Enkele aanteekeningen omtrent de kerk te Wilsum


|pag. 46|

ENKELE AANTEEKENINGEN OMTRENT DE KERK

TE WILSUM.

________
 

     In de vergadering van 6 Juni 1899, te Deventer gehouden, deelde ik het een en ander mede omtrent de kerk te Wilsum, die ik hoopte, dat gerestaureerd zou worden. Thans heb ik het voorrecht te kunnen melden, dat ik met de restauratie dier kerk gereed ben. Vergun mij, dat ik in verband met vroegere mededeelingen nog enkele punten bespreek.
     Destijds wees ik er reeds op, dat het inwendige van den toren niet gelijkvloers rechtstreeks te bereiken is. Van de eerste verdieping uit daalt men door een gat in een ruimte zonder licht, die eertijds dienst deed als bewaarplaats van schatten of als ge-vangenis.1 [1. M. Heyne, Das Deutsche Wohnungswesen, 1899, blz. 134 v., 352 v.]) Ten onrechte is deze inrichting wel eens betwijfeld. De gevangene werd zittende op een stok met een touw, verbonden met een haspel, door wat de Duitschers „Angstloch” noemen naar beneden gelaten. 2 [2. Otto Piper, Abriss der Burgenkunde, 1900, blz. 47.])
     De muren van het kerkgebouw zijn 0.85 M. dik en bestaan uit een in- en uitwendigen wand van tufsteen. De ruimte tusschen deze wanden is aange-

|pag. 47|

vuld met keisteenen, waaronder veel vuursteenen. In het tufsteenen muurwerk uit Wendisch-Slavisch verband steken de koppen van achteren in de vulling uit. Om de tien lagen komt een doorloopende rollaag voor. Op de hoeken vindt men zoogenaamd „long-and-short work”.
     Uit de medegedeelde samenstelling der muren meen ik te mogen afleiden, dat men hier te doen heeft met een gebouw uit de 10e eeuw, wellicht nog vroeger.

F.A. HOEFER.

__________
Hoefer, F.A. (1904) Enkele aanteekeningen omtrent de kerk te Wilsum. Versln. en medn. VORG, 23 , 46-47.

Category(s): Wilsum

Comments are closed.