Cellebroederspoort

[pag. 85]

CELLEBROEDERSPOORT.

     Vóór de uitbreiding der stad, toen de stadsmuren nog bij den Burgwal stonden, was er een poort aan ’t eind der Geerstraat: de Geertspoort van der A. Na die vergrooting heette het verlengde der Geerstraat de Horstweg, en stond aan ’t eind daarvan in den stadsmuur een poort, de Horstpoort, of ook wel de St. Nicolaaspoort genoemd. Nadat in 1475 een klooster der Cellebroeders bij deze poort gebouwd was, kreeg deze straat allengs den naam van Cellebroedersweg en de poort dien van Cellebroederspoort; in 1527 komt ze reeds onder dezen naam voor.
     Deze poort in 1465 tegelijk met dien stadsmuur gebouwd, geraakte langzamerhand in verval, en na allerlei veranderingen en herstellingen ondergaan te hebben, besloot men in 1607 om die geheel te vernieuwen. Men brak het muurwerk bijna tot den grond toe af, en begon in Maart met den bouw van eene nieuwe poort.
     Het ontwerp daarvoor werd geleverd door Thomas Berends, van 1611 tot 1626 gezworen landmeter van Overijssel en schilder, wonende te Kampen. Hij genoot: ,,voor synen dienst om het project van de Cellebroederspoort op verscheyden manieren te maken ende andere diensten die stadt bewesen’’ zestien heeren ponden van twintig stuivers, zeker geen te rijkelijke belooning.
     Naar zijn plan werd van Maart tot November 1617 de poort nieuw opgebouwd door Mr. Berent Gerritsz. Zevenenvijftig duizend oude steenen van de afbraak werden schoon gemaakt en weer gebezigd, maar voor ’t overige gebruikte men alleen nieuwe baksteen en Bentheimer steen, die door Mr. Berent zelf werd gehouwen. Zijn zoon Gerrit teekende ’t geheele jaar door de namen der metselaars, steenhouwers, opperknechten enz., benevens hunne werkuren op, en kreeg daarvoor ,,eene vereering’’ van den raad van vier heeren ponden en vier stuivers.
     Voor ’t houwen van het stadswapen met de twee leeuwen en den datumsteen, werd Mr. Berent afzonderlijk betaald met vijf heeren ponden en zes stuivers,

[pag. 86]

terwijl Adam Maler ,,der stadt wapen, die leeuwen en den adler an die Cellebroederspoorte’’ vergulde.
     Ryck Andriesz, de koperslager, leverde ,,vyer koeperen knoepen ende vyer vaentgens op de spitse van de Cellebroederspoort’’, en op het eind van ’t jaar was de poort gereed, precies, zooals we haar tegenwoordig nog kunnen zien. Zelfs de zandsteen, die door Mr. Berent met loodwit werd afgezet, vertoont nog heden die kleur, ’t Is een allerliefst, levendig, sierlijk gebouwtje en strekt zijn ontwerper, als bouwkundige, vóór ik deze regels schreef, in Nederland onbekend, tot eer. Dit bewijst alweer, hoe weinig kennis we nog bezitten van de levens, wat zog ik, zelfs van de namen onzer kunstenaars.

____________

Category(s): Kampen
Tags: , , ,

Comments are closed.