Nr. 1 tot 37 (in bewerking)

[pag. 1]

1. 1251. 24 Sept.

Abel, koning der Denen en Slaven, hertog van Jutland, regelt de tollen, door de „Vmlandsfarae’’ te betalen, wanneer zij de markten te Skanor bezoeken; geeft vrijdom van tol, indien zij van daar laken en zout of levensmiddelen naar Noor­wegen brengen; en bepaalt, dat schipbreukelingen hunne goe­deren mogen redden. „Datum Skanore anno dni millesimo „ducentesimo quinquagesimo primo kal. Octobris octavo, etc.

Op perkament met uithangend kon. zegel in rood was aan groene zijde. – Vidimua in 1376. Vert. door Reijn. Bogherman in het Repertorium, bl. 47. – Afgedrukt in het Urkundenbuch van Lubeck I. N°. 175 , en bij Lange en Unger in het Diplomatarium Norvegicum V. 1 N°. 5. Verg. Sartorius, Geschichte der Deutschen Hanse, II. s. 52.

2. 1251. 25 Sept.

A(bel), koning der Denen en Slaven, hertog van Jutland, vergunt allen, die „Vmlandsfare’’ genoemd worden, „res suas
„plaustrandi et transferendi in vigiliis festorum ad occasum
„solis et in ipsis festis a pulsatione vesperarum ad vesperam
„eadem faciendi.’’ – „Datum Skanore Anno dni M. CCLI
„kal. Oct. septimo.’’

Op perkament met uithangend zegel des konings in rood was aan groene zijde. – Vidimus in 1320 en 1376.
Vertaling in het Repert. bl. 49.

3. 1275. 19 Nov.

Bisschop Johan van Nassau geeft aan Genemuiden stadregt, gelijk Deventer, Zwolle en andere steden in Salland. „Actum

[pag. 2]

et datum apud Zwollis anno dni millesimo dusentesimo (sic) „septuagcsimo quinto in die Ponciani mrs.’’

Afschrift in het Boek gen. Diversorum A. bl. 121. – Vidimus en vertaling bij Racer, Overijss. Gedenkst., VI. bl. 54 en 55.

4. 1284. 7 Junij.

Johannes (de Syrik) Trai. electus bevestigt de gift van zijnen voorganger Hendrik, aan schepenen, burgermeesters enopidani te Campen gedaan, t. w. van de palus S. Nicolai (S. Nikolaasbroek) pascua et piscariae, bij dat opidum liggende, tegen vijf solidi, jaarlijks op S. Walburgsdag aan den schout te betalen. Daar die gift gedaan was met raad van „fideles’’ der kerk, van den Deventer deken en het kapittel, van de opidani van Deventer en Zwolle, wier zegels aan den brief gehecht waren, belooft de bisschop hen daarbij te handhaven tegen de „communitas Zallandie.’’ „Datum Dauentrie anno „Dni M. CC. octog. quarto feria quarta post octavas penthe- „costes.’’

Op perkament. Het zegel afgevallen. – Hierbij een afschrift van fr. Simon Gardiaan te Campen, wiens uithangend zegel in groen was. Privil. bl. 64.

5. 7 Junij.

Johannes Trai. electus verklaart, dat de opidani te Campenboven de „communitas Sallandie’’ geregtigd zijn tot de piscariae, paludes et prata, hun door zijnen voorganger Hendrik geschonken, en belooft hun daarover een definitief vonnis uit te vaardigen, zoo spoedig mogelijk en binnen twee jaren. „Da-
„tum anno dni M. CC. LXXX quarto, feria quarta infra
„ebdomadem Trinitatis.’’

Op perkament. Het zegel afgevallen. – Afschrift in Privil. bl. 64.

6. 1289. 31 Junij.

Erik Magnus koning van Noorwegen en Hakon hertog maken aan hunne onderdanen bekend, dat zij met de burgers van

[pag. 3]

Campen eene overeenkomst gesloten hebben en bevelen hen dien vrede overal te houden. De burgers van Staveren zijn hierin niet begrepen, „ii dagum aeftir Olafs voku fyrov a X are rikis okars.’’

In het Noordsch op perkament. Het uithangend zegel des konings is bewaard, dat des hertogs afgevallen. – Afgedrukt in het Diplom. Norveg. V. 1. No. 18.

7. 1292. 3 Oct.

Bisschop Johan laat aan Sweder van Voerst, schout vau Salland en zijn tollenaar te Campen, weten, dat, uithoofde van wederkeerig beweerden vrijdom van tollen der burgers van U­trecht te Campen en der burgers van Campen te Utrecht, de eersten nog vrij van tol te Campen mogen komen, tot dat de gegrondheid daarvan nader zal gebleken zijn: „Datum „Traiecti anno dni M. CC. nonagesimo secundo feria sexta „post Mychaelis.’’

Op perk. met uith. zegel in groen was. – Privil. bl. 64.

8. 1294. 6 Julij.

Koning Erik van Noorwegen en hertog Hakon maken de overeenkomst bekend, te Tunsberg gesloten, tusschen Noorwegen en Bremen aan de ééne zijde en de steden Lubeck, Riga, Campen, Staveren, Wismar, Rostock, Stralsund, Gripswold, Stettin, Anklam en de Duitschers te Wisby aan de andere, waarbij hun vrijheden en voorregten in dat rijk vergund wor­den. „Datum in octavis beatorum Petri et Pauli apostolo-„rum anno M. CC. nonagesimo quarto, regni nostri quinto „decimo.’’

Op perk. Het zegel des konings afgevallen, dat des hertogs gedeeltelijk bewaard, – Afgedrukt in het Urkundenb. van Lubeck, I. No. 621, en in het Diplom. Norveg. V. I. No. 23. Verg. Sartorius II. s. 176.

9. 1298. 16 Aug.

Erik koning der Denen en Slaven, hertog van Esthland, vergunt aan de kooplieden van Campen, dat zij bij schipbreuk

[pag. 4.]

binnen de grenzen van zijn rijk hunne goederen mogen red­den, met verbod aan zijne onderdanen en ambtenaren om hen daarin te belemmeren. „Datum Lundis anno dni M. CC. XC „octavo in crastino assumpcionis b. Virg.’’

Op perk. met uithangend (nu beschadigd) zegel des konings in groen was. – Vidimus in 1349. Vertaling in het Repert. bl. 46.

10. 1300. [1299.] 7 Jan.

Jan graaf van Henegouwen, Holland, enz. bevestigt het privilegie, door graaf Florens in 1276 aan de kooplieden van Campen, Zwolle, Deventer, Wilsum en tusschen liggende plaat­sen gegeven, hetwelk hier in het Latijn wordt ingevoegd. „Da-„tum apud Dordrecht in crastino Epiphaniae anno domini M. „CC nonagesimo nono.’’ – Eene tweede oorkonde bevat de bevestiging in het Nederduitsch. „Geg. in den jare ons heren „M. CC. neghen en neghentich des anderen daghes na der-„tien daghe.’’

Beide op perk., het eerste met aanh. zegel in groen, het tweede in geel was. Het tweede is het oudste stuk in het Nederd. op het archief. Verg. Dumbar, kerk. en wereldl. Dev., I bl. 483, en van Mieris, Charterb., I bl. 385, II bl. 5.

11. 1300. 14 Maart.

Deken en het geheele kapittel der kerk te Deventer verklaren, dat de goederen, aan de vicarie in de kerk van Campen ge­legateerd of nog te legateren, in geenerlei opzigt tot begifti­ging der kerk of van den bestuurder behooren gebruikt te worden, maar dat de vicaris in der tijd de inkomsten tot eigen gebruik behouden zal, wanneer hij elken morgen misse waarneemt voor de levenden en dooden, die de vicarie zullen begiftigen of begiftigd hebben. „Datum anno dni M. CCC. „feria secunda post dominicam qua cantatur oculi mei semper „ad Dominum.’’

Afschrift in Privilegieb., bl. 65.

[pag. 5]

12. 1302. 25 Julij.

Burgerboek van Campen, aangelegd door schepenen, „me- ,,diante consilio et sapientia, nostrorum consulum et aliorum„bonorum virorum – anno dni M. CCO. secundo, in festo „sancti Jacobi apli.’’

Op perkament en van jaar tot jaar voortgezet. De eerste namen der opidani in 1302 zijn: Dns Pelegrinus plebanus eccl. in vollenho, en Hermannus rector scolarum in Campen, etc.

13. 1302. 9 Aug.

Guido electus et confirmatus in episc. Traiect. verbiedt een iegelijk, om eenen „oppidanus’’ in burgerlijke zaken voor eenegeestelijke regtbank te trekken, maar wil dat dergelijke zaken, volgens gebruik der voorvaderen, door den wereldlijken regter zullen beslist worden. „Datum anno dni M. CCC. secundo „in vigilia beati Laurentii apud Traiectum.’’

Op perk. met uithangend zegel in groen was. – Afschrift in Privil. bl. 1.

14. 1303. 6 Mei.

Bisschop Guido verbiedt den presbyter of curatus van de kerk te Campen, op straf van suspensie, om een mandaat opte volgen, waarbij eenig persoon te Campen voor zijnen officiaal te Utrecht, of aartsdiaken of proosten, gedaagd wordt ten aanzien van zaken, die door den wereldlijken regter en wettige getuigen kunnen beslist worden, behoudens het apostolisch ge­zag en bevel daaromtrent. Zoo hij iemand van Campen hier­over kwelde of liet kwellen, zou hij bovendien de straf van excommunicatie ondergaan. „Datum anno M. CCC. tertio in „die beati Johannis ante portam Latinam.’’

Op perkament. Het zegel gedeeltelijk aanwezig. Privil. bl. 1.

15. 1304. 22 Julij.

Haquin, koning van Noorwegen, verbiedt, op de klagt van Gothswin en Johan Vorne, gezanten van Campen, al zijne baljuwen, ambtenaren en onderzaten, om, in geval van schip­breuk , de inwoners van Campen te verhinderen, dat zij hunne schepen herstellen en buiten het rijk brengen, ten zij ze ver-

[pag. 6]

laten zijn mogten. „Datum Asloye in festo beate Marie mag-„dalene anno domini M. CCO. quarto, anno vero regni nos-„tri quinto.’’

Op perkament, waarvan het zegel is afgevallen. – Afgedr. in het Diplom. Norv. V. 1. No. 45.

16. 1305. 26 Maart.

Giselbertus de Buchoerst miles verkoopt, met toestemming zijner echtgenoot Euphemia en zijner zonen Wilhelmus en Gijselbertus, aan Wilhelmus gen. Rijecken, aan Tideman en Henricus gebr. gen. Zuuel, opidani te Campen, eene hoeve (mansus) achter Onden in het veen met alle toebehoor en al het regt, dat zijn vader Wilhelmus en hij hadden, onder voorwaarde, dat de koopers voorn, tot niets meer gehouden zijn dan tot den tyns, de tiende en de landwinning. Zoo de hoeve in grootte toenam, zoude de tyns toenemen, volgens hetgeen de andere tynsgenooten betaalden, en zoo die verminderde, zoude ook de tyns kleiner worden. Het oorspronkelijke bezegeld door Giselbert voorn. en door schepenen van Campen. „Datum „Buchoerst anno dni M. CCC. quinto in crastino annuncia-„cionis sancte Marie.’’

Afschrift in den oudsten Foliant, waarin het watermerk van een sleutel, bl. 254.

17. 1305. 26 Junij.

Ako, kanselier van den koning van Noorwegen, verklaart aan burgermeesteren en schepenen van Campen, dat hunne gezanten Hartwicus de Naghle en Jacobus Henemanszoon aan koning Haquin overgegeven hebben de hier opgenomene beves­tiging van het verdrag, te Bergen xvij kal. Nov. 1286 ge­sloten, waarbij ook vele vrijheden aan de Noorweegsche koop­lieden te Campen vergund worden. De brief van burgerm. schepenen en de geheele gemeente te Campen was gegeven „sub anno dni M. CCC. quinto in festo sanctorum martirum „Johannis et Pauli.’’

[pag. 7]

Op perk. met aanhangend zegel van den kanselier in geel was. De hier ingevoegde brief van Campen afgedrukt in het Diplom. Norv. V. 1. No. 47 en de verklaring van Ako No. 49. – Verg.Sartorius, II. s. 233, alwaar de vrede te Bergen verkeerdelijk in 1296 geplaatst wordt.

18. 1305. 27 Julij.

Haquin, koning van Noorwegen, bevestigt het verdrag, xvij kal. Nov. 1286 te Bergen gesloten tusschen wijlen zijnbroeder Erik en schepenen en gemeente van Campen door tusschenkomst van Alexander Clericus en Gerbertus dictus Doleman. Hij doet dit op verzoek van Hartuicus de Naghel en Jacobus Heinemanszoon, vernieuwt andere overeenkomsten en geeft vrijheden, met name die, welke reeds in den brief van koning Erik en hertog Haquin van 6 Julij 1294 (N°. 8) voorkomen. „Datum apud castrum Tunsbergense tercia feria „proxima post festum beati Jacobi apostoli, anno domini mil-„lesimo tricentesimo quinto, anno autem regni nostri sexto.’’

In twee oorkonden op perkament met eenigzins beschadigde ze­gels des konings in geel was. – Afgedr. in het Diplom. Norv. V. 1. No. 48.

19. 1807. 8 Sept.

Erik, koning der Denen en Slaven, bevestigt alle voorregten en vrijheden, die de burgers van Campen van zijne voorvadersontvangen hebben omtrent de plaats „in nundinis Skanoor, qui fiit dicitur,’’ en verbiedt hun daarbij hindernis aan te brengen. „Datum Helsingburgh anno dni M. CCC. septimo „die natiuitatis b. Virg.’’

Op perkament met ’s konings ongeschonden zegel in geel was. Verg. Sartorins, II. s. 238.

20. 1307. 22 Sept.

Erik, koning der Denen en Slaven, staat aan de burgers van Campen eene plaats toe op Skanoor tusschen het kasteel en„huyl’’ gelegen, zoo als die door zijn voogd en andere ge­loofwaardige lieden met palen afgebakend was, en die zij van

[pag. 8]

ouds ten tijde der jaarmarkten gewoon waren te hebben, om ze op de jaarmarkten te bewonen. „Datum Helsingburch anno „dni M. CCC. septimo in crastino b. Mathei apostoli et ewan-„geliste in presencia nostra.’’

Naar eene oude vertaling op perkament en een vidimus van 1403. Het oorspronkelijke niet aanwezig.

21. 1308. 4 Junij.

Bisschop Guije geeft het Dijkregt van Salland, op Spoelderberg ,,Int jaer ons heren duisent dreehondert ende achte des „dinsedages nae Pinxterdagh.’’

Afschrift in het Boek: Dijkregt van Salland en Mastebroek. – Een verschillend afschrift gebruikt door Dumbar, Anal. II. bl. 233 – 247.

22. 1309. 3 Aug.

Bisschop Ghije geeft aan schout en schepenen van Campenvergunning om elken misdadigen mensch te regten, dien zij mis­dadig kennen binnen die stad. „Int jaer ons heren M. CCC. „en neghen des sonendaghes na sente Pietersdaghe toit ingang „oghest te Campen.’’

Op perk. met afhangend zegel in bruin was. – Privil. bl. 65. – Afgedr. bij Dumbar, Anal. II. bl. 147, alwaar echter de belangrijke woorden „en schepenen’’ zijn uit gevallen.

23. 1309. 11 Oct.

Bisschop Guido erkent de privilegiën en vrijheden der Camperveeners, hun door zijne voorgangers geschonken, met name door bisschop Hendrik in 1260, wiens brief hij transsumeert, en bevestigt die, nu zij door Gijselbert van Buckhorst daarin verkort waren. „Datum Dauentrie anno dni M. CCC. nono „in crastino beatorum Gereonis et Victoris martirum.’’

Afschrift in het Boek gen. Diversorum A. bl. 152. Vidimus af­gedrukt bij Racer, II. bl. 191, en vermeld bij Dumbar, Anal. II. bl. 483.

24. 1310. 2 Aug.

Bisschop Guido vergunt aan schepenen en burgermeesteren van Campen om mis te doen vieren op het draagbaar altaar

[pag. 9]

in het hospitaal van den H. Geest, in weêrwil van het syno­daal besluit daar tegen, en zonder afbreuk te doen aan de regten der parochie. „Datum anno dni M. CCC. X. in crastino Petri ad vincula.’’

Op perk. met afhangend zegel in groen was. – Privil. bl. 65.

25. 1311.

Stichtingsbrief van „de broderscap ende memorie van den„gheleerden ghesellen van den core,’’ later de schepensmemorie. „Int jaer ons heren dusent driehondert ende elue.’’

Op perk. in Liber Memorie Scabinorum. – Afgedr. in Overijss. Alm., 1839, bl. 129.

26. 1311. 1 Aug.

Bisschop Ghie wil, dat men van die van Medenblik te Campen van elk schip acht penn. Holl. tol nemen zal en nietmeer, en ook te Medenblik van elk Camper schip acht penn. en niet meer. Hij gebiedt zijnen tollenaar te Campen om niet meer dan acht penn. te nemen, zoo lang te Medenblik van die van Campen ook niet meer genomen wordt. „Geg. int „jaer ons heren dusent driehondert ende elue op Sante Pe-„tersdach tho inghaenden ogheste. In de Hage.’’

Naar een notarieel vidimus door Paulus Alberti de Medenblick in 1381, bij afschrift in het Boek gen. Collectorium, bl. 97, en een afschrift in het Privilegieb. bl. 65.

27. 1313. 12 Maart.

Verordening omtrent het bouwen van steenen huizen bij de Oude straat of bij de Waterstraat of bij eenige straat, enomtrent de overeenkomsten te dezer zaak tusschen naburen. „Int jaer ons heren M. CCC. en dertiene in Sante Gregorius „daghe.’’

Boek van Rechte, bl. 11. N°. 34.

28. 1313. 24, 26 Mei.

Acte van compromis en approbatie der sententie, gegeven door de arbiters in het geschil tusschen bisschop Guido en

[pag. 10]

de Vriezen van Stellingwerf, Schoterwerf en Oosterzee. „Op hemelv. en saterdage nae onsse heren hemelfaert.’’

Afschrift in het Boek Divers. A. bl. 79-82 en Vidimus bl. 88. Vert. bij Toe Bocop, bl. 244-250. Verg. Charterb. van Schwartz. I. bl. 151 en van Mieris, II. bl. 137.

29. 1313. 13 Junij.

Ericus dux Sweorum gelast al zijne dienaars en onderdanen, hulp en bescherming voor personen en goederen te ge­ven aan alle burgers van Campen in zijn rijk, en niet toe te laten dat zij door iemand onbehoorlijk bezwaard worden. „Da-„tum apud Malstrand anno M. CCC. XIIJ quarta feria post „dominicam Trinitatis.’’

Op perk. met het secreet zegel (maiori non presente) in geel was. – Afgedr. in het Diplom. Norveg. V. 1. No. 59. Verg. Sart.II. s. 264.

30. 1313. 16 Oct.

In nomine domini amen. Nos Guido dei gratia episcopusTraiectensis notum facimus vniuersis ad quos presentes litere peruenerint. Quod nos, perspecto et considerato quod castrum nostre ecclesie de Vollenhoe grauibus tenendum est expensis pro eo maxime quod in eodem castro non sunt castellani qui ibidem residere velint, quia feodum, ob quod ibidem residere teneantur, non habent et propter quod ad residentiam possint constringi, requisito ad hoc consilio et consensu ecclesiarum nostrarum Traiecten., Hermanno dicto Vleisch, Schulteto in Vollenhoe, ob fidele seruitium quod ipse et predecessores sui ecclesie nostre impenderunt ac etiam ob custodiam dicti castri, vnam aream pro domo construenda in eadem ad domicilium suum habendum in suburbio ipsius castri, quod propriis expensis nostris fieri et muniri fecimus versus occidentalem partem dicti suburbii, quindecim libras nigrorum Turonensium annuatim de gruta Campensi percipiendas in feodum castrense contulimus et in his scriptis hereditarie concedimus, ita quod vnus tantum heredum suorum masculus et senior in hoc

[pag. 11]

feodo succedat, qui in dicto suburbio residere et morari ob dicti castri custodiam teneatur. In cujus rei testimonium sigillum nostrum vna cum sigillo ecclesiarum Trajecten. presentibus literis duximus appendendum, etc. – Datum anno dni M. CCC. terciodecimo in die beati Galli confessoris.

Afschrift in Divers. A. bl. 158. Privil. bl. 83.

31. 1318. 13 Dec.

Verordening omtrent het verkoopen van huizen en erven, datdaarvan naauwkeurige opgave geschieden moet op het huis voor burgermeesteren, ook van de tinsen, die er uit gaan, ten einde beschreven te worden; te verhalen op den verkooper en zijne erfgenamen en ter schepenen klaring. „Op sente Lu-„ciendach.’’

Guldenboek, bl. 13.

32. 1314. 11 Aug.

Ericus dux Sweorum vergunt, op verzoek van Asso dictus Langore en Lodewicus de Ostenwolde, raadsleden en gezantenvan Campen, aan de burgers dezer stad, voor den tijd van tien jaren, om ten tijde der haringvangst voor ieder Duitsch last haring, als tol, slechts zes denariën van nieuwe en wet­tige sterlingen te betalen, om voor den haard of gebruik van vuur vrijelijk hout uit zijne bosschen te hakken; en bepaalt, dat in geval van misdrijf slechts de schuldige zou worden gestraft. „Datum Asloye anno dni millesimo tricentesimo „quarto decimo, crastino beati Laurencii mart., nostro sub „secreto, maiori sigillo non presente.’’

Op perk. met afhangend zegel in groen was. – Afgedrukt in het Diplom. Norv. V. I. No. 60. Verg. Sart. II s. 264.

33. 1315. 30 Junij.

Bisschop Ghije vermaant alle burgers en poorters van Campen, dat zij niet en doen of werken tegen de schepenen enden raad der stad „noch en gheene partie noch twist en „maken, en ware dat sake dat dat enich man dede, so wille

[pag. 12]

„wy dat se dat weten, zie en haddent mit rechte ijrst vor „ons veruolghet, dat wy des bliuen willen metten schepenen, „metten rade ende met onser stat ende krenken ende hinde-„ren willen waer wys en onse vriende macht hebben. Ghe-„geuen in ’t jaer ons heren M. CCC. en viiftiene des manen-„dages na sente Pouwelsdage.’’

Op perk. met uithangend zegel in groen was. – Privil. bl. 65. –

34. 1318. 15 Maart.

Bisschop Frederik (van Syric) bevestigt de regten en vrijheden, welke schepenen , burgermeesteren en de gemeente van Campen van zijne voorvaders verkregen hebben, met belofte van die te zullen handhaven. „Datum Campis anno dni „M. CCC. XYIIJ feria quarta post dom. Inuocauit.’’

Op perk. met aanhangend groot zegel in groen was. – Vidimus in 1334.

35. 15 Maart.

Bisschop Frederik gebiedt den presbyter of curatus te Campen, om geen mandaat uit te voeren of aan te nemen, waarbij iemand voor den officiaal te Utrecht, den aartsdiaken of proosten gedaagd wordt in zaken, die voor de wereldlijke regtbank of den wereldlijken regter behooren, behoudens het apostolisch gezag of bevel. „Datum ut supra.’’

Op perkament met aanhangend klein zegel in groen was. – Vidimus in 1436 en 1501. – Afschrift in Privil. bl. 1 met het af­schrift der bulle van bevestiging door paus Bonifacius in 1403.

36. 15 Maart.

Bisschop Frederik gebiedt alle burgers en poorters te Campen, dat zij niet doen tegen schepenen en raad noch partijen twist maken, enz. „Geg. te Campen int jar ons heren „M. CCC. en achtyen des wudendaghes vor den sonendaghe „als men singet Reminiscere in der Vasten.’’

37. 15 Maart.

Bisschop Frederik vergunt aan schout en schepenen van Campen, elken misdadigen mensch te rigten. „Geg. als boven.’’

Category(s): Niet gecategoriseerd

Comments are closed.