COPIA van een Missive Camper Schellingh

COPIA

van een

MISSIVE

door de Stadt van Campen aen

Haer Hoogh Mogende gheschreven over ’t geëmaneerde

Placcaet, raeckende het decrieren ende billonneren van den

Camper Schellingh, gemuntet in den jare 1675.

 

Hoogh Mogende Heeren,

WY hebben ontfangen U Ho:Mo: Missive van den 20, deses loopende maents Augusti, waer by wy worden versocht, terstont te willen intrecken ons particulier ghegeven consent tot het slaen van Schellingen, en ons volgens het concordaet van den 21. Augusti 1659. beroerende het faict van deMunte, en den eenparigen voet van dien, exactelijck te willen reguleeren. Wy hebben oock van andere zijden ontfanghen Extract ofte Copie van seeckere scherpe Memorie by de Generael-Meesters Johan van Nispen, en J. Beveren, over het selve subject aen U Ho: Mog: over ghegheven, en gesien het dienthalven op den selven dagh ge-emaneerde Placcaet, by welcke de cours van de selve Schellingh wordt verboden, en sulcks voor en aleer wy daar op hebben konnen werden ghehoort, of daer van aen U Ho: Mo: eenige onderrichtinge komen te geven. Wy bekennen dat het eene en ’t ander ons boven maten heeft gesurpreneert en bedroeft, bysonderlijck wanneer wy daer in hebben aengemerckt, dat U Ho: Mo: op abusive gronden, tot het doen emaneeren van het selve Placcaet, sijn geinduceert, moetende by ons worden gevreest, dat by de voorgedachte Generael-Meesters eenige praejudicie tegen ons of onsen Munt-meester moet liggen, die de selve tot het in diervoegen dresseeren der Memorie, heeft bewogen. Want om eerst te spreeken van het alloy, in welcke dese Schelling wort gesuspecteert, en gesegt te houden ses penningen en 19. greynen, so sal den Generael-Meester Johan van Nispen niet konnen ontkennen, dat sijn E. alhier op de visite ter Munte zijnde, aen de Munt-meester heeft vertoont ende ghelanght van dese 6. Schellingen, van welcke 2. Uyt de hant by Sybert Janssen, Assajeur van de Banck tot Amsterdam waren geprobeert, en die volgens des selfs assay-briefjen niet meerder souden houden als 6. penningen en 19. greynen, en dat de selve 2. Schellingen ne-

[I]

vens 4. anderen, in praesentie van hem Generael-Meester, zijn ingesneden en geprobeert, selfs naer dat den Munt-meester van sijn E. hadde versocht uyt de back met kogels, waer mede het Silver geprobeert wordt eenighe te willen uytnemen, en op de Capelle te willen laten afdryven, om te sien of oock in de selve heymelijk Silver verborgen was, dat sijn E. geantwoordt heeft sulks onnoodigh te zijn, dat hy sulcks van den Munt-meester niet vertrouwde, maer dat hy daer in sprack als een eerlijck en een genereus man, dat die selve proeven in sijn praesentie zijn afgeloopen, opgetrocken, en in gewichte égael zijnde bevonden, te houden 6. penningen en volle 22. greyn, ghelijck sulcks al noch, ten allen tijden, by het examineeren der busse volkomen sal konnen werden gesien: dat den Munt-meester vervolgens over Sybert Janssen sijn affay zijnde misnoeght, hy Generael-Meester het selve heeft ge-excuseert, seggende, dat hy veel te doen hebbende, sulcks wel een abuys van hem konde wesen, en dat sijn E. voorts de handt uytsteeckende, den Munt-meester en den Assajeur voor beyder voorsorghe heeft bedanckt, en daer mede geluck gewenscht hebbende hy Generael-Meester ten huyse van de Munt-meester Roemunde opentlijck aen eenige Heeren verhaelt den Schellingh in alloy ten eenemael goedt te hebben bevonden, waer volgens met geen ghedachten kan worden na ghespeurt, wat redenen daer konnen zijn, hier in ter contrarie U Ho: Mo: verkeerde impressien te gheven, en aen ons en onsen Munt-meester sulcken notoyren ongelijck te doen. Belangende het stuck van het gewichte, hebben daer omtrent ons consent niet gegeven, dan naer alvoren te hebben ondersocht, op wat voet men was ge­went, daer in op dese en onse nabuyrighe Munten te procedeeren, gelijck ons, dan by attestatie hier nevens per copiam bygevoegt, van Caspar Lenderman Assajeur van de Munte deser Provincie, is gebleeken, dat in de tijdt van 30. jaren, soo langh als hy de Munte heeft gefrequenteert, den Schellingh is gheslagen op 52. Stuck pcr Marck in ’t gewichte, zijnde de Generael-Meesters wel bekent, dat die sonder contradictie van de nabuyrige Munten, in swanck gaen, en onder de gemeynte uyt gegeven worden, sonder dat haer E. daer

[II]

over eenige swarigheyt hebben gemoveert, Konnende wy U Ho: Mo: versekeren, dat de tegenwoordighe Schellingen effective im­mers soo goedt van alloy en gewichte, soo niet beter te zijn, als die geene die hier te vooren van tijdt tot tijdt, dertigh en apparent veel meerder jaren by de Generael-Meesters voor goet zijn aengesien, en met contentement haer loop onder de Gemeente hebben gehouden. Dit en strijdt oock niet tegen het concordaet van den jare 1659.

Want buyten, dat aldaer de Rijx-privilegien in ’t stuk van de Munte by ons zijn voor behouden, en sulks oock by U Ho: Mog: by resolutie van den 20. Augusti is toegestaen, soo hebben U Ho: Mo: als doen een nieuwe en vaste ordre beraemt op het slaen der Silvere Rijders en silvere Ducaten, op welcke het selve Concordaet insonderheyt is reflecterende, sonder als doen, ofte daer naer eenige bysondere nieuwe generale ordre te hebben gemaeckt op het slaen der Schellingen, of andere pajementen, het welcke immers moste zijn voor heen ghegaen, al-eer wy souden konnen worden verstaen van den ouden voet te moeten aftreden, ofte daer over eenighsints gecalangeert te konnen worden. Sijnde ons onbekent en voor ons oock niet obligatoir, wat voet daer omtrent de Provincie van Hollandt voor haer particulierlijck belieft te doen observeeren, maer wy sullen altoos bereyt zijn, wanneer U Ho: Mo: daer in en in andere payementen sullen dienstigh vinden eenighe nieuwe ordres vast te stellen, die selve nevens andere Munten, praecife te doen naer leven, versoeckende inmiddels, dat U Ho: Mo: naer der selver altijdt soo hoogh-beroemde rechtmatigheydt en billickheydt, doch die ordre willen gheven, ten eynde wy noch onsen Munt-meester door het voorseyde Placcaet, uyt verkeerde ende notoire partijdighe informatien voort ghekomen, niet en worden beswaert, maer in tegen­deel, dat het selve weder moge werden ingetrocken. Wy meynen oock in de laetste voorvallen, omtrent het behouden van ordre in ’t stuck van het Munt-werck, en het exact reguleren naer het concordaet van den jare 1659. Soodane preuven van onsen yver voor het selve te hebben gegeven, dat die U Ho: Mo: van onse genegentheyt en oprechten yver in het selve, volkomen konnen versekeren, zijnde

[III]

te verwonderen, dat de voorsz. Generael-Meesters, wanneer men hier te voren geen 52. maer tusschen 54. en 55. stuck Schellingen per marck in ’t gewichte heeft bevonden, en alsoo, soo excessive buyten de voet, volgens haer eygen geverbaliseerde, als doen niet meerder hebben ge-yvert om de cours van de selve te stuyten, ’t welk ons der selver ongenegentheydt tot ons of onsen tegenwoordigen Munt-meester te meerder doet apprehendeeren, alhoewel wy niet en weten daer toe eenige redenen gegeven te hebben. U Ho: Mo: na­dere dispositie dan hier in serieuselijck versoeckende, en oock vastelijck verhoopende, soo sullen wy,

Hoogh Mogende Heeren,

eyndigen, en Godt bidden, U Ho: Mog : by dese soo sware constitutie van tijden en saecken, met alle gewenschte successen, te willen begenadigen. Campen den 26. Augusti 1675.

U Ho: Mo:

Dienstwillige Vrienden

’t Opschrift was

Hoogh Mogende Heeren de Heeren                               Burgermeesteren, Schepenen ende

Staten Generael der Vereenighde                                   Raedt der Stadt Campen.

 

Ter Ordonnantie van deselve

Was geteeckent

 

H. NUIS, Secretaris.

Pro vera Copia

 

H. NUIS, Secretaris

 

Copia

 

[IV]

 

Copia Copiae van een Attestatie van Caspar Lenderman, Assajeur

van de Provinciale Munte Van Over-Yssel.

 

Door ordre van de Edele Achtbare Heeren Burgermeesteren der stadt Campen, hebben dese navolgende voet van dese payementen in de Provincie van Over-Yssel gemaeckt, zijn voor soo veele my bekent is, in de tijdt van dertigh jaren, soo lange als ick by de Munte verkeert hebbe.

 

De Florijn of Achtentwintigh

in de marck 12. st. in het gehalte a 8. en 2. greyn.

De Schellingh of 6. stuyvers

in de marek 51. stuck, in het gehalte a 6. en 22.

Dubbelde stuyver in de marck 154. in alloy a 6. en 22.

De enckelde stuyver in de marck 152. in het alloy 2. en 18.

 

Dit is sonder remedy.

 

Onderstont

 

CASPAR LENDERMAN.

 

De florijn twijffel dat in het gewichte remedie is, maer ick hebbe die soo langhe niet ghemaeckt, dat ick daer niet vast op durf op staen, maer sal in een dagh of twee wel vaste weten,

 

Onderftont,

 

Pro vera Copiae,

 

H. NUIS, Secretaris,

 

Pro vera Copia Copiae,

 

H. NUIS, Secretaris.

Category(s): Niet gecategoriseerd
Tags: , ,

Comments are closed.