De Memorien te Kampen II. De Memorie van het Heilig Kruis


De MEMORIËN TE KAMPEN.

_______

II.

DE MEMORIE VAN HET HEILIG KRUIS.

     In dezen almanak voor oudheid en letteren, van het jaar 1839, heb ik berigt gegeven van de Schepens-Memorie te Kampen, opgerigt in het jaar 1311 (1 [1. Door eene drukfout wordt aldaar bladz. 129 verkeerdelijk gelezen: 1316.]). Ten vervolge daarvan zal ik thans van de instelling der Memorie van het HEILIG KRUIS, welke ruim eene eeuw later plaats had, de overgeblevene gedenkstukken mededeelen, van dewelke slechts een enkel afschrift bestaat, zoo het mij toescheen, wel waardig der vergetelheid onttrokken en door den druk bekend gemaakt te worden. Zoodanige oorspronkelijke stukken toch hebben voor den oudheidminnaar eene bijzondere waarde; daar zij hem als in den tijd zelve van die instellingen verplaatsen, van derzelver doel en strekking voldoende inlichting geven, met de kerkgebruiken, het taaleigen, de denk- en leerwijze der opzieners, en met den geest des Christendoms van dien tijd in het algemeen nader bekend maken, en dus voor den beoefenaar der geschiedenis tevens nuttig kunnen zijn.

|pag. 36|

     De Memorie of Broederschap van het H. Kruis werd in het jaar 1416 opgerigt door eenige inwoners dezer stad, die, bezield met den gewonen godsdienstijver van dien tijd, de plegtige eerdienst van het hoogaltaar in de St. Nicolaaskerk poogden te bevorderen en op te luisteren.
Deze Parochie- of Kerspel-kerk, in 1369 gesticht en aan den H. NICOLAAS gewijd, welker prachtig koor en honderd voet hooge kruisgewelven, na verloop van bijna vijf eeuwen, zich nog ongeschonden vertoonen, en ons de bekwaamheid des bouwmeesters doen bewonderen, had reeds in het stichtingsjaar der genoemde Memorie (1416) groote vermaardheid verkregen; op Paaschdag van dat jaar hadden 8000 parochianen aldaar gecommuniceerd; maar bij den toenemenden bloei van handel, zeevaart en fabrijken, werd de milddadigheid der vrome burgers nog krachtiger opgewekt, om dit schoone gothische gebouw met voortbrengselen van schilder- en beeldhouwkunst te verrijken. Het getal der altaren, door bijzondere personen gesticht, en met de noodige inkomsten voor den dienst der priesteren begiftigd, was in het jaar 1571 tot 24 opgeklommen. De binnenwanden der kerk en de kleine kapellen in den omgang van het koor waren geheel met die altaren vervuld en bezet; meer dan 80 misdiensten werden elke week door geordende priesters voor de vergaderde menigte gehouden, op zon- en feestdagen, wanneer de plegtige dienst door sermoenen, koorgezangen, orgelspel en prachtige verlichting werd opgeluisterd, stroomden de kerspellieden in talrijke scharen derwaarts. Maar

|pag. 37|

onder de sieraden dezer kerk muntte bovenal uit het hoogaltaar voor het koor; hetzelve werd in 1499 van rood koper gegoten en kostbaar bewerkt; het bovenste gedeelte, zonder het voetstuk, bevatte 9063 ponden koper. Op het altaar stond een verguld zilveren kruis, waarin een stukje hout, zoo als men geloofde, van hetzelfde kruis, waaraan CHRISTUS geleden had, werd bewaard; ter eere en ter gedachtenis van welk kruis, deze broederschap de Memorie van het heilig kruis werd genoemd, van welker instelling wij nu de gedenkstukken laten volgen.
     Dezelve behelzen I. de Instelling zelve, benevens de wetten en vcrpligtingen der Memoriebroeders, II. de goedkeuring en vergunning van den kerkheer, III. de bevestiging en aflaat van Bisschop FREDERIK VAN BLANCKENHEIM, IV. de Inwijding en aflaat des bisschops van Korkagen, V. de nadere aanprijzing en den aflaatsbrief van Bisschop RUDOLF VAN DIEPHOLT, en VI. een Fragment van een sermoen van ’t heilig Kruis.

I. Instelling der Memorie; wetten en pligten der Memorie-broeders.

     Totten loue godes, marien ende alre hilligen, ende sonderlinge toe eeren ende toe weerdicheden des hogen hilligen weerde gebenediden cruces, daer ihesus cristus onser alre suntmaker den alren bittersten doet an leet, om ons allen salich ende gesont te maken in der sielen, sonderlinge den broederen ende susteren deser broederscap,

|pag. 38|

die gestoruen syn in deser tyt (2 [2. De pest had kort te voren buitengewone sterfte veroorzaakt. Hist. Kamper Kron. I. D. bl. 192, 193.]), soe is gemaket eene broederscap of eene memorie des hilligen weerden cruces onses lieuen heren, in deser manieren, hier nae beschreuen.
     In den jaeren ons heren dusent vierhondert ende sestyn is gesat eene broederscap van den weerden hilligen cruce onses lieuen heren, mit consent onses genedigen heren, her Frederic van Blanckenhem biscop Tutrecht ende heren Ermbrecht Wtenleen, Kerchere van Campen ende mit somige borgeren in Campen, nae formen ende statuten, naebescreven.
     In den Irsten soe sal men die hoechtiden van den hilligen cruce hoechtytlike begaen in der hillige kerken, alsoe dat men des auonts toe vesperen dienen sal mitten cappen, opten orgele spelen ende hoechtytlike singen ende des morgens eene vroemisse singen mit vier scoelren (3 [3. Scholieren, jonge zangers of koorgezellen.]).
     Item. die homisse des gelikes te dienen als gewoenlic is des hoechtydes. It. des middages een sermoen van der hoechtyt des hillygen cruces by enen priester, den die memoriemeisters dairtoe ordineren.
     Item. soe sal die priester vor alle doden broederen en susteren op den preekstoel bidden, die jn dat jaer verstoruen synt.
     Item. soe salmen alle dat jair doer, des vridages inder weke, singen hoechtytlike eene vromisse van den hillige, cruce te dienen ende opten

|pag. 39|

orgel te spielen ende mitten clerken ende die geleerde gesellen, die daer dan comen omme godes willen ende in die eere des hilligen cruces, omme die misse helpen te singen.
     Item. soe sal een jgelic broeder off suster desser memorie lesen alle dage drie pater noster ende drie Aue maria voir levendigen ende doden broederen ende susteren desser memorien, omme genade te vererigen ende ewige vroude mit gode, Amen.
     Item. soe sal men hebben vyf stalkeersen (4 [4. Ook Apostel– en Engelenkeersen genoemd.]), die salmen den armen doen om godes willen inder kerken mede toe begaene, wie des begeert.
     Item. wanneer een broeder off suster desser memorie sterft ende men hem begaen sal, den salmen doen der memorie keersen oftmen die begeert.
     Item. wanneer een broeder off suster desser memorie gestoruen is, soe sal ellic broeder off suster voir des doden siele lesen V pater noster ende soe voele Aue maria, dat onse lieue here hem verbarmen moet over die siele des doden.
     Item. soe hebben die broederen en susteren gemeenlic overdragen, dat men vigilie sal singen van negen lexenen, parce michi domine, des naesten sonnendages voir der hoechtyd der verheffinge des hilligen cruces in den haruest, ende des manendages dair nae sielmisse singen voir die homisse, voer alle die gemene broederen ende susteren, die gestoruen syn wt desse memorien, dat hem onse here got allen ewige ruste verlenen moet.

|pag. 40|

     Item. des sonnendages nae der hoechtyt des hilligen cruces voirscr. soe sullen die procuratores of memoriemeisters versien hebben den gemenen broederen van eene maeltyt op eene eersame stede, dair sie gadelike sitten moegen ende dair salmen hem voirrichten speck ende moes endc twee gerichten dair toe, een gesoden ende een gebraden, nae goetduncken der procuratoirs.
     Item. soe sullen die procuratoirs ordineren enen die leset ter tafelen totter seluer tyt.
     Item. soe en sal geen broeder medebrengen of noeden enigen gast, ten weer sake dat hi broederscap annemen wolde.
     Item. niemant en sal den anderen toedrincken.
     Item. niemant en sal enigen kyf maken, ende gevielt onuersiens, dat van woirden ene schelinge quame, dat got verbieden moet, dat sullen weder versoenen die procuratoirs eer die broeders van dair scheiden.
     Item. soe en sal geen broeder van dair scheiden tensy dat alle ding gerakent sy endc betaelt van dier maeltyt, tot willen der procuratoirs.
     Item, soe wes dair overbliuet van spisen ende van drancke salmen geuen totter eeren godes den armen, dair des noet is.
     Item. als alle ding geslicht is, soe salmen noemen eenen nyen procuratoir, den die olde kiesen sal die dan dair ofgaet, mit raede der geenre die dair anbliven. Ende dit sal men alle jaer doen. Desse procuratoirs sullen drie wesen, alsoe dat dair altoes twee olden anbliuen. En weert sake dat enich van desen procuratoirs storuen binnen tides, soe sullen die twee anderen

|pag. 41|

enen gueden man kiesen jn des geens stede die gestoruen is. Dit salmen doen bynnen den jrste viertyn dagen.
     Item. soe sullen die drie olde procuratoirs den nyen eenen dach raemen ende doen rekenscap van den geledenen jare, wat sy ontfangen hebben ende wtgegeven, ende dair sullen tegenwoirdich wesen drie van den oldesten broeders onser memorien.
     Item. jn den jare ons heren m cccc en xxi des sonnendages nae des hilligen cruces dach hebben ouerdragen broederen ende susteren desser memorien, soe wie afliuig wort van broederen ende susteren, dat hie sal geuen ten alre mynsten drie pont wasses, dairmen mede verluchte dat weerde hillige cruce tot der missen des vridages ende dairt noet is, opdat hie verlucht werde mit gode jnder ewigen glorien, Amen.
     Item. Int jaer ons heren m cccc lxij js ouerdragen bij consent der gemenen broederen, dair niemant en was die dair en tegens sachte, dat die memoriemeisters moegen kiesen jairlix enen nyen memoriemeister van den broederen, soewel die dair dan niet tegenwoirdich were, als die dair tegenwoirdich weren.
     Item. soe sullen die procuratoirs dair gene aelmissen meer opleggen ten weert sake, dat dair eenen olden schilt des jairs aen gueden renthe toe gegeuen oft bewesen were, ende een jair pachtes dair by toeuogen, opdat die memorie niet tachteren en gae.
     Item. soe salmen den armen alle sonnendage geuen, alsmen dat wywater ludet, een broet van

|pag. 42|

ij placke ende een half q botteren des winters, ende des somers een half pont speckes ende jnder vasten iij heringe, nae guetduncken der procuratoirs. Ende des vridages als die kloeke xij geslegen heeft, salmen die teikene geuen den armen, die des sonnendages dair nae die armissen hebben sullen.

_______

     Omtrent den jaarlijkschen maaltijd, welke in later tijd op het raadhuis gehouden werd, vind ik nog het volgende opgeteekend:

     Anno xvcxxvj op ten sonnendach na des hilligen Cruces dach exaltationis hebben de gemeene memoriebroeders, opten Raedthuyse vergadert synde, eendrachtelicke gesloten ende ouerdragen, dat alle manspersoenen, die in der memorie synt, alle jairs alsmen der vorsz. memorien maeltyt dient, mede terselver maeltijt sullen comen eten ende dat elck memoriebroeder, hy sy dan bynnen off buyten Campen, sieck offt anders, geen noetsaicken wtgesondert, syn volle schottelgelt betalen sall gelyck andere broeders, die ter maeltyt tegenwoirdich comen, welcke schottelgelt de memoriemeisters sullen moghen wthpenden als pandtber scholt.
(get) JOH. BREDA Secret.s

     De broederschap onder zoodanige bepalingen met vergunning des kerkheers opgerigt en door den Bisschop goedgekeurd en bevestigd, werd vervolgens door de gezegelde opene brieven dier Prelaten nader bekrachtigd, den deelgenooten ruime geestelijke voorregten toegezegd en allen

|pag. 43|

geloovigen, die hunne milddadigheid, ter versiering van het altaar, of ter opluistering der dienst, zouden betoonen, verligting van de hun opgelegde boetedoening verleend.
     De latijnsche brieven, waarvan de oude vertaling nu volgt, geven hiervan omstandig berigt.

II. Vergunning des Kerkheers tot het zingen der mis van het H. KRUIS.

     Ik Ermbrecht Wtenleen, Canonnick tot Oudemunster Tutrecht ende Cureit (5 [5. Curator of Curio, opzigter der kerspel-kerken.]) in der tyt der kerken van Campen, doe kondt ende kenlick mit desen breue, dat ik, voir my ende voir myn nacoemelingen der kercken van Campen voersz. gegeuen ende verleent hebbe ende geue ende verleene toe ewygen dagen, in die eere gods ende synre gebenedyder moeder maget Marien ende des hillygen Cruces, om toe vermeeren den dienst gods in mynre kerken voirscr. den Eerberen broederscap des hillygen cruces voirsz, dat sie sullen ende moegen laten singen alle vrydage, tot ewygen dagen, eene misse in die eere gods ende des hillygen Crucis voersz. opten hogen altaer in mynre kercken van Campen voersc. voer der tyt, dat men gewoenlick is hoemisse opten altaer voersz. toe singen. Ende soe wes dair dan opten altaer voersz. geoffert sal werden, sullen die broederen van den hillygen cruce voersc. hebben ende kieren toe orber des preesters, die die misse ver-

|pag. 44|

waren sal, ende toe ornamenten, toe kelcken, ende toe orber godes dienste voersc. Ende soe wes hem dan ouerblyft sullen sie geuen den pueren armen om gode. Ende des sullen die broederen voersz. my ende myne nacoemelingen voer mynre kerckenrecht geuen ende betalen alle jare erfflycke ende eewelycke, binnen die vier hillyge dagen nae des hillygen kersdage, vyff pachtponde (6 [6. Een pachtpond of heerenpond deed 14 stuivers.]), alsulckes geldes ende munte, als men in der tyt den heren van den lande mede betaelt. Aengesien oft den hillygen kersdach, off eenich van den hoechtyden onser liever Vrouwen der lieuer moeder godes, alle gods hillygen dach, off alre sielen begengenisse, wan sie op dessen vrydach voersc. coemen, soe sullen die broeders voersc: op den altaer des offers ledig staen.
     Ende want ick her Ermbrecht ende broeder des hillygen cruces voersc: wille, dat alle dese puncten eewichlycke stede ende vaste blyven sullen, soe bidde ick den Eerweerdygen in gode vader, heren ffrederyck van blanckenhem toe Wtrecht, dat hi in die eere godes, Marien synre gebenedyder moeder ende des hillygen cruces voersc. alle desse puncten van synre vaderlycker macht confirmiren ende approbieren wil. In oerkonde der waerheit soe heb ick Ermbrecht voerscr. mynen segel onder an dessen breef doen hangen.
Gegeuen int jaer ons heren m cccc ende xix op sinte poncianus auent.

|pag. 45|

     De confirmatie des bisschops luidt als volgt:
     Frederick van der gracien gods biscop Tutrecht, tot kennisse alre luiden begeren wy toe coemen, dat alle puncten in den breuen, daer dese onse confirmacie-breef doergesteken is, wtgespraken ende narriert, recht ende beteemlycken van onsen consente ordeniert syn, wt sekere wetenheit ratificierende ende approbierende ende vast hebbende ende dieselue met inholden des tegenwoerdygen in die naeme godes mit ons biscops macht confirmieren. Beholtlyck altoes ellick syns rechts, toe tuyge onser breue gegeuen int iaer inc. m cccc xix op ons heren hemeluaerts avent.

III. Aanbeveling en Aflaat van Bisschop FREDERIK VAN BLANKENHEIM.

     Frederik van Blankenhem by der gracien gods Biscop tot Wtrecht, allen ende een ygelick Christen menschen ewyge salicheit in gode: want dan onse here, van wes gaven dat coemt, dat men hem van syn geloeuygen weerdelycken ende louelicken dient, voele meer gift dan sie moegen verdienen. Niet toemin Wy begerende dat volck gode bequaem toe maeken ende guede wercken toe volgen, die selue geloeuygen hem toe dienen soe veer wy konnen ende moegen, geerne daertoe noeden mit aflate ende vergiffenisse, opdat sie daer van bequamer moegen worden totter godlycker gracien. Want dan, als wy verstaen hebben, voele persoenen beyde mannen ende wyuen wth deuocien ende innicheit tot love ende glorie des almachtygen gods, der alre salichster jonck-

|pag. 46|

frouwen marien synre moeder, ende in die eere sanct Nycolaes des biscops, ende oeck in vermeeringe goedes dienstes geordeniert hebben, by consent wilner heren Eremberti Wtenleen, cureit van der parochiekerken sanct nycolaes onser stat Campen onses gestichtes: doer tiaer alle vrydage ene hoechlycke misse van den hillygeu cruce opten hogen altaer voer dat gebenedyde holt des levendygen crucis Christi, eerlycken bewaert in een sylveren vergulden cruce. Ende dat die voerscr. persoenen in der tyt, als men die voerscr. misse celebriert, plegen toe setten dat bilde ons heren Jesu Christi gecruist voert choer int middel van derseluer kercken, opdat die herten der geloeuygen verwecket moegen worden innichlycker toe bidden. Ende dat daeromme die persoenen wt innyger andacht een broederscap gemaeckt hebben, die sie aldaer heeten: die broederscap des hillygen cruces, Wy sulck guet opsaet seer in goede loeuende, allen geloeuygen menschen, die in dese broederscap is, ende als men die misse celebriert ende totten ornamenten, clenoden off totten lichten off tot allen anderen dingen, die dienen totten dienst gods in desen broederscap, syn goedertieren handen reyckede, soe vaeke als sie dat doen, betrouwende van die barmherticheit des almachtygen gods ende der hillyger Apostelen peter ende pauwel ende in die macht des hillygen biscops sancte Marten ons patroens, xl daghe aflaets verlichten Wy barmhertelicken in gode van penitencie, die hem gesat is. Ende alle aflaten der kercken van Campen ende der voerscr. broederscap, hier beuoerens gegeuen, approbieren Wij

|pag. 47|

ende vestygen mit desen tegenwoerdygen scriften.
In een tuich deser onser breue, die wy scarpelycken verbieden vermits dessenen wt onser kercken toe senden. Gegeuen tot Wtrecht onder on-onsen segel ten saecken. Int jaer ons heren m cccc xix op sancte Matheusdach des hillygen Apostel ende Euangelisten.

_______

     Deze aanbevelingsbrieven hadden op de harten der memorie-broeders eenen beduidenden invloed; derzelver milde giften en bijdragen werden inzonderheid aangewend ter vermeerdering der missen en kerkdiensten van het hoogaltaar voor het koor, zoodat uit de vicarij van het H. KRUIS, in de 16de eeuw, onderhoud gegeven werd aan twee bedienaren, door den raad benoemd, welken de pligt was opgelegd, om elke veertien dagen tien kerkdiensten te verrigten; namelijk de een drie, de ander zeven.
     Eenige jaren na de oprigting der Kruismemorie werd voor dezelve, in den omgang van het koor, een afzonderlijk altaar gesticht en begiftigd met eene vicarij voor de dienst van ’t H. KRUIS en O.L. VROUW, benevens onderhoud van eenen bedienaar, die van den raad en de kerkmeesters zijne benoeming ontving en tot het lezen van slechts eene mis wekelijks verpligt was.
     Waarschijnlijk was het ook dit altaar, hetwelk in ’t jaar 1431 plegtig door den bisschop van Korkagen werd ingewijd, en waarvan de volgende brief melding maakt.

|pag. 48|

IIII. Inwijding des altaars en aflaat door den bisschop van Korkagen.(7 [7. Misschien Cork, de zetel van een bisdom in Ierland.]).

     Johannes by der gracien gods ende des stoels van Roemen biscop tot Korkagen, allen geloeuygen Christen menschen, die desen tegenwoerdygen breue sullen sien, eeuwyge selicheit in den heren. Toe wetene doen wy vermits inholden deser tegenwoerdygen, dat wy in den jaere m cccc xxxi op ten vyften dach der maent meerte gewyet ende geconsacreert hebben toe Campen een altaer des hillygen Cruces in sanct Nicolaus kercke in den Stichte van Wtrecht, begerende daeromme die herten der geloeuygen toe noeden ende toe trecken tot wercken der barmherticheid, betrouwende van die barmherticheid gods almachtig ende macht der hillyger Apostelen Peter ende Pauwel gegeven, verlichten wy van barmherticheid in gode allen den genen, die mit bedroefden herten mit oetmoedicheit ende innicheit op ten voerscr. altaer misse hoeren ende die oer guedertierene handen reycken ter timmeringe, lichten, ornamenten des voerscr. altaers, off die in oere testamente off daer buyten eenyge hulpe dede; golt, sylver, boecken, kelcken off eenyg ander dinck guedertierlycken geue den voerscr. altaer, off procurier-den eenych dinck totten altaer, soe dicke wannier ende waer sie die voerscr. off eenych van

|pag. 49|

hem doen off vervullen xl dage aflaets van penitencie, die hem gesat is. Gegeven tot Campen in een tuich der waerheyt, onse segel hier angehangen. Int Jaer voerscr.

_______

     Aflaat van gezette penitentie (dat is verligting van vroeger opgelegde boetedoening of kastijding, wegens begane overtredingen) te verleenen, was ook een vermogend middel om de bezwaarde harten tot de uitoefening van milddadigheid te bewegen. Bisschop RUDOLF VAN DIEPHOLT, opvolger van FREDERIK VAN BLANCKENHEIM, verzuimde daarom niet, ter instandhouding en uitbreiding van het aanzien en vermogen dezer broederschap, daarvan gebruik te maken, waarvan de volgende brief het bewijs oplevert.

V. Aflaatsbrief van Bisschop RUDOLF VAN DIEPHOLT.

     Rudolphus by der gracien godes ende des stoels van Roemen biscop tot Wtrecht, allen Christen menschen, die tegenwoerdich sint ende toecoemen sullen eewyge selicheit in goede. Want als die Apostel secht, dat wy alle sullen staen voer den richterstoel Christi, tontfangene nae dat wy gedaen hebben in onsen lichaeme, dat sy guet gewest off quaet, soe ist ons van noeden, dat wy den wtersten dach voercoemen mit wercken der barmherticheit ende om die eeuwyge dingen sorgsaem seyn op die aerde, dat wy mit goids hulpe mennichvoldyge vruchten ver-

|pag. 50|

gaederen sullen in den hemelen, vaste hope ende betrouwen holdende, dat die spaerlycke seyet oeck spaerlycke meyet, ende die daer seyet in benedyenge sal meyen dat eeuwyge leven.
     Begerende daeromme alle Christen menschen toe trecken ende toe noeden tot wel toe doene, opdat sie daer van bequaemer moegen worden totter godlycker gracien, allen die waerachtyge penitencie doen ende gebiecht hebben, die in den missen sint, die men in die Parochiekercke van Sanct Nicolaus binnen Campen alle vrydage tot loue ende verheuinge des hillygen cruces, ende alle donredage tot loue ende eere des alre hillychsten lichaem ons heren Jesu Christi ende derseluer broederscap pleget toe singen, off die in die ander misse were, die men onder die voersc. missen leset, wt deuocien daertoe gengen, songen, beden, hoerden off die in oeren testamente, off daer buyten, golt, syluer, ornamenten, boecken, kelcken off enych ander hulpe der minnen tot die voerscr. off eenych van dien geue, off verworue dat daertoe gegeuen worde.
Ende oeck om die voerscr. broederscap toe bewaerene ende tonderholdene syn guedertierne handen daertoe reyckede, van elcker missen off van ellycken wercke der guedertierenheit, minlickheit, giftinge, offerhande ende bedinge, off van elcken wercke totten hillygen cruce, off des alre hillygsten lichaem Christi, off eenych werck van anderen weldaeden, off wtreyckinge der handen, soe dicke wanneer ende waer sie die voerscr. off eenych van dien innichlyke vervulde, betrouwende van die barmherticheit des almech-

|pag. 51|

tygen goids, der hillygen Apostelen Peter ende Pauwel ende van machten Sanct Martens ons patroens, verlenen wy xl dage aflaets, van barmherticheid in gode, van penetencie die hem gesat is. Toe tuyge ons breues mit onsen segele besegelt, gegeuen int iaer m. cccc. xxxix op ten xvij dach in der maent nouember.

_______

     Door deze aflaats-verkondiging van RUDOLF, postulaat en uitverkoren bisschop van Overijssel, door de geestelijke voorregten, daarbij zoo mild door hem uitgeloofd, werden de geloovigen bij vernieuwing tot de uitoefening van werken der liefde jegens de memorie aangemoedigd. Door giften en geschenken van onderscheiden aard, van jaarlijksche koren- en boterpachten, geldrenten en thinsen zagen de memorie-meesters zich in staat gesteld, de kosten der versiering en verlichting des altaars te bestrijden, de priesters en kerkdienaren te loonen; maar ook de wekelijksche uitdeeling van aalmissen, bestaande in giften van brood, boter, spek of haring, aan arme huisgezinnen uit te reiken, waarvan de voorbanden zijnde giftbrieven en de rekeningen der memorie-meesters de bewijzen opleveren, en den oudheidlievenden lezer bij eene volgende gelegenheid welligt nog iets zal aangeboden worden.
     Als toegift wil ik nu echter nog laten volgen het fragment van een sermoen, waarschijnlijk op den feestdag van het HEILIG KRUIS, volgens de instelling der memorie, door eenen priester ge-

|pag. 52|

houden, en dus met de vorige stukken eenigzins in betrekking staande.

VI. Fragment van een Sermoen van het Heilig Kruis.

     An den cruce heeft cristus geleden meer dan jemant liden mochte, als hi selven gesproken heeft doer den propheten. O gy alle die over wech gaen, merket an ende siet of enich liden is gelyc mynen liden. Nie en is meere liden geweest, dan dat liden cristi in den cruce, want die rechtveerdige is gepiniget van den ongerechtigen voer die ongerechtigen, ende mit onrechten pinen van onrechten saken, ende van onrechten richteren. Oic heeft cristus in den cruce geleden scande ende smelicheden, die neet schendeliker of smeliker wesen en mochten. Als die wise man seget: mit den alre scendelyesten dode sullen sy hem verdomen. Cristus heeft den menschen an den cruce verloest, soedat men den niet betemeliker verlossen en mochte. Want als die schuit ende misdaet doer den holte gecomen was, soe is oic die verlosinge doer den holte des cruces gecomen. Cristus heeft ons in den cruce bewyst gotlike verborgen genade, die bouen allen gaet, als die Apostel schryft: opdat gy moegen begripen mit allen hilligen welc dat sie die hoecheit, die leecheid, die lancheit ende breetheid der cracht des cruces, welke woert des Apostels Augustinus ons bedudet heeft van den hilligen cruce. Cristus heeft ons gegeuen in den cruce een exempel, soe dat ghien

|pag. 53|

volmaekter wesen en mach, als sanct peter spreekt. Cristus is voir ons gepiniget ende heeft ons syn exempel naegelaten, dat gy sullen volgen syne voetsporen. Dat hillige cruce is in den scrifturen vele dingen geliket. Want dat is geheten die slotel des hemels ende dat zeil der arken, een schip des meers. Die boem daniels, een palmboem der vruchten salomonis. Die staf daer Jacob die patriarche over die jordane medegegaen is, dat spiegel der navolginge, die ledder der opuairt, die hoeck of angel, met welken die viant geuangen wairt, een wynparse, met welker dat bloet cristi wtgedrucket is, die harpe met welker die duuel Saulis bedwongen wairt, een pael of dat thau, dair die metalene serpent yn gehangen heeft, dat thau, mit welken die voerhoefde der gelouigen geteikent werden, die candelaer, waarmede dat die tabernakel verluchtet is. Dat holt, dat die watere mäach (8 [8. Mara. Exod. 15 v. 25.]) suete ghemaekt heeft, die rode, dair moyses dat volck godes mede over die jordane geleit heeft, dat sweert, dair golias mede onthoeft is, die bannier totte besunderen stride vergaderende. Die meisterlike stoel, yn welke die discipule cristi geleert syn, dat peert, dair die vriende godes mede geeert sullen werden, die schilt des hertogen Josue, daar haey (9 [9. Ai. Jos. 8 v. 18.]) mede gestormt wairt, een boec inholdende diepgrondige beteikenisse bedudinge. Dat altair dat die alre be-

|pag. 54|

quaemste offerhande onfangen heeft. In den cruce heeft Cristus seuen woirde gesproken, dat jrste; Vaeder vergeue hem, want sie en weten niet wat dat sie doen. Huden salstu met my wesen in den paradise. Wyf sieh dinen sone. (10 [10. De woorden My dorst worden hier gemist.]) heli, heli, lamazabathani. Vaeder in dinen handen bevele jc mynen geest. Dat is veruullet.
By den jrsten woerde sint wy geleert onsen evenmenschen, die ons misdoen, toe vergeuen. bij den anderen, die ons bidden toe verhoeren ende hair bede toe ewiden. bi den derden, onsen olderen toe eeren. bi den vierden, onse salicheit toe begeren, bi den vyften, in onsen noeden toe den heren te ropen. bi den sesten, onse hulpe in gode toe setten. bi den sevende, onsen eynde enen bequemen eynde toe geliken ende volbrengen. Des hillygen cruces vier eynde beteikent ons vier doegeden, met welke die inwendige mensche wtgerekent sal werden. Dat opperste deel, ofte dat einde beteikent ons caritate (11 [11. Liefdadigheid.]). Dat nederste deel oetmoedicheit. dat deel ter rechterhant gehoersamheit. dat eynde ter luchterhant lydsamheit of verduldicheit. Item, dat overste deel des cruces beteikent ons onslutinge des hemels, dat nederste vernielinge der hellen, dat deel ter rechterhant verlienynge der gracien ende genade godes. Ter luchterhant verlatinge der sunden. Vierderleye kunne van holte is an den cruce geweest, die voet van eede-

|pag. 55|

ren bome. die stile van cypressen. dat dwarsholt van palmbome. de tabule (12 [12. Het bord met het opschrift.]) van oliuen. Bi den eederenbome is ons beteikent hoecheit der beschouwens. bi den cypressen geruchte eens gueden getrouwen vermodens. bi den palmbome die vrucht der rechtveerdicheden. bi der oliuen sachticheit der barmharticheden.

_______

     Het overige van dit stuk ontbreekt; maar het vermelde gedeelte zal voldoende zijn, om de sermoenen of preken, welke in de XV eeuw, op hooge feestdagen, tot roem van het HEILIG KRUIS, voor de Christelijke vergadering werden uitgesproken, en van de bekwaamheden der toenmalige leeraren de blijken dragen, te doen kennen; maar ook te doen opmerken, in welk een geheel ander en helderer licht thans, na verloop van 400 jaren, het kruis van Christus aan zijne gemeente wordt voorgesteld. Men behoort echter daarbij in het oog te houden, dat de geldelijke waarde der sermoenen, in dien ouden memorie-tijd, niet zeer hoog werd geschat. De memorie-meester betaalde aan den priester, voor het sermoen op heiligen Kruisdag, maar vier stuivers. Wat kon men ook daarvoor verwachten?
     Intusschen werd aan de verzorging der armen zooveel meer te koste gelegd; lasten rogge, tonnen haring, werden jaarlijks daarvoor ingeslagen; behalve brood, ook spek en boter, met geene

|pag. 56|

karige handen, wekelijks uitgedeeld, en de pligt der weldadigheid alzoo in geenen deele verzuimd.
De bijzonderheden, daartoe betrekkelijk en hetgeen verder merkwaardigs in de oude aanteekeningen dezer memorie gevonden wordt, zal ik trachten bijeen te zamelen en in ’t vervolg mededeelen.

     Junij 1839.                                                                                                                E. Moulin.

_______

___________
– Moulin, E. (1839) De Memorien te Kampen II. De Memorie van het Heilig Kruis. OAvOeL, 5, 35-56.

Category(s): Kampen
Tags: ,

Comments are closed.