Overzicht van geraadpleegde werken

Overzicht van geraadpleegde werken
 

Afkortingen:
AAU Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht
AGKKN Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland
BBH Bijdragen Bisdom Haarlem
BKNOB Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond
BMHG Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap
Holland Holland. Regionaal-historisch tijdschrift
JCBG Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie
JMG Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis
LJB Leids Jaarboekje
NAKG Nederlands(ch) Archief voor Kerkgeschiedenis
OGE Ons Geestelijk Erf
OHB Overijsselse Historische Bijdragen
TvG Tijdschrift voor Geschiedenis
TvSG Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis
VMORG Verslagen en Mededelingen van de Vereeniging ter beoefening van Overijssels Regt en Geschiedenis
ZHT Zwols Historisch Tijdschrift

 

  • Aalbers, J. en M. Prak, red. (1987), De bloem der natie. Adel en patriciaat in de Noordelijke Nederlanden (Amsterdam).
  • Abels, P.H.A.M., J.L. Admiraal en G.N.M. Vis, red. (1995), De kerk in de kop. Bouwstenen tot de kerkgeschiedenis van Noord-West Overijssel (Delft).
  • Acquoy, J.G.R. (1875-1880), Het klooster te Windesheim en zijn invloed 3 dln. (Amsterdam).
  • Acquoy, J.G.R. (1880), ‘De kroniek van het fraterhuis te Zwolle’, Verslagen en mededeelingen van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen Afd. Letterkunde 2e reeks 9e deel (Amsterdam) 4-45.
  • Aelst, J. van (2000), ‘Het gebruik van beelden bij Suso’s lijdensmeditatie’ in: K. Veelenturf, red., Geen povere schoonheid. Laat middeleeuwse kunst in verband met de Moderne Devotie (Nijmegen) 86-110.
  • Aesch, F.H.J. van, red. (1995), Het klooster Sint Michiel in Den Hem buiten Schoonhoven Historische Encyclopedie Krimpenerwaard (Schoonhoven).
  • Agrimi, J. en C. Crisciani (1994), Les consilia médicaux Typologie des sources du moyen âge occidental nr. 69, vert. C. Viola (Turnhout).
  • Alberts, W. Jappe (1961), ‘Middelnederlandse heiligenlevens uit de kring van de Devotio Moderna’, Verslag van de algemene vergadering van de leden van het Historisch Genootschap te Utrecht 7 (1960) 13-64.
  • Alberts, W. Jappe (1966), ‘De Moderne Devotie’, Spiegel Historiael 1, 28-36.
  • Alberts, W. Jappe (1979), ‘De Middeleeuwen, staatkundig beschouwd’ in: B.H. Slicher van Bath, G.D. van der Heide en C.C.W.J.J. Hijszeler, red., Geschiedenis van Overijssel (Zwolle) 61-68.
  • Ampe, A. e.a., red. (1981), Jan van Ruusbroec 1293-1381. Tentoonstellingscatalogus (Brussel).
  • Andriessen, J., P. Bange en A.G. Weiler, red. (1985), Geert Grote & Moderne Devotie Themanummer OGE 59 afl. 2-3 (Antwerpen).
  • Angenendt, A. (1997), Geschichte der Religiosität im Mittelalter (Darmstadt).
  • Assink, J. e.a. (1987), ‘Materiële nalatenschap van Zwolse fraters en scholieren. Een archeologisch onderzoek in één van hun huizen’ in: J. Hagedoorn en I. Wormgoor, red., Domus parva. Het eerste huis van de Moderne Devoten te Zwolle (Zwolle) 19-57.
  • Aten, N. (z.j.), ‘De opgraving in de Broerenkerk’ in: H. Clevis en T. Constandse-Westermann, De doden vertellen. Opgraving in de Broerenkerk te Zwolle 1987-1988 (z.p.) 13-30.


↑pag. 405↑

  • Auweele, D. van den, G. Macours en H. de Ridder-Symoens (1983), ‘Les ‘Paweilhars’ conservé à 1’abbaye du Mont César à Louvain’ in: P. Goffin e.a., red., Code et consitution – Wetboek en grondwet, Liber amicorum John Gilissen (Antwerpen) 363-388.
  • Auweele, D. van den en M. Oosterbosch (1990), ‘Consilia iuridica Lovaniensia. A propos de trois recueils d’avis juridiques de xve siècle’ in: F. Stevens en D. van den Auweele, red., ‘Houd voet bij stuk’. Xenia iuris historiae G. van Dievoet oblata (Leuven) 105-148.
  • Axters, S.G. (1956), Geschiedenis van de vroomheid in de Nederlanden dl. 3: Moderne Devotie (Antwerpen).
  • Axters, S.G. (1970), Bibliotheca Dominicana Neerlandica Manuscripta 1224-1500 Bibliothèque de la revue d’histoire ecclésiastique 49 (Leuven).
  • Axters, S.G. (1971), De imitatione Christi. Een handschrifteninventaris bij het vijfhonderdste verjaren van Thomas Hemerken van Kempen (Kempen-Niederrhein).
  • Axters, S.G. (1975), ‘Bijdrage tot de inventarizering van de Imitatio-handschriften: addenda en dubia’ in: M.J.M. de Haan e.a., red., In navolging. Een bundel studies aangeboden aan C.C. de Bruin bij zijn afscheid als hoogleraar te Leiden (Leiden) 141-159.
  • Baaij, A.M. (1962), Jhesus Collacien. Een laatmiddeleeuwse prekenbundel uit de kringen der Tertiarissen (Zwolle).
  • Baar, P.J.M. de (1983), ‘Vrijwoningen in Leiden’, De Leidse hofjes 12/3,67-69.
  • Baere, G. de (1997), ‘De Middelnederlandse mystieke literatuur en de Moderne Devotie’, Trajecta 6,3- 18.
  • Baernstein, P.R. (1994), ‘In widow’s habit: women between convent and family in sixteenth-century Milan’, Sixteenth Century Journal XXV/4, 787-808.
  • Bailly, M.-C. le (z.j.), Recht voor de Raad. Rechtspraak voor het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland in het midden van de vijftiende eeuw Hollandse Sudiën nr. 38 (z.p.).
  • Baker, D., red. (1978), Medieval Women (Oxford).
  • Bakker, F.J. (1988), Bedelorden en Begijnen in de stad Groningen tot 1594 (Assen en Maastricht).
  • Bange, P., G. Dresen en J.-M. Noël (1985), ‘De veranderende positie van de vrouw aan het begin van de moderne tijd’ in: P. Bange e.a., red., `Tussen heks en heilige. Het vrouwbeeld op de drempel van de moderne tijd, 15de/16de eeuw (Nijmegen) 9-38.
  • Bange, P. (1985), ‘Geert Grotes visie op de vrouw en het huwelijk’, OGE 59, 421-434.
  • Bange, P. (1986), Spiegels der christenen. Zelfreflectie en ideaalbeeld in laatmiddeleeuwse moralistisch-didactische traktaten Middeleeuwse studies band II (Nijmegen).
  • Bange, P., C. Graafland, A.J. Jelsma en A.G. Weiler, red. (1988), De doorwerking van de Moderne Devotie. Windesheim 1387-1987. Voordrachten gehouden tijdens het Windesheim Symposium Zwolle / Windesheim 15-17 oktober 1987 (Hilversum).
  • Bange, P. (1989), ‘Meisjesonderwijs in de Middeleeuwen. Een overzicht’ in: En Marie werd wijzer Culturele verschijningsvormen van meisjesonderwijs in heden en verleden (Nijmegen) 30-32.
  • Barnouw, H.J. (1914), ‘De regel en de statuten der Tertiarissen van het Utrechtse Kapittel’, Kerkhistorische opstellen van het gezelschap S.S.S. (Den Haag) 76-95.
  • Baron van Dedem, A. (1913), Register van Charters en Bescheiden berustende bij de Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (Kampen).
  • Barone, G. (1999), ‘Society and women’s religiosity, 750-1450’ in: L. Scaraffia en G. Zarri, red., Women and faith. Catholic religious life in Italy from late antiquity to the present (Cambridge) 42-71.
  • Baumgartner, I. (1995), ‘Einführung’ in: Eadem, red., Consilia im späten Mittelalter. Zum historischen Aussagewert einer Quellengattung (Sigmaringen) 9-15.
  • Bazelmans, J., M. Dijkstra en J. de Koning (2002), ‘Voorspel. Holland in het eerste millennium’ in: Th. de Nijs en E. Beukers, red., Geschiedenis van Holland tot 1572 Geschiedenis van Holland deel I (Hilversum) 21-67.
  • Beard, M.R. (1976), Woman as force in history (New York).
  • Beeck Calkoen, J.F. van (1910), Onderzoek naar den rechtstoestand der geestelijke en kerkelijke goederen in Holland na de Reformatie (Amsterdam).
  • Beek, R. van (1984), ‘Een navolging. Hoe devote Zwolse fraters de kloosterlingen van de Agnietenberg navolgden in wereldse zaken’ in: N.D.B. Habermehl, red., Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle) 49-52.
  • Bell, R.M. (1985), Holy anorexia (Chicago en Londen).
  • Bell, D.N. (1995), What nuns read. Books and libraries in medieval English nunneries (Massachusetts).


↑pag. 406↑

  • Belonje, J. (1955), ‘De afkomst van het geslacht Van Egmond van de Nijenburg’, JCBG 9,39-77.
  • Benschop, M.H. (1984), Inventaris van het archief van het klooster van Sint Agnes te Dordrecht, 1395-1571 en van het archief van de rentmeester van de geconfisqueerde goederen van het klooster van Sint Agnes te Dordrecht, 1572-1591 (Dordrecht).
  • Benvenuti, A. (1998), ‘Religiöse Frauen im Florenz des 13. und 14. Jahrhunderts’ in: M. Wehrli-Johns en C. Opitz, red., Fromme Frauen oder Ketzerinnen. Leken und Verfolgung der Beginen im Mittelalter (Freiburg, Bazel en Wenen) 53-94.
  • Berends, G. (1974), ‘De gebouwen van het Fraterhuis in Zwolle’, BKNOB 73, 88-98.
  • Berkenvelder, F.C. (1971), ‘Zwolle ten tijde van Thomas a Kempis’ in: Bijdragen over Thomas a Kempis en de Moderne Devotie. Uitgegeven ter gelegenheid van de vijfhonderdste sterfdag van Thomas a Kempis (1471) (Brussel en Zwolle) 38-54.
  • Berkenvelder, F.C. (1975), Zwolse genealogische bronnen (Zwolle).
  • Berkenvelder, F.C. (1980), ‘De groei van middeleeuws Zwolle naar zelfstandigheid’, OHB 95,1 67-187.
  • Berkenvelder, F.C. (1980-1997), Zwolse regesten 6 dln. (Zwolle).
  • Berkenvelder, F.C. (1983), Zwolle als hanzestad (Zwolle).
  • Berkenvelder, F.C. (1984a), ‘Zwolle ten tijde van de Moderne Devotie’ in: N.D.B. Habermehl, red., Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle) 4-17.
  • Berkenvelder, F.C. (1984b), Maandrekening van Zwolle 1426 Uitgaven Gemeentearchief Zwolle nr. 11 (Zwolle).
  • Berkenvelder, F.C. (1986), Maandrekening van Zwolle 1431 Uitgaven Gemeentearchief Zwolle nr. 13 (Zwolle).
  • Berkenvelder, F.C., H. Bloemhoff en R.Th.M. van Dijk, red. (1987), Windesheim. Studies over een Sallands dorp bij de IJssel (Kampen).
  • Berkenvelder, F.C. (1989), ‘De gilden te Zwolle tot 1600’, OHB 104, 7-35.
  • Berkenvelder, F.C. (1990), ‘Ittersum, Johan van (circa 1382-1464)’ in: J. Folkerts e.a., red., Overijsselse biografieën 1, 110-113.
  • Berkenvelder, F.C. (1992), Maandrekening van Zwolle 1442 Uitgaven Gemeentearchief Zwolle nr. 19 (Zwolle).
  • Berkenvelder, F.C. (1993), ‘Mynnesten, Johan van den (ca. 1435-1504)’ in: J. Folkerts e.a., red., Overijsselse biografieën 3, 67-71.
  • Berkenvelder, F.C. (1996), Maandrekening van Zwolle 1450 Uitgaven Gemeentearchief Zwolle nr. 27 (Zwolle).
  • Berkenvelder, F.C. (2000), Zwolse lonen, prijzen en wisselkoersen Uitgaven Gemeentearchief Zwolle nr. 39 (Zwolle).
  • Berkvens-Stevelinck, C. (2001), Geschiedenis van de Leidse universiteitsbibliotheek 1575-2000 (Leiden).
  • Besteman, J.C. en H.A. Heidinga (1975), Het klooster Galilea Minor bij Monnickendam. Een historisch en archeologisch onderzoek Hollandse Studiën 8 (Dordrecht) 1-130.
  • Biemans, J.A.A.M. (1984), Middelnederlandse Bijbelhandschriften (Leiden).
  • Bijleveld, W.J.J.C. (1925), ‘Het klooster van St. Ursula of der Elfduizend Maagden in Warmond’, BBH 43, 40-58.
  • Bijsterveld, A.-J.A. (1993), Laverend tussen kerk en wereld. De pastoors in Noord-Brabant 1400-1570 (Amsterdam).
  • Bijsterveld, A.-J.A. (1995), ‘The parish priests in North-Brabant, 1400-1570’ in: K. Goudriaan e.a., red., Prosopography and computer (Leuven en Apeldoorn) 39-44.
  • Blécourt, A.S. de en E.M. Meijers, red. (1929), Memorialen van het Hof (den Raad) van Holland, Zeeland en West-Friesland, van den secretaris Jan Rosa 3 dln. (Den Haag).
  • Blécourt, A.S. de en J.J.A. de Wijs (1936), Kenningboek der stad Leiden 1553/1570 (Utrecht).
  • Blockmans, W.P. (1980), ‘The social and economie effects of plague in the Low Countries 1349-1500’, Belgisch tijdschrift voor filologie en geschiedenis 58, 833-864.
  • Blok, P.J. (1884), Leidsche rechtsbronnen uit de middeleeuwen (Den Haag).
  • Blok, P.J. (1904), ‘Lugdunum Batavorum’, LJB 1, 1-31.
  • Blok, P.J. (1910), Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in de middeleeuwen (Den Haag).
  • Blok, P.J. (1912), Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad onder de Bourgondisch-Oostenrijkse heerschappij (Den Haag).


↑pag. 407↑

  • Blok, P.J. (1916), Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad onder de Republiek (Den Haag).
  • Boer, P. en H. Wubbolts (1995), ‘Geestrijk vocht: onderzoek naar een jeneverstokerij in het voormalige St. Geertruidenconvent’ in: H. Clevis en J. de Jong, red., Archeologie en bouwhistorie in Zwolle deel III (Zwolle) 50-60.
  • Boer, D.E.H. de (1973), “De Camp’ 1347-1610’, De Leidse hofjes 2/1, 1-9.
  • Boer, D.E.H. de (1978), Graaf en grafiek. Sociale en economische ontwikkelingen in het middeleeuwse ‘Noord-holland’ tussen ca. 1345 en ca. 1415 (Leiden).
  • Boer, D.E.H. de (1979), “Jherusalem in Leyden’ of de strijd om een erfenis’, De Leidse hofjes 8/2, 39-75.
  • Boer, D.E.H. de e.a. (1981/82), Hutspot, haringen wittebrood. Tien eeuwen Leiden en de Leienaars 12 afleveringen (Leiden).
  • Boer, D.E.H. de en K.J. Pompe (1984), ‘Het St. Agnietenklooster te Leiden. De ruimtelijke ontwikkeling van een vrouwenklooster in de 15e en 16e eeuw’, Bodemonderzoek in Leiden / Jaarverslag archeologische begeleidingscommissie 7, 63-81.
  • Boer, D.E.H. de (1985), ‘Die politische Elite Leidens am Ende des Mittelalters. Eine Zwischenbilans’ in: H. Schilling en H. Diederiks, red., Bürgerliche Eliten in der Niederlanden und in Nordwest-deutschland (Wenen, Keulen) 85-110.
  • Boer, D.E.H. de (1985), ‘De waard en zijn gasten. Een heroverweging van de stadsuitbreidingen van 1294 en 1355’ in: J.W. Marsilje e.a., red., Uit Leidse bron geleverd. Studies over Leiden en Leidenaren in het verleden, aangeboden aan drs. B.N. Beverland bij zijn afscheid als adjunct-archivaris van het Leidse gemeentearchief (Leiden) 29-43.
  • Boer, D.E.H. de en R.C.J. van Maanen (1986), De volkstelling van 1574. Leiden ten tijde van het beleg (Leiden).
  • Boer, D.E.H. de (1991), ‘Leiden in de middeleeuwen’ in: J.K.S. Moes en B.M.A. de Vries, red., Stof uit het Leidse verleden. Zeven eeuwen textielnijverheid (z.p.) 33-46.
  • Boer, D.E.H. de (1996), ‘De hertog van Egypte en de Oosterlingen. Vreemdelingen en nieuwkomers in middeleeuws Leiden’ in: J. Moes e.a., red., In de nieuwe stad. Nieuwkomers in Leiden, 1200-2000 (Leiden) 13-37.
  • Bohne, G. (1938), ‘Die juristische Fakultät der alten Kölner Universität in den ersten Jahrhunderten ihres Bestehens’ in: H. Graven, red., Festschrift zur Erinnerung der alten Universität Köln im jahre 1388 (Keulen) 109-236.
  • Bollmann, A. (2002), “Mijt dijt spynnen soe suldi den hemel gewinnen’. Die Arbeit als normierender und frömmigkeitszentrierender Einfluß in den Frauengemeinschaften der Devotio moderna’ in: R. Suntrup en J.R. Veenstra (red.), Normatieve Zentrierung (z.p.) 85-125.
  • Bolton, B.M. (1976), ‘Mulieres Sanctae’ in: S. Mosher Stuart, red., Women in medieval society (Pennsylvania) 141-158.
  • Bolton, B.M. (1978), ‘Vitae Matrum: a further aspect of the Frauenfrage’ in: D. Baker, red., Medieval Women (Oxford) 253-274.
  • Bont, B.J.M. de (1903), ‘Een handschrift uit het klooster Roemburch bij Leiden: Die troestinghe der ghelatenre menschen’, BBH 27, 264-272.
  • Bont, B.J.M. de (1909), ‘Statuten der susteren regularissen des capittels van Hollant’, NAKG 6, 48-120.
  • Bontenbal, A.G. (1997), Mariënpoel. De observantie van de clausuur in een Hollands klooster (Ongepubliceerde doctoraalscriptie Universiteit Leiden).
  • Boogman, J.C. (1942), ‘De overgang van Gouda, Dordrecht, Leiden en Delft in de zomer van het jaar 1572’, TvG 57, 81-112.
  • Boone, M. (1989), ‘Triomferend privé-initiatief versus haperend overheidsoptreden? Over pachters van indirecte belastingen in laatmiddeleeuwse steden’, TvSG 15, 113-138.
  • Boone, M. en W. Prevenier, red. (1993), La draperie ancienne des Pays-Bas: débouchés et stratégies de survie (14e-16e siècles) / Drapery production in the late medieval Low Countries: markets and strategies for survival (14th-16th centuries) (Leuven, Apeldoorn).
  • Borne, F. van de (1925), Die Anfänge des Franziskanischen dritten Ordens. Vorgeschichte – Entwicklung der Regel. Ein Beitrag zur Geschichte des Ordens- und Bruderschaftswesens im Mittelalter (Münster).
  • Borne, F. van de (1941), ‘Geert Groote en de Moderne Devotie in de geschiedenis van het ordewezen’, Studia Catholica 17, 120-133 en 197-210.
  • Bornstein, D. (1996), ‘Women and religion in late medieval Italy: history and historiography’ in: D.

    ↑pag. 408↑
     
    Bornstein en R. Rusconi, red., Women and religion in medieval and Renaissance Italy (Chicago en Londen) 1-27.
  • Bos, E.P. en G. Warnar, red. (1993), Een claer verlicht man. Over het leven en werk van Jan van Ruusbroec (1293-1381) (Hilversum).
  • Bos-Rops, J.A.M.Y. (1993), Graven op zoek naar geld. De inkomsten van de graven van Holland en Zeeland 1389-1433 Hollandse Studiën 29 (Hilversum).
  • Bot, P.N.M. (1990), Tussen verering en verachting. De rol van de vrouw in de Middeleeuwse maatschappij (Kampen).
  • Bot, P.N.M. (1995), ‘Verrijking door herijking. Enige recente studies over vrouwen in de middeleeuwen’, TvG 108, 209-220.
  • Bots, P.M. (1882), De oude kloosters en abdijen van het tegenwoordige bisdom Haarlem (Rijsenburg).
  • Brand, A.J. (1987), ‘In politieke kringen: de familie Paedze van Sonnevelt en de verdeling van de macht in Leiden aan het einde van de Middeleeuwen’, Leidschrift 3,40-66.
  • Brand, A.J. (1987a), ‘Florys Paedze van Sonnevelt, plutocraat in hart en nieren’, Holland 19, 176-192.
  • Brand, A.J. (1989), ‘Nanne Paedze of het beheer van de stedelijke geldmiddelen’ in: J.W. Marsilje e.a., red., Uit Leidse bron geleverd. Studies over Leiden en Leidenaren in het verleden, aangeboden aan drs. B.N. Leverland bij zijn afscheid als adjunct-archivaris van het Leidse gemeentearchief (Leiden) 43-60.
  • Brand, A.J. (1991), ‘Crisis, beleid en differentiatie in de middeleeuwse Leidse lakennijverheid’ in: K.S. Moes en B.M.A. de Vries, red., Stof uit het Leidse verleden. Zeven eeuwen textielnijverheid (z.p.) 53-65.
  • Brand, A.J. (1993), ‘A medieval industry in decline. The Leiden drapery in the first half of the sixteenth century’ in: M. Boone en W. Prevenier, red., La draperie ancienne desPays-Bas: débouchés et stratégies de survie (14e-16e siècles) / Drapery production in the late medieval Low Countries: markets and strategies for survival (14th-16th centuries) (Leuven, Apeldoorn) 121-149.
  • Brand, A.J. (1996), Over macht en overwicht. Stedelijke elites in Leiden (1420-1510) (z.p.).
  • Brand, A.J. (2002), ‘Sociale omstandigheden en charitatieve zorg’ in: J.W. Marsilje, red., Leiden. De geschiedenis van een Hollandse stad. Deel 1: Leiden tot 1574 (Leiden) 113-150.
  • Brandt, G. (1677), Historie der Reformatie en andere kerkelyke geschiedenissen in en omtrent de Nederlanden met eenige aantekeningen en aenmerkingen (Amsterdam).
  • Bras, G. le, Ch. Lefebvre en J. Rambaud, red. (1965), L’âge classique 1140-1378. Sources et théorie du droit Histoire du droit et des institutions de l’église en Occident deel VII (Parijs).
  • Braun, L. (1902), De vrouwenkwestie. Haar historische ontwikkeling en haar economische kant vert. J.F. Ankersmit (2e druk; Rotterdam).
  • Bredero, A.H. (1986), Christenheid en christendom in de Middeleeuwen. Over de verhouding van godsdienst, kerk en samenleving (Kampen).
  • Breure, L. (1979), ‘Johannes Brinckerinck’, Spiegel Historiael 14, 553-558.
  • Breure, L. (1987), Doodsbeleving en levenshouding. Een historisch-psychologische studie betreffende de Moderne Devotie in hetljsselgebied in de 14e en 15e eeuw (Hilversum).
  • Brinkman, H. (1997), Dichten uit liefde. Literatuur in Leiden aan het einde van de Middeleeuwen (Hilversum).
  • Brokken, H.M., red. (z.j.), Heren van stand. Van Wassenaar 1200-2000. Achthonderd jaar Nederlandse adelsgeschiedenis (Zoetermeer).
  • Brom, G. (1900), ‘Bisschoppelijke goedkeuring der stichting van het klooster te Windesheim’, AAU 26, 322-324.
  • Bruggeman, J. (1928), Inventaris van de archieven bij het metropolitaan kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der oud bisschoppelijke clerezie (Den Haag).
  • Bruin, C.C. de (z.j.), Geert Grote. Als bekeerlingen reformist geplaatst in het kader van zijn tijd Uitgave Geert Grote Genootschap (Deventer).
  • Bruin, C.C. de (1940), ‘Bijdrage tot de geschiedenis der middelnederlandse psalmvertalingen’ in: Bundel opstellen van oud-leerlingen, aangeboden aan prof. dr C.G.N. de Vooys ter gelegenheid van zijn vijfentwintigjarig hoogleraarschap aan de Rijksuniversiteit Utrecht (1940) 46-74.
  • Bruin, C.C. de (1964), ‘Het Bonaventura-Ludolphiaanse leven van Jezus. Prolegomena voor een uitgave’ in: A. Ampe, red., Dr. L. Reypens-album. Opstellen aangeboden aan dr. L. Reypens s.j. ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag op 26 februari 1964 Studiën en tekstuitgaven OGE XVI (Antwerpen) 115-130.
  • Bruin, C.C. de red. (1980), Tleven ons heren Ihesu Christi. Het Pseudo-Ludolfiaanse leven van jesus Verzameling van middelnederlandse bijbelteksten miscellanea deel II (Leiden).


↑pag. 409↑

  • Bruin, C.C. de (1984), ‘De spiritualiteit van de Moderne Devotie’ in: C.C. de Bruin, E. Persoons en A.G. Weiler, red., Geert Grote en de Moderne Devotie (Zutphen) 102-144.
  • Brundage, J.A. en E.M. Makowski (1994), ‘Enclosure of nuns: the decretal Periculoso and its commentators’, Journal of medieval history 20, 143-155.
  • Brundage, J.A. (1997), Medieval canon law (Londen en New York).
  • Bücher, K. (1910), Die Frauenfrage im Mittelalter (Tübingen).
  • Bueren, T. van (1993), Tot lof van Haarlem. Het beleid van de stad Haarlem ten aanzien van de kunstwerken uit de geconfisqueerde geestelijke instellingen (Hilversum).
  • Bueren, T. van, m.m.v. W.C.M. Wüstefeld (1999), Leven na de dood. Gedenken in de Late Middeleeuwen (Turnhout).
  • Bulst, N. en J.-P. Genet (1986), ‘Introduction’ in: Idem, red., Medieval lives and the historian (Kalamazoo) i-iv.
  • Bulst, N. (1986), ‘Zum Gegenstand und zur Methode von Prosopographie’ in: N. Bulst en J.-P. Genet, red., Medieval lives and the historian (Kalamazoo) 1-16.
  • Burger, J.D. (1997), ‘Inleiding’ in: M. Schilder, red., Amsterdamse kloosters in de Middeleeuwen (Amsterdam) 13-20.
  • Bynum, C. Walker (1987), Holy feast and holy fast. The religious significance of food to medieval women (Berkeley, Los Angeles en Londen).
  • Bynum, C. Walker (1991), ‘The mysticism and ascetism of medieval women: some comments on the typologies of Max Weber and Ernst Troeltsch’ in: Eadem, Fragmentation and redemption. Essays on gender and the human body in medieval religion (New York) 53-78.
  • Callaey, F. (1914), ‘De Nederlandsche Beggaarden in St. Franciscus’ Derde Orde en de weefnijverheid tijdens de Middeleeuwen’, Neerlandia Franciscana I, 7-32.
  • Campen, J.W.C. van (1931), ‘Het einde van het Jufferenconvent te Zwolle’, VMORG 48, 82-92.
  • Carasso-Kolc, M. (1981), Repertorium van verhalende historische bronnen uit de Middeleeuwen. Heiligenlevens, annalen, kronieken en andere in Nederland geschreven verhalende bronnen (Den Haag).
  • Carnier, M. en M. Paret, red. (1998), Dochters van stilte. Monialen in België en Luxemburgvan de middeleeuwen tot heden Tentoonstellingscatalogus (z.p.).
  • Carnier, M. (2002), De communauteiten van tertiarissen van Sint-Franciscus. Monasticon I. De grauwzusters Uitgaven Algemeen Rijksarchief (Brussel).
  • Caron, M.L. (1981), ‘Ideaal en werkelijkheid. Armoede en liefdadigheid in het Fraterhuis te Zwolle’, OHB 96, 29-50.
  • Caron, M.L. (1984a), “Ansien doet gedencken’. De religieuze voorstellingswereld van de Moderne Devotie’, in: Geert Grote en de Moderne Devotie Catalogus tentoonstelling (Utrecht) 25-42.
  • Caron, M.L. (1984b), ‘Het fraterhuis te Zwolle en zijn bewoners’ in: N.D.B. Habermehl, red., Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle) 36-41.
  • Caron, M.L. (1987), ‘Materiële cultuur van het Fraterhuis te Zwolle (1400-1500)’ in: J. Hagedoorn en I. Wormgoor, red., Domus parva. Het eerste huis van de Moderne Devoten te Zwolle (Zwolle) 57-72.
  • Casagrande, C. (1991), ‘De vrouw onder toezicht’ in: C. Klapisch-Zuber, red., Geschiedenis van de vrouw: Middeleeuwen (Amsterdam) 71-106.
  • Caspers, C. (2000), ‘De kerstkribbe van zuster Katheryna van Arkel, ‘die blijnde’: Jezus en de vrouwelijke Devoten in de vijftiende eeuw’ in: K. Veelenturf, red., Geen povere schoonheid. Laatmiddeleeuwse kunst in verband met de Moderne Devotie (Nijmegen) 67-85.
  • Castenmiller, M. (1981), ‘Het dagelijks leven in een Middeleeuws klooster’, LJB 73, 27-38.
  • Cavallo, S. en L. Warner (1999), ‘Introduction’ in: Idem, red., Widowhood in medieval and early modern Europe (New York) 1-12.
  • Clevis, H. en J. de Jong, red. (1993-1998), Archeologie en bouwhistorie in Zwolle 4 dln. (Zwolle).
  • Clevis, H. en T. Constandse-Westermann (z.j)., De doden vertellen. Opgraving in de Broerenkerk te Zwolle 1987-1988 (z.p.).
  • Coenen, J.M.A. (1987), ‘Tussen regeren en reageren. Vorst en adel in het dertiende-eeuwse Holland’ in: J. Aalbers en M. Prak, red., De bloem der natie. Adel en patriciaat in de Noordelijke Nederlanden (Amsterdam) 32-55.
  • Coing, H., red. (1976), Handbuch der Quellen und Literatur der neueren Europäischen Privatrechtsgeschichte deel II/2 (München).


↑pag. 410↑

  • Cools, H. (2001), Mannen met macht. Hoge adel en de moderne staat in de Bourgondisch-Habsburgse landen, 1475-1530 (Amsterdam).
  • Cornelis, M. e.a., red. (1996), Vrome vrouwen. Betekenissen van geloof voor vrouwen in de geschiedenis (Hilversum).
  • Daelemans, F. (1975), ‘Leiden 1581. Een socio-demografisch onderzoek’, A.A.G. Bijdragen 19, 137-207.
  • Damen, C. (1963), ‘Het Benediktinessenklooster Zwartewater bij Hasselt’, VMORG 78, 71-115.
  • Damen, M. (2000), De staat van dienst. De gewestelijke ambtenaren van Holland en Zeeland in de Bourgondische periode (1425-1482) (Hilversum).
  • Daniëls, L.M., red. (1937-1939), Meester Dirc van Delft: Tafel van den kersten ghelove 2 dln. (Nijmegen, Utrecht).
  • Daniëls, L.M. (1946), ‘Ludolphus van Saksen en Henricus Suso’, OGE 20, 138-150.
  • Datema, P. (1990), ‘Ommen, Johannes van (circa 1350-1420)’ in: J. Folkerts e.a., red., Overijsselse biografieën 1, 139-143.
  • Degler-Spengler, B. (1979), ‘Der Franziskanische Dritte Orden als Forschungsaufgabe’, Collectanea Franciscana 49, 95-98.
  • Degler-Spengler, B. (1983), ‘Franziskanische Orientierung bei den religiosen Frauen des 13. Jahrhundert’, Collectanea Franciscana 53, 113-120.
  • Degler-Spengler, B. (1984), ‘Die religiöse Frauenbewegung des Mittelalters. Konversen – Nonnen – Beginen’, Rottenburger Jahrbuch für Kirchengeschichte 3, 75-88.
  • Degler-Spengler, B. (1985), “Zahlreich wie die Sterne des Himmels’. Zisterzienser, Dominikaner und Franziskaner vor dem Problem der Inkorporation von Frauenklöstern’, Rottenburger Jahrbuch für Kirchengeschichte 4, 37-50.
  • Dekker, C., Ph. Maarschalkerweerd en J.M. van Winter, red. (1997), Geschiedenis van de provincie Utrecht tot 1528 Geschiedenis van de provincie Utrecht deel I, Stichtse Historische Reeks (Utrecht).
  • Demyttenaere, A. (1990), ‘Wat weet men over vrouwen? De vrouw in de duistere Middeleeuwen’ in: M. Mostert e.a., red., Vrouw, familie en macht. Bronnen over vrouwen in de Middeleeuwen Amsterdamse Historische Reeks, Grote Serie XI (Hilversum) 11-46.
  • Denslagen, W., red. (2001), Gouda. De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst (Zwolle).
  • Deploige, J. (1998), In nomine femineo indocta. Kennisprofiel en ideologie van Hildegard van Bingen (1098-1179) (Hilversum).
  • Deschamps, J. (1959), ‘De Dietse collatieboeken van Dirc van Herxen (1381-1457), rektor van het Zwolse fraterhuis’, Handelingen van het XXIIIe Vlaams filologencongres (Brussel) 186-193.
  • Deschamps, J. (1985a), ‘Middelnederlandse vertalingen en bewerkingen van de kartuizer Jacobus van Gruitrode’ in: Th. Coun, red., Hulde-album dr. F. van Vinckenroye (Hasselt) 67-81.
  • Deschamps, J. (1985b), ‘De lange en korte redactie van het Rosarium jesu et Mariae van de kartuizer Jacobus van Gruitrode en de Middelnederlandse vertaling van de korte redactie’ in: Chr. de Backer e.a., red., Codex in context. Studies over codicologie, kartuizergeschiedenis en laatmiddeleeuws geestesleven aangeboden aan Prof. dr.A. Gruijs (Nijmegen, Grave) 105-128.
  • Dijk, M. van (2000), Een rij van spiegels. De Heilige Barbara van Nicomedia als voorbeeld voor vrouwelijke religieuzen (Hilversum).
  • Dijk, M. van (2002a), “The pearl lay hidden in the dung’. Reaching for God in Devotio Moderna sisterbooks’ in: M. de Haardt en A-M. Korte, red., Common bodies: everyday practices, gender and religion (Münster) 43-57.
  • Dijk, M. van (2002b), ‘En zuster Jutte lachte Vroom en vrouwelijk in het zusterboek’ in: W. Scheepsma, red., Het ootmoedig fundament van Diepenveen. Zeshonderd jaar Maria en Sint-Agnesklooster 1400-2000 IJsselacademie nr. 152 (Kampen) 95-112.
  • Dijk, R.Th. M. van (1973), ‘Een statutenboek van het klooster Diepenveen’, AGKKN 15, 235-254.
  • Dijk, R.Th. M. van (1984), ‘Jan Cele en de preken die hij niet schreef’ in: N.D.B. Habermehl, red., Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle) 13-17.
  • Dijk, R.Th. M. van (1985), ‘Het probleem van de cura monialum. Criteria voor de Windesheimse signatuur van een vrouwenklooster’, OGE 59, 225-237.
  • Dijk, R.Th. M. van (1986), De constituties van de Windesheimse vrouwenkloosters vóór 1559 2 dln. (Nijmegen).
  • Dijk, R.Th.M. van (1988), ‘Windesheimse observantie in namiddeleewse vrouwenkloosters. Ver-

    ↑pag. 411↑
     
    schuivingen in de beleving van de beslotenheid’ in: P. Bange e.a., red., De doorwerking van de Moderne Devotie. Windesheim 1387-1987. Voordrachten gehouden tijdens het Windesheim Symposium Zwolle / Windesheim 15-17 oktober 1987 (Hilversum) 253-265.
  • Dijk, R.Th.M. van en Th. Mertens (1993), ‘Termen uit het kerkelijk leven van de Late Middeleeuwen’ in: Th. Mertens e.a., red., ‘Boeken voorde eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza’ (Amsterdam) 341-359.
  • Dijk, R.Th.M. van (1996), ‘Het Kapittel van Windesheim 1395-1995. Terugblik en vooruitzicht’ in: A.J. Hendrikman e.a., red., Windesheim 1395-1995. Kloosters, teksten, invloeden. Voordrachten gehouden tijdens het internationale congres ‘600 jaar Kapittel van Windesheim’, 27 mei 1995 te Zwolle (Nijmegen) 1-9.
  • Dijk, R.Th.M. van (1997), ‘Kirchliches Reformklima in der zweiten Hälfte des fünfzehnten Jahrhunderts. Zur Buchkultur im niederländisch-deutschen Raum’ in: J.M.M. Hermans en R. Peters, red., Humanistische Buchkultur: Deutsch-Niederländische Kontakte im Spätmittelalter (1450-1520) (Münster, Hamburg) 37-65.
  • Dijk, R.Th.M. van (2000), ‘De Agnietenbergkroniek in het licht van de Moderne Devotie’ in: U. de Kruif, J. Kummer en F. Pereboom, red., Een klooster ontsloten. De kroniek van Sint-Agnietenberg bij Zwolle door Thomas van Kempen, in vertalingen met commentaar (Kampen) 9-56.
  • Dijk, R.Th.M. van (2002), ‘Het vrouwenklooster Diepenveen in zijn historische context’ in: W. Scheepsma, red., Het ootmoedig fundament van Diepenveen. Zeshonderd jaar Maria en Sint-Agnesklooster 1400-2000 IJsselacademie nr. 152 (Kampen) 15-40.
  • Dijkhof, E. (1985), “Omme de meeste schade metter mynstere te verhuedene’. Lijf- en erfrenten in Gouda¥, Skript. Historisch tijdschrift 7, 20-30.
  • Dinzelbacher, P. (1988), ‘Rollenverweigerung, religiöser Aufbruch und mystisches Erleben mittelal-terlichen Frauen’ in: P. Dinzelbacher en D.R. Bauer, red., Religiöse Frauenbewegung und mystische Frömmigkeit im Mittelalter (Keulen, Wenen) 1-58.
  • Doedeijns, C. (1997), Mariënpoel, incomen ende uuytgegeven (Ongepubliceerde doctoraalscriptie Universiteit Leiden).
  • Doedeijns, C. (1999), ‘Verzuchtingen van een rentmeester. Over de inkomsten van het klooster Marienpoel in de zestiende eeuw’, Jaarboek der sociale en economische geschiedenis van Leiden en omstreken 15-35.
  • Doedeijns, C. (2000), “Is ons an gecomen mit suster Nyes Allaerts’. Een inkomensoverzicht van een Gouds vrouwenklooster in de Late Middeleeuwen’, De Schatkamer 14/2, 41-60.
  • Doesschate, J.W. ten en R. J. C. M. Vlems (1983), ‘Het boekenbezit der Zutphense kloosters. Aanzet tot een reconstructie’, OGE 57, 355-395.
  • Doorninck, J.I. van (1885), Catalogus der charters uit het archief van het Burgerweeshuis (vroeger Buschklooster) te Zwolle (Zwolle).
  • Doorninck, P.N. van (1906), Inventaris van het archief van het St. Ursulen convent te Neder Elten (Haarlem).
  • Doornink-Hoogenraad, M.M. (1983), Adamanshuis, een zusterhuis van de Moderne Devotie in Zutphen (Zutphen).
  • Dozy, G.J. (1867), De oudste stadrechten van Zwolle (Zaltbommel).
  • Driel-Murray, C. van (1984), ‘Schoeisel van de opgraving van het St. Agnietenklooster en het St. Michielsklooster in Leiden’, Bodemonderzoek in Leiden/jaarverslag archeologische begeleidingscommissie 7, 143-167.
  • Driessen, G.L. (z.j.), Leidsche straatnamen (Leiden).
  • Driessen, G.L. (1951), Verdwenen Leidse straatnamen (z.p.).
  • Drossaers, S.W.A. (1917), De archieven van de Delftsche statenkloosters (Den Haag).
  • Duby, G. en M. Perrot, red. (1991), Geschiedenis van de vrouw. Middeleeuwen Vertaling van: Storia delle donne in occidente: Il medioevo (Amsterdam).
  • Duffy, E. (1992), The stripping of the altars. Traditional religion in England (ca. 1400- ca. 1580) (New Haven en Londen).
  • Duke, A.C. (1990), Reformation and revolt in theLow Countries (Southampton).
  • Dumbar, G. (1732), Het kerkelyk en wereltlyk Deventer 2 dln. (Deventer).
  • Duval, P. (1993/94), Ecoles et education à Lille à la fin du moyen âge et au temps de l’Humanisme (onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent).
  • Duynstee, H.P. (1984a), ‘Thomas a Kempis, monnik van het klooster op de Agnietenberg. Korte le-

    ↑pag. 412↑
     
    vensschets van een moderne devoot’ in: N.D.B. Habermehl, red., Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle) 18-24.
  • Duynstee, H.P. (1984b), ‘Het klooster te Windesheim* in: N.D.B. Habermehl, red., Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle) 25-30.
  • Ebbinge Wubben, F.A. (1843), ‘Het aloude Overijsselsche geslacht Van Vollenhoven’, Overijsselsche Almanak 8, 79-93.
  • Ebeling, R.A. (1993), Voor- en familienamen in Nederland. Geschiedenis, verspreiding, vorm en gebruik (’s-Gravenhage)
  • Eckenstein, L. (1986), Woman under monasticism. Chapters on Saint-Lore and convent life between A.D. 500 and A.D. 1500 (Cambridge).
  • Eeghen, I.H. van (1941), Vrouwenkloosters en begijnhof in Amsterdam van de 14e tot het eind der 16e eeuw (Amsterdam).
  • Eeghen, I.H. van (1944), ‘Het S. Paulus- of Paulusbroedersklooster te Amsterdam en het Kapittel van Utrecht 1409-1579’, Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum 40, 19-51.
  • Eeghen, I.H. van, red. (1959), Dagboek van broeder Wouter Jacobsz (Gualtherus Jacobi Masius), prior van Stein. Amsterdam 1572-1578 en Montfoort 1578-1579 2 dln. (Groningen).
  • Ehrenschwendtner, M-L. (1997), ‘Puellae litteratae: the use of the vernacular in the Dominican convents of Southern Germany’ in: D. Watt, red., Medieval women in their communities (Cardiff) 49-71.
  • Eijken, E.D. (1998), ‘Bestuur in Overijssel’ in: B. van Straalen, J. Kummer en F. Pereboom, red., Lezen in Gelderse en Overijsselse bronnen. Gids bij oud schrift in Gelderland en Overijssel (Kampen) 98-103.
  • Eijken, E.D. (1999), ‘De bisschop van Utrecht en het Oversticht’ in: F.D. Zeiler, red., De bisschop van Utrecht. Teksten van de lezingen, gehouden op de eerste Stichtendag op zaterdag 20 september 1997 in de Grote of St. Lebuïnuskerk te Deventer. Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis. Werken nr. 41 (Kampen) 23-36.
  • Elm K. (1980), ‘Verfall und Erneuerung des Ordenswesens im Spätmittelalter. Forschungen und Forschungsaufgaben’, Untersuchungen zu Kloster und Stift Studiën zur Germania Sacra 14 (Göttingen) 188-238.
  • Elm K. (1985), ‘Die Bruderschaft vom gemeinsamen Leben. Eine geistlichen Lebensform zwischen Kloster und Welt, Mittelalter und Neuzeit’, OGE 59, 470-496.
  • Elm, K. (1989a), Mittelalterliches Ordensleben im Westfalen und am Niederrhein (Paderborn).
  • Elm, K., red. (1989b), Reformbemühungen und Observanzbestrebungen im spätmittelalterlichen Ordenswesen Berliner Historische Studiën Band 14 (Berlijn).
  • Elm, K. (1992), ‘Frömmigkeit und Ordensleben in deutschen Frauenklöstern des 13. und 14.Jahrhunderts’, OGE 66, 28-45.
  • Elm, K. (1998), ‘Vita regularis sine regula. Bedeutung, Rechtsstellung und Selbstverständnis des mittelalterlichen und frühneuzeitlichen Semireligiosentums’ in: F. Smahel, red., Häresie und vorzeitige Reformation im Spätmittelalter (München) 239-273.
  • Elpert, J.B., red. (1999), Johan Ludwig-Schmitt: Beschreibung des Lebens und des kirchlichen und literarischen Wirkens des Cardinals und Bischofs von Brixen Nikolaus Cusanus Mitteilungen und Forschungsbeiträge der Cusanus-Gesellschaft 25 (Paulinus).
  • Elte, S. (1930), ‘Interdict en gildenwoelingen te Zwolle in het begin der vijftiende eeuw’, TvG 45, 374-389
  • Elte, S. (1936), ‘Godsdienstige conflicten in Zwolle in het tijdvak van 1530-1580’, VMORG 52, 1-70.
  • Elte, S. (1949), ‘De poging om in Zwolle de draperie te vestigen in de tweede helft der vijftiende eeuw’, VMORG 64, 54-63.
  • Eman, S. (2002), ‘De kloostergebouwen van Diepenveen, in het bijzonder de kapel met het nonnenkoor’ in: W. Scheepsma, red., Het ootmoedig fundament van Diepenveen. Zeshonderd jaar Maria en Sint-Agnesklooster 1400-2000 IJsselacademie nr. 152 (Kampen) 41-62.
  • Engen, H. van (2000), ‘Het archief van het Kapittel van Utrecht’, OGE 74, 33-49.
  • Engen, H. van (2001), ‘Niet wit en niet zwart. Het kleurloze habijt van de derde orde van Sint-Franciscus’, Madoc. Tijdschrift over de Middeleeuwen 15/4, 300-304.
  • Engen, H. van (2002), ‘Speciosus forma. Het Kapittel van Utrecht en de invoering van de clausuur’, JMG 5, 206-246.
  • Enno van Gelder, H.A. (1930), ‘De Hollandse adel in de tijd van de Opstand’, TvG 45, 113-151.


↑pag. 413↑

  • Epiney-Burgard, G. (1989), ‘Die Wege der Bildung in der Devotio Moderna’ in: H. Boockmann, B. Moeller en K. Stackman, red., Lebenslehren und Weltentwürfe im Übergang vom Mittelalter zur Neuzeit. Politik – Bildung – Naturkunde – Theologie (Göttingen) 181-200.
  • Erler, A. en E. Kaufmann (1971-1998), Handwörterbuch zur deutschen Rechtsgeschichte 5 dln. (Berlijn).
  • Essen, L. van der (1955), De universiteit te Leuven. Haar ontstaan, haar geschiedenis, haar organisatie 1425-1953 (Brussel).
  • Feld, H. (2000), Frauen des Mittelalters. Zwanzig geistige Profile (Keulen, Weimar en Wenen).
  • Ferrante, J.M. (1980), ‘The education of women in the Middle Ages in theory, fact, and fantasy’ in: P.H. Labalme, red., Beyond their sex. Learned women of the European past (New York en Londen) 9-42.
  • Fockema Andreae, F.J., J.G.N. Renaud en E. Pelinck (1974), Kastelen, ridderhofsteden en buitenplaatsen in Rijnland (Arnhem).
  • Folini, C. en A. Palaia (2000), ‘Die Dominikanerinnenklöstern Töß und St. Katharinental. Sozialgeschichtliche Annäherungen’ in: G. Signori, red., Lesen, Schreiben, Sticken und Erinnern. Beiträge zur Kultur- und Sozialgeschichte mittelalterlicher Frauenklöster (Bielefeld) 91-108.
  • Fonay Wemple, S. (1991), ‘Vrouwen van eind-vijfde tot eind-tiende eeuw’ in: C. Klapisch-Zuber, red., Geschiedenis van de vrouw: Middeleeuwen (Amsterdam) 173-208.
  • Fontette, M. de (1967), Les religieuses l’âge classique du droit canon (Parijs).
  • Formsma, W.J. (1979), ‘De nieuwe geschiedenis, staatkundig beschouwd’ in: B.H. Slicher van Bath, G.D. van der Heide en C.C.W.J.J. Hijszeler, red., Geschiedenis van Overijssel (Zwolle) 119-134.
  • Freed, J.B. (1972), ‘Urban development and the ‘cura monialum’ in thirteenth-century Germany’, Viator. Medieval and Renaissance studies 3,311-327.
  • Freeman, G.P. (1997), Clarissen in de dertiende eeuw. Drie studies (Utrecht).
  • Frenay, J.D. (1873), ‘Aanteekeningen betreffende de Leydsche pastoors sedert ‘Hervorming’ tot aan de ‘Herstelling’, van 1557-1857’, BBH 1, 246-289.
  • Fruin, R. (1866), Informacie up den staet, faculteyt ende gelegentheyt van de steden ende dorpen van Hollant ende Vrieslant (Leiden).
  • Gallée, J.H. (1895), ‘Middeleeuwse kloosterregels’, Archief voor Nederlandsche Kerkgeschiedenis 5, 250-322 en 345-420.
  • Galloway, P. (1997), “Discreet and devout maidens’: Women’s involvement in Beguine communities in Northern France, 1200-1500’ in: D. Watt, red., Medieval women in their communities (Cardiff) 92-115.
  • Geer van Oudegein, J.J. de (1871), Archieven der Ridderlijke Duitsche Orde, Balie van Utrecht 2 dln. (Utrecht).
  • Geert Grote en de Moderne Devotie (1984), Catalogus Tentoonstelling (Utrecht).
  • Geesink, J. (1946), Uit Zwolle’s verleden. Schetsen van stad en omgeving (Zwolle).
  • Gehl, P.F. (1987), “Competens silentium’. Varieties of monastic silence in the Medieval West’, Viator 18, 125-160.
  • Gelder, H.E. van (1901), ‘Karel de Stoute en de geestelijke goederen’, BBH 26, 449-464.
  • Gelderen, H. van (1980), “Gi sult uuter stat trecken’ Godsdienstige gevolgen van het Utrechts Schisma (1423-1449) en de houding van de bevolking’, Jaarboek Oud-Utrecht 1980, 26-43.
  • Gennaro, C. (1996), ‘Clare, Agnes and their earliest followers: from the poor ladies of San Damiano to the poor Clares’ in: D. Bornstein en R. Rusconi, red., Women and religion in medieval and Renaissance Italy (Chicago en Londen) 39-55.
  • Gent, M.J. van (z.j.), ‘Pertijelike saken’. Hoeken en Kabeljauwen in hetBourgondisch-Oostenrijkse tijdperk Hollandse Historische Reeks 22 (Den Haag).
  • Gent, M.J. van (1989), ‘De instructies van Maximiliaan met betrekking tot de Hoekse bezetting van Leiden (januari – april 1481)’ in: J.W. Marsilje e.a., red., Uit Leidse bron geleverd. Studies over Leiden en Leidenaren in het verleden, aangeboden aan drs. B.N. Leverland bij zijn afscheid als adjunct-archivaris van het Leidse gemeentearchief (Leiden) 96-101.
  • Gent, M.J. van en A. Janse (z.j.), ‘Van ridders tot baronnen. De Wassenaers in de Middeleeuwen (1200-1523)’ in: H.M. Brokken, red., Heren van stand. Van Wassenaar 1200-2000. Achthonderd jaar Nederlandse adelsgeschiedenis (Zoetermeer) 9-79.
  • Geurts, A.J. (1985), ‘Boek en tekst bij de Moderne Devoten. Enkele onderzoekslijnen’, OGE 59, 249- 260.


↑pag. 414↑

  • Gevers, A.J. en A.J. Mensema (1985), De havezaten in Salland en hun bewoners (Alphen aan den Rijn).
  • Gevers, A.J. en A.J. Mensema, red. (1989), De Broerenkerk te Zwolle (Zwolle).
  • Gilchrist, R. (1994), Gender and material culture. The archaeology of religious women (Londen, New York).
  • Gill, K. (1996), ‘Scandala: controversies concerning clausura and women’s religious communities in late medieval Italy’ in: S.L. Waugh en P.D. Diehl, red., Christendom and its discontents. Exclusion, persecution and rebellion, 1000-1500 (Cambridge) 177-203.
  • Goldberg, P.J.P (1992), “For better, for worse’: marriage and economie opportunity for women in town and country’ in: Eadem, red., Woman is a worthy wight. Women in English society c. 1200-1500 (Gloucestershire) 108-125.
  • Gompertz, L.P.A. (1873), ‘Voorwaarden, waaronder lekebroeders werden aangenomen in het klooster St. Jeronymusdal buiten Leiden’, BBH 1, 437-439.
  • Gonnet, C.J. (1891a), ‘Het Zijlklooster te Haarlem’, BBH 16, 1-382.
  • Gonnet, C.J. (1891b), ‘Het Ceciliaklooster te Haarlem’, BBH 16, 383-420.
  • Gonnet, C.J. (1891c), ‘Het Clarissenklooster te Haarlem’, BBH 16, 421-448.
  • Goudappel, H. en F. Snapper (1979), ‘Het Leidse schoutambt 1564-1795’, LJB 71, 31-58.
  • Goudriaan, K. (1994), ‘Het einde van de Middeleeuwen ontdekt?’, Madoc 8, 66-75.
  • Goudriaan, K. e.a., red. (1995), Prosopography and computer (Leuven, Apeldoorn).
  • Goudriaan, K. (1995a), ‘Willem Clinkaert en de eerste jaren van het klooster Den Hem’ in: F.H.J. van Aesch, red., Het klooster Sint Michiel in Den Hem buiten Schoonhoven (Schoonhoven) 85-113.
  • Goudriaan, K. (1995b), ‘Een kroniekje van het klooster Sint-Michiel-in-Den-Hem’ in: F.H.J. van Aesch, red., Het klooster Sint Michiel in Den Hem buiten Schoonhoven (Schoonhoven) 7-17.
  • Goudriaan, K. (1995c), ‘Gouda en de Moderne Devotie’, Holland 27, 119-141.
  • Goudriaan, K. (i995d), ‘The elite of Gouda in the late Middle Ages’ in: K. Goudriaan e.a., red., Prosopography and computer (Leuven, Apeldoorn) 135-148.
  • Goudriaan, K. (1997), ‘Holland gewonnen voor de Moderne Devotie’, Madoc 11, 130-141.
  • Goudriaan, K. (1998a), ‘De Derde Orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht. Een voorstudie’, JMG 1, 205-261.
  • Goudriaan, K. (1998b), ‘De Moderne Devotie en de stad. Een conflict rond twee vrouwenconventen in Middeleeuws Kampen’, Trajecta 7/2, 134-153.
  • Goudriaan, K. (1999a), ‘Willem Hendriksz van Amersfoort (voor 1360-1414), notaris, voorvechter van de Moderne Devotie’ in: Y.M. van den Akker e.a., red., Utrechtse biografieën. Het Eemland 2. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Eemlanders (Utrecht) 11-16.
  • Goudriaan, K. (1999b), ‘Het eerste vrouwenklooster van Oudewater’, Heemtijdinghen 35/1, 1-36.
  • Goudriaan, K. (2000a), ‘De derde orde als onderdeel van de Moderne Devotie’, OGE 74, 9-32.
  • Goudriaan, K. (2000b), ‘De derde orde van Franciscus. Ten geleide’, OGE 74, 5-8.
  • Goudriaan, K., B.J. Ibelings en J.C. Visser, red., m.m.v. A.W. Hesselink (2000), Het Goudse hofsteden-geldregister van ca. 1397 en andere bronnen voor de vroege stadsontwikkelingvan Gouda Apparaat voor de geschiedenis van Holland 14 (Hilversum).
  • Goudriaan, K. (2001a), ‘De verdwenen kloosters’ in: W. Denslagen, red., Gouda. De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst (Zwolle) 171-212.
  • Goudriaan, K. (2001b), ‘Project ‘Derde orde van Franciscus in het bisdom Utrecht” in: Bibliografische inleiding tot de Belgische kloostergeschiedenis voor 1796. Tweede studiedag Belgische kloostergeschiedenis, Algemeen Rijksarchief 7 juni 2000, Akten I (Brussel) 65-75.
  • Goudriaan, K. (2002), Volmaakte levens. Modellen van christelijk leven en de laatmiddeleeuwse maatschappij. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Geschiedenis der Middeleeuwen aan de faculteit der Letteren van de Vrije Universiteit Amsterdam op 30 mei 2002 (Amsterdam).
  • Graaf, J.J. (1900), ‘Het St. Ursulenklooster te Purmerend’, BBH 25, 264-303.
  • Greven, J. (1914), ‘Der Ursprung des Beginenwesens’, Historisches Jahrbuch 35, 26-58 en 291-318.
  • Groenveld, S. (2002), ‘Leiden in de eerste jaren van de Nederlandse Opstand, 1566-1574’ in: J.W. Marsilje, red., Leiden. De geschiedenis van een Hollandse stad. Deel 1: Leiden tot 1574 (Leiden) 201-212.
  • Groot, A.J. de en E.C.C Coppens (1989), Manuscripta Canonistica Latina Uitgaven van het Gerard Noodt Instituut (Nijmegen).
  • Groote, Geert, De simonia ad Beguttas. De middelnederlandsche tekst opnieuw uitgegeven met inleiding en aanteekeningen door prof. dr. W. de Vreese (Den Haag 1940).


↑pag. 415↑

  • Grooten, J. (1981), Niet aan kloostergeloften en regel gebonden gemeenschappen van devotevrouwen te Kampen Utrechtse Historische Cahiers 2/3 (Utrecht).
  • Groten, M. (1994), ‘Devotio Moderna in Köln’ in: J. Helmrath en H. Müller, red., Studiën zum 15. Jahrhundert. Festschrift für Erich Meuthen Band 2 (München) 971-987.
  • Groten, M. (2000), ‘Die Devotio Moderna in Köln und am Niederrhein. Kirchengeschichtliche Aspekte der Zentralortfunktion Kölns im Spätmittelalter’ in: D. Guenich, red., Sonderdruck aus Köln und die Niederrheinlande in ihren historischen Raumbeziehungen (q5.-20. Jahrhundert) (Mönchengladbach) 29-40.
  • Grube, K. red. (1886), Des Augustinerpropstes Iohannes Busch Chronicon Windeshemense und Liber de reformatione monasteriorum (Halle).
  • Grundmann, H. (1961), Religiöse Bewegungen im Mittelalter. Untersuchungen über die geschichtlichen Zusammenhänge zwischen der Ketzerei, den Bettelorden und der religiösen Frauenbewegung im 12. und 13. Jahrhundert und über die geschichtlichen Grundlagen der deutschen Mystik (Darmstadt; eerste editie 1935).
  • Habermehl, N.D.B., red. (1984), Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle).
  • Haersolte van Haerst, J.C. van (1881), Genealogie van het geslacht Van Haersolte in 30 tabellen (Zwolle).
  • Hagedoorn, J. (1976), Hagedoorn (Zwolle).
  • Hagedoorn, J. en I. Wormgoor, red. (1987), Domus parva. Het eerste huis van de Moderne Devoten te Zwolle (Zwolle).
  • Hagedoorn, J. (1991), ‘Papier en werkelijkheid; archief en geschiedenis’, ZHT 3, 74-79.
  • Hagemeijer, P. (1984), ‘Samen maar wel apart. Vrouwen en dubbelkloosters in de Noordelijke Nederlanden, 1100-1400’ in: J. Reys, E. Kloek, T. van Loosbroek e.a., red., Jaarboek voor vrouwengeschiedenis (Nijmegen) 111-131.
  • Hagemeijer, P. (1986), ‘Devote vrouwen in Holland omstreeks 1400’ in: N. Lettinck en J.J. van Moolenbroek, red., In de schaduw van de eeuwigheid. Tien studies over religie en samenleving in laatmiddeleeuws Nederland aangeboden aan prof. dr. A. H. Bredero (Utrecht) 224-241.
  • Hallema, A. (1925), ‘De alimentatie der Leidsche kloosterlingen in het jaar 1600’, BBH 43, 67-94.
  • Hamaker, H.G. (1873), De middeneeuwsche keurboeken van de stad Leiden (Leiden).
  • Hammer. E.-U. (2001), Monastische Reform zwischen Person und Institution. Zum Wirken des Abtes Adam Meyer von Groß St. Martin in Köln (1454-1499) Veröffentlichungen des Max-Planck-Instituts für Geschichte 165; Studiën zur Germania Sacra 22 (Göttingen).
  • Hanawalt, B.A. (1987), ‘Golden ages for the history of medieval English women’ in: S. Mosher Stuard, red., Women in medieval history and historiography (Philadelphia) 1-25.
  • Hanawalt, B.A. en A. Dronzek (1999), ‘Women in medieval urban society’ in: L.E. Mitchell, red., Women in medieval Western European culture (New York en Londen) 31-46.
  • Hansen, M.L. (1998), ‘Een leven in dienst van de stad: Johan van Haerst (1510-1583)’, ZHT 15/1, 4-15.
  • Harline, C. (1995), ‘Actives and contemplatives: the female religious of the Low Countries before and after Trent’, Catholic Historical Review 81/4, 541-567.
  • Hattum, B.J. van (1767-1769), Geschiedenissen der stad Zwolle, behelsende een verhaal van haar eerste beginselen, verheffing tot een stad, en de merkwaardigste gebeurtenissen aldaar van ouds her, tot byna dese tyden toe, voorgevallen 5 dln. (Zwolle).
  • Haverals, M. (1992), ‘Contra detractores monachorum alias De utilitate monachorum van Dirk van Herxen’ in: W. Verbeke e.a., red., Serta devota in memoriam Guillelmi Lourdaux deel 2 (Leuven) 241-295.
  • Heel, D. van (1934), ‘De Clarissen van Delft’, Haarlemsche Bijdragen. Bouwstoffen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 51, 373-412.
  • Heel, D. van (1936), ‘Bijzonderheden over Tertiarissen te Leiden’, Haarlemsche Bijdragen. Bouwstoffen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 53, 258-269.
  • Heel, D. van (1937a), ‘De strijd tussen de Tertiarissen van het Utrechtse Kapittel en de Minderbroeders in de laatste helft der 16e eeuw’, NAKG 29, 91-110 en 141-164.
  • Heel, D. van (1937b), ‘Het Tertiarissenklooster St. Cecilia te Vlaardingen’, Haarlemsche Bijdragen. Bouwstoffen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 54, 303-317.
  • Heel, D. van (1938), ‘Het klooster Leliëndaal der Tertiarissen te Schiedam’, Haarlemsche Bijdragen. Bouwstoffen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 55, 378-383.
  • Heel, D. van (1938), ‘Het St. Agnietenklooster der Tertiarissen te Elburg’, AAU 62, 72-128.


↑pag. 416↑

  • Heel, D. van (1938), ‘Nogmaals het tertiarissenklooster St. Cecilia te Vlaardingen’, Haarlemsche Bijdragen. Bouwstoffen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 55, 384-385.
  • Heel, D. van (1939), ‘De Tertiarissen van het Utrechtse Kapittel’, AAU 63, 1-382.
  • Heel, D. van (1940), ‘Waarom de Tertiarissen van het St. Agnietenklooster op Texel zich in 1569 vereenigden met die van het St. Barbaraklooster te Leiden’, BBH 58, 448-470.
  • Heel, D. van (1947), De Minderbroeders te Gouda Deel 1: 1418-1572 (Gouda).
  • Heel, D. van (1949a), ‘Het Sint Margarethaklooster te Gouda’, Bijdragen van de Oudheidkundige Kring ‘Die Goude’ 6, 55-95.
  • Heel, D. van (1949b), ‘Dodenlijst van de regulieren uit het klooster Emaus te Steyn’, Bijdragen van de Oudheidkundige Kring ‘Die Goude’ 6, 96-117.
  • Heel, D. van (1953a), ‘De Reguliere kanunniken van het klooster Emmaus in het land van Stein’, BBH 62, 32-69.
  • Heel, D. van (1953b), ‘Het kapittel van de Tertiarissen te Zepperen’ in: D. van Heel en C. Sloots, red., Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der Minderbroeders in de Nederlanden 13, 93-122.
  • Heel, D. van (1954), ‘Register van het convent van Sint Nicolaus te Utrecht’, Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der Minderbroeders in de Nederlanden 16, 370-373.
  • Heel, D. van (1954), ‘Reliquien uit het Tertiarissenklooster St. Nicolaas te Utrecht’, Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der Minderbroeders in de Nederlanden 16, 374-376.
  • Heel, D. van (1955), ‘Verzoek van de zusters Tertiarissen te Zutphen betreffende een biechtvader’, Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der Minderbroeders in de Nederlanden 18, 426-427.
  • Heel, D. van (1955), ‘Een dwangbevel aan zusters Tertiarissen te Zutphen’, Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der Minderbroeders in de Nederlanden 18, 428-429.
  • Heeringen, R.M. van (1984), ‘Archeologisch onderzoek van de laatmiddeleeuwse kloosters van St. Agnes en St. Michiel in de stadswijk de Camp in Leiden’, Bodemonderzoek in Leiden / Jaarverslag archeologische begeleidingscommissie 7, 83-127.
  • Heerkens, F.P.A. (1860), ‘Verslag omtrent de oude stadregten van Zwolle’, VMORG 1, 1-12.
  • Hekket, B.J. (1975), Oostnederlandse familienamen (hun ontstaan en betekenis) 2 dln. (Enschede).
  • Hemptinne, Th. de (1999), ‘Des femmes copistes dans les Pays-Bas au moyen âge (14e-15e siècle). Approche d’une activité feminine mal connue’ in: W.P. Blockmans, M. Boone en Th. de Hemptinne, red., Secretum Scriptorum. Liber alumnorum Walter Prevenier (Leuven, Apeldoorn) 128-144.
  • Henderikx, P.A. (1977), De oudste bedelordekloosters in het graafschap Holland en Zeeland. Het ontstaan van bedelordekloosters voor ca. 1310 te Dordrecht, Middelburg, Zierikzee en Haarlem, alsmede enige aspecten van de plaats van deze kloosters in het stedelijk leven en daarbuiten gedurende de Middeleeuwen (Dordrecht).
  • Hensen, A.H.L. (1915), ‘Alimentatie der kloosterlingen van Mariënhaven te Warmond’, BBH 36, 315-316.
  • Herlihy, D. (1985), Medieval households (Cambridge).
  • Herlihy, D. (1990), Opera muliebria. Women and work in medieval Europe (z.p.).
  • Herlihy, D. (1995), Women, family and society in medieval Europe. Historical essays, 1978-1991 (Oxford).
  • Hermans, J.M.M. en A. Lem (1989), Middeleeuwse handschriften en oude drukken in de collectie Emmanuelshuizen te Zwolle (Zwolle).
  • L’Hermite-Leclercq, P. (1991), ‘De vrouw in de feodale orde (elfde-twaalfde eeuw)’ in: C. Klapisch-Zuber, red., Geschiedenis van de vrouw: Middeleeuwen (Amsterdam) 209-254.
  • L’Hermite-Leclercq, p. (1998), ‘Actualité de la recherche. Les femmes dans la vie religieuse au moyen âge. Un bref bilan historiographique’, Clio. Histoire, femmes et sociétés 8, 201-216.
  • Herwaarden, J. van (1978), Opgelegde bedevaarten. Een studie over de praktijk van opleggen van bedevaarten (met name in de stedelijke rechtspraak) in de Nederlanden gedurende de late middeleeuwen (ca. 1300 – ca. 1550) (Assen en Amsterdam).
  • Herwaarden, J. van (1984), ‘Gemeenschappen en kloosters van de Moderne Devotie’ in: Geert Grote en de Moderne Devotie Catalogus tentoonstelling (Utrecht) 12-24.
  • Herwaarden, J. van (1987), ‘Middeleeuwse aflaten en Nederlandse devotie’ in: D.E.H. de Boer en J.W. Marsilje, red., De Nederlanden in de Late Middeleeuwen (z.p.) 31-69.
  • Herwaarden, J. van, e.a., red. (1996), Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 Geschiedenis van Dordrecht deel I (Hilversum).
  • Heussen, H. van (1719), Oudheden en gestichten van Rhynland (Leiden).
  • Hoevenaars, W. (1895), ‘Uittreksels uit een handschrift van de XVIIe eeuw, de Franciscanen van de Nederlandsche Provincie betreffende’, BBH 20, 177-188.


↑pag. 417↑

  • Hofman, J.H. (1875), ‘De broeders van ’t gemeene leven en de Windesheimsche klooster-vereeniging’, AAU 2, 217-274.
  • Hofman, J.H. (1898), ‘Bevolking van het bisdom Utrecht in den aanvang der 16e eeuw’, AAU 25, 253-254.
  • Hofman, R. (2000), ‘De functionaliteit van handschriften uit de Moderne Devotie’ in: K. Veelenturf, red., Geen povere schoonheid. Laatmiddeleeuwse kunst in verband met de Moderne Devotie (Nijmegen) 169-194.
  • Hofstee, C.R.G. (1984), ‘De gebouwen van het fraterhuis te Zwolle’ in: N.D.B. Habermehl, red., Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle) 42-48.
  • Holzapfel, H. (1909), Handbuch der Geschichte des Franziskanerordens (Berlijn).
  • Hombergh, F.A.H. van den (1967), Leven en werk van Jan Brugman O.F.M. (pm. 1400-1473) met een uitgave van twee van zijn tractaten (Groningen).
  • Hommes, M. (1990), ‘Vrouw en huwelijk door het oog van een devote intellectueel. Geert Grote’s tractaat Over het huwelijk’ in: M. Mostert e.a., red., Vrouw, familie en macht. Bronnen over vrouwen in de Middeleeuwen Amsterdamse Historische Reeks, Grote Serie XI (Hilversum) 299-319.
  • Hoppenbrouwers, P.C.M. (1987), Inventaris van het archief van het tertiarissenconvent van Sint-Catharina te Heusden (1308) 1316-1588 (1598) (’s-Hertogenbosch).
  • Hoppenbrouwers, P.C.M. (1992), Een middeleeuwse samenleving. Het land van Heusden, ca. 1360-1515 2 dln. (Groningen).
  • Hoppenbrouwers, P.C.M. (2002), ‘Van waterland tot stedenland. De Hollandse economie ca. 975 – ca. 1570’ in: Th. de Nijs en E. Beukers, red., Geschiedenis van Holland tot 1572 Geschiedenis van Holland deel I (Hilversum) 103-148.
  • Houck, M.E. (1915), ‘Namen der zusters van het Buskenshuis’, VMORG 31, 79-81.
  • Hoven van Genderen, A.J. van den (1991), ‘Kanunniken, kloosters en kerkgebouwen in laatmiddeleeuws Utrecht’ in: R.E.V. Stuip en C. Vellekoop, red., Utrecht tussen kerk en staat Utrechtse bijdragen tot de Mediëvistiek 10 (Hilversum) 197-226.
  • Hoven van Genderen, A.J. van den (1994), ‘Gerrit van Bronkhorst (1320/1340-1412), kanunnik en steunpilaar van de Moderne Devotie’ in: J. Aalbers e.a., red., Utrechtse biografieën 1. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Utrechters (Amsterdam, Utrecht) 31-34.
  • Hoven van Genderen, A.J. van den (1997a), De heren van de kerk. De kanunniken van Oudmunster te Utrecht in de Late Middeleeuwen (Zutphen).
  • Hoven van Genderen, A.J. van den (1997b), ‘Evert Foec (ca. 1345/50-1418), kanunnik, jurist en stichter van armenuitkeringen’ in: W. van den Broeke e.a., red., Utrechtse biografieën 4. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Utrechters (Amsterdam, Utrecht) 71-76.
  • Howell, M.C. (1986), Women, production and patriarchy in late medieval cities (Chicago en Londen).
  • Howell, M.C. (1987), ‘A documented presence: medieval women in Germanic historiography’ in: S. Mosher Stuard, red., Women in medieval history and historiography (Philadelphia) 101-131.
  • Hüffer, M. (1922), De adellijke vrouwenabdij van Rijnsburg, 1133-1574 (Nijmegen, Utrecht).
  • Hugenholtz, F.W.N. (1953), ‘Clerc (secretaris) en pensionaris van de stad Leiden. Bijdrage tot de kennis van stedelijke ambtenaren in de Late Middeleeuwen’, TvG 66, 220-234.
  • Huisman, A. en J. Koppenol (1991), Daer compt de lotery met trommels en trompetten! Loterijen in de Nederlanden tot 1726 (Hilversum).
  • Hülsmann, M. (2000), ‘Gedecoreerde handschriften uit tertiarissenconventen in Amsterdam en Haarlem: boekenbezit versus boekproductie’, OGE 74, 153-180.
  • Hyma, A. (1965), The Christian renaissance. A history of the ‘Devotio Moderna’ (Hamden, Connecticut).
  • IJzereef, G.F. (1984), ‘De dierenresten van de opgraving van het laatmiddeleeuwse klooster St. Agnes in Leiden’, Bodemonderzoek in Leiden /Jaarverslag archeologische begeleidingscommissie 7, 127-131.
  • Imboden, M. (1959), ‘Bedeutung und Problematik juristischer Gutachten’ in: Ius et lex. Festgabe zum 70. Geburtstag von Max Gutzwiller (Bazel) 503-522.
  • Iriarte, L. (1979), Geschiedenis van deFranciskaanse beweging vert. G. van Loon (Utrecht).
  • Ittersum, F.A.S.A. van (1903), Iets over den oorsprong, naam en het wapen van het geslacht Van Ittersum (Nijmegen).
  • Jan van Ruusbroec: Werken. Naar het standaardhandschrift van Groenendaal uitgegeven door het Ruusbroec-genootschap te Antwerpen deel II (Tielt, 1944-1948).


↑pag. 418↑

  • Janse, A. (2000), ‘Het religieuze leven in het Grote convent te Doesburg’, OGE 74, 84-104.
  • Janse, A. (2001), Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de Late Middeleeuwen Adelsgeschiedenis I (Hilversum).
  • Janse, A. (2002), ‘Een in zichzelf verdeeld rijk. Politiek en bestuur van de tiende tot het begin van de vijftiende eeuw’ in: Th. de Nijs en E. Beukers, red., Geschiedenis van Holland tot 1572 Geschiedenis van Holland deel I (Hilversum) 69-102.
  • Jansen, H.P.H. (1976), Hollands voorsprong (Oratie Leiden).
  • Jansma, K., L. Jansma en M. Schroor, red. (1990), Tweeduizend jaar geschiedenis van Overijssel (Leeuwarden).
  • Jas, E.T.F. (1997), De koorboeken van de Pieterskerk te Leiden. Hetzestiende-eeuwse muzikale erfgoed van een Hollands getijdencollege (Proefschrift Universiteit Utrecht) 2 dln.
  • Jaspers, G.J. (1986), ‘Otto von Passau in Nederlandse handschriften’, OGE 60, 302-348.
  • Johnson, P.D. (1991), Equal in monastic profession. Religious women in medieval France (Chicago en Londen).
  • Jong, A. de en A. Kruijsen, red. (1998), Huizinga’s complete lijst van voornamen. Vraagbaak voor de afkomst en betekenis van Nederlandse en Vlaamse voornamen (Baarn).
  • Jongen, L., red. (1998), Het leven van de zalige maagd Sint Clara (Megen).
  • Jongkees, A.G. (1942), Staat en kerk in Holland en Zeeland onder de Bourgondische hertogen, 1425-1477 (Groningen).
  • Joosting, J.G.C. en S. Muller, red. (1906), Bronnen voor de geschiedenis der kerkelijke rechtspraak in het bisdom Utrecht in de Middeleeuwen. Eerste afdeling. Indeling van het bisdom (Den Haag).
  • Joosting, J.G.C. en S. Muller, red. (1910), Bronnen voor de geschiedenis der kerkelijke rechtspraak in het bisdom Utrecht in de Middeleeuwen. Tweede afdeling. De begrenzing der wereldlijke en kerkelijke rechtspraak tegenover elkander (Den Haag).
  • Joosting, J. G. C. en S. Muller, red. (1912), Bronnen voor de geschiedenis der kerkelijke rechtspraak in het bisdom Utrecht in de Middeleeuwen. Derde afdeling. De begrenzing van de rechtspraken der kerkelijke rechters onderling (Den Haag).
  • Kalveen, C.A. van (z.j.), Het bestuur van bisschop en Staten in het Nedersticht, Overstichten Drenthe, 1483-1520 (z.p.).
  • Kam, J.G. (1962), ‘De Grebber’, JCBG 16, 55-68.
  • Kam, J.G. (1964), ‘Van Zijl’ JCBG 18, 181-222.
  • Kan, F.J.W. van (1981), ‘Boudijn van Zwieten, tresorier van Holland’, Holland 13, 288-305.
  • Kan, F.J.W. van (1983), ‘Het middeleeuwse riddermatige geslacht Van Zwieten, eerste stuk’ JCBG 37, 43-71.
  • Kan, F.J.W. van (1984), ‘Het middeleeuwse riddermatige geslacht Van Zwieten, tweede stuk’, JCBG 38, 46-97.
  • Kan, F.J.W. van (1988), Sleutels tot de macht. De ontwikkeling van het Leidse patriciaat tot 1420 (Hilversum).
  • Kan, F.J.W. van (1989a), ‘De bevolking van het Elfduizend Maagdenklooster te Warmond’ in: J.W. Marsilje e.a., red., Uit Leidse bron geleverd. Studies over Leiden en Leidenaren in het verleden, aangeboden aan drs. B.N. Leverland bij zijn afscheid als adjunct-archivaris van het Leidse gemeentearchief (Leiden) 105-123.
  • Kan, F.J.W. van (1989b), ‘Leiden en de Moderne Devotie’ in: E. de Bijll Nachenius, red., Heimwee naar de Middeleeuwen. Opstellen in theologisch perspectief ter gelegenheid van het 19de lustrum van het Collegium Theologicum c.s.F.F.F.-NemoS.S.S. (Leiden) 22-49
  • Kan, F.J.W. van (2000), ‘Een nieuwe identiteit voor een stichteres van het Sint-Margrietconvent’, LJB 92, 34-37
  • Kaptein, H. (1995), ‘De Haarlemse lakennijverheid tot ca. 1575’ in: H. Rombouts, red., Haarlem ging op wollen zolen. Opkomst, bloei en ondergang van de textielnijverheid aan het spaarne (z.p.) 11-52.
  • Kaptein, H. (1998), De Hollandse textielnijverheid 1350-1600. Conjunctuur en continuïteit (Hilversum).
  • Kempis, Thomas a (1985), De navolging van Christus, naar de Brusselse autograaf (Kampen).
  • Keussen, H. (1928), Die Matrikel der Universität Köln deel 1 (1389-1475) (Bonn).
  • Kisch, G. (1970), Consilia. Eine Bibliographie der juristischen Konsiliensammlungen (Bazel).
  • Klapisch-Zuber, C. (1991), ‘Inleiding’ in: Eadem, red., Geschiedenis van de vrouw: Middeleeuwen Vertaling van: Storia delle donne in occidente: Il medioevo (Amsterdam) 1-18.
  • Klausmann, Th. (2003), Consuetudo consuetudine vincitur. Die Hausordnungen der Brüder vom gemeinsamen

    ↑pag. 419↑
     
    Leben im Bildungs- und Sozialprogramm der Devotio moderna Tradition – Reform – Innovation. Studiën zur Modernität des Mittelalters Band 4 (Frankfurt am Main).
  • Kleijntjens J. (1931), ‘Bijdragen tot den Beeldenstorm in Leiden, 1566’, BBH 47, 153-157.
  • Klein, J.W. (1989), ‘Marginale problemen. Penwerk in enkele Goudse handschriften en drukken’ in: M.M. Hermans, red., Middeleeuwse handschriftenkunde in de Nederlanden 1988. Verslagvan de Groningse codicologendagen 28-29 april 1988 (Grave) 97-115.
  • Kloek, E.M. (1990), Wie hij zij, man of wijf Vrouwengeschiedenis en de vroegmoderne tijd (Hilversum).
  • Knappert, L. (z.j.), Leiden ontzet, Holland gered (Leiden).
  • Knappert, L. (1908), De opkomst van het protestantisme in eene Noord-Nederlandsche stad. Geschiedenis van de Hervorming binnen Leiden van den aanvang tot op het beleg (Leiden).
  • Knierim, P.H.J. (1926), Dirc van Herxen (1381-1457), rector van het Zwolsche fraterhuis (Amsterdam).
  • Knoester, H.J.H. en C.J. de Kruijter (z.j.), Tentoonstelling 750 jaar Zwolle in archiefstukken 1230-1980 (Zwolle).
  • Knowles, D. (1969), Christian Monasticism (Londen).
  • Koch, A.C.F. (1979), ‘De kerk in het geding’ in: B.H. Slicher van Bath, G.D. van der Heide en C.C.W.J.J. Hijszeler, red., Geschiedenis van Overijssel (Zwolle) 167-178.
  • Koch, A.C.F. (1980), ‘Zwolle in de Middeleeuwen. Enkele aspecten’, OHB 95, v-xxii.
  • Koch, E.M.F. (1986), ‘Kloosterintrede, huwelijk en familiefortuin. De kosten van klooster en huwelijk voor adellijke vrouwen in zuidoost-Nederland in de late middeleeuwen’ in: N. Lettinck en J.J. van Moolenbroek, red., In de schaduw van de eeuwigheid. Tien studies over religie en samenleving in laatmiddeleeuws Nederland aangeboden aan prof. dr.A.H. Bredero (Utrecht) 242-258.
  • Koch, E.M.F. (1987), ‘De positie van vrouwen op de huwelijksmarkt in de middeleeuwen’, TvSG 13, 150-172.
  • Koch, E.M.F. (1994), De kloosterpoort als sluitpost? Adellijke vrouwen langs Maas en Rijn tussen huwelijken convent, 1200-1600 (Leeuwarden, Mechelen).
  • Koch, E.M.F. (1995), ‘Prosopography, computer and religious women in the late Middle Ages’ in: K. Goudriaan e.a., red., Prosopography and computer (Leuven, Apeldoorn) 45-54.
  • Kohl, W., E. Persoons en A.G. Weiler, red. (1980), Monasticon Windeshemense deel III(1980).
  • Kohl, W. (1989), ‘Die Windesheimer Kongregation’ in: K. Elm, red., Reformbemühungen und Observanz-bestrebungen im spätmittelalterlichen Ordenswesen (Berlijn) 83-108.
  • Kok, D. de (1914), ‘Derde Orde en montes pietatis’, De Katholiek. Godsdienstig, geschied- en letterkundig maandschrift 146, 151-182.
  • Kok, D. de (1927), Bijdragen tot de geschiedenis der Nederlandsche Klarissen en Tertiarissen voor de Hervorming (Utrecht).
  • Kok, D. de (1939), ‘De Keulse Tertiarissencongregatie’, Franciscaansch leven. Maandschrift voor Franciscaansche ascetiek, geschiedenis en kunst 22, 73-79, 153-157 en 217-221.
  • Kok, D. de (1942), Supplement bij Schoengens Monasticon Batavum (Amsterdam).
  • Kokken, H. (1989), ‘De Leidse pensionaris, 1477-1494’ in: J.W. Marsilje e.a., red., Uit Leidse bron geleverd. Studies over Leiden en Leidenaren in het verleden, aangeboden aan drs. B.N. Leverland bij zijn afscheid als adjunct-archivaris van het Leidse gemeentearchief (Leiden) 124-129.
  • Kokken, H. (1991), Steden en staten. Dagvaarten van steden en Staten van Holland onder Maria van Bourgondië en het eerste regentschap van Maximiliaan van Oostenrijk (1477-1494) Stichting Hollandse Historische Reeks (z.p.).
  • Kolff, D.H.A. (1966), ‘Libertatis Ergo. De beroerten binnen Leiden in de jaren 1566 en 1567’, LJB 58, 118-148.
  • Koorn, F.W.J. (1981), Begijnhoven in Holland en Zeeland gedurende de Middeleeuwen (Assen).
  • Koorn, F.W.J. (1985), ‘Ongebonden vrouwen. Overeenkomsten en verschillen tussen begijnen en zusters des gemenen levens’, OGE 59, 393-402.
  • Koorn, F.W.J. (1986), ‘Women without vows. The case of the beguines and the Sisters of the Common Life in the Northern Netherlands’ in: E. Schulte van Kessel, red., Women and men in spiritual culture XIV-XVII centuries (Den Haag) 135-149.
  • Koorn, F.W.J. (1992), ‘Hollandse nuchterheid? De houding van de Moderne Devoten tegenover vrouwenmystiek en -ascese’, OGE 66, 97-114.
  • Koorn, F.W.J. (1996), ‘Het Kapittel van Utrecht’ in: A.J. Hendrikman, red., Windesheim 1395-1995: kloosters, teksten, invloeden (Nijmegen) 131-143.

  • ↑pag. 420↑

  • Koorn, F.W.J. (1998), ‘Von der Peripherie ins Zentrum. Beginen und Schwestern vom Gemeinsamen Leben in den nördlichen Niederlanden’ in: M. Wehrli-Johns en C. Opitz, red., Fromme Frauen oder Ketzerinnen. Leben und Verfolgung der Beginen im Mittelalter (Freiburg, Bazel en Wenen) 95-118.
  • Koorn, F.W.J. (2002), ‘Was Diepenveen te koop? De verwerving van het goederenbezit van Diepenveen en de rol van de zusters hierbij’ in: W. Scheepsma, red., Het ootmoedig fundament van Diepenveen. Zeshonderd jaar Maria en Sint-Agnesklooster 1400-2000 IJsselacademie nr. 152 (Kampen) 63-76.
  • Köpf, U. (1988), ‘Angelina von Foligno. Ein Beitrag zur franziskanischen Frauenbewegung um 1300’ in: P. Dinzelbacher en D.R. Bauer, red., Religiöse Frauenbewegung und mystische Frömmigkeit im Mittelalter (Keulen, Wenen) 225-250.
  • Koppenol, J., red. (2002), Het Leids ontzet. 3 oktober 15/4 door de ogen van tijdgenoten (Amsterdam).
  • Kors, M.M. (1988), ‘Het tractaat Fili accedens, toegeschreven aan de prior van Groenendaal. Studie en kritische uitgave’, OGE 62, 176-256.
  • Kort, J.C. (1981), Het archief van de graven van Holland Rijksarchieven in Holland, inventarisreeks nr. 23 (Den Haag).
  • Korte, A. en L. Wilkens, red. (1997), Andere gezichten, andere geluiden: vrouwenstudies in theologie en godsdienstwetenschappen (Utrecht).
  • Kortenbach, C.J. (1947), ‘Het klooster Roma’, LJB 39, 48-66.
  • Korteweg, A.S. (z.j.), ‘Zuid-Holland’ in: Eadem, red., Kriezels, aubergines en takkenbossen. Randversiering in Noordnederlandse handschriften uit de vijftiende eeuw (Zutphen) 68-83.
  • Kossmann-Putto, J.A. (1985), ‘Armen- en ziekenzorg in de middeleeuwen: verschillen tussen oost en west’, VMORG 100, 7-23.
  • Kronenberg, H. (1917), ‘Deventer vrouwenkloosters’, VMORG 34, 57-68.
  • Kroniek van Gerardus Coccius, uitgegeven door de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (Deventer 1860).
  • Kruijf, U. de, J. Kummer en F. Pereboom, red. (2000), Een klooster ontsloten. De kroniek van Sint-Agnietenberg bij Zwolle door Thomas van Kempen, in vertaling en met commentaar (Kampen).
  • Kühler, W.J. (1908), Johannes Brinckerinck en zijn klooster te Diepenveen (Rotterdam).
  • Kuijper, W.J. (1984), ‘Planten- en dierenresten in laatmiddeleeuwse beerputten op het terrein van het St. Agnietenklooster’, Bodemonderzoek in Leiden/Jaarverslag archeologische begeleidingscommissie 7, 131-143.
  • Kuile, G.J. ter (1931), ‘De havezathen van Overijssel’ in: G.A.J. van Engelen van der Veen en G.J. ter Kuile, red., Overijssel (Deventer) 210-238.
  • Kuile, G.J. ter (1963-68), Oorkondenboek van Overijsselq, 797-1345 VI dln. (Zwolle).
  • Kuile, G.J. ter (1979a), ‘Rechtskundige verschijnselen in de Middeleeuwen’ in: B.H. Slicher van Bath, G.D. van der Heide en C.C.W.J.J. Hijszeler, red., Geschiedenis van Overijssel (Zwolle) 69-88.
  • Kuile, G.J. ter (1979b), ‘Rechtskundige verschijnselen in de nieuwe tijd’ in: B.H. Slicher van Bath, G.D. van der Heide en C.C.W.J.J. Hijszeler, red., Geschiedenis van Overijssel (Zwolle) 135-153.
  • Kuys, J. (1998), ‘Kerk en godsdienstig leven in de middeleeuwse Noordelijke Nederlanden’, Trajecta 7, 273-295.
  • Labalme, P.H., red. (1980), Beyond their sex. Learned women of the European past (New York en Londen).
  • Ladan, R. (1989), ‘Buitenbier in Leiden. De oriëntatie van Leiden op bierstad Delft in de Late Middeleeuwen’ in: J.W. Marsilje e.a., red., Uit Leidse bron geleverd. Studies over Leiden en Leidenaren in het verleden, aangeboden aan drs. B.N. Leverland bij zijn afscheid als adjunct-archivaris van het Leidse gemeentearchief (Leiden) 138-143.
  • Lambermond, C.H. (1926), ‘Het oude Broerenklooster’ in: B.C. van Benthem en M. Schoengen, red., De Dominikanen te Zwolle (Zwolle) 24-53.
  • Lamet, S.A. (1979), Men in government: the patriciate of Leiden, 1550-1600 (z.p.).
  • Latré, G. (1992), ‘Beguinages and female forms of spiritual life in the Low Countries. An introductory lecture to a visit of the Leuven beguinage’ in: J. Dor, red., A wyf ther was: essays in honour of Paule Mertens (Luik) 219-234.
  • Lawrence, C.H. (1989), Medieval monasticism. Forms of religious life in Western Europe in the Middle Ages (Londen, New York).
  • Leeuwen, S. van (1685), Batavia Illustrata ofte Hollandsche chronyck 2 dln. (‘s-Gravenhage).


↑pag. 421↑

  • Leidenaars voor de Grote Raad (1470-1580). Processen uit het archief van de Grote Raad (Parlement) van Mechelen met betrekking tot instellingen en bewoners van de stad Leiden, door de Leidse werkgroep amateur (rechtshistorici (Leiden 1981).
  • Lehmijoki-Gardner, M. (1999), Worldly saints. Social interaction of Dominican penitent women in Italy, 1200-1500 Bibliotheca Historica 35 (Helsinki).
  • Lem, A. (1990), Middeleeuwse handschriften uit Zwolle. Studies rond de collectie Emmanuelshuizen 2 dln (onuitgegeven doctoraalscriptie Groningen).
  • Lem, A. (1992), ‘Zwolse fraters’, ZHT 9/1, 4-6.
  • Lem, A. (1992), ‘Zwolse fraters’, ZHT 9/1, 117-119.
  • Lem, A. (1994), ‘Zwolse fraters’, ZHT 11/3, 24-25.
  • Lem, A. (1995), ‘Zwolse fraters’, ZHT 12/2, 65-67.
  • Lem, A.B. en L.S. Wierda (z.j.), ‘De IJsselstreek’ in: A.S. Korteweg, red., Kriezels, aubergines en takkenbossen. Randversiering in Noordnederlandse handschriften uit de vijftiende eeuw (Zutphen) 116-129.
  • Lenferink, H.J.J. e.a., red. (1993), Geschiedenis van Kampen. Deel 1: ‘maer het is hier te Campen’ (Kampen).
  • Leupen, S.C.M. (1992), ‘Het Leidse Cellebroedersklooster’, LJB 84, 32-49.
  • Leverland, B.N. (1959a), ‘Cornelis Jansz. De laatste pastoor van de O.L.Vrouwekerk (1544-1572)’, LJB 51, 55-68.
  • Leverland, B.N. (1959b), De pastoors van de parochie van O.L.Vrouw te Leiden (z.p.).
  • Leverland, B.N. (1970), ‘Het Sint Elisabethgasthuis in de Kamp’, LJB 62, 51-68.
  • Leverland, B.N. (2000), St. Pancras op het Hogeland. Kerk en kapittel in Leiden tot aan de Reformatie (Hilversum).
  • Lewis, G.J. (1996), By women, for women, about women. The sister-books of fourteenth-century Germany (Michigan).
  • Lievens, R. (1958), Jordanus van Quedlinburg in de Nederlanden. Een onderzoek van de handschriften (Gent).
  • Lievens, R. (1995), ‘De Meditationes van Ps.-Bernardus in het Middelnederlands’ in: W. Verbeke e.a., red., Serta devota in memoriam Guillelmi Lordaux deel 2 (Leuven) 315-331.
  • Ligtenberg, C. (1908), De armezorg te Leiden tot het einde van de 16e eeuw (Den Haag).
  • Lindeborn, J. (1670), Historia sive notitia episcopatus Daventriensis (Keulen).
  • Linden, M. van der (1989), Tertiarissen in het St. Nicolaasconvent te Utrecht 1399-1513. Een onderzoek naar de sociale achtergrond (Ongepubliceerde doctoraalscriptie Universiteit Utrecht).
  • Lingier, C. (1993), ‘Boekengebruik in vrouwenkloosters onder de invloed van de Moderne Devotie’ in: Th. Mertens e.a., red., Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza (Amsterdam) 280-294.
  • Lingier, C. (2000), “Hongerich na den worden Godes’. Reading to the community in women’s convents of the Modern Devotion’ in: G. Signori, red., Lesen, Schreiben, Sticken und Erinnern. Beiträge zur Kultur- und Sozialgeschichte mittelalterlicher Frauenklöster (Bielefeld) 123-147.
  • Logan, F.D. (1996), Runaway religious in medieval England, c. 1240-1540 (Cambridge).
  • Lombarts, R.W.G, P.C.M. Schölvinck, J.Th. de Smidt en H.W. van Soest, red. (1982), Memorialen van het Hof (den Raad) van Holland, Zeeland en West-Friesland, van den secretaris Jan Rosa deel IV, V en VI (Den Haag).
  • Lombarts, R.W.G. (1989), ‘Jan Rosé, een Zeeuws-Bourgondische scharnier in de kanselarij van het Hof van Holland (1428-1447)’ in: J.W. Marsilje e.a., red., Uit Leidse bron geleverd. Studies over Leiden en Leidenaren in het verleden, aangeboden aan drs. B.N. Leverland bij zijn afscheid als adjunct-archivaris van het Leidse gemeentearchief (Leiden) 144-147.
  • Lommel, A. van (1875), ‘De jaren der stichting, oprichting, verwoesting, ontruiming en herstelling der kloosters van de Nederduitsche Provincie der Orde van St. Franciscus’, AAU 2, 31-89.
  • Lommel, A. van (1878), ‘Het necrologium van het voormalig Dominicaner-nonnenklooster te Leiden’, BBH 6, 63-69.
  • Lommel, A. van (1884), ‘Keuze van een deken van St. Pancras of de Hooglandsche kerk te Leiden anno 1551’, BBH 12, 307-312.
  • Lommel, A. van (1896a), ‘Nicolaus van Nieuwland, bisschop van Haarlem, aan den geheim-raad des konings, aangaande de Franciscaner-zusters van Burgt op Texel’, BBH 21, 157-159.
  • Lommel, A. van (1896b), ‘Requeste der grijze nonnen te Leiden, aan Alba, om vrijheid van accijns op het klein bier, dat zij, circa 50 in getal, gebruiken en gunstig schrijven van den hertog aan de Leidsche vroedschap – 1568’, BBH 21, 313-314.


↑pag. 422↑

  • Lourdaux, W. (1985), ‘De utilitate monachorum van Dirk van Herxen: een verdediging van de moderne devoten tegenover de burgerlijke overheid’ in: J. Andriessen, P. Bange en A.G. Weiler, red., Geert Grote & Moderne Devotie Themanummer OGE 59 afl. 2-3 (Antwerpen) 184-196.
  • Luijk, M.D. van (1998), ‘Ter eeren ende love Goodes. Religieuze lekenbroeder- en zusterschappen te Leiden, 1386-1572’, Jaarboek der sociale en economische geschiedenis van Leiden en omstreken (Leiden) 23-58.
  • Luijk, M.D. van (2000a), ‘De tweede religieuze vrouwenbeweging te Leiden. Het convent van St. Margaretha of Roomburg’, OGE 74, 50-67.
  • Luijk, M.D. van (2000b), ‘Mors certa, hora incerta. De zorg voor de doden bij lekenbroeder- en zusterschappen te Leiden in de Late Middeleeuwen’, Holland 32/5, 221-243.
  • Luijk, M.D. van (2001), ‘Devote vrouwen tijdens de tweede religieuze vrouwenbeweging in de laatmiddeleeuwse Noordelijke Nederlanden’, TvSG 27, 33-56.
  • Luijk, M.D. van (2003a), “Want ledicheit een vyant der zielen is’. Handenarbeid in laatmiddeleeuwse vrouwengemeenschappen’, Madoc. Tijdschrift over de Middeleeuwen 17/2, 114-124.
  • Luijk, M.D. van (2003b), ‘The city magistracy in Leyden and academie legal advice around the middle of the fifteenth century’, in: K. Goudriaan, J.J. van Moolenbroek en A.L. Tervoort red., Education and learning in the Netherlands, 1400-1600. Essays in Honour of Hilde de Ridder-Symoens (Leiden, Boston) 69-87.
  • Lunsingh Scheurleer, Th.H. e.a. (1987), ‘Sint Barbara klooster en Prinsenhof’ in: Th.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock en A.J. van Dissel, red., Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht deel II (Leiden) 163-251.
  • Lunsingh Scheurleer, Th.H. e.a. (1988), ‘Klooster Roma’ in: Th.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock en A.J. van Dissel, red., Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht deel IIIb (Leiden) 420-441.
  • Lunsingh Scheurleer, Th.H. e.a. (1992), ‘Van Witte Nonnen klooster tot Academiegebouw’ in: Th.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock en A.J. van Dissel, red., Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht deel VI (Leiden) 781-837.
  • Lynch, J.H. (1992), The medieval church: a brief history (Londen / New York).
  • Maat, G.J.R. (1984), ‘De physisch anthropologische analyse van vondsten ter plaatse van het voormalige St. Agnietenklooster te Leiden’, Bodemonderzoek in Leiden / Jaarverslag archeologische begeleidingscommissie 7, 167-170.
  • Makowski, E. (1997), Canon Law and cloistered women. ‘Periculoso’ and its commentators, 1298-1545 (Washington).
  • Man, D. de (1921), ‘Maatregelen door de middeleeuwsche overheden genomen ten opzichte van het oeconomisch leven der kloosterlingen en leden van congregaties’, Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde 5e reeks nr. 8 (Den Haag) 277-292.
  • Man, D. de (1926), ‘Vervolgingen, welke de Broeders en Zusters des Gemeenen Levens te verduren hadden’, Bijdragen voor de vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde 6e reeks nr. 4, 283-295.
  • Mandemakers, K.C.A. en A.-J.A. Bijsterveld (), ‘Prosopography and random samples: the parish priests in North Brabant, 1400-1570’ in: K. Goudriaan e.a., red., Prosopography and computer (Leuven, Apeldoorn) 25-44.
  • Maren, J.W. van (1990), ‘Vanden Sterven. Een tekst uit een rapiarium behorende tot de collectie Emmanuelshuizen’, OHB 105, 29-37.
  • Margry, P.J. (1986), ‘Het Katharijneconvent te Heusden. Een onderzoek naar het boekenbezit en boekengebruik van een tertiarissenklooster in de Late Middeleeuwen’, OGE 60, 148-203.
  • Marsilje, J.W. (1985), Het financiële beleid van Leiden in de laat-Beierse en Bourgondische periode, pm. 1390-1477 (Hilversum).
  • Marsilje, J.W. e.a., red. (1989), Uit Leidse bron geleverd. Studies over Leiden en Leidenaren in het verleden, aangeboden aan drs. B.N. Leverland bij zijn afscheid als adjunct-archivaris van het Leidse gemeentearchief (Leiden).
  • Marsilje, J.W., red. (2002), Leiden. De geschiedenis van een Hollandse stad. Deel 1: Leiden tot 1574 (Leiden).
  • Marsilje, J.W. (2002a), ‘Korte introductie’ in: Idem, red., Leiden. De geschiedenis van een Hollandse stad. Deel 1: Leiden tot 1574 (Leiden) 11-14.
  • Marsilje, J.W. (2002b), ‘Bestuur en rechtswezen’ in: Idem, red., Leiden. De geschiedenis van een Hollandse stad. Deel 1: Leiden tot 1574 (Leiden) 59-94.


↑pag. 423↑

  • Marsilje, J.W. (2002c), ‘Het economische leven’ in: Idem, red., Leiden. De geschiedenis van een Hollandse stad. Deel 1: Leiden tot 1574 (Leiden) 95-112.
  • Mathisen, R.W. (1988), ‘Medieval prosopography and computers: theoretical and methodological considerations’, Medieval Prosopography 9,73-98.
  • Maximilianus, P. (1948), ‘Middelnederlandse Franciscaanse godsdienstige geschriften’, Franciscaans leven 31, 167-176.
  • McDonnell, E.W. (1954), The beguines and beghards in medieval culture. With special emphasis on the Belgian scene (New Brunswick, New Jersey).
  • McLaughlin, M.M. (1987), ‘Looking for medieval women: an interim report on the project ‘Women’s religious life and communities, A.D. 500-1500”, Medieval Prosopography 8, 61-79.
  • McLaughlin, M.M. (1989), ‘Creating and recreating communities of women: the case of Corpus Domini, Ferrara, 1406-1452’, Signs. Journal of women in culture and society 14:2, 293-320.
  • McNamara, J-A.K. (1996), Sisters in arms: catholic nuns through two millennia (Londen).
  • McRee, B.R. en T.K. Dent (1999), ‘Working women in the medieval city’ in: L.E. Mitchell, red., Women in medieval Western European culture (New York en Londen) 241-256.
  • Meerkamp van Embden, A. (1913), Stadsrekeningen van Leiden (1390-1434) 2 dln. (Amsterdam).
  • Meersseman, G.G. (1961), Dossier de l’ordre de la pénitence au xiiie siècle (Freiburg).
  • Meertens, P.J. (1944), De betekenis van de Nederlandse familienamen (Naarden).
  • Meertens, P.J. red. (1968), Nederlands Repertorium van familienamen, dl. VI Overijsel (Assen).
  • Meijer, G.A. (1896), ‘Kerkelijk Schiedam voor de Hervorming’, BBH 21, 1-43.
  • Meijer, G.A. (1901), Het Dominicanerklooster te Zwolle (Nijmegen).
  • Meijer, G.A. (1912), ‘De laatste jaren van het Broerenklooster te Zwolle’, VMORG 28, 49-103.
  • Meijer, G.A. (1920), ‘Het Busch-klooster te Zwolle’, VMORG 37, 86-103.
  • Meijer, G.A. (1922), Zwolsche aflaatbrieven (Arnhem).
  • Meijer, G.A. (1931), ‘Het Oldeconvent te Zwolle’, AAU 55, 285-298.
  • Meijschke, R. (1974), ‘Zwolle, stadsplan en bebouwing’, BKNOB 73, 61-69.
  • Melker, B. de (2002), Metamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385-1435, nog te publiceren proefschrift, Universiteit van Amsterdam.
  • Mens, A. (1947), Oorsprong en betekenis van de Nederlandse Begijnen- en Begardenbeweging. Vergelijkende studie XIIe-XIIIe eeuw (Leuven).
  • Mensema, A.J., Js. Mooijweer en J.C. Streng red. (2000), De ridderschap van Overijssel. Le métier du noble (Zwolle).
  • Mertens, Th. (1993), ‘Boeken voor de eeuwigheid. Ter inleiding’ in: Idem e.a., red., Boeken voorde eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza (Amsterdam) 8-35.
  • Mertens, Th. (1995). ‘Mystieke cultuur en literatuur in de Late Middeleeuwen’ in: F.P. van Oostrom en W. van Anrooij, red., Grote lijnen. Syntheses over middelnederlandse letterkunde (Amsterdam) 117-136.
  • Mertens, Th. (1996), ‘Collatio und Codex im Bereich der Devotio Moderna’ in: C. Meier e.a., red., Der Codex im Gebrauch. Akten des Internationalen Kolloquiums 11.-13. Juni 1992 (München) 163-182.
  • Mertens, Th. (1999), ‘Rondom het sterfbed van Lubbert ten Busch. De moderne devoten en de pest te Deventer in 1398’ in: De Pest in de Nederlanden: medisch historische beschouwingen 650 jaar na de Zwarte Dood. Vierde symposium geschiedenis der geneeskundige wetenschappen. Koninklijke Academie voor geneeskunde van België, zi maart 1998. Academia Regia Belgica Medicinae (Brussel) 141-158.
  • Mertens, Th. (2002), ‘Het Diepenveense zusterboek als exponent van gemeenschapstichtende kloosterliteratuur’ in: W. Scheepsma, red., Het ootmoedig fundament van Diepenveen. Zeshonderd jaar Maria en Sint-Agnesklooster 1400-2000 IJsselacademie nr. 152 (Kampen) 77-94.
  • Mieris, F. van (1762), Beschrijving der stad Leyden deel I (z.p.).
  • Mierlo, Th.M. van en J.C. Streng (1989), ‘Kerk en klooster na de Hervorming’ in: A.J. Gevers en A.J. Meinsema, red., De Broerenkerk te Zwolle (Zwolle) 37-79.
  • Migne, J.P. (1841-1864), Patrologiae cursus completus Series Latina (Parijs) 221 dln.
  • Milis, L. (1997), ‘Van vrije kluizenaars tot georganiseerde kanunniken. Een spirituele revolutie in de Hoge Middeleeuwen’, Trajecta 6, 305-317.
  • Miramon, Ch. de (1999), Les ‘donnés’ au moyen âge. Une forme de vie religieuse laïque v. 1180 – v. 1500 (Parijs).


↑pag. 424↑

  • Mitchell, L.E. (1999), ‘Women and medieval canon law’ in: Eadem, red., Women in medieval Western European culture (New York en Londen) 143-153.
  • Moderne Devotie. Figuren en facetten. Tentoonstelling ter herdenkingvan het sterfjaar van Geert Grote 1384-1984 (Nijmegen 1984).
  • Moeller, B. (1970), ‘Probleme des kirchlichen Lebens in Deutschland vor der Reformation’ in: R. Kottje en J. Staber, red., Probleme der Kirchenspaltung im 16. Jahrhundert (Regensburg) 11-33.
  • Moeller, B. (1991), Die Reformation und das Mittelalter. Kirchenhistorische Aufsätze hrsg. J. Schilling (Göttingen).
  • Mol, J.A. (1986), ‘Friezen en het hiernamaals. Zieleheilsbeschikkingen ten gunste van kerken, kloosters en armen in testamenten uit Friesland’ in: N. Lettinck en J.J. van Moolenbroek, red., In de schaduw van de eeuwigheid. Tien studies over religie en samenleving in laatmiddeleeuws Nederland aangeboden aan prof. dr. A.H. Bredero (Utrecht) 28-64.
  • Mol, J.A. (1991), De Frieze huizen van de Duitse Orde. Nes, Steenkerk en Schoten en hun plaats in het Middeleeuwse Friese kloosterlandschap (Ljouwert).
  • Molhuysen, P.C., red. (1909), Inventaris van de archieven der rijksuniversiteit te Leiden (Leiden).
  • Molhuysen, P.C. (1913-14), Bronnen tot de geschiedenis van de Leidsche Universiteit Deel I (1574-1610) (Leiden).
  • Moll, W. (1854), Johannes Brugman en het godsdienstig leven onzer vaderen in de vijftiende eeuw 2 dln. (Amsterdam).
  • Moll, W. (1866), ‘De boekerij van het St. Barbaraklooster te Delft, in de tweede helft der vijftiende eeuw. Eene bijdrage tot de geschiedenis der middeneeuwsche letterkunde in Nederland’, Kerkhistorisch Archief 4, 209-285.
  • Monteiro, M. (1996), Geestelijke maagden. Leven tussen klooster en wereld in Noord-Nederland gedurende de zeventiende eeuw (Hilversum).
  • Mooijweer, Js. (2000), ‘’In Overissell hat die Ritterschaft grosse Prominenz’: De ridderschap(pen) van Overijssel van 1424 tot 1622’ in: A.J. Mensema, Js. Mooijweer en J.C. Streng, red., De ridderschap van Overijssel. Le métier du noble (Zwolle) 11-48.
  • Moolenbroek, J.J. van (1999), Mirakels historisch. De exempels van Caesarius van Heisterbach over Nederland en de Nederlanders Middeleeuwse studies en bronnen deel LXV (Hilversum).
  • Moor, G. de (1989), ‘Het onderwijs in het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst (1261-1574) bij Noordwijkerhout’ in: En Marie werd wijzer Culturele verschijningsvormen van meisjesonderwijs in heden en verleden (Nijmegen) 33-41.
  • Moor, G. de (1990), ‘Overijsselse adellijke dochters in een Hollands klooster’, OHB 105, 37-57.
  • Moor, G. de (1991), ‘Schenkers van glasramen aan de abdij Leeuwenhorst bij Noordwijk(erhout) in de zestiende eeuw’, JCBG 45, 41-99.
  • Moor, G. de (1994), Verborgen en geborgen. Het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst in de Noordwijkse regio (1261-1574) (Hilversum).
  • Moor, G. de (2000), Lonen en prijzen in het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst bij Noordwijkerhout tussen 1410/11 en 1570/71 (Amsterdam).
  • Moorman, J.R.H. (1968), A history of the Franciscan order from its origins to the year 1517 (Oxford).
  • Moorman, J.R.H. (1974), The Franciscans in England (Oxford).
  • Mosher Stuard, S. (1987a), ‘Fashion’s captives: medieval women in French historiography’ in: Eadem, red., Women in medieval history and historiography (Philadelphia) 59-81.
  • Mosher Stuard, S. (1987b), ‘A new dimension? North American scholars contribute their perspective’ in: Eadem, red., Women in medieval history and historiography (Philadelphia) 81-101.
  • Mostert, M., A. Demyttenaere, E.O. van Hartingsveldt en R.E. Künzel, red. (1990), Vrouw, familie en macht. Bronnen over vrouwen in de Middeleeuwen Amsterdamse Historische Reeks, Grote Serie XI (Hilversum).
  • Mostert, M. (2002), ‘Veelkleurige devotie en zakelijk schriftgebruik. Religie en schrift in middeleeuws Holland’ in: Th. de Nijs en E. Beukers, red., Geschiedenis van Holland tot 1572 Geschiedenis van Holland deel I (Hilversum) 149-196.
  • Mulder, J.W. (1898), Zwolsche kroniek van 1520 tot 1526 (Zwolle).
  • Mulder-Bakker, A.B. (1996), ‘Monddood maken liet zij zich niet. De kluizenares Kreupele Margriet van Maagdenburg’ in: M. Cornelis e.a., red., Vrome vrouwen. Betekenissen van geloof voor vrouwen in de geschiedenis (Hilversum) 45-67.


↑pag. 425↑

  • Muller, E. (1985), ‘Heilige maagden. De verering van maagdheiligen in religieuze vrouwengemeenschappen’ in: P. Bange e.a., red., Tussen heks en heilige. Het vrouwbeeld op de drempel van de moderne tijd, 15de/16de eeuw (Nijmegen) 83-100.
  • Muller, S. (1915/16), ‘De Moderne Devotie te Utrecht’, NAKG 12, 16-34.
  • Muller, S. (1917/19), Regesten van het archief der bisschoppen van Utrecht 4 dln. (Utrecht).
  • Muther, Th. (1876), ‘Cölner Rechtsgutachten über die Brüder und Schwestern vom gemeinschaftlichen Leben aus dem Jahre 1398’ in: Idem, Zur Geschichte der Rechtswissenschaft und der Universitäten in Deutschland (Jena) 245-251.
  • Nagge, W. (1915), Historie van Overijssel 2 dln. (Zwolle).
  • Neel, C. (1989), ‘The origins of the beguines’, Signs. Journal of women in culture and society 14/2, 321-341.
  • Nichols, J.A. en L.T. Shank, red. (1984), Medieval religious women vol. 1: Distant echoes (Michigan).
  • Nierop, H.F.K. van (1984), Van ridders tot regenten. De Hollandse adel in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw (z.p.).
  • Niet, J. de (2000), De zusters van Mariënpoel en hun familie. Een prosopografisch onderzoek. Ongepubliceerde scriptie VU Amsterdam, februari 2000.
  • Nijs, Th. de en E. Beukers, red. (2002), Geschiedenis van Holland tot 1572 Geschiedenis van Holland deel I (Hilversum).
  • Nolet, W. (1928), ‘Het klooster van St. Ursula of der Elfduizend Maagden in Warmond II’, BBH 45, 54-76.
  • Nolet, W. en P.C. Boeren (1951), Kerkelijke instellingen in de Middeleeuwen (Amsterdam).
  • Noordam, D.J. (1987), ‘Elites in de luwte. Vijf studies over adel en patriciaat in Holland’, Holland 19, 162-176.
  • Noordam, D.J. (1994), Geringde buffels en heren van stand. Het patriciaat van Leiden, 1574-1700 (Hilversum).
  • Noordegraaf, L. en J.T. Schoenmakers (1984), Daglonen in Holland 1450-1600 Amsterdamse Historische Reeks nr. 7. (Amsterdam).
  • Noordegraaf, L. (1985), Hollands welvaren? Levensstandaard in Holland 1450-1650 (Bergen, NH).
  • Noordegraaf, L. en G. Valk (1988), De gave Gods. De pest in Holland vanaf de Late Middeleeuwen (Bergen, NH)
  • Norris, J.R. (1999), ‘Nuns and other religious. Women and christianity in the middle ages’ in: L.E. Mitchell, red., Women in medieval Western European culture (New York en Londen) 278-293.
  • Oates, J.C.T. (1954), A catalogue of the fifteenth century printed books in the University Library Cambridge (Cambridge).
  • Obbema, P.F.J. (1989), ‘Lopsen onder Leiden en Sint Janskamp bij Vollenhove, twee verwante kloosters’ in: J.W. Marsilje e.a., red., Uit Leidse bron geleverd. Studies over Leiden en Leidenaren in het verleden, aangeboden aan drs. B.N. Leverland bij zijn afscheid als adjunct-archivaris van het Leidse gemeentearchief (Leiden) 173-181.
  • Obbema, P.F.J. (1996), De middeleeuwen in handen. Over de boekcultuur in de late middeleeuwen (Hilversum).
  • Obreen, H.G.A. (1905), ‘Bijdragen tot de geschiedenis van het Witte-Nonnenklooster der orde van St. Dominicus aan het Rapenburg te Leiden’, LJB 2, 1-13.
  • Oerle, H.A. van (1941), ‘De bouw van het St. Cecilia gasthuis in de Camp te Leiden’, LJB 33, 63-81.
  • Oerle, H.A. van (1975), Leiden binnen en buiten de stadsvesten: de geschiedenis van de stedebouwkundige ontwikkeling binnen het Leidse rechtsgebied tot aan het einde van de Gouden Eeuw 2 dln. (Leiden).
  • De Onze Lieve Vrouwenkerk te Zwolle. Geschiedkundig overzicht van de oorsprong der kapel, de bouw van de kruiskerk en de lotgevallen van de toren (Zwolle 1950).
  • Oostingh, G. (1984), ‘Een 18e eeuwse vertaling van de kroniek van de Agnietenberg’ in: N.D.B. Habermehl, red., Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle) 53-58.
  • Opitz, C. (1991), ‘Het dagelijks leven van de vrouw in de Late Middeleeuwen (1250-1500)’ in: C. Klapisch-Zuber, red., Geschiedenis van de vrouw: Middeleeuwen (Amsterdam) 271-330.
  • Orlers, J.J. (1641), Beschrijvinge der stadt Leyden 2 dln. (z.p.).
  • Osinga, M.D. en W.S. Gelinck (1928/30), Kenningboek der stad Leiden 1570/1580 2 stukken (Den Haag).
  • Ourliac, P. en H. Gilles, red. (1971), La période post-classique (1378-1500) I. La problématique de l’époque. Les sources Histoire du droit et des institutions de l’église en Occident t. VII (Parijs).
  • Overvoorde, J.C. (1911), ‘Het Cisterciënserklooster Marienhaven te Warmond’, BBH 33, 1-59.


↑pag. 426↑

  • Overvoorde, J.C. (1913), Archieven van de gasthuizen. Inventarissen en regestenlijsten (Leiden).
  • Overvoorde, J.C. (1915), Archieven van de kerken. Inventarissen en regestenlijsten 2 dln. (Leiden).
  • Overvoorde, J.C. (1917), Archieven van de kloosters. Inventaris en regesten 2 dln. (Leiden).
  • Overvoorde, J.C. en J.W. Verburgt (1937), Archief der secretarie van de stad Leiden 1253-1575. Inventaris en regesten (Leiden).
  • Passenier, A.E. (1997), ‘De passie van het lichaam en de vrije ziel. Over stereotypen van middeleeuwse vrouwen sprirtualiteit’ in: A. Korte en L. Wilkens red., Andere gezichten, andere geluiden: vrouwenstudies in theologie en godsdienstwetenschappen (Utrecht) 65-80.
  • Patschovsky, A. (1998), ‘Beginen, Begarden und Terziaren im 14. und 15. Jahrhundert. Das Beispiel des Basler Beginenstreits (1400/04-1411)’ in: M. Wehrli-Johns en C. Opitz, red., Fromme Frauen oder Ketzerinnen. Leben und Verfolgung der Beginen im Mittelalter (Freiburg, Bazel en Wenen) 195-209.
  • Peijnenburg, J.W.M. (1979), ‘De kroniek van het klooster St. Agnietenberg 1398-1477’, OHB 94, 11-20.
  • Peijnenburg, J.W.M. (1984), ‘Het leven in het klooster Agnietenberg’ in: N.D.B. Habermehl, red., Een zuivere, eenvoudige, standvastige geest. De Moderne Devotie te Zwolle Uitgave Zwolse Historische Vereniging (Zwolle) 31-35.
  • Persoons, E. en W. Lourdaux (1967), ‘De statuten van de vrouwenkloosters aangesloten bij het Kapittel van Windesheim’, AGKKN 9, 231-244.
  • Persoons, E. (1980), ‘Lebensverhältnisse in den Frauenklöstern der Windesheimer Kongregation in Belgien und in den Niederlanden’ in: Klösterliche Sachkultur des Spätmittelalters. Internationaler Kongress Krems an der Donau 18. Bis 21. September 1978 (Wenen) 73-108.
  • Persoons, E. (1984), ‘De verspreiding van de Moderne Devotie’ in: C.C. de Bruin, E. Persoons en A.G. Weiler, red., Geert Grote en de Moderne Devotie (Zutphen) 57-102.
  • De Pest in de Nederlanden: medisch historische beschouwingen 650 jaarna de Zwarte Dood. Vierde symposium geschiedenis der geneeskundige wetenschappen. Koninklijke Academie voor geneeskunde van België, 21 maart 1998 Academia Regia Belgica Medicinae (Brussel 1999).
  • Petrakopoulos, A. (1996), ‘Middeleeuwse vrouwen, gender en macht. Historiografische reflecties in een spiegelpaleis’ in: C. van Eijl e.a., red., Het zaad der middeleeuwen. Jaarboek voor vrouwengeschiedenis (Nijmegen) 17-36.
  • Philippen, L.J.M. (1918), De Begijnhoven. Oorsprong, geschiedenis, inrichting (Antwerpen).
  • Pijper, F. (1895), ‘Een nonnenklooster onder den invloed van Windesheim’, Archief voor Nederlandsche Kerkgeschiedenis 5, 229-249.
  • Piponnier, F. (1991), ‘Het domein van de vrouw: ruimten en voorwerpen’ in: C. Klapisch-Zuber, red., Geschiedenis van de vrouw: Middeleeuwen (Amsterdam) 331-344.
  • Pirotte, J. (1998), ‘Dochters van stilte. Een historisch overzicht van de rol en de betekenis van vrouwelijke religieuzen in diverse culturen en in de ontwikkeling van de kerk’ in: M. Carnier en M. Paret, red., Dochters van stilte. Monialen in België en Luxemburg van de middeleeuwen tot heden Tentoonstellingscatalogus (z.p.) 9-46.
  • Pleyte, W., red. (1874), Leiden vóór 300 jaren en thans. Photolithographische afbeelding van een platte-grond van 1578 en chromolithographische afbeelding van het chaertbouc van straten binnen desen stadt Leyden en chaertbouc van de stadts wateren gemeten bij Mr. Salomon van Dulmenhorst en Jan Pieterssoon Dou, voorafgegaan door eene geschiedkundige schets van den plattegrond en de voornaamste gebouwen der stad, met opgave der woonhuizen van eenige personen, die tijdens het Beleg, de stichting der Akademie en thans op den voorgrond treden (Leiden).
  • Plöchl, W.M. (1962), Geschichte des Kirchenrechts 3 dln. (Wenen, München).
  • Pol, F. van der (1990), De Reformatie te Kampen (Kampen).
  • Pol, F. van der en M. Smit (1997), De susteren van Sanct-Agnetenhuus. De geschiedenis, materiële cultuur en spiritualiteit van het Kamper Agnietenconvent (Kampen).
  • Pool, J.C. (1866), Frederik van Heilo en zijn schriften (Amsterdam).
  • Post, R.R. (1933), De geschiedenis der Utrechtse bisschopsverkiezingen tot 1535 (Utrecht).
  • Post, R.R. (1939), ‘De broeders des gemeenen levens en de zielzorg’, Studia Catholica 15, 28-43.
  • Post, R.R. (1950a), De Moderne Devotie. Geert Grote en zijn stichtingen (Amsterdam).
  • Post, R.R. (1950b), ‘De roeping tot het kloosterleven in de 16e eeuw’ in: Mededelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Afdeling Letterkunde, nieuwe reeks 13, 31-76.
  • Post, R.R. (1952), ‘De statuten van het mr. Geertshuis te Deventer’, AAU 71, 1-46.
  • Post, R.R. (1954a), Kerkelijke verhoudingen in Nederland voor de Reformatie, van c. 1500 tot c. 1580 (Utrecht).

  • ↑pag. 427↑

  • Post, R.R. (1954b), Scholen en onderwijs in Nederland gedurende de Middeleeuwen (Utrecht).
  • Post, R.R. (1957), Kerkgeschiedenis van Nederland in de Middeleeuwen 2 dln. (Utrecht / Antwerpen).
  • Post, R.R. (1968), The Modern Devotion: confrontation with Reformation and Humanism (Leiden).
  • Post, R.R. (1979), ‘De kerk in het midden; de Middeleeuwse kerk’ in: B.H. Slicher van Bath, G.D. van der Heide en C.C.W.J.J. Hijszeler, red., Geschiedenis van Overijssel (Zwolle) 106-116.
  • Postan, M.M., red. (1975), Medieval women (Cambridge).
  • Posthumus, N.W. (1908), De geschiedenis van de Leidsche lakenindustrie Deel I: De middeleeuwen (14e-16e eeuw) (Den Haag).
  • Posthumus, N.W. (1910-1911), Bronnen tot de geschiedenis van de textielnijverheid 2 dln. (Den Haag).
  • Predota, S., m.m.v. M.A. Mooijaart en P.G.J. van Sterkenburg (1998), Een laatmiddeleeuws gebedenboek uit de kring van de Moderne Devotie, hs. Wroclaw, Bibliotheka Kapitulna 716 (Wroclaw).
  • Prims, Fl. (1944), De kloosterslot-beweging in Brabant in de xvde eeuw (Antwerpen, Utrecht).
  • Quast, J. (1980a), ‘Vrouwenarbeid omstreeks 1500 in enkele Nederlandse steden’, Jaarboek voor vrouwengeschiedenis 46-64.
  • Quast, J. (1980b), ‘Vrouwen in gilden in Den Bosch, Utrecht en Leiden van de 14e tot en met de 16e eeuw’ in: W. Fritschy, red., Fragmenten vrouwengeschiedenis Deel 1 (Den Haag) 27-37.
  • Rammelman-Elzevier, W.I.C. (1862), ‘De Beeldstorm te Leiden’, Kerkhistorisch Archief 3, 426-441.
  • Rehm, G. (1985), Die Schwestern vom gemeinsamen Leben im nordwestlichen Deutschland. Untersuchungen zur Geschichte der Devotio Moderna und des weiblichen Religiosentums Berliner Historische Studiën Band 11, Ordensstudien V (Berlijn).
  • Rehm, G. (1992), ‘Aspekte der Wirtschaftstätigkeit der Schwestern vom gemeinsamen Leben im 15. Jahrhundert’ in: K. Elm, red., Erwerbspolitik und Wirtschaftsweise mittelalterlicher Orden und Klöster Berliner Historische Studiën Band 17. Ordensstudien VII (Berlijn) 249-266.
  • Reijnders, J. (2001), ‘Schenken en gedenken. Pitanties in Mariënpoel’, Madoc 13, 154-161.
  • Reitsma, R. (1982), Centrifugal and centripetal forces in the early Dutch republic. The States of Overijssel 1566-1600 (Amsterdam).
  • Rengers Hora Siccama, D.G. (1905), De geestelijke en kerkelijke goederen onder het canonieke, het gereformeerde en het neutrale recht deel I (Utrecht).
  • Ridder, van der Schueren, J.B.J.N. de (1882), ‘Eenige mededeelingen omtrent het regulierenconvent en andere geestelijke goederen onder Leijderdorp’, BBH 10, 210-248.
  • Ridder-Symoens, H. de (1978), ‘De universitaire vorming van de Brabantse stadsmagistraat en stadsfunktionarissen – Leuven en Antwerpen, 1430-1580’, Varia Historica Brabantica VI-VII, 21-126.
  • Ridder-Symoens, H. de (1981), ‘Milieu social, études universitaires et carrière des conseillers au Conseil de Brabant (1430-1600)’ in: G. Asaert e.a., red., Recht en instellingen in de oude Nederlanden tijdens de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Liber amicorum Jan Buntinx (Leuven) 257-302.
  • Ridder-Symoens, H. de (1991), ‘Prosopografie en midddeleeuwse geschiedenis: een onmogelijke mogelijkheid?’, Handelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent Nieuwe Reeks XLV, 95-117.
  • Ridder-Symoens, H. de (1992a), ‘Conseils juridiques et monde universitaire au xve siècle’, Revue d’histoire du droit LX, 393-424.
  • Ridder-Symoens, H. de, red. (1992b), A history of the university in Europe vol. I: universities in the middle ages (Cambridge).
  • Ridder-Symoens, H. de (1993), ‘Prosopographical research in the Low Countries concerning the Middle Ages and the sixteenth century’, Medieval Prosopography 14, 27-120.
  • Ridder-Symoens, H. de (1995), ‘Onderwijs aan de middeleeuwse universiteit’ in: R.E.V. Stuip en C. Vellekoop, red., Scholing in de Middeleeuwen Utrechtse bijdragen tot de Mediëvistiek 13 (Hilversum) 189-204.
  • Riddy, F. (2000), ‘Nunneries, communities and the revaluation of domesticity’, Gender and history 12/3, 755-762.
  • Rikhof, F.H.A. (1993), Inventaris van archivalia, verzameld door apostolische vikarissen van de Hollandse zendingen katholiek gebleven kanunniken van de geseculariseerde kapittels, gedeponeerd bij het vikariaat van Utrecht, 1384-1699 (Rijksarchief Utrecht).
  • Röckelein, H. (1998), ‘Hamburger Beginen im Spätmittelalter – ‘autonome’ oder ‘fremdbestimmte’ Frauengemeinschaft?’ in: M. Wehrli-Johns en C. Opitz, red., Fromme Frauen oder Ketzerinnen. Leben und Verfolgung der Beginen im Mittelalter (Freiburg, Bazel en Wenen) 119-138.

  • ↑pag. 428↑

  • Roggen, H.R. (1995), De Clarissenorde in de Nederlanden (Sint Truiden).
  • Roggen, H.R. (1998), ‘Dochters van St. Franciscus. De geschiedenis van de Franciscaanse familie’ in: M. Carnier en M. Paret, red., Dochters van stilte. Monialen in België en Luxemburg van de middeleeuwen tot heden Tentoonstellingscatalogus (z.p.) 165-178.
  • Rogier, L.J. (z.j.), Beknopte geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht en het bisdom Haarlem (z.p.).
  • Rogier, L.J. (1950), ‘De ondergang der kloosters’ in: A. Beekman, red., Tien eeuwen Egmond. Ontstaan, bloei en ondergang van de regale abdij van Egmond. Een bundel opstellen, verzameld bij gelegenheid van het tiende eeuwfeest der stichting in 950 (Heemstede) 132-144.
  • Rollin Couquerque, L.M. en A. Meerkamp van Embden (1917), ‘Rechtsbronnen der stad Gouda’, Oud-Vaderlandsche Rechtsbronnen 2, XVIII (Den Haag).
  • Rombouts, H., red. (1995), Haarlem ging op wollen zolen. Opkomst, bloei en ondergang van de textielnijverheid aan het spaarne (z.p.).
  • Römer, R.C.H. (1854), Geschiedkundig overzigt van de kloosters en abdijen in de voormalige graafschappen Holland en Zeeland (Leiden).
  • Rooij, J. van (1936), Gerard Zerbolt van Zutphen (Nijmegen en Utrecht).
  • Roos, A.G. (1912), Catalogus der incunabelen van de bibliotheek der Rijksuniversiteit te Groningen (Groningen).
  • Rossem, M. van (1983), ‘De poort in de muur. Vrouwenkloosters onder de Regel van Caesarius’ in: Kloek, red., Vrouwen in de geschiedenis van het christendom. Jaarboek voor vrouwengeschiedenis {Nijmegen) 41-91.
  • Rusconi, R. (1996), ‘Women religious in late medieval Italy: new sources and directions’ in: D. Bornstein en R. Rusconi, red., Women and religion in medieval and Renaissance Italy (Chicago en Londen) 305-326.
  • Rüthing, H. (1986), ‘Der Wechsel von Personennamen in einer spätmittelalterlichen Stadt. Zum Problem der Identifizierung von Personen und zum sozialen Status von Stadtbewohnern mit wechselnden oder unvollständigen Namen’ in: N. Bulst en J.-P. Genet, red., Medieval lives and the historian (Kalamazoo) 215-226.
  • Scaraffia, L. en G. Zarri (1999), ‘Introduction’ in: Eadem, red., Women and faith. Catholic religious life in Italy from late antiquity to the present (Cambridge) 1-7.
  • Schaap, J.W. (1975), ‘Oudere generaties van het geslacht Mulert’, VMORG 90, 40-84.
  • Schaïk, R. van (1985-1986), ‘De materiële belangen van het Groninger fraterhuis in Groningen en Drenthe (onder vergelijking met die van enkele andere fraterhuizen)’ in: A.T. Schuitema Meijer e.a., red., Groningse volksalmanak. Historisch jaarboek voor Groningen (Groningen) 7-24.
  • Schaïk, R. van (1987), Belasting, bevolking en bezit in Gelre en Zutphen (1350-1550) (Hilversum).
  • Scheepsma, W. (1992), ‘Onbekende literatuur door onbekende vrouwen’, Literatuur. Tijdschrift over Nederlandse letterkunde 9/6, 322-329.
  • Scheepsma, W. (1993), Hemels verlangen (Amsterdam).
  • Scheepsma, W. (1995), ‘Het Kapittel van Windesheim en de zielzorg voor vrouwen’, Madoc 9, 255-265.
  • Scheepsma, W. (1996), ‘Zusterboeken. Bijzondere bronnen voor de Moderne Devotie’ in: C. van Eijl e.a., red., Het zaad der middeleeuwen. Jaarboek voor vrouwengeschiedenis (Nijmegen) 153-171.
  • Scheepsma, W. (1997), Deemoed en devotie. De koorvrouwen van Windesheim en hun geschriften (Amsterdam).
  • Scheepsma, W., red. (2002), Het ootmoedig fundament van Diepenveen. Zeshonderd jaar Maria en Sint-Agnesklooster 1400-2000 IJsselacademie nr. 152 (Kampen).
  • Schepers, K. (1999), Bedudinghe op Cantica Canticorum, bewerkende vertaling van Glossa Tripartita super Cantica 3 dln. (z.p.).
  • Schijvenaars, T. (1995), ‘Computerized prosopographical research’ in: K. Goudriaan e.a., red., Prosopography and computer (Leuven, Apeldoorn) 1-24.
  • Schine Gold, P. (1985), The lady and the Virgin. Image, attitude and experience in twelfth-century France (Chicago en Londen).
  • Schlager, P.P. (1904), Beiträgezur Geschichte der Kölnischen Franziskaner-ordensprovinz im Mittelalter (Keulen).
  • Schmedding, L. (1899), De regeeringvan Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht (Leiden).
  • Schmidt, A. (2001), Overleven na de dood. Weduwen in Leiden in de Gouden Eeuw (Amsterdam).


↑pag. 429↑

  • Schmitt, J.-C. (1978), Mort d’une hérésie: l’église et les clercs face aux béguines et aux béghards du Rhin supérieur du XIVe et XVe siècles (Parijs).
  • Schoengen, M. (1900), ‘De kloosterparagrafen in het tweede stadboek van Zwolle’, VMORG 21, 8-18.
  • Schoengen, M., red. (1908), Jacobus Traiecti alias de Voecht, Narratio de inchoatione domus clericorum in Zwollis met akten en bescheiden betreffende dit fraterhuis (Amsterdam).
  • Schoengen, M. (1931), ‘Overijssel tot de 17/e eeuw in staatkundig en godsdienstig opzicht’ in: G.A.J. van Engelen van der Veen en G.J. ter Kuile, red., Overijssel (Deventer) 465-560.
  • Schoengen, M. (1941-1942), Monasticon Batavum 3 dln en supplement door D. de Kok uit 1942 (Amsterdam).
  • Scholte, L. (1888), ‘Iets over de kerkelijke bezittingen voor de tijden der Reformatie’, BBH 15, 28-86.
  • Schotel, G.D.I. (1851), De abdij van Rijnsburg (’s-Hertogenbosch).
  • Schuitema Meijer, A.T. (1966), Het klooster Ter Apel (Groningen).
  • Schulenburg, J.T. (1989), ‘Women’s monastic communities 500-1100: patterns of expansion and decline’, Signs. Journal of women in culture and society 14/2, 261-292.
  • Scott, Joan W. (1986), ‘Gender: a useful category of historical analysis’, American Historical Review 91, 1053-1075.
  • Sensi, M. (1996), ‘Anchoresses and penitents in thirteenth- and fourteenth century Umbria’ in: D. Bornstein en R. Rusconi, red., Women and religion in medieval and Renaissance Italy (Chicago en Londen) 56-83.
  • Sernee, J.M. (1920), De archieven van de kloosters en andere stichtingen van Delfland (Den Haag).
  • Shahar, S. (1983), The fourth estate. A history of women in the middle ages (Londen en New York).
  • Signori, G. red. (2000), Lesen, Schreiben, Sticken und Erinnern. Beiträge zur Kultur- und Sozialgeschichte mittelalterlicher Frauenklöster (Bielefeld).
  • Simons, W. (1986), Bedelordenvestiging en middeleeuws stadswezen. De stand van zaken rond de hypothese-Le Goff (Gent).
  • Simons, W. (1987), Bedelordekloosters in het graafschap Vlaanderen. Chronologie en topografie van de bedelorden verspreiding voor 1350 (Brugge).
  • Simons, W. (1989), ‘The Beguine movement in the Southern Low Countries: A reassessment’, Bulletin de l’institut historique Beige de Rome LIX, 63-105.
  • Simons, W. (1991), ‘Een zeker bestaan: de Zuidnederlandse begijnen en de Frauenfrage, 13e-18e eeuw’, TvSG 17, 125-146.
  • Simons, W. (2001), Cities of ladies. Beguine communities in the medieval Low Countries, 1200-1565 (Philiadelphia).
  • Simons, W. en P. Trio (2001), ‘Begijnen, begarden en tertiarissen in het middeleeuwse Ieper’, JMG 4, 118-168.
  • Skinner, P. (1999), ‘The widow’s option in medieval Southern Italy’ in: S. Cavallo en L. Warner, red., Widowhood in medieval and early modern Europe (New York) 57-66.
  • Slee, J.C. van (1908), ‘Het necrologium en cartularium van het convent der reguliere kanunnikessen te Diepenveen’, AAU 33, 317-485.
  • Slee, J.C. van (1910), ‘Mededeelingen aangaande het klooster St. Janscamp buiten Vollenhove’, AAU 36, 69-103.
  • Slicher van Bath, B.H. (1977), Een samenleving onder spanning. Geschiedenis van het platteland in Overijssel (Utrecht).
  • Slicher van Bath, B.H. (1979a), ‘Welvaart op wankele basis: de sociaal-economische omstandigheden gedurende de Middeleeuwen’ in: B.H. Slicher van Bath, G.D. van der Heide en C.C.W.J.J. Hijszeler, red., Geschiedenis van Overijssel (Zwolle) 93-105.
  • Slicher van Bath, B.H. (1979b), ‘Landbouw, textiel en turf’ in: B.H. Slicher van Bath, G.D. van der Heide en C.C.W.J.J. Hijszeler, red., Geschiedenis van Overijssel (Zwolle) 154-166.
  • Sloots, C. (1947), De Minderbroeders te Leiden. Ter dankbare herdenking van hun 500 jarig verblijf in deze stad (Rotterdam).
  • Sloots, C. (1954), ‘De religieuze Franciscaanse Derde Orde in Nederland’, Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der Minderbroeders in de Nederlanden 16, 169-172.
  • Smit, J.W.L. (1873), ‘Bijdragen tot de geschiedenis van het klooster Mariënhaven te Warmond’, BBH 1, 140-158.
  • Smit, J.G. (1991), ‘Aernt Mulairt’, De Nederlandsche Leeuw 171-172.


↑pag. 430↑

  • Smithuis, J. (1996), ‘Lopsen en de Moderne Devotie. Een Leids klooster nader bekeken’, Jaarboek der sociale en economische geschiedenis van Leiden en omstreken 13-34.
  • Smits, C. (1927), ‘David van Augsburg en de invloed van zijn Profectus op de Moderne Devotie’, Collectanea Franciscana 1, 171-203.
  • Spiertz, M.G. en J.A.M.M. Jansen (1983), Gids voor de studie van het godsdienstige leven in Overijssel in de tijd van de Reformatie en katholieke herleving 1520-1650 (Den Haag).
  • Spies, M. (1998), ‘Stiftungen für Beginengemeinschaften in Frankfurt am Main – ein Austausch zwischen Beginen und Bürgerschaft’ in: M. Wehrli-Johns en C. Opitz, red., Fromme Frauen oder Ketzerinnen. Leben und Verfolgung der Beginen im Mittelalter (Freiburg, Bazel en Wenen) 139-168.
  • Spilbeeck, W. van (1885), ‘Necrologium van het klooster Bethlehem te Zwolle’, VMORG 14, 1-14.
  • Spufford, P. (1986), Handbook of medieval exchange (Londen).
  • Spufford, P. (1988), Money and its use in medieval Europe (Cambridge).
  • Stabel, P. (1997), Dwarfs among giants. The Flemish urban network in the late middle ages (Leuven).
  • Staubach, N. (1991), ‘Pragmatische Schriftlichkeit im Bereich der Devotio Moderna’ in: H. Keiler en J. Wollasch, red., Frühmittelalterliche Studiën. Jahrbuch des Instituts für Frühmittelalterforschung der Universität Münster 25,418-462.
  • Sterk, J. (1980), Philips van Bourgondië (1465-1524), bisschop van Utrecht als protagonist van de Renaissance, zijn leven en mecenaat (Zutphen).
  • Stimpson, C.R. (1996), ‘Foreword’ in: D. Bornstein en R. Rusconi, red., Women and religion in medieval and Renaissance Italy (Chicago en Londen) vii-viii.
  • Stone, L. (1972), ‘Prosopography’ in: F. Gilbert en S.R. Graubard, red., Historical studies today (New York) 107-140.
  • Stooker, K. en T. Verbeij (1992), ‘Uut Profectus. Over de verspreiding van Middelnederlandse kloosterliteratuur aan de hand van de Profectus Religiosorum van David van Augsburg’ in: Th. Mertens e.a., red., Boeken voorde eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza (Amsterdam) 318-340.
  • Stooker, K. en T. Verbeij (1997), Collecties op orde. Middelnederlandse handschriften uit kloosters en semi-religieuze instellingen in de Nederlanden 2 dln. (Leuven).
  • Straalen, B. van, J. Kummer en F. Pereboom, red. (1998), Lezen in Gelderse en Overijsselse bronnen. Gids bij oud schrift in Gelderland en Overijssel (Kampen).
  • Streng, J.C. (1997), ‘Stemme in staet’. De bestuurlijke elite in de stadsrepubliek Zwolle 1579-1795 (Hilversum).
  • Stuip, R.E.V. en C. Vellekoop, red. (1991), Utrecht tussen kerk en staat Utrechtse bijdragen tot de Mediëvistiek 10 (Hilversum).
  • Stutvoet-Joanknecht, C.M., red. (1990), Der Byen boeck. De middelnederlandse vertalingen van Bonum Universale de apibus van Thomas van Cantimpré en hun achtergrond (Amsterdam).
  • Suurmond-van Leeuwen, H. (1985), ‘Archeologische kroniek’, LJB 77, 184-188.
  • Swanson, R.N. (1998), Gender and christian religion. Papers read at the 1996 summer and 1997 winter meeting of the ecclesiastical history society Studies in church history 34 (z.p.).
  • Synek, E.M. (2000), “Ex utroque sexu fidelium tres ordines’ – The status of women in early medieval canon law’, Gender and history 12/3, 595-621.
  • Taal, J. (1960), De Goudse kloosters in de middeleeuwen (Hilversum).
  • Telders, A. (1868), Bijdrage tot een geschiedenis van het bezit in de doode hand (Utrecht).
  • Telting A., red. (1897), Overijsselsche stad-, dijk- en markerechten. Eerste deel, twaalfde stuk: Stadboeken van Zwolle (Zwolle).
  • Temminck, J.A.J. (1930), VII eeuwen Zwolsche geschiedenis (Zwolle).
  • Teunis, J.T. (1987), ‘Bouwgeschiedenis en restauratie van Praubstraat 14 en omgeving’ in: J. Hagedoorn en I. Wormgoor, red., Domus parva. Het eerste huis van de Moderne Devoten te Zwolle (Zwolle) 9-19.
  • Teunis, J.T. (1993), ‘Fraterhuizen en woonhuizen. Restauratie van het Celecomplex’ in: H. Clevis en J. de Jong, red., Archeologie en bouwhistorie in Zwolle deel I (Zwolle) 119-132.
  • Teunis, J.T. (1994), ‘Het hof van Suythem. De geschiedenis van een stenen woonhuis’ in: H. Clevis en J. de Jong, red., Archeologie en bouwhistorie in Zwolle deel II (Zwolle) 95-107.
  • Thompson, S. (1978), ‘The problem of the Cistercian nuns in the twelfth and early thirteenth centuries’ in: D. Baker, red., Medieval Women (Oxford) 227-252.
  • Tibbets Schulenburg, J. (1984), ‘Strict active enclosure and its effects on the female monastic expe-

    ↑pag. 431↑
     
    rience (ca. 500-1100)’ in: J.A. Nichols en L.T. Shank, red., Medieval religious women vol. 1: Distant echoes (Michigan) 51-86.
  • Tilmans, K. (1988), Aurelius en de Divisiekroniek van 1517. Historiografie en humanisme in Holland in de tijd van Erasmus (Hilversum).
  • Trio, P. (1993), Volksreligie als spiegel van een stedelijke samenleving. De broederschappen te Gent in de Late Middeleeuwen (Leuven).
  • Uffmann, H. (2000), ‘Innen und außen: Raum und Klausur in reformierten Nonnenklöstern des späten Mittelalters’ in: G. Signori, red., Lesen, Schreiben, Sticken und Erinnern. Beiträge zur Kultur- und Sozialgeschichte mittelalterlicher Frauenklöster (Bielefeld) 185-212.
  • Ulrich, E. (2000), ‘Het Sint-Agnesconvent in Oldenzaal’, OGE 74, 68-83.
  • De Universiteit te Leuven 1425-1985 Fasti Academi I (Leuven 1986).
  • Utz-Tremp, K. (1998), ‘Zwischen Ketzerei und Krankenpflege – die Beginen in der spätmittelalterlichen Stadt Bern’ in: M. Wehrli-Johns en C. Opitz, red., Fromme Frauen oder Ketzerinnen. Leben und Verfolgung der Beginen im Mittelalter (Freibmg, Bazel en Wenen) 169-194.
  • Vandecasteele, M. (1996), ‘Twee vijftiende eeuwse redacties in de volkstaal van statuten voor tertiarissen’, OGE 70, 240-268.
  • Vandenbrouck, P., red. (1994), Hooglied. De beeldwereld van vrouwelijke religieuzen in de Zuidelijke Nederlanden vanaf de 13e eeuw (Brussel).
  • Van Engen, J., red. (1988), Devotio Moderna. Basic writings (New York).
  • Van Engen, J. (1998), ‘The virtues, the brothers, and the schools. A text from the brothers of the common life’, Revue Bénédictine 98, 178-218.
  • Van Engen, J. (1999), ‘Friar Johannes Nyder on laypeople living as religious in the world’ in: F.J. Feiten en N. Jaspert, red., Vita religiosa im Mittelalter. Festschrift für Kaspar Elm zum 70. Geburtstag (Berlijn) 583-616.
  • Vaske, B.A.M. (1988), ‘Het boekenlijstje van de Haarlemse Begijnen’, OGE 62, 311-348.
  • Vauchez, A. (1987), Les laïcs au moyen age. Pratiques et expériences religieuses (Parijs).
  • Veelenturf, K. (2000), ‘Identiteit verbeeld: over de kloosterzegels van het Kapittel van Windesheim’ in: Idem, red., Geen povere schoonheid. Laatmiddeleeuwse kunst in verband met de Moderne Devotie (Nijmegen) 291-314.
  • Venarde, B.L. (1997), Women’s monasticism and medieval society (Ithaca en Londen).
  • Verhoeven, G. (1996), ‘De kloosters’ in: J. van Herwaarden e.a., red., Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 (Hilversum) 321-355.
  • Verhoeven, G. (2000), ‘De kronieken van de Delftse tertiarissenconventen’, OGE 74, 105-152.
  • Vernieuwde innerlijkheid. De betekenis van Geert Grote en de Moderne Devotie voor onze tijd Bisschoppelijke brieven nr. 19 (Zeist 1984).
  • Verschueren, P.L. (1931), Hendrik Herp O.F.M. Spieghel der volcomenheit 2 dln. (Antwerpen).
  • Versprille, A.J. (1966), ‘De zegels en het wapen van Leiden’ in: E.C.M. Leemans-Prins, red., Zegels en wapens van steden in Zuid-Holland Zuid-Hollandse Studiën XII (Den Haag) 145-180.
  • Visser, J.C. (1985), ‘Dichtheid van de bevolking in de laatmiddeleeuwse stad’, Historisch Geografisch Tijdschrift 3/1, 10-21.
  • Vliet, K. van (2002), In kringen van kanunniken. Munsters en kapittels in het bisdom Utrecht 695-1227 (Zutphen).
  • Vlist, E. van der (1987), Het oudste cartularium van de Heilige Geest te Leiden. Een handschriftenomschrijving (met regestenlijst) (z.p.).
  • Vlist, E. van der (2002), ‘De stedelijke ruimte en haar bewoners’ in: J.W. Marsilje, red., Leiden. De geschiedenis van een Hollandse stad. Deel 1: Leiden tot 1574 (Leiden) 15-58.
  • Vooys, C.G.N. de (1956), ‘Middelnederlandse vertalingen van Johannes van Schoonhoven’s werken’, NAKG 41, 129-142.
  • Vreese, W. de (1900), De handschriften van Jan van Ruusbroec’s werken 2 dln. (Gent).
  • Vreese, W. de (1932/33), ‘Paradox over den grooten nood der Nederlandsche philologie’, Handelingen en levensberichten der Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (z.p.) 30-62.
  • Vries, Th.J. de (1945), ‘Gildenwoelingen en interdict te Zwolle 1413-1416. Een bijdrage tot de kennis van het anticlericalisme in de Middeleeuwen’, VMORG 2e reeks 60e stuk, 54-90.
  • Vries, Th.J. de (1946), ‘Gildenwoelingen en interdict te Zwolle 1413-1416 (aanvullingen en verbeteringen)’, VMORG 2e reeks 61e stuk, 126-130.


↑pag. 432↑

  • Vries, Th.J. de (1949), Duutsche sermoenen door magister Johan Cele, rector der Zwolsche school, gehouden tot zijn clercken 1380-1415. Bloemlezing met inleiding (Zwolle).
  • Vries, Th.J. de (1954), Geschiedenis van Zwolle 2 dln. (Zwolle).
  • Vries, Th.J. de (1958), ‘Meester van Zwolle Johan van den Mynnesten’s levensgeschiedenis’ in: Th.J. de Vries, W.A.P. Smit en S.J. Fockema Andreae, red., Overijsselse portretten. Jubileumbundel, uitgegeven ter gelegenheid van de viering van het honderdjarig bestaan van de Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis op maandag 14 juli 1958 (Zwolle) 7-13.
  • Vries, D.J. de (1989), ‘Kerk en klooster tot 1580’ in: A.J. Gevers en A.J. Meinsema, red., De Broerenkerk te Zwolle (Zwolle) 9-36.
  • Vries, D.J. de (1998), ‘De middeleeuwse wijk Voor(ster)straat in Zwolle’ in: H. Clevis en J. de Jong, red., Archeologie en bouwhistorie in Zwolle deel IV (Zwolle) 13-25.
  • Vries, K. de (1979), ‘De Middeleeuwse stadsrechten’ in: B.H. Slicher van Bath, G.D. van der Heide en C.C.W.J.J. Hijszeler, red., Geschiedenis van Overijssel (Zwolle) 89-92.
  • ‘Waar stond het Maatklooster?’, Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel 2e serie xi (Zwolle 1896) 137- 138.
  • Wagner, U. (1976), ‘Sechster Abschnitt. Niederlande’ in: H. Coing, red., Handbuch der Quellen und Literatur der neueren Europäischen Privatrechtsgeschichte deel II/2 (München) 1399-1430.
  • Warnar, G. (1993), ‘Het leven van Jan van Ruusbroec: Biografie en beeldvorming’ in: E. P. Bos en G. Warnar, red., Een claer verlicht man. Over het leven en werk van Jan van Ruusbroec (1293-1381) (Hilversum) 13-30.
  • Warren, N.B. (2001), Spiritual economies. Female monasticism in later medieval England (Philadelphia).
  • Wassenberg, E. (1667), Embrica sive urbis Embricensis descriptio. Libri tres (Kleef).
  • Watt, D. (1997), ‘Introduction: Medieval women in their communities’ in: Eadem, red., Medieval women in their communities (Cardiff) 1-19.
  • Weaver, E.B. (1999), ‘The convent muses: the secular writing of Italian nuns, 1450-1650’ in: L. Scaraffia en G. Zarri, red., Women and faith. Catholic religious life in Italy from late antiquity to the present (Cambridge) 129-143.
  • Wehrli-Johns, M. (1998a), ‘Einleitung: Fromme Frauen oder ketzerinnen?’ in: M. Wehrli-Johns en C. Opitz, red., Fromme Frauen oder Ketzerinnen. Leben und Verfolgung der Beginen im Mittelalter (Freiburg, Bazel en Wenen) 11-24.
  • Wehrli-Johns, M. (1998b), ‘Das mittelalterliche Beginentum – religiöse Frauenbewegung oder Sozialidee der Scholastik?’ in: M. Wehrli-Johns en C. Opitz, red., Fromme Frauen oder Ketzerinnen. Leben und Verfolgung der Beginen im Mittelalter (Freiburg, Bazel en Wenen) 25-52.
  • Weijling, J.F.A.N. (1951), Bijdragen tot de geschiedenis van de wijbisschoppen van Utrecht tot 1580 (Utrecht).
  • Weiler, A.G., red. (1974), Necrologie, kroniek en cartularium e.a. van het fraterhuis te Doesburg (1432-1559) Kerkhistorische Bijdragen IV (Leiden).
  • Weiler, A.G., red. (1984a), Getijden van de eeuwige wijsheid naar de vertaling van Geert Grote (Baarn).
  • Weiler, A.G. (1984b), ‘Recent historiography on the Modern Devotion: some debated questions’, AGKKN 26, 161-179.
  • Weiler, A.G. (1985), ‘De intrede van rijke weduwen en arme meisjes in de leefgemeenschappen van de Moderne Devotie’, OGE 59, 403-419.
  • Weiler, A.G. (1987), ‘De geschiedenis van het klooster Windesheim’ in: F.C. Berkenvelder, H. Bloemhoff en R.Th.M. van Dijk, red., Windesheim. Studies over een Sallands dorp bij de IJssel (Kampen) 25-39.
  • Weiler, A.G. (1991), ‘De betekenis van de Moderne Devotie voor de Europese cultuur’, Trajecta 1, 33-48.
  • Weiler, A.G. (1993), ‘Onderwijs en vorming bij de Moderne Devoten’, Speling. Tijdschrift voor bezinning 45:3, 15-22.
  • Weiler, A.G. (1995), ‘Geert Grote en begijnen in de begintijd van de Moderne Devotie’, OGE 69, 114-132.
  • Weiler, A.G. (1997), Volgens de norm van de vroege kerk. De geschiedenis van de huizen van de broeders van het gemene leven in Nederland Middeleeuwse studies band XIII (Nijmegen).
  • Weiler, A.G. (2002), ‘Het ‘oetmodighe fondament van Dypenven’. Geestelijke begeleiding in een Windesheims vrouwenklooster’ in: W. Scheepsma, red., Het ootmoedig fundament van Diepenveen. Zeshonderd jaar Maria en Sint-Agnesklooster 1400-2000 IJsselacademie nr. 152 (Kampen) 113-129.


↑pag. 433↑

  • Weinbrenner, R. (1996), Klosterreform im 15.Jahrhundert zwischen Ideal und Praxis. Der Augustinereremit Andreas Proles (1429-1503) und die Privilegierte Observanz Spätmittelalterlicher und Reformation. Neue Reihe nr. 7 (Tübingen).
  • Wely, D. van (1953), ‘De verbreiding van de Clarissen in Nederland’, Franciscaansch leven. Tweemaandelijks tijdschrift voor Franciscaansce ascetiek, geschiedenis en kunst 36, 67-85.
  • Wierda, L.S. (1995a), De Sarijs-handschriften: studie naar een groep laatmiddeleeuwse handschriften uit de IJsselstreek (voorheen toegeschreven aan de Agnietenberg bij Zwolle) (Zwolle).
  • Wierda, L.S. (1995b), ‘Zwolle als centrum voor boekproduktie’, ZHT 4, 130-138.
  • Wierda, L.S. (2000), “Een oetmoedich boeck’: het ideale boek bij de Moderne Devoten’ in: K. Veelenturf, red., Geen povere schoonheid. Laatmiddeleeuwse kunst in verband met de Moderne Devotie (Nijmegen) 155-168.
  • Willeumier-Schalij, J.M. (1950), ‘Vander dochtere van Syon’, Tijschrift voor Nederlandse Taal-en letterkunde 67, 1-23.
  • Willeumier-Schalij, J.M. (1979), ‘De LXV artikelen van de Passie van Jordanus van Quedlinburg in middelnederlandse handschriften’, OGE 53, 15-35.
  • Willeumier-Schalij, J.M. (1981), ‘Ruusbroec’s werk in het middeleeuwse tijdsbeeld. Een receptieonderzoek’, OGE 55, 298-393.
  • Williams-Krapp, W. (1986), Die deutschen und niederländischen Legendare des Mittelalters. Studien zu ihrer Überlieferungs-, Text- und Wirkungsgeschichte (Tübingen).
  • Williams-Krapp, W. (1995), ‘Observanzbewegungen, monastische Spiritualität und geistliche Literatur im 15. Jahrhundert’, Internationales Archiv für Sozialgeschichte der deutschen Literatur 20, 1-15.
  • Winter, J.M. van (1962), Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen (Groningen).
  • Witkam, H.J. (1981), De financiën van de Leidse universiteit in de 16e eeuw 3 stukken (Leiden).
  • Wolfs, S.P. (1985), ‘Moderne Devoten en de dominicaanse observantiebeweging’ in: J. Andriessen, P. Bange en A.G. Weiler, red., Geert Grote & Moderne Devotie Themanummer OGE 59 afl. 2-3 (Antwerpen) 370-382.
  • Wolfs, S.P. (1988), Middeleeuwse dominicanessenkloosters in Nederland (Assen, Maastricht).
  • Wolfs, S.P. (1989), ‘Dominikanische Observanzbestrebungen: Die Congregatio Hollandiae (1464- 1517)’ in: K. Elm, red., Reformbemühungen und Observanzbestrebungen im spätmittelalterlichen Ordenswesen (Berlijn) 273-292.
  • Wormgoor, I. (1985), ‘De vervolging van de Vrijen van Geest, de Begijnen en Begarden’, NAKG 65, 107-130.
  • Wormgoor, I. (1990), ‘Herxen, Hendrik van (vóór 1415-1487)’ in: J. Folkerts e.a., red., Overijsselse biografieën 1, 97-100.
  • Wormgoor, I. (1992), ‘De eerste pastoors van de St. Michaëlkerk’, ZHT 9/1, 38-42.
  • Wormgoor, I. (1996), ‘De eerste jaren van het Oldeconvent’, ZHT 13/4, 112-117.
  • Wormgoor, I. (2001), ‘Zwolse vrouwenhuizen omstreeks 1400’, ZHT 18/1, 18-26.
  • Woude, A.M. van der (1973), ‘Het gebruik van de familienaam in Holland in de zeventiende eeuw’, Holland 5, 109-131.
  • Woude, C.C. van der (1990), ‘Rechteren, Johan van (circa 1595-1641)’ in: J. Folkerts e.a., red., Overijsselse biografieën 1, 151-154.
  • Wurff, A. van der (1984), ‘De Zwolse Bijbel’, ZHT 1/2, 40-41.
  • Ypma, E. (1949), Het generaal kapittel van Sion. Zijn oorsprong, ontwikkelingen inrichting (Utrecht).
  • Zanden, J.L. van (1988), ‘Op zoek naar de ‘missing link’. Hypothesen over de opkomst van Holland in de Late Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd’, TvSG 4, 359-386.
  • Zarri, G. (1999), ‘From prophecy to discipline, 1450-1650’ in: L. Scaraffia en G. Zarri, red., Women and faith. Catholic religious life in Italy from late antiquity to the present (Cambridge) 83-112.
  • Ziegler, J.E. (1987), ‘The curtis beguinages in the Southern Low Countries and art patronage: interpretation and historiography’, Bulletin de l’institut historique Belge de Rome LVII (Rome) 31-70.
  • Zieleman, G.C. (1984), De preek bij de moderne devoten (Deventer).
  • Zilverberg, S.B.J. (1951), David van Bourgondië, bisschop van Terwaan en Utrecht (pm. 1427-1496) (Groningen, Djakarta).


↑pag. 434↑
 
– Luijk, M.D. van (2003). Bruiden van Christus: De tweede religieuze vrouwenbeweging in Leiden en Zwolle, 1380-1580. (proefschrift). Vrije Universiteit Amsterdam: Amsterdam.

Category(s): Zwolle
Tags: , ,

Comments are closed.