Voorbericht

VOORBERICHT.
_______
 

     Een postume dissertatie. Sedert 1923 was de schrijfster met ijver en opgewektheid bezig aan haar proefschrift, geregeld gingen de voorloopige bewerkingen der verschillende hoofdstukken op en neer tusschen Winterswijk en Groningen en in Mei van dit jaar kon ik haar het laatste gedeelte terugzenden met verzoek mij nu nog eens het geheel in de eindredactie voor te leggen. Enkele weken daarna kwam het bericht, dat zij den 1 Juli 1925 na een korte ziekte overleden was.
     De ouders hebben het niet over zich kunnen verkrijgen de bijna voltooide dissertatie eenvoudig weg te bergen als een gedachtenis aan hun betreurde dochter; zij wilden de doode niet de eer onthouden, waarop zij zich reeds voor de levende verheugd hadden.
Mij komt het voor, dat onze kennis van het verleden er mee gebaat wordt, indien hetgeen de schrijfster door geduldigen arbeid hoofdzakelijk uit archivalische bronnen verzameld heeft, in het licht komt.
Voor het inzicht in de algemeene geschiedenis van ons land heeft het zijn nut, dat eens duidelijk en omstandig beschreven wordt, hoe de Joden in een bepaald gewest hun plaats onder de bevolking gekregen hebben. Welk profijt degenen, die zich bezig houden met de geschiedenis der Joden in Nederland, er van kunnen hebben, behoef ik niet te betoogen. Voor de beoefenaars der locale historie van Overijsel bovendien komen hier allerlei onbekende wetenswaardigheden te voorschijn.
     Geheel den vorm, dien het proefschrift zou hebben gekregen, heeft dit werk niet; in een enkel hoofdstuk bijv. laat de indeeling der stof nog wel iets te wenschen over. Doch het behoort nu aan een overledene en het scheen ongepast er veel in te veranderen. Geoorloofd alleen was — en noodzakelijk ook — kleine gebreken in taal en stijl te verhelpen en orde te brengen in de aanteekeningen. Hiervoor heeft zich beschikbaar gesteld de heer Sigmund Seeligmann te Amsterdam en deze heeft dit wetenschappelijk liefdewerk met tact en bekwaamheid verricht. Tevens heeft hij gezorgd voor de correctie der drukproeven.
     En hiermee wordt het boek aan het publiek overgegeven, maar voor degenen, die de voldoening van de schrijfster over de verschijning zouden hebben gedeeld, is de vreugde in weemoed verkeerd.

I.H. GOSSES.

     Groningen, November 1925.

_____________________
Poppers, H. & Seeligmann, S. (1926) De Joden in Overijssel van hunne vestiging tot 1814. Nagelaten Dissertatie van Helena Poppers. (Posthume Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, Groningen). Utrecht: Uitgevers-Compagnie „DE BRANDING”.

Category(s): Overijssel
Tags: , ,

Comments are closed.