɔ:/, /Ɔ en /ɑ/ voor /r/ 162
11.2.4. Rekking en verhoging van middenklinkers 162
11.2.5. Verkorting van /i:/ > wgm. eo, ē2 en van /u:/ > wgm. ō 163
11.2.6. Samenvattend overzicht 164
11.3. Hebben de veranderingen elkaar beïnvloed? 165
11.3.0. Inleiding 165
11.3.1. De verhogingensverschijnselen 165
11.3.1.1. De 19e-eeuwse verhogingen 165
11.3.1.2. De 20e-eeuwse verhogingen 168
11.3.2. De palatalisering van achterklinkers voor /r/ 170
11.3.3. Verlenging en verkorting 171
11.3.4. Conclusie 172
11.4. Zijn de veranderingen regelmatig? 172
11.4.0. Inleiding 172
11.4.1. De verhogingen 173
11.4.1.0. Inleiding 173
11.4.1.1. De regelmaat van de verhoging /e:/ (> wgm. eo, ē2) > /i:/ en /ø:/ (> wgm. ō) > /y:/ 173
11.4.1.1.1. /e:/ > /i:/ 174
11.4.1.1.2. /ø:/ > /y:/ 176
11.4.1.2. De 20e-eeuwse verhoging: /Ɔ:/,/œ:/,/ε:/ > /o:/,/ø:/,/e:/ 177
11.4.1.3. Samenvatting 180
11.4.2. De diftongering: /i:/ > /Ii/ 180
11.4.3. De palatalisering van achterklinkers voor /r/ 182
11.4.4. Rekking van middenklinkers: /Ɔ/,/œ/,/ε/,/o/ > /Ɔ:/,/œ:/,/ε:/,/o:/ 183
11.4.5. Verkorting van /i:/ > wgm. eo, ē2 en van /u:/ > wgm. Ō 186
11.5. Natuurlijke veranderingen: enkele kanttekeningen 189
11.5.1. De verhogingen 189
11.5.1.1. /e:/ > /i:/ 189
11.5.1.2. /ø:/ > /y:/ 189

↑pag. 11↑
11.5.1.3. De 20e-eeuwse verhoging: /Ɔ:/,/œ:/,/ε:/ > /o:/,/ø:/,/e:/ 190
11.5.1.4. Conclusie 192
11.5.2. De diftongering: /i:/ > /Ii/ 193
11.5.3. De palatalisering van achterklinkers voor /r/ 195
11.5.4. Rekking van middenklinkers: /Ɔ:/,/œ:/,/ε/,/o/ > /Ɔ:/,/œ:/,/ε:/,/o:/ 195
11.5.5. Verkorting van /i:/ > wgm. eo, ē2 en van /u:/ > wgm. Ō 196
11.6. De geografische context van de veranderingen 197
11.6.0. Inleiding 197
11.6.1. De verhogingen 199
11.6.1.1. De verhoging /e:/ (> wgm. eo, ē2) > /i:/ en /ø:/ (> wgm. ō) > /y:/ 199
11.6.1.2. De 20e-eeuwse verhoging: /Ɔ:/,/œ:/,/ε/ > /o:/,/ø:/,/e:/ 199
11.6.2. De diftongering: /i:/ > /Ii/ 201
11.6.3. De palatalisering van achterklinkers voor /r/ 201
11.6.3.1. De achterklinkers /Ɔ:/ en /Ɔ/ 201
11.6.3.2. De achterklinkers /a:/ en /ɑ/ 202
11.6.3.3. Herformulering van de veranderingstendens 203
11.6.4. Rekking van middenklinkers: /Ɔ:/,/œ:/,/ε/,/o/ > /Ɔ:/,/œ:/,/ε:/,/o:/ 204
11.6.5. Verkorting van /i:/ > wgm. eo, ē2,/u:/ > wgm. ō en /y:/ > wgm. Ō 206
HOOFDSTUK 12
Conclusies 209
12.0. Inleiding 209
12.1. Herziening van de definitie van regelmatige klankverandering 210
12.2. Lexicale diffusie 211
12.3. Frequentie als factor 212
12.4. Invloed van de standaardtaal 214
12.5. Samenvatting van de conclusies 215
Zusammenfassung 216
Summary 219
Literatuur 222
Bijlage 1 Zwolse teksten 228
Bijlage 2 Zwolse bronnenlijst 280
Bijlage 3 De schrijfwijze van het Zwols 282
Bijlage 4 Klankverschillen tussen de stadswijken Diezerpoort, Assendorp en Kamperpoort en de binnenstad 284

 

|pag. 12|

_______________↑_______________

 
– Bloemhoff-de Bruijn, P.C.G.M. (2012). Anderhalve eeuw Zwols. Vocaalveranderingsprocessen in de periode 1838-1972. (Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, Groningen.) Kampen: IJsselakademie 2 [2. Publicaties van de IJsselacademie, 232.].

Category(s): Zwolle
Tags: ,

Comments are closed.