De boekerij van ST Michiel te Zwolle


|pag. 387|

DE BOEKERIJ VAN ST MICHIEL.

te ZWOLLE.

_________
 

     Mr Jan Cele, het wijd vermaarde hoofd en de bron van den roem der Zwolsche scholen, die zich een rijkdom van geschriften over de gewijde en schoolsche wetenschap had vergaderd 1 [1. Wie om zijne nieuwsgierigheid te voldoen, de vraag stelt, wat den Meester heeft bewogen om aan zoo vele kostbare boeken het geld met volle handen te besteden, ontvangt uit den mond van J. Busch, zijn leerling, het volgend antwoord: »Dicens Dei testamentum in libris sanctis consistere, et sanctam matrem nostram Ecclesiam, fidem catholicam spemque futuri saeculi, coelestis nostrae patriae, hucusque per libros in esse servatas et sine ipsis diu periclitatas» (Chron. Windes, bl. 627).]), wilde nog na zijn dood, 9 Mei 1417, voor de wetenschap en wel bijzonder in zijne vaderstad blijven leven. Vandaar dat hij bij uitersten wil, ja, een deel zijner boeken aan kloosters en godvruchtige vereenigingen wegschonk, als bijv. zijn Lira in 11 banden benevens zijne Gulden Summa van den bisschop van Ostia aan het klooster van Windesheim, — doch den hoofdschat gebruikte om de stichter te worden der boekerij van St Michiel te Zwolle.
Joan. Busch, de waardige leerling van den grooten Meester, schrijft dienaangaande over hem:
     Ook richtte hij aan de noordzijde der kerk te Zwolle van nieuws eene boekerij op . . . . , waar hij het
meerendeel zijner godgeleerde en andere wetenschappelijke werken aan ketenen deed neerleggen, terwijl hij aan vrome priesters en andere mannen sleutels liet geven, opdat elk die er wilde komen studeeren, vrijen toegang zou hebben. Zijn voorbeeld vond navolging

|pag. 388|

bij eenige vrome geestelijken en andere mannen van geleerdheid, die ook bij testement ten bate der lezers eenige werken aan genoemde boekerij vermaakten.
„Chronic. Windesem. bl. 627.
     Aldus hebben wij het edele werk tot stand zien komen, waarop wij een goed twintigtal jaren later door bisschop Rodolph van Diepbolt de kroon zien zetten bij de oorkonde, welke wij hier in afschrift laten volgen:

     Rodolphus. Dei et Apostolicae Sedis gratia Episcopus Trajectensis; universis et singulis christi-fidelibus praesentia visuris seu audituris salutem in Eo, qui est omnium vera salus.
     Cum cuncta ex alto remunerans spectet Altissimus, — ut libraria, ad latus aquilonare ecclesiae Sancti Michaelis Zwollensis nostrae dictae dioecesis decenter constructa et libris Sacrae Paginae ac Juris Canonici ex donatione et legatione fidelium laudabiliter referta, pro utilitate personarum ecclesiasticarum ac aliorum litteratorum virorum in esse conservetur ac debitis proficiat incrementis;
     Omnibus Christifidelibus vere confessis et contritis, bui ad conservationem sive meliorationem aedificii aut librorum dictae librariae manus porrexerint adjutrices,

     Rodolph, door Gods genade en de gunst van den Heiligen Stoel Bisschop van Utrecht, aan alle kristen-geloovigen, die deze zullen zien of hooren, zaligheid in Hem, die aller ware heil is.
     Wijl alles uit den hooge gade geslagen en beloond wordt door den Allerhoogste, — opdat de boekerij, aan de noordzij der kerk van St Michiel te Zwolle, in ons gemeld bisdom, voegzaam aangebracht en bij schenking en vermaking door de geloovigen prijselijk met werken van gewijde wetenschap en kerkelijk recht voorzien, ten bate der geestelijkheid en van andere beoefenaren der wetenschap in wezen blijve en in gewenschten rijkdom toeneme; —
     ’t Is daarom dat wij in ons vertrouwen op de gunst van den

|pag. 389|

totiens quotiens idipsum fecerint, quadraginta dies indulgentiarum de Omnipotentis Dei gratia confisi auctoritate nostra conferimus in Domino et elargimur; —
     Prohibentes insuper sub poena excommunicationis et trium scudatorum monetae regni Franciae, ad meliorationem praemissae librariae applicandorum, ne aliquis ex eadem libraria quicquam furtive subtrahat, dampna inferat aut immunditias quaslibet ibidem faciat aut reponat, — harum nostrarum testimonio litterarum.

     Datum anno Domini 1442, mensis februarii die 20.

Almachtigen God en krachtens ons gezag aan alle kristen-geloovigen, die na gebiecht en een berouw verwekt te hebben, tot het onderhoud of de verbetering van het gebouw of de boeken van gezegde boekerij zullen bijdragen, zoo dikwijls zij dit doen, schenken en in den Heere verleenen een aflaat van veertig dagen.
     Daarenboven verbieden wij onder straffe van den ban en op eene boete van drie Fransche Schilden, ten bate van voorschreven boekerij aan te wenden, dat iemand uit gezegde boekerij steelswijze iets wegnijfele, er schade aanbrenge of eenige onreinheid er bedrijve of achterlate. Wij betuigen zulks met deze onze letteren.

     Gegeven in ’t jaar des Heeren 1442 den 20 der maand Februari.

     Genomen naar ’t oorspronkelijke in ’t aartsbis archief bewaarde perkement, bevestigd met het uithangend rechtszegel van bisschop Rodolph in rood was, dragende het wapen van het sticht en daar over heen het schild des bisscbops, doorsneden van een gaanden leeuw en een adelaar. De letterzoom luidt: „Sigillum X Rodolphi X de Diepholt X Dei Gratia X Episcopi X Trajecten.” — Mieris, Bisschop. Munten en Zegels, geeft dit zegel niet.

J.H. HOFMAN.

______________
– Hofman, J.H. (1877) De boekerij van St. Michiel te Zwolle. Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht (4), 387-389.

Category(s): Zwolle
Tags: , ,

Comments are closed.