Het dorp IJsselmuiden bij Kampen

|pag. 88|

HET DORP IJSSELMUIDEN BIJ KAMPEN.

     In een kwartier uurs wandelt ge van ’t bloeijende Kampen naar ’t stille IJsselmuiden, dat onder Overijssel’s dorpen zeker niet den minsten rang bekleedt.
     Zijne kerk, in vroegere eeuwen aan de Crispinus en Crispinianus gewijd, is een oud en inderdaad fraai gebouw, zijne velden brengen kostelijke groenten voort, en zijne ingezetenen zijn, behalve vlijtige warmoeziers, kundige landbouwers, veefokkers en mattenvlechters.
     De geschiedenis vermeldt IJsselmuiden uiterst zelden: het oudste stuk waarin het voorkomt, dagteekent van 1133, terwijl eene overlevering verhaalt, dat IJsselmuiden eens eene stad is geweest. Bescheiden hiervoor zullen bezwaarlijk bij te brengen zijn; mogelijk is de overlevering het aanzijn verschuldigd aan de omstandigheid dat het steedje Grafhorst eertijds onder het schoutambt van IJsselmuiden behoorde.
     In de middeleeuwen bloeide een adelijk geslacht van IJsselmuiden of Isselmuden, dat waarschijnlijk te dezer plaatse zijnen zetel had. Mogelijk wel op het Hoogehuis, dat ten jare 1659 door Annetje Wessels, weduwe van Hans Middachten, werd bewoond en destijds eene aanzienlijke herberg schijnt geweest te zijn, waar de burgers van Kam-

IJSSELMUIDEN; teekening van W. Hekking Jr., gravure van A. Kunz.

IJSSELMUIDEN; teekening van W. Hekking Jr., gravure van A. Kunz.

pen zich te goed deden aan wijn en bier. In de kerkespraak omtrent den verkoop van dit Hoogehuis in ’t genoemde jaar wordt het beschreven als: ,,een wel betimmerd voortreffelyk huis op het meer tot Isselmuden voor Campen gelegen, met syn toebehoor ende gerechtigheid, als namelick ses woningen daertegen over, hof en boomgaart daar an de visscherien op ’t meer, ’t holden van zwanen mettet holtgewas ende gerechtigheyt van de baan ’t welck strekket van het voorschr. Hoogehuis tot in de graft van de schans voor de stat Campen, een zeer bequaame gelegentheit om by een adellyk persoon te worden bewoont.’’
     Werkelijk kocht ook in 1659 een edelman dit gebouw tot zijne woonstede, en te zijnen behoeve vergunden ridderschap en steden van Overijssel, den 12 April 1664, dat het regt van havezathe, gelegen op den huize het Hoogeholt bij Hardenberg, van die bezitting op het Hoogehuis te IJsselmuiden zou overgaan. Van 1664 tot 1673 was Steven Blanckfoort eigenaar van ’t Hoogehuis, en van 1695 tot 1713 Anthony Alphert Blankfoort.
Vervolgens kwam het in ’t bezit der edelen Gansneb van Tengnagel, en werd eindelijk, even als zoo vele adelijke hofsteden, gesloopt.
     Bij den watervloed van Februarij 1825 spoelden te IJsselmuiden 32 woningen weg, terwijl 130 meer of minder beschadigd werden. Vijfendertig menschen verloren daarbij het leven, met 32 paarden en 745 runderen.
W.

Category(s): IJsselmuiden
Tags:

Comments are closed.