Hendrik Averkamp


|pag. 270|

HENDRIK AVERKAMP.

_______
 

(Medegedeeld door den Heer Dr. J. Van Vloten, te Haarlem).

     Ter aanvulling der belangrijke mededeelingen door Mr. NANNINGA UITTERDIJK, omtrent wijlen onzen kunstvaardigen geboorte- en woonstadgenoot, in een vorig nommer van dit Archief geplaatst, kan ik, als daar onvermeld gebleven 16e schilderstukjen van zijn penseel, op het wintergezichtjen met schaatsenrijders verwijzen, (br. 0.60 m., h. 0.20 m.), dat sedert een goede twee jaar in mijn eigen bezit is, en door den Heer HOPMAN te Amsterdam toen voor mij, op een veiling in den Brakken Grond, gekocht werd. Het geeft het uitzicht op een bevroren water, in ’t verschiet een brug en daarachter een paar kerken en torens, op den voorgrond aan weêrszijden wat huizen, en aan elken kant een houten molen.

|pag. 271|

     Dat de moeder van den schilder, met haar voogd uit Coesfelt, uit Antwerpen zou herkomstig zijn, komt mij minder waarschijnlijk voor; waarschijnlijk heette zij ook PETERS (of liever PETERSDR, gelijk men bl. 204 wel voor PETERSZ. zal moeten lezen), omdat haar vader PETER heette (gelijk haar broeder dan ook CLAES PETERSZ(oon) genoemd wordt).
     Ook haars mans toenaam AVERCAMP (Holl. OVERKAMP) wijst op Nedersaksen. Dat die man JACOB PETERS, anders genoemd JACOB JACOBSZ., van Antwerpen, in 1602 in zijn pestziekte ter zij stond, wijst zoo min voor hem — als medicijnmeester — op eenige verwantschap, als voor dominee NAERANUS, die daar mede tegenwoordig was; intusschen kan hij een broér van haar geweest zijn, die naar Antwerpen getrokken, daar gehuwd was, en haar later te Kampen bezocht. Doch van waar zijn tweede naam JACOBSZ.? — De Antwerper schildersfamilie PEETERS (gelijk zich JAN en BONAVENTURA beiden schreven) zal wel een andere zijn, al was er ook een uitgever JACOB van dien toenaam, die o.a. in 1684 het Theatrum Pictorum uitgaf.
     Nasporingen in de Antwerpsche archieven zouden daaromtrent echter het best tot volkomen zekerheid kunnen brengen.

_______

___________
Vloten, J. van (1880) Hendrik Avercamp. In Fr.D.O. Obreen, Archief voor Nederlandsche kunstgeschiedenis, 2e deel. (pp. 270-271). Rotterdam: Van Hengel & Eeltjes.

Category(s): Kampen, Overijssel
Tags:

Comments are closed.