Brand geeft schilderingen prijs


Brand geeft schilderingen prijs

Th. M. van Mierlo

Op dinsdag 10 juni 1975 werd Kampen ’s morgens vroeg opgeschrikt door een felle uitslaande brand. Het niets ontziende vuur verwoestte in korte tijd een bar en een garagebedrijf in de oude binnenstad. De schade was van dien aard, dat uiteindelijk sloop van de twee kolossale panden Buitennieuwstraat 87 en 89 moest volgen.

Stadsvernieuwing
Onder energieke leiding van de toenmalige burgemeester S. van Tuinen was men reeds sinds 1972 bezig met het ontwikkelen en voorbereiden van een stadsvernieuwingsplan. In het jaar van bovengenoemde brand nam de gemeenteraad van Kampen de Nota Stadsvernieuwing 1975 aan, volgens welk plan gedurende dertig jaar een kleine duizend woningen in de Kamper binnenstad zouden worden opgeknapt.
Deze ontwikkeling, evenals het feit dat Kampen sinds enkele jaren over een ambtenaar Monumentenzorg kon beschikken, betekenden nog niet dat de sloop van de door de brand verwoeste panden ook voorafgegaan zou worden door bouwhistorisch onderzoek, dan wel dat de sloop zeer kritisch zou worden gevolgd, wat gezien de brandschade meer voor de hand had gelegen. Archeologisch stadskernonderzoek was in de jaren zeventig reeds in opkomst, zij het dan toch ook vooral nog in de grotere steden.
Bouwhistorisch onderzoek bij stedelijke bebouwing daarentegen stond nog volledig in de kinderschoenen. De aanstelling van bouwhistorici bij zowel de gemeente ’s-Hertogenbosch als de gemeente Utrecht in 1975 was landelijk gezien niet meer dan een incident, dat weinig tot geen navolging vond, zeker niet in de kleinere steden.
Het bovenstaande wil niet zeggen dat er in de jaren zeventig in Kampen niets werd gedocumenteerd op het gebied van bouwhistorie. Echter datgene wat vastgelegd werd, gebeurde enkel op basis van toeval. Er was in

1. Een deel van de 16e-eeuwse schilderingen. Tek. Th. M. van Mierlo.

dezen geen beleid. Gelukkig zijn er sindsdien veranderingen gaande, hoewel verbetering zeker wenselijk zou zijn. Met name in de jaren tachtig is men met regelmaat zaken van bouwhistorisch belang gaan vastleggen.
Grondig bouwhistorisch onderzoek gebeurt in Kampen echter nog maar sinds kort en dan nog slechts incidenteel en hoofdzakelijk bij bijzonder geachte panden/gebouwen.
Een remmende factor hierbij is, dat Kampen geen bouwhistoricus tot haar ambtenaren mag rekenen, zodat onderzoek steeds uitbesteed dient te worden.

Historische waarde
Met de sloop van het pand Buitennieuwstraat 89 verdween waarschijnlijk een bouwhistorisch gezien interessant pand.
Het was een typisch laatmiddeleeuws pand met hoge verdiepingen en een diepte van ruim 20 meter, bestaande uit een voorhuis en een achterhuis 1 [1. In 1928 heeft er wel een ingrijpende verbouwing plaatsgevonden om het pand geschikt te maken tot sigarenfabriek, waardoor de oorspronkelijke indeling ingrijpend was veranderd. Gemeentearchief Kampen (hierna GAK), Nieuw Archief (hierna NA) inv. nr. 2881.1, hinderwetvergunning 1928/29.]. Samen met het bij de brand gespaard gebleven pand Buitennieuwstraat 91, dat oorspronkelijk eenzelfde diepte kende, moeten het in de 16e eeuw twee opvallende panden in de straat zijn ge-

|pag. 209|

_________________|__________________

2. De situatie volgens de kadastrale opmeting van ca. 1836. Tek. F.D. Zeiler.

weest 2 [2. Ook het pand Buitennieuwstraat 91 werd aan het begin van de 20e eeuw ingrijpend verbouwd. GAK, NA inv. nr. 2810, bouwvergunning 1904/129. Bij een latere verbouwing is uiteindelijk het achterhuis gesloopt.]. Beide panden hadden een gezamenlijke tussenmuur (de zeker voor de IJsselsteden zo karakteristieke „gemene muur”), met een dikte van ca. 60 cm, terwijl ze oorspronkelijk geflankeerd lijken te zijn geweest door meer bescheiden bebouwing. Dat laatste bleek ten aanzien van het pand Buitennieuwstraat 89 duidelijk toen tijdens de sloop in het oorspronkelijke achterhuis op ca. 10 meter vanaf de straat in de zuidgevel, dat wi] zeggen aan de zijde van het pand nr. 87, twee natuurstenen kruiskozijnen werden aangetroffen, ieder met een breedte van 1,75 meter en een hoogte van ruim 3 meter 3 [3. Ook het perceel naast Buitennieuwstraat 91 lijkt oorspronkelijk niet of slechts voor een geringe diepte bebouwd te zijn geweest. In 1908 werd namelijk onder dit pand een grote (beer)kelder aangetroffen van 3,70 m lang, 2 m breed en 2,20 m hoog, die zich voor ongeveer eenderde buiten het pand onder het naastgelegen perceel bevond. (Opmeting door A.J. Reijers, 15-01-1908, Frans Walkatearchief, Kampen).]. Gelukkig kon deze vondst door een medewerker van de afdeling Monumentenzorg opgemeten en ingetekend worden. De sloop van de panden werd namelijk snel en met grof materieel uitgevoerd, zodat er ook weinig tijd en mogelijkheden overbleven voor waarnemingen.

Schilderingen
Als directe buur had men echter wel de mogelijkheid de sloop – voor zover school dit mogelijk maakte – goed te volgen. Bij de sloop van de noordelijke zijmuur van het achterhuis van het pand nr. 89 werd door de auteur dezes een tweetal naast elkaar gelegen nissen opgemerkt, een forse kaarsnis met spitse afsluiting en een wat bredere nog dichtgemetselde nis met een ronde afsluiting. Reeds tijdens de sloopwerkzaamheden was in de kaarsnis een beschildering geconstateerd, die nog tijdens de sloop op foto werd vastgelegd. Tegen de achterwand tekende zich met een brede zwarte lijn die aan de buitenzijde weer met rood was afgezet, een soort kerkraam af, van boven afgesloten met een driepas. In dit raam bevond zich in oranje-bruin een kruis. De beschildering was te zwaar beschadigd om een nadere betekenis aan de voorstelling te kunnen geven.
De zijwanden van de nis waren in dun penseelwerk beschilderd met eenvoudige bloemenranken.
Toen de sloopwerkzaamheden aan het eind van de dag gestaakt waren, tekenden zich ’s avonds bij een nieuwsgierige blik ook bij de nog dichtgemetselde nis met ronde afsluiting sporen van schilderwerk af. Om de nieuwsgierigheid te bevredigen, werden de stenen verwijderd. Wat zich toen liet zien, was een nis, fraai beschilderd met parkietachtige vogels en bladversieringen. Het betrof hier in totaal acht vogels, die twee aan twee gerangschikt, twee paar boven en twee paar onder, op de achterwand van de nis waren aangebracht. Bladversieringen en krulwerk in rood-bruine tinten omgaven de vogels en sierden ook de zijwanden. De parkietachtige vogels met hun fraaie staarten waren geschilderd in grijsblauwe kleuren.
Snavels, poten en halsband waren daarentegen weer in rood-bruin aangebracht.
Nadat instanties die de schildering mogelij-

|pag. 210|

_________________|__________________

kerwijs van de sloop hadden kunnen redden, onbereikbaar bleken te zijn, restten slechts het fotograferen van de schildering alsmede te proberen nog iets van het geheel te redden. Met moeite kon de volgende morgen vroeg, tijdens de sloop, een brok muurwerk met daarop circa eenderde van de schildering worden bemachtigd.
In overleg met de afdeling Monumentenzorg werd het fragment gedeponeerd bij de in de buurt van het slooppand staande O.L. Vrouwe- of Buitenkerk. In verband met de restauratie van de in deze kerk ontdekte gewelfschilderingen zou hier wellicht een deskundig oordeel over de schildering gegeven kunnen worden. Medewerkers van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg alsmede de restaurateur der schilderingen dateerden de schildering mogelijk rond het midden van de 16e eeuw. Zij oordeelden echter tevens dat de kwaliteit van de schildering van dien aard was, dat conservering van het fragment moeizaam en kostbaar zou zijn. Uiteindelijk is ook het fragment verloren gegaan, op slechts enkele fragmentjes na, die nog in het bezit van de auteur zijn.

Historische context
De vraagt tekent zich af of men iets te weten zou kunnen komen over de bewoner van het pand rond het midden van de 16e eeuw. Temeer daar de slopers naderhand mededeelden dat men bij de zuidelijke zijgevel van het achterhuis ook over grote oppervlakten schilderwerk in de vorm van rankenmotieven had geconstateerd, maar dit uiteraard hadden verzwegen om vertraging van de sloop te voorkomen! Bovendien meenden de restauratiedeskundigen overeenkomsten te zien met het schilderwerk in de O.L. Vrouwekerk. De vraag rees dan ook of misschien de kapelaan van de O.L. Vrouwekerk hier gewoond zou hebben. Bekend was dat deze in de 16e eeuw in de Buitennieuwstraat in de buurt van de kerk woonde.
Onderzoek heeft uitgewezen dat dit in ieder geval niet het geval is geweest. In het gemeentearchief van Kampen bevindt zich een 16e-eeuwse rol waarop namen van eigenaren en/of bewoners van huizen per straat staan genoteerd. Op basis van onderzoek kan deze rol omstreeks 1570 gedateerd worden 4 [4. GAK, Oud Archief (hierna OA) inv. nr. 338. In de uit 1963 daterende inventaris wordt nog als datering 1590 gegeven. Onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat de rol omstreeks 1570 opgemaakt moet zijn.]. Onduidelijk blijft echter, wat de functie is geweest. Wel is duidelijk dat niet alle bebouwde percelen op de rol staan vermeld.
Het zijn waarschijnlijk vooral de grotere woningen die zijn opgenomen.
Op basis van deze rol en aangevuld met informatie uit de transportregisters, is vast komen te staan dat de vicariswoning, later ook wel omschreven als het huis van de O.L. Vrouwe-memorie, vlak bij de kerk op de

3. Hetzelfde stadsdeel omstreeks 1975.

|pag. 211|

_________________|__________________

hoek van de Schapensteeg heeft gestaan (thans Buitennieuw straat 95) 5 [5. GAK, OA inv. nr. 338; Rechterlijk Archief (hierna RA) inv.nr. 59, fol. 1; inv. nr. 60, fol. 213; inv.nr. 61, fol. 238v.]. De zeer oude van een tongewelf voorziene kelder, die zich thans nog bevindt onder het in 1861 gebouwde kloostergebouw van de Zusters van de Liefde, kan mogelijkerwijs tot dit pand behoord hebben. Verder mag verondersteld worden dat het pand Buitennieuwstraat 89 rond 1570 werd bewoond door, dan wel in eigendom is geweest van Symon Kuinreturf 6 [6. GAK, OA inv. nr. 338; RA inv. nr. 58, fol. 66v; inv. nr. 59, fol. 1; inv. nr. 60, fol. 213.]. Deze was van 1567-1572 kerkmeester van de O.L. Vrouwekerk. Zou hij mogelijkerwijs de schilderingen hebben laten aanbrengen, waarmee de gesuggereerde overeenkomst met schilderwerk in de O.L. Vrouwekerk ook niet ondenkbaar wordt?
Een bevestigend antwoord hierop is niet te geven. Daarvoor had meer schilderwerk bekeken moeten worden, terwijl er ook meer duidelijkheid omtrent de bewoners/eigenaren van het pand voor en na Symon Kuinreturf zou moeten zijn. Het eerstgenoemde is niet meer te realiseren. Een antwoord op de tweede vraag kan niet via een geïsoleerd onderzoek naar één pand gegeven worden, doch is eerst mogelijk indien een straat, of een groot deel ervan, als geheel wordt aangepakt.

Besluit
Dat veel panden in oude stadskernen bij onderzoek bijzondere verrassingen kunnen prijsgeven, is tegenwoordig dankzij de veelvuldige toepassing van bouwhistorisch onderzoek algemeen bekend. Aannemers zijn ook steeds meer bereid bijzondere vondsten te melden, eigenaren van panden blijken steeds minder vaak afkerig te zijn van bouwhistorisch onderzoek en steeds meer gemeenten zien eveneens het belang van dergelijk onderzoek naast historisch en archeologisch onderzoek in. Situaties als hierboven beschreven, komen gelukkig dan ook veel minder vaak voor. Toch blijft het van belang ook dergelijke „oude” vondsten, hoe geïsoleerd van hun omgeving ook, goed te documenteren, zelfs al gebeurt dit achteraf.
Immers ook deze vondsten kunnen van belang zijn. Zo zijn de schilderingen die in de Buitennieuwstraat werden aangetroffen, hoe klein ook, pas het tweede bekende voorbeeld van beschilderingen in woonhuizen in Kampen. Het enige bekende voorbeeld dat eerder werd aangetroffen, betreft een vermoedelijk laat-15e-eeuwse schildering met voorstellingen van St. Anna-te-Drieën, de H. Christoffel, St. Joris met de draak, een kluizenaar en een kasteel. Deze schildering werd omstreeks 1880 aangetroffen in een voormalig stadskasteel aan de Burgwal 7 [7. Thans Burgwal 80 en 81. Vgl. H.J. Moerman, Oude gebouwen in Kampen. Kamper Almanak 1950-1951, 148-172, i.h.b. p. 149-155.]. Het in deze bijdrage beschreven voorbeeld is daarentegen het eerste en tot op heden enige voorbeeld, aangetroffen in een gewoon woonhuis. En ook al is er niets van bewaard gebleven, het levert zeker zijn bijdrage aan onze kennis over het bouwen, wonen, leven en werken in vroegere eeuwen.

Noten

Noten op pag. 212 zijn in de tekst opgenomen als zijnoten.

Buitennieuwstraat 91
8261 AS Kampen


|pag. 212|

_________________|__________________

– Mierlo, Th.M. van (1993) Brand geeft schilderingen prijs. Westerheem, 42 (4), 209-212.

Category(s): Niet gecategoriseerd

Comments are closed.