Een huwelijksincident in Steenwijk in den jare 1754

EEN HUWELIJKSINCIDENT IN

STEENWIJK IN DEN JARE 1754.

_______

     Toen advocaat dr. Jan Kuper, fiscaal van den landdrost van Vollenhove, die reeds verscheiden jaar in concubinaat leefde met zijn dienstmaagd Voconia Frantsen, vulgo „Voochel” en waarbij hij verscheiden kinderen had o.a. een zoon van 20 jaar, genaamd Jan, wonende te Zuidveen, besloten was een huwelijk met haar te sluiten, verzocht hij de predikanten Roldanus en Joostingh te Steenwijk voor de huwelijksproclamaties te willen zorg dragen.
     Hillegien Kiers te Steenwijk liet door den gerigtsbode Salomon Strengbergen namens haar tegen die huwelijksproclamaties interdict en inspiecinge doen. Zij richt zich tevens in een schrijven tot den drossaert des landes Vollenhoo en der heerlijkheid Cuinre etc. etc., den baron de Vos van Steenwijk, Heere toe de Nijverdal en Havixhorst en zegt, dat zij is een eerlijke burgerdochter der stad, wiens vader in leven is geweest gemeensman der stad en rentmeester van Sint Catharina-gasthuis; maar dat zij is verleid door dr. Kuper; zoodat zij vleeschelijke conversatie hebben gehad en een soon overwonnen hebben 3 Augustus 1724, die door dr. Kuper is geignoreert en met zijn consent getrout; dat dr. Kuper als advocaat bij haar moeder de weduwe Reinter Kiers heeft gewoond en dat zij er niet over denkt afstand te doen van gedane trouwbeloften en interdict en schuttinge vraagt van de huwelijksgeboden van dr. Kuper. Zij verwijst naar de ordonnantie van Edel Mog. Ridderschap en Steden van 18 Juni 1660 artikel 6 en het landrecht 2e Titel, artikel 4; van Leeuwen Rooms Holl. Regt 1 boek, 14 deel n°. 3; Brouwer de jure connub. lib 2, cap 27, n°. 20; Huber Hedendaagsch Regl. 1 deel 1 boek cap 5 n°. 23.
     Dr. Kuper heeft hierop op 27 Januari en 3 Februari 1754 huwelijksproclamaties doen af kondigen te Steenwijkerwold om

|pag. 135|

de voorgaande schuttinge van zijn effect te desisteeren, welke handeling is strijdig met de gestelde wetten.
     De Magistraat van Steenwijk verzocht aan de predikanten inlichtingen; die een certificaat van den volgenden inhoud uitgaven: „Certificeeren wij, onderschreven predikanten in de ware „gereformeerde christelijke gemeente dezer stadt Steenwijk,
„dat de dorpen Onna, Callencote, Eisveen, Suidveen en het
„Verlaat in het Scholtambt van Steenwijk gelegen, in deze
„gemeente ter kerke gehoren. En dat soo, wanneer leedematen
„van de christelijke gemeente uit Steenwijkerwold tot deze
„gemeente overkomen of van hier naar Steenwijkerwold ver-
„trekken, deselve met attestatie, dat deselve sijn gezond in
„de leere en in wandel onbesproken, evenals die van andere
„vreemde plaatsen overkomen en overgaan. Des t’ oirkonde
„hebben wij dezen getekent binnen Steenwijk 22 Mey 1754.
„Op verzoek van de E. agtbare Magistraat (get.) W.I. Rol-
„danus Johnfil. V.D.M. Joh. Joosting, V.D.M.”
     Hierop richt de Magistraat van Steenwijk zich tot Gedeputeerde Staten, dat zij de proclamatien mogen afstellen en dr. Kuper gelasten om te handelen naar vastgestelde wetten en tot afdoening van ’t voorgaande interdict en schuttinge, hetwelk wettig geinterponeert is, te procedeeren.
     De Gedeputeerde Staten beschikten daarop zeer kort n.l.:
„Ter zake van dit request gemelt, zijnde een object van de ordin justitie, soo kan daarop niet worden gedisponeert. P.E. Faber. Voor Gedep. Staten Joan Rouse. Deventer 31 Jan. 1754.
     De Landdrostverwalter G.J. Baron van Rhemen tot Rhemershuizen beveelt, dat de zaak voor zijn gerigt zal dienen op Donderdag 28 Februari 1754; doch dat bij ontstentenis van partij, de Schuttinge vervalt en de geboden voortgang kunnen hebben.

Medegedeeld door:

     STEENWIJK, Januari 1920.                              Mr. H.H. VIËTOR.

_______________
– Haitzema Viëtor, H. (1920) Een huwelijksincident in Steenwijk in den jare 1754. Versl. en Meded. VORG, 37, 134-135.

Category(s): Steenwijk
Tags: ,

Comments are closed.