Het Sint Maartenszingen in West-Overijssel


|pag. 7|

Het Sint Maartenszingen in West-Overijssel

Gedurende vele honderden jaren vormde de datum 11 november een belangrijk moment in de gang der seizoenen en in de samenleving die van die seizoenen afhankelijk was. De oogst werd afgesloten met een feestmaal, de slacht voor de winter begon, de huren en pachten werden betaald, meiden en knechts zochten een nieuwe betrekking.
Er werden markten gehouden, het kerkelijk jaar werd ingeluid en men maakte de eerste toebereidselen voor de viering van het zottenfeest: carnaval.
Niet voor niets markeerde juist deze dag het cruciaal moment: het was de naamdag van Martinus, bisschop van Tours (geboren 316 of 317), die na zijn dood een der populairste volksheiligen van West-Europa was geworden. In de noordelijke Nederlanden werd die populariteit sterk bevorderd door zijn patronaat van het bisdom Utrecht: de moederkerk, de fameuze Dom, was hem gewijd.

De volksdevotie voor Sint Maarten was dermate sterk, dat niet alleen kerkelijke maar ook tal van wereldlijke verschijnselen en gebeurtenissen met zijn naam of zijn persoon werden verbonden. Eén daarvan heeft het zelfs in protestantse tijd uitgehouden, tegen alle officiële verbodsbepalingen in: het Sint Maartenszingen. Op de avond van de elfde november trekken groepjes kinderen langs de straten, met lichtjes in de ene hand en in de andere een mand of tas voor de beloning, die zij bij ieder huis voor hun zang ontvangen, in de vorm van geld, snoep, appels en peren of (vroeger) brandstof. Het gebruik handhaafde zich het sterkst in Noord-Holland boven ’t IJ en Groningen, voorts in Friesland, Drente en delen van Overijssel en Gelderland.

Niet in heel Overijssel; oorspronkelijk zal dit, naar wij mogen aannemen, wel het geval zijn geweest. In Twente vindt men geïsoleerde resten van het feest in Losser en Almelo; de situatie in het noordwestelijk deel van de provincie was onduidelijk. Daarom is, door middel van een oproep in de plaatselijke pers, vorig jaar getracht de huidige stand van de viering in kaart te brengen. Bij de Culturele Raad Overijssel kwamen 17 reacties binnen; dat is niet zo heel veel, maar het materiaal dat werd aangedragen was wel belangrijk.
Berichten over viering van het lichtjesfeest werden ontvangen uit Hasselt, Zwolle, het Gelderse Hattem, Vollenhove en uit het nieuwe land, de Noordoostpolder. Voorts bleek het in Genemuiden, Raalte en Hellendoorn onbekend te zijn en in Deventer wel bekend te zijn geweest, maar in onbruik geraakt. Uit de overige plaatsen in noord- en west-Overijssel werd niets vernomen, en het zou natuurlijk interessant zijn om te weten, of er in Dalfsen, Kampen of Steenwijk nog sporen van te vinden zijn of in de herinnering van de mensen leven.

Het Sint Maartenszingen vertoont vrijwel overal dezelfde karaktertrekken. Het geschiedt in de vroege avond van 11 november (alleen in Hattem op 10 november, de vóóravond van de feestdag) en er wordt, meestal in groepjes, gelopen door kinderen tussen plm. 4 en 13 jaar oud. Ze gaan ”in burger”, d.w.z. op een enkele uitzondering na niet verkleed; de lichtjes die ze meedragen zijn dikwijls zelfgemaakte lampions of uitgeholde suikerbieten of rapen. Alleen in Hasselt wordt ook de foekepot ter ere van Sint Maarten uit de kast gehaald, een attribuut (of eigenlijk: muziekinstrument) dat doorgaans verbonden is met de vastenavondviering. Het is een feest voor alle gezindten; alleen in Deventer scheen het beperkt te zijn tot het katholieke volksdeel, terwijl het in Ambt Vollenhove juist een protestantse aangelegenheid is. Vanuit de Noordoostpolder – waar het gebruik opkwam onder invloed van immigranten uit Noord-Holland en uit de drie noordelijke

|pag. 8|

[foto: F.D. Zeiler, Zwolle]

provincies – wordt gemeld, dat alleen streng gereformeerden hun kinderen van deelname aan het feest afhouden.

De populairste liedjes zijn ”Sinte Sinte Maarten, de kalvren dragen staarten”, ”Hier woont een rijk man” en het betrekkelijk nieuwe ”Elf november”. Ook andere liedjes uit het twaalftal, dat – volgens gegevens van het Nederlands Volksliedarchief – het meest gangbaar is in het noorden, westen en oosten van ons land, worden door de Overijsselse zegslieden opgegeven. Bepaald zeldzaam is het in Deventer genoteerde “Sint Maarten, Sint Maarten is jarig vandaag”. Een product van eigen huisvlijt lijkt het volgende, uit Emmeloord afkomstige, liedje:

Hier komen wij met lichtjes aan
Het is Sint Maartensfeest
Als gij ons hier zo lang laat staan
Dat was verkeerd geweest
Ons kaarsje is haast opgebrand
Zeg nooit: Wij geven niets
Sint Maarten, ja, die brave man,
Die gaf ons altijd iets.

Deze en dergelijke voorbeelden tonen aan, dat de traditie van het Sint Maartenszingen ook in delen van noordwest-Overijssel nog zeer levend is en dat het feest zich nog altijd aanpassen en vernieuwen kan!
 
 
F.D. Zeiler, Zwolle

Zegslieden: G. van Unen-Siebert, Hasselt; C.J.P. Noort-Verhoog, Nijverdal; mw. Ter Bruggen, Heino; A. Donders, Zwolle; S. Visser, Luttelgeest; N. Swartjes, Raalte; D. Berger, Zwolle; mw. Damhuis, Losser; T. Smit, Zwolle; H. Voorbrood, Raalte; M. Timmermans-Feddema, Emmeloord; Y.B. Datema-Boonstra, Vollenhove; E.J. de Koning-Tijhof, Zwolle; J. Sas-Tijsma, Heeten; C.J. van Heel, Hattem; L.H.M. Olde Meijerink, Zeist; J.C.E. Helderman, Vollenhove.

_________
Zeiler, F.D. (1982) Het Sint Maartenszingen in West-Overijssel. IJsselacademie, 5 (4), 7-8.

Category(s): Overijssel
Tags: ,

Comments are closed.