Kerkelijk Hengelo in latere jaren

KERKELIJK HENGELO IN LATERE JAREN

Binnen de plaatselijke Nederlands Hervormde kerk was er nauwelijks iets te merken van Afscheiding of Doleantie. Waarschijnlijk zijn het gelovigen van buitenaf geweest die hier de eerste sporen van meeleven met deze kerkelijke gebeurtenissen laten zien.
Hoewel de schaarse gegevens, die ons uit synodaal gereformeerde bron bereikten, spreken van bijeenkomsten ten huize van ene G.J. Broeksma omstreeks 1890, blijkt uit de archieven van de gereformeerde kerk van Enschede dat reeds veel eerder in Hengelo door gereformeerden kerkelijke samenkomsten zijn gehouden. We schreven hierover reeds in het voorgaande.
Het waren aanvankelijk maar enkele gezinnen die in de loop van het jaar 1890 ‘s zondags bijeenkwamen op een zolder aan de Waarbekenweg, in het huis van genoemde Broeksma. De vergaderruimte was verre van ideaal, ‘s Zomers kon het er erg warm zijn en in de wintertijd was het bar koud zo onder de pannen. Geen wonder dat men zich veel offers en inspanning heeft getroost om spoedig tot een betere plaats van vergaderen te komen.
Als we het gezelschap dat aandachtig luistert naar de voorlezing van een predikatie wat nader beschouwen, dan zien we daar de landbouwer Jan Langenhof, 35 jaar oud, van de Deldenerstraatweg. Naderhand is hij ouderling en praeses van de kerkeraad. Met wie hij dan gehuwd is weten we niet; wel is bekend dat hij op 17 mei 1901 trouwt met Johanna Maria Schollen. En als hij op 27 oktober 1902 naar Almelo vertrekt, heeft hij een gezin met negen kinderen. Ook zit er de weduwnaar Evert Jan Oelering, op 3 mei 1855 in Lonneker geboren en van beroep achtereenvolgens touwbaas, koopman en manufacturier. Hij heeft aan de Wolter ten Catestraat op verschillende nummers gewoond. In 1929 wordt nummer 29 als zijn adres vermeld. Ook was enige tijd Brinkstraat 2 h zijn adres. Toen hij in 1882 in Hengelo kwam, werd hij knecht bij G.J. van Wezel en ging in de kost bij J. Pruis, Sumatrastraat 2A. Hij was de eerste diaken van de gereformeerde kerk van

Afbeelding: Nieuwe Weg later Paul Krügerstraat. Op achtergrond de gereformeerde kerk aan de W. ten Catestraat (1910).

[pag. 22]

Hengelo. Vervolgens zien we Jan Smelt (27), afkomstig uit Vriezenveen en zijn evenoude echtgenote Willemina Slaghuis. Hij was fabrieksarbeider en later winkelier en zij woonden aan de Bongertsdwarsweg (de huidige Vinkweg, waar ook hun zeven kinderen werden geboren. Naderhand maakt hij als ouderling deel uit van de kerkeraad. Vanzelfsprekend is daar de bewoner van het pand Waarbekenweg 18, Gerrit Jan Broeksma, die op 19 maart 1856 in Hellendoorn werd geboren. Hij is getrouwd met Johanna G. Haverkate en bierbrouwersknecht van beroep. Als hij op 8 april 1897 overlijdt blijft zijn vrouw achter met vijf kinderen. Enige tijd later is daar ook de 33-jarige, in Amsterdam geboren machinist Johannes Jacob Arnold. Hij kwam op 6 mei 1891 van Schiedam naar Hengelo, waar hij woonde aan de Langelermaatweg 61. Op 4 december 1894 vroeg en verkreeg hij ontheffing uit het ambt van ouderling wegens zijn vertrek naar Borne.

Het is niet uitgesloten dat deze bijeenkomsten op de zolder ook wel eens zijn bezocht door Jan van Alphen, al of niet in gezelschap van zijn vrouw. Deze toen zestig-jarige Van Alphen was de kleinzoon van J. Dijk, de eerste burgemeester van Hengelo. Hij nam in het maatschappelijke leven een vooraanstaande plaats in. Zo was hij van 1869 tot 1893 raadslid van de gemeente Hengelo, waarvan de eerste 12 jaren als wethouder. Van 1884 tot 1908 was hij lid van de Provinciale Staten van Overijssel en hij was lid van de Tweede Kamer voor de Anti Revolutionaire Partij. Hij heeft vooral bekendheid gekregen en waardering als lid van de parlementaire enquete-commissie, belast met het onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in werkplaatsen en fabrieken. Deze Van Alphen is het zeer waarschijnlijk geweest die ervoor heeft gezorgd dat er spoedig een betere vergadergelegenheid kwam. De annalen vermelden: ‘‘Een weldoener stelt twee woningen beschikbaar aan de Wolter ten Catestraat voor afbraak om er vervolgens een kerk te bouwen met woonhuis’’. En de notulen van 17 augustus 1892 vermelden, dat de heer J. van Alphen te kennen heeft gegeven dat de nog op zijn naam staande kerkelijke goederen worden overgeschreven. De notulen van september van dat jaar geven aan dat de kerkeraad bij notaris Verbeek moet verschijnen om de acte van overdracht te tekenen. Nadat de heer Van Alphen op 15 juli 1911 is overleden ontvangt de kerk uit de nalatenschap een legaat van fl. 12.000,-, alsmede een kwart van een obligatie groot fl. 4300,-. Hieruit mag blijken dat de heer Van Alphen niet onverschillig stond tegenover de gereformeerde kerk van Hengelo.
Hiermee zijn we even vooruit gelopen op de gebeurtenissen. De groep die samenkomt aan de Waarbekenweg zocht contact met gelijkgezinden in de omgeving. En omdat zij daarbij niet terecht kwamen bij de christelijke afgescheiden gemeente van Nijverdal (1836), Almelo (1861) of Enschede (1869), noch bij de gemeente van Borne (zo die nog bestond), maar bij de kerk van Deventer, mogen we gerust aannemen dat de in Hengelo samenkomende brs. en zrs. de Doleantie waren toegedaan.

DE AMBTEN INGESTELD
Op dinsdagavond 14 juni 1892 komen ‘s avonds de brs. en zrs. bijeen voor een dienst des Woords, waarin de op 26 mei 1892 gekozen ambtsdragers worden bevestigd in het ambt door ds. H.J. Allaart van Deventer. Na afloop van de dienst komt men in vergadering bijeen onder leiding van de predikant en wordt het volgende besluit met algemene stemmen genoomen: ‘‘De kerkeraad der Nederl. Geref. Kerk van Hengelo (Ov.), verkozen krachtens het ambt der geloovigen op 26 mei 1892 en bevestigd op 14 juni daaraanvolgende, besluit in zijne vergadering van 14 juni 1892 voor de geheele Gereformeerde Kerk van Hengelo te breken met de synodale organisatie van 1816 en weer te keeren tot de nimmer wettig afgeschafte Kerkenorde van Dordrecht 1618/19 en het verband te zullen zoeken met alle kerken, die naar die kerkorde leven´´.
De vergadering besluit om van de zojuist genomen beslissing mededeling te doen aan: ten eerste H.M. de Koningin ‘‘met bijvoeging van een exemplaar Dordtsche Kerkenorde, grote uitgave van dr. A. Kuyper’’, ten tweede aan de burgemeester van Hengelo onder bijvoeging van een afschrift van het aan H.M. de Koningin gerichte schrijven en ten derde aan de Kerkvoogden van de Hervormde gemeente te Hengelo.

[pag. 23]

De kerkeraad kiest Jan Langenhof als zijn praeses en Jan Smelt als scriba.

KERKGEBOUW
Op 22 juli 1892 vindt de aanbesteding plaats van een kerkgebouw met woonhuis aan de W. ten Catestraat. Architect is de Heer W. Elzinga1. Omtrent de bouw is weinig bekend. Waarschijnlijk is er door de gemeenteleden zelf veel werk verricht. Reeds op zaterdag 6 november 1892 kan het kerkgebouw officieel in gebruik worden genomen. De volgende dag worden er voor het eerst diensten gehouden, waarin ds. Binsbergen, predikant van de Nederduits Gereformeerde kerk van Enschede, voorgaat.
Als gevolg van de industrialisering neemt het ledental gestadig toe. Ook van verschillende A-kerken (uit de Afscheiding) komen er attestaties binnen. De kerk van Borne bestaat dan niet meer. De van deze kerk afkomstige gelden worden voorlopig beheerd door de classis.
De gemeente van Hengelo groeit maar door en telt haar leden ook in Delden en Borne, ja zelfs in Ootmarsum. Het beroepingswerk wordt ter hand genomen en op 22 augustus 1895 neemt ds. Zijlmans van Rozenburg het beroep van de gemeente van Hengelo aan. Op 3 november daaropvolgend doet hij intrede. In 1897 neemt de kerkeraad het besluit om voor de leden uit Borne die niet naar de kerkdiensten in Hengelo kunnen komen op zondagmiddagen een leesdienst te houden. Enkele jaren later worden er ook diensten gehouden in Delden.
Dat het met de groei van de gemeente voorspoedig gaat blijkt ook uit het feit dat op 1 maart 1901 de opening plaatsvindt van een School met de Bijbel. Het hoofd der school, de heer H. Breekveldt, wordt meteen gevraagd om in de morgendiensten het orgel te bespelen. Wat dit voor een orgel was is niet bekend, maar het zal wel een harmonium zijn geweest. In 1906 wordt er een orgelcommissie benoemd met de heer Breekveldt als adviseur. Een half jaar later heeft men reeds fl. 500,- bijeen en wordt er informatie ingewonnen bij orgel fabrikanten naar een pijporgel. Nadere gegevens over de aankoop en kwaliteit van een orgel ontbreken geheel. Wel lezen we dat in april 1908 de heer Weymaus voor fl. 30,- het orgel koopt dat plaats moet maken voor een nieuw. En op 5 januari 1915 wordt vermeld dat de heer Pruis sr., evenals voorgaande jaren, een gratificatie van fl. 7,50 wordt verleend als orgeltrapper. Bij de gegevens van 9 september 1921 staat, dat er een orgel in gebruik wordt genomen dat voor een bedrag van fl. 5800,- is gekocht.
De gemeente, die nog steeds in omvang toeneemt, koopt in 1916 voor fl. 10,000,- het pand Schalkburgerstraat 16 als pastorie. Omdat het kerkgebouw, na reeds tweemaal te zijn vergroot, weer te krap wordt, besluit de kerkeraad in juni 1919 informatie in te winnen naar een bouwterrein nabij de Tuindorpstraat. Het tractement van de predikant is dan inmiddels gebracht op fl. 3000,- per jaar plus ‘‘vrije woning en vrijdom van lasten’’. Met ingang van 1920 wordt het aantal ouderlingen uitgebreid tot zes en het aantal diakenen tot vier.

Afbeelding: Gereformeerde kerk aan de Bankastraat (1930-1987).

In februari 1921 overlijdt ds. Zijlmans, na een ziekte van zes maanden, op de leeftijd van 57 jaar. Vijf en twintig jaar had deze trouwe Dienaar des Woords de kerk van Hengelo gediend. De gemeente brengt een beroep uit op ds. V.K. Kuyvenhoven van Ambt Vollenhove die

[pag. 24]

op 13 maart 1922, na bevestigd te zijn door ds. Prinsen van Enschede, zijn intrede doet. De gemeente telt dan 350 belijdende – en circa 400 doopleden. Op 21 december 1926 wordt het bouwterrein Bankastraat-Sumatrastraat, groot 2960 m2, aangekocht voor fl. 32,500,-. Het aantal gemeenteleden is dan inmiddels de duizend gepasseerd.
De bouw van een kerk met pastorie, naar ontwerp van architect E. van Rothuizen, wordt in januari 1929 voor fl.69.800,- gegund aan de firma Moesbergen te Maarsbergen. De eerste steen, met het opschrift ‘‘De Heere onze God zij met ons, gelijk als Hij geweest is met onze vaderen’’ (1 Kon. 8:57A), wordt gelegd op 29 juni 1929. Op 26 februari 1930 wordt het nieuwe kerkgebouw officieel in gebruik genomen, terwijl het kerkgebouw aan de Wolter ten Catestraat wordt verkocht voor fl. 18.000,-.

Inmiddels is er ook in Borne een kerkgebouw gereedgekomen en op 15 mei 1930 wordt aldaar de kerk geïnstitueerd. Het zielental in Hengelo bedraagt intussen 1164, w.o. 575 belijdende leden, terwijl de gemeente van Borne dan ongeveer 200 zielen omvat. Het toenemende zielental maakt het werk voor 1 predikant te zwaar en omdat in die tijd het aantal beschikbare kandidaten in de theologie groter is dan de beschikbare predikantsplaatsen, wordt besloten een deel van het ambtswerk te laten verrichten door een kandidaat. In de jaren 1941 tot 1944 zijn hier achtereenvolgens werkzaam de kandidaten A.L. Bos, J.J.C. Westera en J.J. Ritsema.

Het 50-jarig bestaan van de kerk wordt in 1942 vanwege de oorlogsomstandigheden op sobere wijze herdacht. Wel brengt de gemeente een bedrag bijeen waarvoor in de toren van de kerk een uurwerk met luidklok kan worden aangebracht. De luidklok duikt echter meteen onder, omdat de bezetter toen vele luidklokken in beslag nam en wegvoerde.

Maar het is niet alleen de Duitse bezetting die zorgen baart, ook binnen de gereformeerde kerken heerst grote onrust. Ondanks de smeekbeden van velen in den lande heeft de synode van Sneek een aantal bindende uitspraken gedaan, die helaas ontbindende gevolgen hebben. We schreven hierover reeds in het voorgaande gedeelte.
De verontrusting binnen de gereformeerde kerk van Hengelo over de handelingen van de synode is niet zo groot. Slechts een betrekkelijk klein deel van de gemeente beseft dat er iets ernstigs aan de hand is. Meelevende kerkleden zijn doorgaans niet alleen actief in het bestuderen van de bijbel, de kerkgeschiedenis en de confessie op de verenigingen (destijds kenden wij in ons kerkverband de knapen-, meisjes-, jongelings-, mannen en vrouwenverenigingen), maar zij volgen ook nauwkeurig de gebeurtenissen op het kerkelijke erf o.a. door middel van de kerkelijke persorganen. En daardoor krijgen zij oog voor de gevaren die de kerk en daarmee ook henzelf bedreigen. Het meeleven binnen een gemeente met het wel en wee in de vaderlandse kerk kan ook in belangrijke mate worden gestimuleerd door de voorlichting van de plaatselijke kerkeraad en predikant(en). In de gemeente van Hengelo was die voorlichting uiterst sober en hoewel de synode die de kerkelijke moeiten op haar agenda had staan reeds in 1939 werd geopend, liet de kerkeraad (na aandrang uit de gemeente) pas in april 1944 een spreker komen, in de persoon van prof. H.N. Ridderbos, om de gemeente voor te lichten. Met de keuze van deze voorlichter liet de kerkeraad duidelijk blijken hoe hij over de in geding zijnde leergeschillen dacht. Hoe heel anders was de voorlichting in de genabuurde gemeente van Enschede. In de toenmalige Enschedesche Kerkbode, officieel orgaan van de gereformeerde kerken van Enschede en Hengelo, lezen we reeds in 1934 over een lezing van prof. dr. K. Schilder over ‘‘Kerkelijk Besef’’. En ook in de latere vooroorlogse jaren gaf deze professor, naast verschillende andere vooraanstaande sprekers, vrijwel jaarlijks lezingen voor de gemeente van Enschede. Ook de plaatselijke predikanten brachten de gemeenteleden reeds voortijdig op de hoogte van de conflictstof binnen het gereformeerde kerkverband en de meningen hierover van diverse vooraanstaande personen binnen de kerken.

De voorlichting van prof. H.N. Ridderbos was voor verschillende leden der gemeente onvoldoende en te eenzijdig en daarom reden om een

[pag. 25]

Afbeelding: Het vooroorlogse Stationsplein met het fraaie stationsgebouw.

brief aan de kerkeraad te zenden met het verzoek …‘‘ook iemand uit te nodigen, die het standpunt der bezwaarden, alsmede de kwestie Schilder – Greydanus breder toelicht’’. De kerkeraad zendt op 26 april 1944 het volgende opmerkelijke antwoord:

Waarde Broeders,
Wanneer wij den inhond van Uw schrijven d.d. 17 april ‘44 goed verstaan, dan is Uw bedoeling, dat de Kerkeraad één der bezwaarden zal uitnodigen om in een gemeentevergadering hun standpunt en de kwestie Schilder – Greydanus breeder toe te lichten. Het spijt ons dat wij U moeten teleurstellen. Voordat de Gen. Synode sprak, was discussie over het pro en contra der aan de orde zijnde punten in onze kerken mogelijk. Maar na haar decisie niet meer. In onze kerken mag immers niets anders geleerd worden dan wat in overeenstemming is met genoemde beslissing.
Met heilbede en broedergroet,
namens de Raad der Geref. Kerk van Hengelo (O)
Lenderink, scriba

Ook als we deze brief nu lezen, verwonderen we ons over zo’n antwoord van een gereformeerde kerkeraad. Is het een wonder dat dan gezegd wordt synodocratie? Deze kerkeraad zet het gereformeerde kerkrecht op z’n kop. Eén is uw Meester, Christus de Koning der Kerk en Hij heeft de verantwoordelijkheid voor de leden van Zijn Kerk gelegd bij de ambtsdragers van de plaatselijke gemeenten. Maar in Hengelo loopt de kerkeraad weg van zijn verantwoordelijkheid en verschuilt zich achter de synode. De belofte van Dordt is men kennelijk vergeten.

De verontruste broeders sturen een tweede verzoek aan de kerkeraad om ‘‘een uitvoerige uiteenzetting van beide in geding zijnde meningen’’. Het antwoord daarop: …‘‘voorlopig geen uiteenzetting meer over dogmatische geschilpunten, doch mogelijk later een professor in het kerkrecht uitnodigen..’’ is voor de broeders onbevredigend. Blijkbaar had deze kerkeraad en zijn predikant geen mening in deze en waren zij niet bij machte de onder hen gestelde gemeente op een objectieve wijze voor te lichten.

[pag. 26]

De verontruste broeders probeerden toen zelf voorlichters naar Hengelo te halen, doch het gevaar van reizen en de spertijd (men mocht ‘s avonds na 8 uur niet meer op straat) in dit laatste oorlogsjaar, deed hen – mede op advies van ds. H. Meulink van Enschede – besluiten te wachten tot de oorlog was afgelopen.
We moeten niet vergeten dat deze tijd van de oorlog voor heel ons land, maar zeker ook voor deze stad zeer moeilijk en gevaarlijk was. Hengelo werd regelmatig vanuit de lucht aangevallen en de bombardementen op twee opeenvolgende dagen in 1944 verwoestten de gehele binnenstad en veroorzaakten veel doden en gewonden.

NA DE BEVRIJDING
Reeds enkele dagen na de bevrijding van Hengelo kwam een aantal brs. bijeen om een voorlichtingsbijeenkomst te organiseren. Op woensdag 23 april 1945 wordt een folder met de volgende inhoud verspreid onder de leden van de gereformeerde kerk te Hengelo:

Broeders en Zusters,
Reeds lang is er in de Gereformeerde Kerken gepraat en geschreven over meningsverschillen en dit heeft in vele kerken zelfs tot conflicten geleid. Behalve het feit, dat Professor Ridderbos in onze kerk enkele kwesties als officieel Synode-afgevaardigde heeft toegelicht, is hier vrijwel niets gebeurd. Dit lag o.a. aan de tijdsomstandigheden. Evenwel zijn er ook in Hengelo’s Kerk velen, die bezwaard zijn over de gang van zaken of gaarne wat beter ingelicht willen worden. Dat kan nu weer! Ds. H. Vogel van Enschede, zal over het conflict in de Gereformeerde Kerken spreken op Woensdag 25 April a.s., ‘s avonds 19.15 uur, in het Baptiste-Jeugdgebouw. Tollensstraat 31. Toont Uw medeleven, ook de jongeren, door grote opkomst. B.H. van Egmond, K. de Lange, H. Sietsma, R. Wiegman.

Afbeelding: Het station en omgeving na het bombardement (1944).

[pag. 27]

Nog dezelfde dag stuurt het moderamen van de kerkeraad een rondschrijven, luidend:

Broeders en Zusters,
Vier broeders berichtten U heden per circulaire, zonder eenig overleg met den kerkeraad, dat Ds. H. Vogel van Enschede in de loop dezer week in Hengelo zal spreken over het conflict in de Geref Kerken. Wij vreezen, dat het daarbij weinig zal gaan over de vraag, die ons vooral bezighoudt: ‘‘Hoe is de getrokken scheur te heelen’’. Veeleer dreigt dit het begin te zijn van verdere scheuring, ’t Zou wel jammerlijk wezen, indien zóó onze dankbaarheid voor Hengelo’s bevrijding zich betoonde. Hel zal U dan ook niet verwonderen, dat wij met bijzonderen drang alle leden onzer kerk, jong en oud, adviseeren om van die vergadering weg te blijven. Men rekene niet op eenige discussie dezerzijds.
Het Moderamen v/d Kerkeraad,
V.K. Kuyvenhoven, praeses,
Veenema, dosessor,
Krol, loco-scriba.

De vergadering van 25 april 1945 wordt door ongeveer 150 personen bezocht en heeft een goed verloop. Vanwege de invallende duisternis (we kunnen het ons nu haast niet meer voorstellen) wordt besloten de beantwoording van vragen op de volgende woensdagavond 2 mei te doen plaatsvinden. Twee belijdenis-catechisanten t.w. Jan Pruis en Riek Kampman geven te kennen onder deze omstandigheden geen openbare geloofsbelijdenis te kunnen afleggen in de kerk aan de Bankastraat. Op zondag 29 april wordt vanaf de kansel het gebeuren op de voorafgaande woensdagavond scherp veroordeeld. De vier organisatoren worden uitgenodigd voor de kerkeraads-vergadering op de volgende avond. Hier wordt hun verweten dal zij op onrechtmatige wijze de gemeente hebben bijeengeroepen en voorlichting lieten geven door iemand die de band met de kerk verbroken had. Zij brachten naar voren dat hun geen andere weg over bleef, omdat de kerkeraad, ondanks herhaalde verzoeken, geweigerd had de gemeente op objectieve wijze te laten voorlichten omtrent de geschillen m.b.t. de belijdenis der kerk, waarover de synode vergaande beslissingen had genomen. Dat zijn zaken die niet alleen de kerkeraad maar heel het kerkvolk aangaan. Ieder is in deze persoonlijk verantwoordelijk. Toen de vier broeders de kerkeraads-vergadering verlieten was er geen verandering gekomen in het standpunt van de Raad, maar ook niet in dat van de vier broeders.

Op woensdag 2 mei 1945 vindt de tweede voorlichtingsavond van ds. Vogel plaats. Aan een rondschrijven van ‘‘De kring van bezwaarden’’ ontlenen wij: …‘‘Ondanks het zeer slechte weer en ondanks het met grote klem uitgebrachte advies van de kerkeraad om niet te gaan, waren er meer belangstellenden dan de eerste avond. Dit is reden tot blijdschap. Bij velen waren de ogen geopend voor de onschriftuurlijke en onrechtvaardige toestanden in de Gereformeerde kerken. Toen dan ook gevraagd werd, welke weg verder te bewandelen, waren er tientallen, die niet kozen voor een uitwendige, gedwongen eenheid, maar in gehoorzaamheid aan Gods Woord de Akte van Vrijmaking en Wederkeer tekenden. Wederkeer, want het is niet iets nieuws, dat wij willen belijden; integendeel, wij willen net als bij de Afscheiding en Doleantie terug naar het oude, het enig juiste, de Heilige Schrift en de Belijdenis daarop gegrond…
Een der initiatiefnemers. br. K. de Lange, had het er erg moeilijk mee om zich metterdaad vrij te maken en vond geen vrijmoedigheid om de Akte te tekenen. Naderhand heeft hij zich met zijn gezin alsnog aangesloten bij de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Op de tweede mei bedroeg het aantal handtekeningen 39, maar dit aantal groeide snel en gestadig en uiteindelijk gingen zo’n 140 personen met de Vrijmaking mee. Als gevolg van latere acties is een deel van hen naderhand teruggegaan.

Op zondag 6 mei 1945 komt men voor het eerst bijeen in eigen kerkdiensten in het gebouw van de Baptisten-gemeente aan de Jacob Catsstraat.
‘s Morgens leest ouderling Pol uit Enschede een preek en ‘s avonds gaat ds. Vogel voor. De daarop volgende zondag worden er weer twee diensten gehouden. Na de avonddienst vind er een verkiezing plaats van ambtsdragers. Tot ouderling worden gekozen B.H. van Egmond, W. Korfker en G. Pruis en tot diaken H. Belt en J.C. van Tongeren. Op zondag 20 mei 1945

[pag. 28]

Afbeelding: Het voormalige pastoriegebouw in zijn huidige gedaante.

doen in de morgendienst Riek Kampman en Jan Pruis belijdenis van hun geloof en in de avonddienst worden de verkozen broeders in het ambt bevestigd. In beide diensten gaat ds. Vogel voor. Daarmee is de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) te Hengelo een feit.
Dezelfde avond wordt onder leiding van ds. Vogel de eerste kerkeraadsvergadering gehouden. Tot praeses van de kerkeraad wordt br. B.H. van Egmond gekozen en tot scriba br. W. Korfker. Voorts wordt een commissie van administratie benoemd en een lectuurcommissie. Ook wordt besloten om contact op te nemen met de Baptisten-gemeente voor het afsluiten van een contract voor de huur van het kerk- en jeugdgebomv voor de zondagse Woorddiensten. Op verzoek van de kerk van Hengelo benoemt de classis ds. Vogel als consulent. Op zondag 10 juni gaat prof. K. Schilder voor in de diensten des Woords en de volgende avond spreekt hij in het gebouw van de Hersteld Apostolische gemeente. De daaropvolgende zondag wordt het H. Avondmaal gevierd, waaraan 67 brs. en zrs. deelnemen.

Geleidelijk ontwikkelt zich het kerkelijk leven verder en neemt ook het ledental toe. Op de gemeentevergadering van 22 augustus 1945 wordt besloten om te komen tot het beroepen van een eigen predikant. Ook besluit men tot oprichting van een evangelisatie- en een zendings-commissie, een mannen- en een vrouwenvereniging.
Na een teleurstelling in het beroepingswerk wordt in de gemeentevergadering van 25 oktober 1945 besloten een beroep uit te brengen op ds. J.W. Smitt van Veere, die dit beroep aanneemt. De bevestiging en intrede vindt plaats op zondag 17 april 1946. Op 16 mei 1946 wordt besloten om het Pastoriegebouw (destijds aan het Willemsplein gelegen en tegenwoordig achter het Joegoslavisch restaurant aan de Marktstraat) te huren en er kerkdiensten te houden om 9.30 en 15.00 uur. De gemeente telt dan omstreeks 150 lidmaten.
Is in de burgerlijke gemeente Hengelo het opbouwwerk met al zijn ups en downs in volle gang, in de kerkelijke gemeente is dit niet minder

Afbeelding: Ds. W.J. Smit

[pag. 29]

Afbeelding: Ds. H.J. Zwarts

het geval. Zaken als het Consumentencrediet en de ouderdomsvoorziening van staatswege vragen om een standpuntbepaling. Ook moet men zich opstellen tegen de bij sommigen aanwezige sympathie voor de eenheids-vakcentrale (E.V.C.). Af en toe is er in de persoonlijke sfeer verschil van mening o.a. inzake het al of niet samenspreken met de syn. gereformeerden, wat de gemoederen soms heftig in beweging brengt. Doorgaans worden de geschillen doorgesproken en opgelost; een enkele maal heeft het een onttrekking tot gevolg.
Heftig wordt de gemeente geschud aan het begin van de vijftiger jaren door moeiten waarbij de predikant centraal staat. De gemeente is verdeeld en de eenheid is ver te zoeken. Ds. Smitt ontvangt een beroep van elders en vertrekt in januari 1951. De kerkeraad, onderling ook verre van eensgezind, tracht onder leiding van de consulent ds. Vogel de eenheid te herstellen. Dit zal evenwel pas aan de opvolger van de vertrokken predikant gelukken.

In de gemeentevergadering van 21 december 1951 wordt uit het tweetal ds. Deddens van Sauwerd en ds. Zwarts van Ten Post laatstgenoemde verkozen. Het uitgebrachte beroep wordt aangenomen en op 11 mei 1952 doet ds. H.J. Zwarts zijn intrede in de gemeente van Hengelo, na bevestigd te zijn door ds. H. Vogel. Als pastorie wordt een woning gekocht aan de Achterhoekse Molenweg.
Met veel energie begint ds. Zwarts zijn ambtelijk werk in zijn nieuwe, ongeveer 225 leden tellende, gemeente. Geleidelijk keert de rust terug. De kerkeraad, die tot dan toe steeds met de diakenen erbij vergaderde, gaat voor het eerst met (breed) en zonder (smal) diakenen vergaderen. Op 21 februari 1953 verschijnt het eerste nummer van ’t Kerkvenster. Ds. Zwarts schrijft in zijn inleidend artikel: ‘‘Dit plaatselijk kerkblaadje beoogt een bijdrage, hoe klein dan ook, tot versterking van de onderlinge band door het regelmatig publiceren van alle zaken die ons plaatselijke gemeenteleven betreffen. Zowel redactie ais lezers dienen dus telkens voor ogen te houden, dat ons kerkblad zo zuiver mogelijk afgestemd wil zijn op het interne gemeenteleven….’’.
Gestadig ontwikkelt zich dit gemeenteleven verder en met de groei van de gemeente nemen ook de activiteiten toe op het gebied van het verenigingswerk, de zending en de evangelisatie. De kerkdiensten worden nu gehouden in het kerkgebouw van de Doopsgezinde gemeente aan de Burg. Janssenstraat.

Afbeelding: Op een gemeentevergadering V.l.n.r. Sj. de Vries, G. Elzinga, F.H. ter Horst, W. Hofman, J. Pruis en ds. H.J. Zwarts.

[pag. 30]

Afbeelding: De doopsgezinde kerk aan de Burg. Jansenstraat.

Als ds. Zwarts een beroep van de kerk van Maassluis heeft aangenomen en op 16 december 1956 vertrekt, telt de gemeente 378 leden. Opnieuw wordt het beroepingswerk ter hand genomen en vrij spoedig na het ontstaan van de vacature neemt ds. K.D. Gerber, predikant te Mariënberg, het op hem uitgebrachte beroep aan. Het huis aan de Achterh. Molenweg wordt van de hand gedaan en het pand Woltersweg 3 als pastorie gekocht.

Bij het vaststellen van de kerkelijke grenzen in de regio in 1945, werd het gebied van Goor toegewezen aan de kerk van Neede. Op het eind van de vijftiger jaren wonen er ruim 25 vrijgemaakten in Goor die te kennen geven liever bij de kerk van Hengelo te willen horen. De kerkeraad van Neede en de classes gaan hier uiteindelijk mee akkoord. De familie Eisen woonde toen nog niet in Goor en huize Scherpenzeel was nog geen verzorgingshuis voor (gereformeerde) ouderen. De kerkeraad van Hengelo heeft met financiële steun van de classis gedurende een zestal jaren in Goor kerkdiensten belegd in een zaal van het St. Jozef-gebouw. ‘s Morgens las een ouderling een preek en ‘s middags ging ds. Gerber of een andere dominee voor. Br. Huizinga verrichtte er de kostersdiensten en moest vooral in de winter vroeg opstaan om de zaal met de meegebrachte steenkool voldoende te verwannen. Zr. Nies bespeelde het door br. S. de Vries beschikbaar gestelde orgeltje. Na het gereedkomen van het kerkgebouw aan de Stadionlaan in Hengelo werden de diensten in Goor beëindigd.

Als de doopsgezinde kerk de kerkgangers niet meer kan bevatten, wordt omgezien naar een andere vergaderplaats. Het Jeugdgebouw aan de Helmersstraat van de syn. gereformeerde kerk biedt de mogelijkheid om naast de zondagse ere-

[pag. 30]

diensten er ook de catechisaties en de vergaderingen van de kerkeraad en van de diverse verenigingen te houden. Een hele vooruitgang, want tot dan toe werden de kerkeraadsvergaderingen bij de kerkeraadsleden thuis belegd en de catechisaties werden evenals de vergaderingen van verschillende verenigingen gehouden ten huize van br. en zr. A. Vos aan de Sumatrastraat. Desondanks was er bij de gemeente een sterke begeerte naar een eigen kerkgebouw. Allerlei acties om geld bijeen te brengen werden georganiseerd en met de aanbeveling van de classis Enschede werd in verschillende plaatsen van ons land een rondgang door de kerkelijke gemeente gemaakt. Na wikken en wegen besluit men ook een beroep te doen op de Wet Premie Kerkenbouw. De Here zegende de kerkbouwplannen.

Op 15 maart 1963 kon de kerkeraad aan ir. P. van Loo, architect te Groningen, opdracht geven om een voorlopig ontwerp te maken van een kerk met pastorie voor een bouwsom van fl. 255.000,- exclusief de grondkosten. (De stichtingskosten

Afbeelding: Een kerkeraadsvergadering bij mooi weer in de buitenlucht. V.l.n.r. de brs. Akker, Westera, v.d. Linde, Ter Horst, ds. Gerber, De Vries, Arnold, Hofman en Koster.

van alleen het kerkgebouw blijken naderhand al fl. 100.000,- hoger te liggen) Eind 1964 kon aan de Stadionlaan worden begonnen met de bouw. Woensdag 10 november 1965 is een feestelijke dag voor de gemeente, want ‘s avonds vindt de officiële ingebruikname plaats van het kerkgebouw. Ds. Gerber onthult een gedenksteen in de hal die de tekst draagt: ‘‘Het openen van uw woorden verspreidt licht’’. De kerkgangers zingen o.a. uit Ps. 145, luisteren naar een toespraak van ds. Gerber n.a.v. Ps. ll9:130A en verschillende sprekers bieden geschenken aan. De gemeente, zo’n 525 zielen tellend, heeft nu de beschikking over een kerkzaal met 394 vaste plaatsen, waarvoor inmiddels ook een pijporgel is besteld bij de firma De Olde, een consistorie en twee zalen voor de catechisaties en de verenigingen. Tot koster wordt benoemd br. E. van Tongeren. Na het gereedkomen en betrekken van de pastorie wordt het huis aan de Woltersweg verkocht.

De vreugde van dit nieuwe bezit wordt al gauw daarna fors getemperd als ds. Gerber onverwacht de gemeente van Hengelo in de steek laat en zich voegt bij de syn. gereformeerde kerken. De gemeente is door dit feit ontredderd en zeer pijnlijk

Afbeelding: Ds. K.D. Gerber

[pag. 32]

Afbeelding: Ds. M. Brandes

getroffen. Gelukkig wordt veel steun ondervonden van de predikanten uit de genabuurde kerken en na korte tijd wordt met het beroepingswerk begonnen. Grote dankbaarheid en blijdschap heerst er als ds. M. Brandes van Meppel het op hem uitgebrachte beroep aanneemt. Het lijkt wel alsof de gemeente, die zo’n moeilijke tijd doormaakte, na de intrede van ds. Brandes op 16 april 1967, een extra band heeft met haar nieuwe predikant en zijn vrouw. Er wordt allerwege hard gewerkt. Het verenigingsleven bloeit en allerlei activiteiten vinden er plaats. Het gereformeerde onderwijs wordt gestimuleerd en een eigen schoolvereniging opgericht. Een speciale bus brengt en haalt de Hengelose kinderen dagelijks naar en van de gereformeerde school in Enschede.

Afbeelding: Een kerkeraad o.l.v. ds. Brandes.

V.l.n.r. staand: de brs. Foekens, Albers, Gnadde, Kaspers, Westerman, Veurink, Luiten, Hoeksema, Eilander en Kuiper.
Zittend: de brs. De Jong, Dorland, Koning, ds. Brandes, Ter Horst, De Vries en Huygen.

[pag. 33]

Een domper geven de moeilijkheden die ontstaan binnen de vrijgemaakte kerken in ons land en die ook ons ressort niet onberoerd laten. Ds. Brandes en de kerkeraad doen al het mogelijke om een breuk binnen de gemeente te voorkomen. Op herderlijke wijze wordt de gemeente per brief erop gewezen dat het gaat om de handhaving van de fundamenten der kerk. Ettelijke besprekingen en vergaderingen worden er gehouden, maar het mag niet baten. Tot grote teleurstelling en verdriet moet in augustus 1970 kerkeraad en gemeente ervaren dat zo’n 90 leden niet meer met hen willen vergaderen en breken niet de vrijgemaakt-gereformeerde kerk. Zo wordt het lichaam van Christus gescheurd. In een bedroefde gemeente keert daarna de rust, die maanden hevig verstoord was, terug. En in de levende verkondiging van het Woord des Heren vindt de gemeente haar troost. Het gemeenteleven in al zijn facetten herneemt zijn gewone gang. Als ds. Brandes in het voorjaar van 1973 bekend maakt dat hij het beroep naar Ermelo heeft aangenoemn, moeten velen dat wel even verwerken, maar na het afscheid op 17 juni 1973 wordt al gauw uitgekeken naar een nieuwe herder en leraar. Op 21 april 1974 wordt de huidige predikant, ds. J. Geersing, gekomen van de kerk van Rouveen, de nieuwe dienaar des Woords. Ook onder zijn leiding mag het kerkelijk leven goede voortgang hebben. De Vereniging voor Gereformeerd Onderwijs te Hengelo en Omstreken ziet haar pogingen om tot een eigen school te komen werkelijkheid worden. Sinds 1 augustus 1985 beheert men de geref. basisschool ‘‘De Triangel’’, welke op een enkele uitzondering na, door alle gereformeerde schoolgaande kinderen wordt bezocht.

De kerk van Hengelo is in de loop der jaren een regio-kerk geworden. Aanvankelijk behoorden naast de brs. en zrs. uit Hengelo, ook die uit Borne en Delden tot de gemeente. Daar kwamen naderhand bij de brs. en zrs. uit Goor en sinds enkele jaren kerken ook de brs. en zrs. van de voormalige kerk te Oldenzaal in het kerkgebouw aan de Stadionlaan. Dit is hierdoor veel te klein om de gemeente, thans zo’n 730 zielen tellend, ‘s zondags in haar geheel te bevatten. Vandaar dat er dubbele diensten worden gehouden.
Zo mag de gemeente van Hengelo zich verheugen in de zegen van de Here. Dankbaar mag zij ervaren dat het Woord der Waarheid elke zondag van de kansel wordt verkondigd en zo ook aan het komende geslacht voorgehouden. De bede van de uitheemse theologen en de belofte der vaderen anno 1619 zijn, Gode zij dank, vandaag nog realiteit. Moge dat zo blijven tot de Wederkomst van onze Heer en Heiland.

Afbeelding: Ds. J. Geersing.

[pag. 34]

Afbeelding: De huidige kerkeraad bestaande uit brs.: Hoekveld, J. Drost, G.H. Kroeze, ds. J. Geersing, A.J. Kuiper. A. Euverman, A. de Jong. J.H. Veurink, D.P. van der Voort, H.C. Aardappel, H.H. Luiten, L. Muis, G.W. Schuttert, J.S. de Vries (koster), J. Hammer, J.H. Teeninga, H. Jaspers, G.J. Hammink, E. Niemeijer, M.E. Kampman, H. Kloppenburg, H.J. Eisen, B.D. v.d. Steeg.

[pag. 35]

Category(s): Hengelo, Kerken
Tags: , ,

One Response to Kerkelijk Hengelo in latere jaren