Inleiding

|pag. 5|

Inleiding

Zo’n 30 jaar geleden schoten bejaardenoorden als paddestoelen uit de grond en ze zijn tegenwoordig in het moderne stadsbeeld een niet meer weg te denken verschijnsel.
Mensen een rustige en verzorgde oudedag te bezorgen wordt als een ideaal beschouwd en daar zouden deze tehuizen zich goed voor lenen. De groei van deze tehuizen leek dan ook niet meer dan natuurlijk.
Over het al dan niet ideaal zijn van ouderenopvang in verzorgingstehuizen, heb ik in 1976 in het kader van een opleiding in de sociale dienstverlening een scriptie geschreven.

Dit onderwerp blijft mij intrigeren. Daarom leek het mij interessant, om als vervolg op mijn eerder onderzoek, het fenomeen gasthuis te onderzoeken. Want, in zijn algemeenheid gesteld, de hedendaagse verzorgingstehuizen hebben hun wortels in de vroegere gasthuizen. Doel van mijn onderzoek is te ontdekken wat de positie en de leefsituatie van die groep ouderen was die in het verleden op deze vorm van ouderenzorg aangewezen was. Bovendien wil ik er achter komen wat de beweegredenen waren om zich op te laten nemen en wat de eventuele alternatieve ‘overlevings’ mogelijkheden toentertijd waren.
Om een goed beeld te krijgen concentreer ik mijn onderzoek op één gasthuis namelijk het St. Geertruidengasthuis in Kampen, in de 19e eeuw. Of de resultaten hiervan exemplarisch zijn voor de rest van Nederland, zal eventueel later onderzoek moeten uitwijzen.

Ik heb het St. Geertruidengasthuis in Kampen gekozen, omdat dit gasthuis onder de naam “Verenigde Gasthuizen” nog steeds bestaat. Op de plek waar het in de vorige eeuw stond, staat nu een eigentijds verpleegen verzorgingstehuis. Kampen koos ik omdat het mijn woonplaats is, wat het onderzoek vereenvoudigde.
Ik koos voor de 19e eeuw omdat over dit onderwerp uit die periode (in Kampen?) nauwelijks iets is geschreven en de 19e eeuwse bronnen redelijk toegankelijk zijn.
De onderzoeksperiode laat ik beginnen in 1814, eind Franse tijd en eindigen in 1897. In dat laatstgenoemde jaar werd het nieuwe gasthuis in gebruik genomen en had zich een grote reorganisatie voltrokken.

|pag. 6|

De historische beschrijving van de stad Kampen is in volle gang. Met mijn scriptie hoop ik bovendien daaraan een bijdrage te leveren.

Uit het archiefmateriaal van dit gasthuis, waaronder correspondentiestukken, notulen van vergaderingen, kasboeken, bewonersregisters en dergelijke, heb ik voor het grootste deel mijn gegevens gehaald. Deze stukken lagen opgeslagen in het gemeentelijk archief van Kampen. Mijn wens om zicht te krijgen op het dagelijks leven in het gasthuis en het welbevinden van de bewoners was moeilijk. Deze mensen komen in de bronnen vrijwel niet aan het woord. Dit in tegenstelling tot de regenten. Maar deze zijn, om een goed beeld te krijgen van het wel en wee binnen het gasthuis, een minder betrouwbare bron. Hun streven leek erop gericht het gesticht zo rooskleurig mogelijk naar buiten te laten komen.

Voordat ik aan de beschrijving van het St. Geertruidengasthuis begin, wil ik eerst het instituut gasthuis in zijn algemeenheid beschrijven, waarna ik het type, dat in de literatuur beschreven wordt, met het Kamper gasthuis wil vergelijken. Dat dit niet altijd lukt en dat er verschillen zijn, heeft niet alleen te maken met het feit dat de situatie in Kampen anders was. Ook is het secundair bronnenmateriaal niet altijd even betrouwbaar omdat het in veel gevallen op weinig detailonderzoek gebaseerd is.

Mijn aandacht is gericht op ouderen, maar bij het onderzoek kwam ik al snel terecht bij begrippen als armoede, hulpbehoevendheid en liefdadigheid. Want de meeste ouderen waren arm, waardoor ze vaak van hulp van anderen afhankelijk werden. Dit leidde weer tot allerlei vormen van liefdadigheid.
Daarom zullen ook deze begrippen in mijn scriptie aandacht krijgen.

Category(s): Kampen
Tags: ,

Comments are closed.