Afschaffing van den Lombard te Hasselt


AFSCHAFFING

VAN

DEN LOMBARD

TE

HASSELT.

_______

     In een protokol ven Sententien en Resolutien van Schepenen en Raden der stad Hasselt, van 1600, vindt men het navolgende stuk, hetgeen ik om de curieusheid hier woordelijk laat volgen.
     Alzoo all het geene welk in eene republique offt stadt den ondersatenen off ingesetenen an ziele, lyf ende goederen schadelyck is, van ene lofflycke christelycke ende respective Overicheit met allen ernst ende goede trouwe behoort voorgekomen affgeschaft ende teenemale verboden te worden: Soo ist dat het stuck van Taeffelholdinghe der Lombert ende wat daeruan dependeert en aancleefft angemerckt ende in allen omstandicheden well ingesien als ongoddelyck verdamlyck ende seer schadelyck onder de menschen synde bevonden wordt, oock nae allen behoor van sodanighe gemelte Overicheit geremedieert ende wechgenomen behoort te worden vth deze navolgende redenen.

|pag. 128|

     Eerstelyck omdat het sy eene ongehoorde schandelycke woecker ende derhaluen in Godes heilige woordt neffens andere dergelycke woeckery vtdruckelyck ende hooch verboden soe inde wett mosis soe bijden Propheten soe van Christo selffs (1 [1. LV 22. Levit. 25. Deut. 23 v. 24. Neh. 5. Psalm 15. Prov. 22 v. 28. Jer. 15, Ezech 16 v. 28. Zach. 6.]).
     Daarnae om dat het strydet tegens de algemeine Wett der Nature lerende den menschen dat hy synen naasten doen sall welck hy wil dat hem geschiede, vth welcker wett der natueren den Heidenen voormaals oock soo voelle redenen affnemen dat sy gene woeckeraars in welgestelde republicquen begeerden te lyden, verclarende dat den menschen vth te woeckeren alsoe voele waren als hem te doden, da sy hebben eenen woeckeraar erger geachtet als eenen dief (2 [2. CATO]) ome dat een woeckeraar bauen syn gesette geringe gewin als een van de hondert in ’t jaar te genieten vier dobbelt in ’t jaar moeste wederom geuen daer enen dief vant gene hy gestolen hadde alleene dobbelt weder omme gaf (3 [3. In lege Tabularum.]).
     Ten derden is het strydende tegens de olde constitutien der loffelycke christelycke Keizeren dewelcke ten aensien van alle redelickheyt geen hogher pensioen ofte renthe jaarlix hebben gestelt als van die hondert 4, 5, 6, offt 8 nae

|pag. 129|

het ansien ende gelegenheit der personen welcke de penningen ontfingen ende daarmede profyt en de voordeel deden (4 [4. JUSTINIANUS LEO. CAROLUS V.]).
     Ten vierden om dat sulx by allen vroomen een grouwal zy dewyle zodanigen handel voornamelyck doorgans strect ende loopt dat het sy een bytinge ende knaginghe der behoefftighe bekommerde armen menschen welcker haar goet ende bloudt darmede vthgesogen ende verteert wordt, want de bekommerde menschen ome door enich gelt voor enen tyt lanck geholpen te worden haar pandt tot dezen Lombert brengende komen buyten vermoeden door onmacht ende wederspoet in sulcker achterdeel dat in corten tyt een ongehoorde woecker opt ontfangen gelt verlopen sy. Soe menichmaal dat behoeftighe ende nootwendighe pandt selfs haastelycke verwesen worde, moeten alsoe entelycken horen ende sien met bedruckinghe hares harten dat haar luiden pandt voor haaren ende anderen menschen oghen opgelecht ende met vthroepinghe deur verhogingen vercoft ende anderen (als helpers volbrenghers en onderholders deses boesen wercx, jae deur haar onbeschaemde eigensoekinghe ende giericheit vthputters berouers en bedroeuers der behoefftighen) om enen geringhen prys vercoft worde ende ten dele vallen, streckende grootlicx niet alleene tot nadeel ende schaden maar oock principalyck tot grooter cleinachtinghe der gene welckers pandt also gemisset als oock zyner kinderen ende vrunden;

|pag. 130|

ook is desen handelt grouwelyck om dat men by eruaringe bevinde welker gestalt een hoofft Lombert ofte woeckeraar vele andere jonge woeckeraars baren ende voortbrengen als die hem alst hooft ende opper tafellmeister de middelen verstrect op zeeckeren soe haluen offte ener woecker te brengen daar hy dan dubbelt offte meer van is genietende offte andersins met malcanderen maatschappye holdende als een hoop grypende rooffvogels met allen onversadelykheyt de bekommerden menschen tot den gront toe verteren ende daarmede het droeuighe wee der dreiginge Godts op sich laden (5 [5. Jer. 5. Habac. 1. Jer. 22. Habac. 2.])
     Ten vyften omdat sodanighen handel deur dagelicxe bevindinghe in eener gemeinte seer schadelyck ende verderuelyck is in verscheyden manieren.
     Eerstelyck omdat vele menschen (voornamelycke in dese sware bekommerde tyden) buyten eenigh vermoeden (als alrede geseit is) deur verloop des tyts met desen ongehoorden ende dagelycx oploopende woecker vthgeputtet ende entlycken ghedronghen worden haar behoefftighe panden geheel te missen, gaande alsoo van trappe tot trappe in de vtherste armoede ende volgents mede neffens hare kinderen tot last ende swaricheyt der gemeinte.
     Ten tweden geeft het den onnutten swelghers ende deurbrengers anleidinge ende oorsake om in den Lombert op panden gelt te halen ende

|pag. 131|

alsoo gedurich hun gulsighe leven vth te vieren ter tyt het alles verstemt ende deurgebracht is ende worden alsoe de crogers vant vett der voerseiden woeckeraars mede gedroopt daar deur tusschen sodanige opsnappers ende haar vrouwens (well eerlycke van harten ende huis sparelyck synde) geen geringe onlust ende dagelycxe twisticheyt.
     Ten derden isset den luyen tragen luyden (die anders beter solden gedronghen worden te arbeiden) mede een anleidinghe tot meerder ledicheit als haer panden brengende en versettende; lopen oock alsoo mede in de vtherste armoede ende tot beswaringhen der gemeinte.
     Ten vierden hebben de rouers ende dieuen hier deur enen vryeren toevlugt om het geroofde ende gestolene in sodanige marcthuysen der lombarden te brenghen daar sy des onregtvaardighen lasters voer gelt connen ontledigt worden ende daar van scheiden.
     Ten vyfden maackt dat d’eene vrundt ofte d’eene nabuyr van den anderen het een oft ander begeert geleent te hebben, twelck gedaen synde den bedriegelycken leender het geleende pandt terstondt in de lombert brengen twelk dan die leenende persoon tegen synen wille entlycken daar vth moet lossen reysende vth suleker zaecke groten twist ende onenicheyt als oock brekinge van goede vrundschap ende nabuurschap.
     Borgemeisteren Schepenen ende Rade desen ende dergelycken ongoddelycken ende schadelycken dinghen na dagelycksche beuindinghe (beter) doorsien

|pag. 132|

ende ondersocht hebbende, Isset dat haar Eersam. niet sonder conferentie en voorbedaghten rade hebben gestatueert ende statueeren mits desen dat alsoe na voorgaande verhaal het stuck van de Lomberts ende woeckeraars in Godes woordt by de christelycke keizers verboden by den Heidenen noyt gehoort by allen vromen grouwelyck ende onder een gemeinte seer schadelyck is, hebben daar omme haar Eersam. tot meerdere en grote weluaren harer goede ingesetenen niet alleene dese ongoddelycke ende vervloekte handelinge ten eenen maal gebannen ende afgeschafft.
     Maar willen oock mit desen wel expresselyck verbieden dat hiernaar geene haarder Borgeren ende ingesetenen sich verdrysten buyten deser stadt of andere plaatzen tot de voorgenoemde Lombarts offte dergelycke eenige panden te brenghen gelt te leenen ende van sodanighe handelinghen eenigh profyt (hoedanig het oock zy) te trecken op poene ende verbeurte vant capitaal ende daar te bouen nae qualiteit der personen ende gelegentheyt der zaacken anderen ten exempel arbitrarelyck gestrafft te worden.
     Aldus geresolueert ter voller vergaderingh van Borgemeisteren Schepenen ende Raadt voornoempt ende te boecke geregristreert omme ten ewighen daghe by den nakomelinghen stede vaste ende onveranderlycke achtervolget ende onderholden te worden. Scheepens Willem Egberts ende Cornelis Jansz. opten 22 November A° 1603 gepubliceert.

F.A. EBBINGE WUBBEN

_________________
– Ebbinge Wubben, F.A. (1842) Afschaffing van den Lombard te Hasselt. OAvOeL, 8, 127-132.

Category(s): Hasselt
Tags: ,

Comments are closed.