De zilveren kandelabers in de O.L.V. kerk te Zwolle


DE ZILVEREN KANDELABERS IN DE O. L. V. KERK TE ZWOLLE.

_______

     De voordracht over de Jezuïtenkerkjes te Zwolle, den 22en October 1918 in onze wintervergadering gehouden en het daarop gevolgde bezoek aan de kerk op de Ossenmarkt zijn, naar ik veronderstel, nog niet vergeten. In de sacristei in de Kruiskerk op de Ossenmarkt bestond gelegenheid, om het oude zilver, afkomstig van die Jezuïtenkerkjes in oogenschouw te nemen.
     De wapens op de zilveren kandelabers bleken niet bekend te zijn, althans de ZeerEerwaarde heer pater Meyer bracht terloops in rondvraag, of één der aanwezigen de wapens soms kende. Ik hield een der wapens, 3 roosjes, 2—1, gescheiden door een dwarsbalk, voor het wapen der familie van Romond, ook wel van Romundt of Romunde geheeten. Ik uitte dit ook, maar de bescheidenheid verbood mij reeds den eersten keer, dat ik de vergadering bezocht, verder op de zaak in te gaan.
Liever heb ik dien dag het wapen in kwestie nog eens goed in mij opgenomen en het na terugkeer in Kampen met de in het gemeente-archief aanwezige zegels vergeleken. Mij bleek toen inderdaad, dat het zegel van Erasinus van Romond, schepen, volkomen met het wapen op de kandelabers overeenstemde.
     Deze Erasmus van Romond werd 16 Februari 1690 in de Bovenkerk te Kampen (Ned. Herv.) gedoopt, nadat de ouders hunnen eersten Erasmus Forckenbeeck, 21 Februari 1686 gedoopt, waarschijnlijk door den dood verloren hadden, althans 1 April 1686 is een kind van burgemeester Romunde in diezelfde kerk begraven.
     De ouders van deze kinderen waren burgemeester of schepen Diederick van Romond en Geertruida of Geertruyt Forckenbeeck.
     In ondertrouw werden den 21 Juli 1719 opgenomen: de heer Erasmus van Roermonde van Campen en jufvr. Marie Blauhulk van Enkhuysen. Met attestatie van Enkhuysen.

|pag. 139|

     Vermoedelijk is het huwelijk te Enkhuizen gesloten.
     Voorts berusten in het archief der gemeente Kampen twee besloten testamenten, beide echter reeds geopend, van Erasmus van Romond.
     Het eerste is van 18 Augustus 1719 door den heer Erasmus van Romond en vrouw Maria Blaeuwhulck, echteluiden, dus onmiddellijk na de voltrekking van het huwelijk opgemaakt.
Hieruit blijkt, dat testatrice’s moeder vrouw Jacoba van Romond was, dus waarschijnlijk waren Erasmus en Maria neef en nicht.
     Het tweede testament is den len April 1740 aan schepenen van Campen overhandigd door Erasinus van Romond, dien zij hun „mede Rades vrunt” noemen. Zijne vrouw was overleden, zie begraafregister Bovenkerk, 1740, 21 Maart mevrouw van Roermonde op het koor . . . . . ƒ 15—8—. Hierin institueert
hij tot zijne „enige ende universele erfgenamen, in drie gelijke deelen, zijn neef Warnar Arend van Keppel Fox, voor een derde; zijne nichte Eva Willemina Haak, voor een gelijk derde en zijn neef Joseph Forkenbeek, mede voor een derde; eeuwiglijk en erffelijk”.
     Mijne verbazing steeg echter, toen ik voortgaande, las:
„Ik legatere aan de heer van der Linde, burgermeester deser stad, twee silvere kandelaars met een snuiterbak en snuiter daer mijn wapen op staat; nog twee hangblakers.
     Aan Clasina Wijnvoordens, oudste dogter van wijlen den gemeentsman Rijk van Wijnvoorden, een silveren tée schenkketel met een silveren komfoor daartoe behorende.
     Aan desselfs suster Alida Wijnvoordens, mijn silveren koffij-kan met ene krane, met het silveren komfoortjen, daar onder gehorende”.
     Of dit testament nageleefd is? De schepen Gosuinus van der Linde werd in 1728 verkoren. Op 20 November 1742 werd hij in de Bovenkerk begraven, althans op dien dag is voor den heer burgemeester van der Linde de kerkengerechtigheid betaald.
     Uit hetzelfde begraafregister blijkt, dat voor den burgemeester Erasmus van Romond ƒ 15—8— betaald werd en wel den 14en April 1749. Hij overleefde dus collega van der Linde.

|pag. 140|

     Er is dan ook nog een later testament van 14 November 1747, dat 10 April 1749 geopend werd, maar hierin wordt met geen woord gewag gemaakt van de kandelabers.
     In het boek van venduen 1740—1749, bl. 520, komt nog voor:
„Den 6 Mey 1749 is door
Evert Moulijn verkog het huysraet en goederen van wijlen de heer oudt-burgermeester Erasmus van Romonde. Ter instantie van de heer Pan als erfgename waarvan gekoomen is
ƒ 726—8—”

     Onkosten ƒ 47—15—8
ƒ 678—12—8
De somma van 678—12—8 gesproten van de
bovenstaande verkoping bij mij ondergesch. van
Evert Moulijn ontfangen op den 16 Aug. 1749.
E. Pan.”

     Helaas geen specificatie der verkochte goederen; de waardevolle kandelaars zijn zeer zeker na Erasmus’ dood in andere handen overgegaan.
     Behalve genoemde Erasmus werd den 27en Februari 1681 te Kampen gedoopt Theodora Pyternella, dochter van den muntmeester Diderick van Romunde en Geertruit Forckenbeeck.
De vader van Erasmus was dus muntmeester van beroep en bekleedde tevens de burgemeesterswaardigheid, wel een hooge onderscheiding voor iemand, die geen geboren Kampenaar was.
Uit het, grootburgerboek is mij gebleken, dat Diderick van Romundt den 3en February 1677, geboren van Zwolle, grootburger van Kampen werd en wel gratis. Waarschijnlijk uit hoofde van zijn muntmeestersschap; ook de moeder van Erasmus was eene vreemde, geboortig uit Amsterdam.
     In van Doorninck’s „Geslachtkundige aanteekeningen”, zijn nog allerlei bijzonderheden over het geslacht van Romond, dat te Enkkuizen, Zwolle en Kampen gewoond heeft, te vinden.
Zeer zeker zijn de kandelaars, afkomstig uit een der oude Jezuïtenkerkjes te Zwolle, eens het eigendom geweest van een lid van dit beroemde muntmeesters- en burgemeestersgeslacht.

     Kampen, November 1919.                                                                           C.J. WELCKER.

____________
– Welcker, C.J. (1920) De zilveren kandelabers in de o.l.v. kerk te Zwolle. Versln. en medn. VORG, 37, 138-140.

Category(s): Zwolle
Tags: ,

Comments are closed.