Overijssel Jaarboek voor cultuur en historie 1947

Overijssel Jaarboek voor cultuur en historie 1947, 1e jaargang
INHOUD
Ter inleiding		1
Cato Elderink (Enschede)	Twente en de Twentsche volksaard	3
Cato Elderink (Enschede)	Vrömdelingen-kerkhof	9
W. H. Dingeldein (Denekamp)	Korte biographie van Cato Elderink	12
Herman Korteling (Deventer)	De man op ’t Rielink	13
J. A. Rispens (Deventer)	De zwijgende toren	30
J. A. Rispens (Deventer)	Zomeravond	31
Gerben Colmjon (Holten)	De Holterberg	32
A. H. Peters (Noordscharwoude)	Troïka	37
	Barcarolle	38
	Geef mij je beide handen	39
Dr. K. Heeroma (Voorburg)	Overijselse taallandschappen	40
Rie Peet (Deventer)	Zal dan mijn ziel	52
Rie Peet (Deventer)	Een liedje van zon en mist	53
G. J. Lugard Jr. (Deventer)	Van stad en stroom	54
Dr. G. C. B. ten Kate (Kampen)	Over de jongste uitbreiding van de broedvogel lijst van het Kampereiland	62
G. Waanders (Enter)	Stille herfstdag	70
	Zonnekruis	71
	De wonderbare spijziging	72
J. A. Rispens (Deventer)	Korte biographie van G. Waanders	73
Aar van de Werfhorst (Wassenaar)	Johanna F. van Buren	75
Dr. Ida G. M. Gerhardt (Kampen)	Schepen	90
	De revier	91
	De appeltak	92
G. Kuiper (Fleringen)	Nen jongen op „Middendaarp”	93
W. H. Dingeldein (Denekamp)	Herinneringen	96
Helma Wolf-Catz (Amsterdam)	Zonder schaduw	103
Helma Wolf-Catz (Amsterdam)	Aan de IJsel	104
H. Entjes (Almelo)	Opdracht	107
	De dagelijkse dingen	108
	Deze dagen zijn gruwzaam	109
	De oude bron	111
Herman Korteling, W. K. de Wijs en E. Caspers	Beeldende kunst in Overijssel	112
Mededeelingen		114