De Brandenberg te Wilsem (Afgebrand Donderdag 4 Dec. 1930)


De Brandenberg te Wilsem

(afgebrand Donderdag 4 Dec. 1930).

     In Oost-Zuid-Oostelijke richting vanuit den ouden Kerktoren te Wilsem en daarvan verwijderd ongeveer 145 M., vond men, totdat dit huis afbrandde, „de Branden-berg”, bij alle inwoners van het oude IJseldorp bekend.
     Want dat Wilsem oud is blijkt wel hieruit, dat zijn oudst bekende Stadrecht reeds van 1321 dagteekent en dat van den polder Mastenbroek (waarin Wilsem grootendeels gelegen is), het dijksgedeelte Katerveer-Wilsum-Uiterwijk al in 1302 was aangelegd.
     In 1363 werd het land in Mastenbroek verdeeld en wellicht is toen ook genoemd dijksgedeelte verhoogd en verbeterd.1 [1.      De uitvoering van dit belangrijke werk vorderde natuurlijk eenige jaren.
     Ook de Wilsemer Nieuwstad, in den polder gelegen, ligt op een zandhoogte.
     Het is opmerkenswaardig, dat de gedeeltelijk nog Romaansche Kerktoren met Kerk (beide vroeg 14e eeuwsche stijlvormen bezittende) „buitendijks”, dus niet in den polder, zijn gelegen. Het wil ons voorkomen, dat de (destijds kleinere) kerk met toren reeds hier waren gebouwd vóórdat men aldaar den polderdijk had aangebracht. O.i. heeft men dus den toen reeds aanwezigen toren met kerk buiten het in te polderen grondgebied gehouden. Deze gebouwen liggen nog „buitendijks” en beduidend lager dan de naastliggende dijk. Dit laatste zou verklaard kunnen worden, door dat men later den dijk zal hebben verhoogd. De toren ligt ’t meest rivierwaarts en ongeveer 44 M. uit de as van genoemden dijk.]
)
     De Konijnebelten bij Zwolle en de Zeven heuvelen (Kraaienberg) aan het Ganzendiep, tusschen Kampen en Grafhorst, worden door de geologen als rivierduinen aangemerkt.
Hieruit mogen wij o.i. dan wel afleiden, dat het Wilsem, hetwelk zich op de zandhoogte ten Oosten van den polderdijk in

|pag. 162|

Mastenbroek bevindt (en dit geldt ook voor het op zandgrond gelegen IJselmuiden), ook op die aardformatie is gebouwd.
     En waar men, om gevrijwaard te zijn voor hooge watervloeden, het eerst op de hoogst gelegen plekken bouwde, meenen wij op genoemde hoogte het oudste gedeelte van Wilsem te mogen zien.
     Op dit gedeelte van het dorp stond de oude Brandenberg. — Doet het terrein reeds een zeer oude nederzetting vermoeden, wanneer men bedenkt, dat hier, behalve het onderwerpelijke huis, ook wordt aangetroffen een oude boerenhofstede, welke de Molenbelt genoemd wordt en men dan ook nog de eigenaardige groepeering der huizen daar ter plaatse opmerkt, dan wordt dit vermoeden vrijwel zekerheid. Namen, terrein en situatie illustreeren hier op treffende wijze een oude geschiedenis.

*          *
*

     Van belangstellende zijde daarop gewezen, zijn wij na den brand de oude muurfragmenten van de Brandenberg ter plaatse gaan bezichtigen en wij kwamen nog juist op tijd, want met het verwijderen der oude bouwvallen was men al begonnen.
     En ons bezoek was loonend, want wat wij vonden was nog voldoende om het hier te publiceeren.
     De Brandenberg dan had in plattegrond den T vorm en de, dan wat korte, bovenbalk daarvan was het onderkelderde en ongetwijfeld het oudste gedeelte.
     Hiervan toch waren de muren dik 0.75 M. en gemetseld van middeleeuwsche handvormsteen, z.g. kloostermoppen.
     Dit gedeelte van het huis had eigenlijk twee kelders, waarvan het kleinste een 14e eeuwsch kruisgewelf bezat.
Wij hebben (zie bijgaande schets) dit met twee gestippelde diagonalen aangegeven, welk kruisgewelf volkomen overeen-

|pag. 163|

kwam met dat van den kelder onder Kampen’s Oude Raadhuis. — De andere kelderruimte van het afgebrande huis bezat een tongewelf.
     Zooals het meer gaat met oude gebouwen, weeft ook hier de muze der verdichting hare legenden. En hoewel legende geen historie is, heeft zij toch bijzondere beteekenis, alleen al, omdat het bestaan eener legende veelal op een eerwaarde geschiedenis wijst.
     Zoo zou, dit vertelt ons althans de oude Wilsemer, de Brandenberg, die hij soms Brandberg noemt, vroeger een klooster zijn geweest, dat met een onderaardschen gang verbonden zou zijn geweest met de dorpskerk en Zwolle!
Dit is natuurlijk volksverbeelding, maar dat die legende bestaat is, als gezegd, teekenend.
     Later zou, zoo wordt ons verteld, in dit oude huis een jeneverstokerij zijn gevestigd geweest.
     Wij weten het niet en kunnen alleen mededeelen, wat men ons op gezag van ouders en grootouders te vertellen wist.
     Dat de Brandenberg een klooster zou zijn geweest, is o.i. mogelijk. De nabijheid van het oudste schoolgebouw, n.l. dat voor openbaar lager onderwijs, van de Brandenberg op ongeveer 50 M. in Westelijke richting verwijderd, zou daarop ook kunnen wijzen. Want wij weten, dat in de Middeleeuwen het schoolwezen aan dat van de Kerk verbonden was, en Kloosterscholen kwamen dan ook veelvuldig voor.
     En nu rijst bij ons de vraag: Is hier bij het klooster, of daarin, een bierbrouwerij geweest, wat veelvuldig voorkwam, van welke brouwerij men dan in later tijden een jeneverstokerij of „branderij” heeft gemaakt? En zou hieraan de naam van het huis zijn ontleend?
     Ook is hier merkwaardig, dat tot ± 1875, behalve een drietal andere gezinnen, in de Brandenberg (boven het

|pag. 164|

oudste, het onderkelderde, gedeelte) de hoofdonderwijzersfamilie van Lier, die er al voor 1825 woonde, gevestigd was.2 [2. Toen was daar „Schoolmeester” H.P. van Lier.])
Ook dit wijst op een oude traditie en een mogelijk verband tusschen klooster en school.
     Bovendien, ook toonen ons hier, als gezegd, de dikke muren van kloostersteenen opgetrokken, het kruisgewelf en de situatie een hoogen ouderdom.
     Hier kunnen wij thans niet anders dan onze verbeelding laten gaan; wij zullen echter op de zich dan opdringende vragen voorshands geen antwoord ontvangen.
     Toch meenen wij, dat bovenstaande hier moet worden vastgelegd; het betreft het ook voor Kampen’s historie belangrijke Wilsem.
     Want misschien is er eene kleine mogelijkheid, waardoor later omtrent dit bijna vergeten stukje Middeleeuwen meer wetenswaardigs aan het licht kan komen en dan zou het hier medegedeelde mogelijk nog eene aanvulling kunnen zijn.

     Kampen, Dec. 1930.                                                                                 A. J. REIJERS.

_________
– Reijers, A.J. (1931) De Brandenberg te Wilsem (Afgebrand Donderdag 4 Dec. 1930). Kamper Almanak, 161-164.

Category(s): Wilsum

Comments are closed.