Uit Overijssel’s Verleden. IX. Tractementen

UIT OVERIJSSELS’ VERLEDEN.

IX.

Tractementen.

     Er is een tijd geweest, dat men bijna geen personen vinden kon, die lust hadden Schepen of Raad te worden. Dit verschijnsel heeft zich zoowel te Kampen, te Zwolle en in de kleine steden van Overijssel, als te Deventer voorgedaan. De stadregten bevatten dientengevolge alle strafbepalingen voor hem, die weigerde deel van de stedelijke regering uit te maken.
En geen wonder, want tegenover veel lasten stonden geringe lusten.
     Immers op 19 Maart 1546 droegen Schepenen en Raad van Deventer aan de Gezworen Gemeente voor, dat de Schepenen elk slechts 15 goudgulden en de Raden de helft ontvingen, terwijl in Zwolle de Schepenen 25 ggl. en een loop zout en de Raden 18 ggl. genoten, en „diewile dan die stadt Deventer die olste stadt ende die Hoefftstadt is ende (de Schepenen aldaar) alleen meer arbeitz dagelix moten doen dan die van Campen ende Zwolle alle beide”, zoo stelden zij aan de Meente voor de wedde voor de Schepenen op 30 en voor de Raden op 25 ggl. vast te stellen. De Meente had daar echter noch toen, noch in de volgende jaren ooren naar. Ook eene poging om hooger presentiegeld te krijgen, op grond dat de Schepenen „in dezen tiden mennichwerff tot XII ueren ende somtitz daer auer bij malckanderen sinnen ende nijet meer voir oir presentie hebben dan V q” (ongeveer drie gulden), mislukte.
     In de 17e, en vooral in de 18e eeuw, was het beter gesteld en maakten vooral de emolumenten den post van Schepen „smerig”, d.i. voordeelig.

ggl. st.
Een Deventer Schepen ontving uit het Cameraarschap 30-
Als Burgemeester voor 2 maand 16—
Botgeld 3—20
Tot volste van de teer 3— 6
——-
52-26
Gemakshalve herleiden we dat bedrag tot f 74— 2
Daarbij voor Presentien (presentiegelden) „325—
——-
Te zamen f 399— 2
Men was het eene jaar Schepen het andere Raad,
als Raad genoot men f 350—10. Zoowel de Schepenen als
de Raden kregen nog op Lucie
„ 18—13
2 maal promotie op de school „ 1—12
Op Nieuwjaarsdag „messiesgelt” „ 2— 2
Een nieuwgekozen Burgemeester trok nog voor
een aam wijn op de Wage
„ 60
Als Heemraad van de Sallandsche schouw voor stevelgeld „ 21
——-
Dat maakt te zamen f 502— 9

     Hierbij kwamen nog andere extratjes. Ik bedoel daarmede niet zoozeer presentjes, zooals de „almanak in groen ingenaait nevens een groote boeren-almanak”, dien elk der Heeren van den Magistraat op nieuwjaar kreeg, maar de geldelijke toevallige baten, zooals voor het openen van een testament f 2—10, wegens trouwen van Mennonieten op het Raadhuis elk der 2 Burgemeesters 50 st., en 1 ggl. voor de acte, en dergelijke.
     Van de bovengenoemde f 325 ging echter af f 20 „dubbelt officiegelt” (waarschijnlijk als Burgerm. in der tijd en als Schepen), f 100 aan „de Straate voor een douceurgelt”, f 37—16 in plaats van „tractement” (tractatie) en de boeten voor niet of niet tijdig verschijnen ter vergadering. Wat dezen laatsten post betreft, had men 14 vergaderingen vrij; wie er echter meer verzuimde, werd door den Cameraar 10 st. gekort voor elke vergadering en na 12 uur voor elk half uur tien stuiver.
     Den tijd in aanmerking genomen — we zijn ongeveer in 1736 — was het tractement van een Schepen m.i. zoo kwaad niet, vooral als men bedenkt, dat een regeringspersoon niet zelden tevens aan het hoofd stond eenernijverheidsonderneming of handelszaak en met het ambt van Schepen tegelijkertijd andere posten waarnemen kon, waarvan er een paar besproken dienen te worden.

(Wordt vervolgd.)
Mr. J.I. v. D.

_________________
Doorninck, Mr. J.I. van (1883, 20 Augustus) Uit Overijssel’s Verleden. IX. Tractementen. Prov. Overijs. en Zwol. Cour. (194), p. 2.

Category(s): Overijssel
Tags:

Comments are closed.