De voormalige stads-naaischool

De voormalige Stads naaischool

(thans Nijverheidsschool voor meisjes.)

     Toen in 1921 de Nijverheidsonderwijswet in werking trad, werd, als gevolg daarvan, de Burgeravondschool alhier, welke eenige jaren tevoren de Stads-teekenschool in zich had opgenomen, omgezet in een Nijverheidsavondschool voor a.s. bouwvakarbeiders, smeden, enz.
     De toen opgeheven school, waarvan uit den aard der zaak het teekenonderricht hoofdzaak was, kon op mooie resultaten wijzen. Maar de nieuwe tijd stelde andere eischen; men wilde de vakopleiding als zoodanig beter tot haar recht doen komen.
     De tweede inrichting van onderwijs alhier, welke, mede een gevolg van genoemde wet, nu ook in een Nijverheidsschool is veranderd, is de hierboven genoemde Stads-naaischool, thans gevestigd in het voorm. Mil. Cursusgebouw Vloeddijk, hoek Kalverhekkenweg, en staande onder Directie van Mej. H.C. van Iterson.
     Toen men met de reorganisatie van Stads-Naaischool in Nijverheids-school voor meisjes was begonnen (dit geschiedde 6 Januari 1930) was het een goede gedachte van Mevr. Neven- van Goor, om in de Kamper Courant van 7 Maart 1930 een kort historisch overzicht van de op te heffen naaischool te geven.
     Evenwel, wij meenen, dat dit voor het schoolleven onzer stad belangrijke feit ook in de Kamper Almanak dient herinnerd te worden. Wij willen dus daaraan hier eenige woorden wijden, ook nog iets aanvullen, daarbij dankbaar gebruik makende van genoemd overzicht.

*          *
*


|pag. 180|
 
     Het had zeker Kampen’s burgemeester Jhr Mr H.A. Wttewaall van Stoetwegen, die het leven der burgerij met zooveel belangstelling volgde, al lang gehinderd, dat een school, waar meisjes uit de eenvoudige kringen kosteloos naaionderricht konden ontvangen, hier ter stede ontbrak.
     Dat daaraan groote behoefte bestond, beseften met den Burgemeester ook de Wethouders van het toenmalig Dagelijksch Bestuur en zoo zien wij, dat B. en W. van Kampen zich in Januari 1844 per brief richtten tot

     „de WelEd.geboren Vrouwe Mevrouw van
„Ingen, geb. van Loenen, met het beleefde ver-
„zoek om gezamenlijk met Mevrouw Wttewaall van
Stoetwegen, geb. Sandberg en Mevr. van Romunde,
„geb. Muurling, zich aan het hoofd te willen stellen
„van een op te richten naaischool voor zoodanige
„meisjes, die de Armenschool verlatende, door
„betoonde vlijt en ijver zullen verdienen voor
„zoodanig gunstbewijs bij voorkeur in aanmerking
te komen.”

     Hier zien wij als het ware hare geboorteacte, het ontstaan der genoemde naaischool. Ook hier weer, en dit geldt voor bijna alle inrichtingen van vakonderwijs, geboren uit particulier initiatief, alleen een klein subsidie werd door de stad verleend.
     Zoo begon dan, met Mevr. van Ingen als Presidente van het Bestuur, deze later belangrijke inrichting van onderwijs op bescheiden wijze haar bestaan.
     En wanneer wij, door bizondere omstandigheden bekend met den eersten tijd der stads-naaischool, hierover schrijven, dan willen wij, met eere noemen de vrouw, die er het eerst als „Hoofd” op zoo’n uitnemende wijze leiding gaf.
     Wij bedoelen Mevr. van der Hoogt, geb. M. Eijkman,

|pag. 181|

die aanvankelijk alleen, doch later met Mejuffrouw Gerredina Mol, den meisjes het naaionderricht onderwees.
     Wij zullen niet uit onze bescheiden overnemen, de namen en het aantal der leerlingen van die dagen, dit zou ons te ver voeren, maar toch wenschen wij hier weer te geven een paar kijkjes uit het verleden.

*          *
*

     De Stads-naaischool dan was gevestigd op de bovenverdieping der ± 1840 gebouwde, openbare Lagere school aan Vloeddijk en Groenestraat grenzende.
     De heer Lok en daarna de heer Allirol waren daar destijds Hoofdonderwijzers.
     Dit oude gebouw, hetwelk dus in 1844 nog nieuw was, op het terrein van den Stads volmolen gebouwd, was ontworpen door den stads-architect Nic. Plomp, die toen reeds 18 jaren dit ambt in Kampen had vervuld. Hij ontwierp het op de hem eigene wijze en gaf het over de volle hoogte (gevel Vloeddijk, recht over de Gasthuizen) doorloopende pilasters, zooals dit de Italiaan Palladio voor eeuwen reeds had gedaan.
     Maar gaan wij naar binnen en bezien wij haar inrichting.
     Aan den Vloeddijk, beneden, had men 2 lokalen voor bewaarschool, daarnaast een smalle toegang met een halfrond poortje, waarnaast weer aan den Vloeddijk een lokaal voor Lager Onderwijs. Aan de met boomen beplante speelplaats, die aan de Groenestraat gelegen en vandaar ook te bereiken was, grensden weer andere lokalen, voor Lagere school bestemd. Op die speelplaats, in den Noordwest-hoek, was de spiltrap, welke, via een overloop, toegang gaf tot de op de bovenverdieping, zijde Vloeddijk, gelegen Stadsteekenschool. De Naaischool beyond zich daarnaast, ook op de bovenverdieping, lag echter aan de West- of speelplaatszijde en was te bereiken door een breede trap, vanuit genoemd halfrond poortje aan den Vloeddijk. ’t Was een

|pag. 182|

vriendelijke localiteit, mooi verlicht, uitkijkende op de boomen der speelplaats en in het midden van het schoollokaal bevond zich een daar eigenaardig doende ronde kolom, dienende tot steun van de kap.
     Om die kolom nu schaarde Mevr. van der Hoogt hare leerlingen en dan was zij, die zooveel van kinderen hield, het middenpunt van dien meisjeskring.
     En nu moest men die leerlingen, later moeders geworden, nog eens kunnen hooren vertellen welke heerlijke uurtjes daar zijn doorgebracht! Want Mevrouw van der Hoogt was een bizondere vrouw, die een steer van gezellige intimiteit wist te scheppen, terwijl zij dan tevens op voortreffelijke wijze onderwijs gaf.
     De beginnelingen oefenden zich door het maken van stop- en letterdoeken. Hiervan is er ons nog een bekend van 1855, waarop, behalve de initialen van de leerlinge en die harer ouders, ook die voorkomen van het Schoolhoofd (M. E.) en die van de onderwijzeres (G. D. M.)
     Dit alles is nu historie geworden en het eenige wat nog een beeld van dat verleden geven kan is bijgaande reproductie.
     Hier zien wij den Vloeddijk, wanneer wij bij de Cellesbrug staan. De Burgwal prijkt nog met zijn lommerrijke iepen. Het hier beschreven schoolgebouw teekent zich in de huizenrij op markante wijze af. Wij zien de zeven opgaande pilasters, hiervoren genoemd, waartusschen zes ramen beneden en boven. Een zware kroonlijst draagt op de kapiteelen en sluit het dak af. Iets meer op den voorgrond links van de pilasters ziet ge het halfronde poortje en een lager schoollokaal voor L.O. daarnaast.
     Men ziet, meer nog op den voorgrond, de gevels der huizen (ook door Plomp ontworpen) nu bewoond door de heeren Bruist en Ott.
     Mooi slingert de Burgel door de stad en schilderachtig teekent de huizenrij in perspectivische wijking.

|pag. 183|

     Vooral treft de roode beuk, welke met haar weelderige en van zon doorschoten kruin over een tuinmuur kijkt en den Vloeddijk daar zoo frisch kleurt. In het aan dien tuin grenzende huis woonde in de jaren, die wij nu herinneren, de heer P.H. Gallé, wethouder onzer stad en later de heer S.T. de Jong, hooihandelaar, lid van den gemeenteraad. Dit huis, recht over de Burgwalstraat gelegen, heeft ook al weer voor andere plaats moeten maken.
     Maar men zie zelf met aandacht dit stadsbeeld, dat ons altijd weer bekoort. Het was ons hier een welkome gelegenheid den lezers deze foto aan te bieden, omdat die alleen nog weergeeft een voorstelling van het gebouw waar de voormalige Stads-Naaischool haar nuttig werk begon en bovendien laat dit plaatje ons ook nog zien een stukje oud-Kampen van ongemeene aantrekkelijkheid.

     Kampen, Nov. 1930.                                                                           A.J. Reijers

____________
– Reijers, A.J. (1931) De voormalige stads-naaischool (thans Nijverheids­school voor meisjes.). Kamper Almanak, 179-183.

Category(s): Kampen
Tags: , ,

Comments are closed.