Sententie tegens Harmen Coops Fledderus, binnen Steenwijk. Den 24 April 1749

SENTENTIE

TEGENS

HARMEN COOPS

FLEDDERUS,

BINNEN

STEENWYK.

Den 24 April 1749.

[ ]

Blanco

_______________↓_______________


|pag. 3|

Copia.

Extract uit het Protocol van
Criminele Zaken der
Stad Steenwyk.

De Hoog-welgebooren Geſtrenge Heer HENRIK, Baron van Ysſelmuiden, Heer tot Zwollinget-Kamp en ’t hooge Huis, Lands Commandeur der Baillie des Ridderlyken Duitſchen ordte binnen Utrecht, Landdroſt van Vollenhove en de Heerlykheit Cuinre enz. enz. enz. Benevens de Edele Achtbare Heeren Burgermeeſters, Schepenen en Raden der Stad Steenwyk, gezien, gelezen en geexamineerd hebbende, de Examens en Confeſſien van den gevangen , mitſgaders Stukken, Bewyzen en Informatien ter naerkoming der Reſolutien van Ridderſchap en Steden, de Staten van Overyſſel.

     Waer uit gebleken is, dat Harmen Coops Fledderus, Gevangen, oud vier en dertig jaren, geboortig van Fledderde, bereids voor eenige Jaren by Decreet van het Hof van Vrieſland, na Examinatie der genomene Informatien gelaſt om, wegens betigtte onderhomene Vrouwekragt, op het Gedemolieerde Blokhuis gebragt en gezet te worden, en daer op, uit die Provintie gevlucht, in het voorleden Jaer 1748. de oproerige Vergadering binnen Steenwyk ten zynen huize gehouden heeft, en de Opſtooker en Autheur van dezelve, en een der Voornaemſte Aenvoerders en Oproerigen aldaer geweeſt is;
          A2                                                                                                    Dat

_______________↓_______________


|pag. 4|

     Dat hy Gedetineerde in het byzonder’s nachts tuſſchen den 9. en 10. Juny laeſtleden, ’t Volk , zoo in als buiten zyn Huis op den Wal heeft beſchonken, en het zelve in zyn preſentie, door zyne Vrouw aangezet is, om ten zynen Huize, eerſt de glazen in te ſlaan, en dat dezelve aan ’t hoofd van dit ſaemgebragte Complot geweeſt is, en anderen Ingezetenen met dreigementen aangezet heeft om meede te gaan;

     Dat de Gedetineerde een der voornaamſte der Autheuren en Teekenaaren geweeſt zy van een Oproerig Requeſt, regtsdraads aanloopenden tegens een uitdrukkelyk Vonnis, door Ridderſchap en Steden, de Staten dezer Provintie en wettige Souverainen van dit Landſchap, omtrent het Recht van beroep en approbatie der Magiſtraat van Steenwyk, over het beroepen van Predikanten uitgeſproken; mitsgaders ſtrekkende tot verandering van de geheele wyze van Regeering, Beſtuur: en Politie binnen Steenwyk;

     Dat hy zelve, tot het teekenen van dien, eerſt ten zynen huize, en naderhand by Pieter Wyben vergadering belegd, het volk ontbooden, en tot teekenen aengeraden en aengezet heeft, daar toe doende voorgeven, als of dat zoude wezen te toonen, Goed Prins te zyn; en dat hy beſtierder van dit alles geweeſt zy, niettegenſtaende het Verbod door de Heeren Gedeputeerden uitdrukkelyk gedaan;

     Dat de Gedetineerde zich aan het hoofd geſteld heeft van eene zoogenaamde Compagnie binnen Steenwyk, eigener Authoriteit, buiten kennis van de Staten van Overyſſel, van zyne Doorl. Hoog-

heit,          

_______________↓_______________


|pag. 5|

heit, den Heere Erfſtadhouder, en buiten weten en tegens dank van den Magiſtraat van Steenwyk opgerecht; en daar toe een Piek ontbooden heeft;

     Dat hy openlyk op den 12. Nov. 1748 door de Stad Steenwyk tot de Werving den Trom heeft laten roeren, en ’t Volk heeft doen verzoeken; en, deze Trom op het Stadhuis gehaald zynde, in Perſoon denzelven van den Magiſtraat heeft komen wederom eiſſchen; ja, by Verweigering en Verbod aldaar in de Vergadering gedreigd, een tweeden Trom aanſtonds by de Straten langs te zullen laten ſlaan, ’t welk op uitdrukkelyke Verweigering van den Magiſtraat, ook in ’t werk heeft doen ſtellen, in zoo verre dat hy, met zyne zoo gedoopte Mede-Officieren, daar by, met een Piek gewapend, geasſiſteerd heeft, en zulks uit ordre van den Magiſtraat door een Stadsboode weder verbooden zynde, echter daarmede heeft doen voortvaren;

     Dat de Gedetineerde, op denzelfden 12den November ’s avonds omtrent 9 uuren, by den Præſident Burgermeeſter KROEVEN, met eenige zyner mede-Complicen gegaan is, en van denzelven met dreigementen en groote onbeſcheidenheit den Trom, door den Magiſtraat opgehaald, wederom, of 8 Guldens in de plaats geëiſcht heeft;

     Dat dezelve, na dat hy met zyne verdere Compagnie tot het houden van de Wacht, alternative had willen indringen, en door den Magiſtraat een behoorlyke Burgerwacht zynde aangeſteld, en gepubliceerd dat een ieder dezelve zoude hebben te reſpecteren en ongemoveerd te laten, op pœne van
          A3                                                                                                    als

_______________↓_______________


|pag. 6|

als Verſtoorders der Gemeene ruſte geſtraft te worden; op den 10. November 1748. ’s avonds laat en in de nacht, zich aan het Hoofd van eene meenigte ſaemgeraept Volk geſteld en dezelve geleid heeft, zingende, Gecommitteerden boven, en Burgermeeſters onder, die ’t anders meent, dien ſlaat de Donder.

     Dat hy, vervolgens, den Schildwacht geattacqueerd heeft, roepende, ik Schyt wat in uwe Burgermeeſters; en daer na de Burgerwacht geinjurieerd en aengetaſt, ja zelfs den Sabel tegens den Hopman getrokken heeft, en dat de Gedetineerde op den 11. November geweld tegens de Juſtitie gepleegd, en Jan Stevenſen van Dolderſum, door het Verwalter Scholten Gerichte van Steenwyk gearreſteerd, uit het Arreſt geholpen, en de Dienaars van de Juſtitie daer by gewelddadig aengegrepen en mishandeld heeft.

     Al ’t geen van de grootſte en verderfelykſte gevolgen, en in een Land van Juſtitie niet te dulden, maer, anderen ten afſchrik, voornamelyk in de Autheuren en Voorgangeren te ſtraffen zynde,

     Welgemelde Heeren Richteren, God ende Juſtitie voor oogen nemende, doende Recht, met ingenomen Advies van een zeer voornaem Rechtsgeleerden dezer Provintie, Condemneren den gedetineerden Harmen Coops Fledderes, om ter gewoone plaetze van Criminele Juſtitie gebragt zynde, aldaer met de koorde geſtraft te worden dat ’er de dood na volgt, en dat zyn doode Lichaem, met een ketting om den hals geklonken, tot een afſchrik-

ke-

_______________↓_______________


|pag. 7|

kelyk Exempel van anderen, aldaer zal blyven hangen.

In Steenwyk 24 April 1749.

Was geteekend
J. BERNARDS.
H. van YSSELMUIDEN.
A. KROEVEN.
ALBERTUS TELTING.
H. TEN BROEKE.

Onder ſtond

Pro. temp. Secret.

get. BORCH. TEN BROEKE.

TE AMSTELDAM,
By FREDRIK de KRUYFF, Boekverkoper
op de Fluweele Burgwal, op de hoek van de
Armſteeg, 1750.

Harmen Coops Fledderus (ged. Vledder, 4 februari 1714 – Steenwijk, 25 april 1749), Koopman in sterke drank, Gehuwd op 21 juni 1733 te Steenwijk met Wytze Peters ten Wolde (ged. 3 oktober 1706 – 1789). (uit dit huwelijk werden 9 kinderen geboren). Dr. van Peter Wijben te Wolde (1684-1751) en Geesje Jans.
Category(s): Steenwijk
Tags: , , ,

Comments are closed.