De twee portalen van de Bovenkerk te Kampen

Portalen Bovenkerk-k

|pag. 169|

DE TWEE PORTALEN

VAN DE BOVENKERK TE KAMPEN

_______

      Nu op de Rijksbegrooting voor 1930 voor de restauratie van het Noordelijk portaal van genoemde kerk f 5000 is toegestaan en in aansluiting daarmede, dank zij het voorstel van ons Dagelijksch Bestuur, een post van f 2500 door de Gemeente Kampen is toegezegd, is het kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeente alhier, die dan nog het ontbrekende voor hunne rekening nemen, mogelijk gemaakt dit portaal, dat thans in verwaarloosden toestand verkeert, weer in zijn oude schoonheid te doen herstellen.
      Hiermede zal een lang gekoesterde wensch van genoemd College, dat tot dit mooie werk het initiatief nam, in vervulling gaan.
      De kerkvoogdij had zich, als ieder kunstminnend Kampenaar, herhaaldelijk geërgerd aan de schending van deze kerkportalen, maar om tot restauratie te komen, moesten veel moeilijkheden, hoofdzakelijk die van financiëelen aard, worden overwonnen.
      Wij, deze verwaarloosde en geschonden portalen dagelijks ziende, verbazen ons over zooveel onkunde en gemis aan eerbied voor datgene wat vroegere geslachten ons aan schoonheid hebben nagelaten.
      Hij, die verantwoordelijk is voor een monument van geschiedenis en kunst, heeft zich wel te herinneren de bekende woorden van den grooten Ruskin: ,,Alle

|pag. 170|

monumenten van oude kunst zijn ons door de voorgeslachten, die in deze scheppingen hunne liefde en hunne ziel hebben gelegd, geschonken om ze zorgvuldig te eerbiedigen en te bewaren voor hen, die na ons komen, want zij komen ook de nakomelingschap toe.’’
      Maar ondanks Ruskin’s woorden wordt er nog veel schoons op ergerlijke wijze geschonden. Ook te Kampen zijn daarvan treffende voorbeelden aan te wijzen, echter: ,,Het daeghet in den Oosten’’!
      ,,Monumentenzorg’’, ,,het Oversticht’’, ,,Heemschut’’ en de vereeniging ,,Hendrick te Keijser’’ staan steeds als trouwe wachters op de bres om te waken tegen schending van schoonheid van stad en land.
      Dat heeft men te Kampen ook al eenige keeren kunnen ervaren.

*          *
*

      Deze portalen, in den stijl der laat- 15e eeuwsche Gothiek opgetrokken, zullen straks, wanneer zij weer in hunne oorspronkelijke vormen tot ons spreken, niet alleen het kerkgebouw, maar ook het aangrenzende stadsbeeld tot sieraad strekken.
      Voor het oogenblik bespreken wij alleen de restauratie van het Noordelijk portaal, dus die van het portaal aan de Oudestraat gelegen. Dat wij hierboven spraken van beide portalen, vindt zijn oorzaak in het feit, dat zij beide, zoowel in materiaal als afmetingen en detailleering, volkomen gelijk zijn, waaruit wij meenen te mogen afleiden, dat deze twee portalen gelijktijdig en naar het ontwerp van eenzelfden architect zijn gebouwd. Zij moeten tot de laatste vergrooting van het kerkgebouw gerekend worden.

*          *
*

|pag. 171|

      Ieder, die ook maar eenigermate met de geschiedenis onzer gewijde bouwkunst bekend is, weet, dat die groote kerkgebouwen door verschillende geslachten, dus in verschillende eeuwen, zijn gebouwd.
      Dit geldt ook voor de bouwgeschiedenis onzer Boven of St. Nicolaaskerk.
      Omstreeks de 11e eeuw werd op de plaats van het middenschip, van transept tot en met den toren, een oud Romaansch kerkje gesticht, zoo wordt althans ook op stijl-critische gronden vermoed. (1 [1. De verschillende Romaansche- en Gothieke stijlvormen laten wij hier onbesproken. Dit behoort meer in een vakblad thuis.])
      Echter met de welvaart der stad nam ook het aantal inwoners toe en werd dientengevolge ook deze kerk (de oudste der stad) uitgebreid.
      Wij weten, dat aan de Bovenkerk omstreeks 1327 Meester Christiaan ,,de Steenmetser’’, dus de steenhouwer wellicht, en Meester Herman, de metselaar, in 1345, werkzaam waren. En vermoedelijk was Christiaan de opzichter of de architect van het werk, want wij lezen, dat hij ,,af ende tho gaen ende vizeren (houden van toezicht) zal dat werk’’. (2 [2. In de Middeleeuwen kwamen de architecten meerendeels voort uit het steenhouwersgilde. Men denke aan het beroemde geslacht Keldermans. Later, toen de houtconstructie meer algemeen werd, kwamen de bouwmeesters meer uit het timmermansgilde voort.])
      In 1369 sloot de stad een contract met Meester Rutger Michielszoon van Keulen, die wij wel als de bouwmeester en ontwerper van den beroemden Koorbeuk mogen beschouwen. Deze Rutger zal in de bouwhut (werkplaats) van den Keulschen Dom zijn opleiding genoten hebben, want in het archief van die Kathedraal wordt een zekere Michiel, die zeer waarschijnlijk Rutgers vader is geweest, als dombouwmeester genoemd.

|pag. 172|

      Rutger trad zeker te Kampen als architect op, want hij moest hier ter stede het werk ,,feijsieren’’ (viseeren, nazien) en ,,ordineeren’’.
      Zoo bouwde en vergrootte men geregeld aan de Bovenkerk tot dat, in de laatste periode der gothiek, plm. 1500, beide portalen nog aan het gebouw werden toegevoegd. Als gezegd, dit was de laatste vergrooting. Deze portalen zijn opgetrokken van baksteen met een bekleeding van tufsteen, die uit Duitschland uit den omtrek van Andernach werd aangevoerd. De fijnere geledingen om de deuren en die om het glasvenster zijn van trachietsteen, welke van de groeven bij den Drachenfels (aan den Rijn gelegen) afkomstig is.

*          *
*

      Nu zal het portaal aan de Oudestraatzijde, zoo men weet, worden gerestaureerd, waarvoor de oude vormen voor zoover die nog aanwezig zijn, zuiver worden gevolgd. Ook worden weer de oorspronkelijke steensoorten voor de restauratie gebruikt. Natuurlijk is het mogelijk, dat tijdens de uitvoering van het werk er aanwijzingen aan het licht komen, waarvan een kleine verandering het gevolg kan zijn.
      Een daktraceering boven de goot is op onze teekening aangegeven alleen om te doen zien hoe deze portalen in volkomen afgewerkten staat er uit zouden hebben gezien. Echter is deze daktraceering niet door den bouwmeester der portalen aangebracht, want daarvan zijn geen sporen te vinden. En omdat men bij restauratie van een historisch monument geen oude onbekende stijlvormen mag trachten na te maken, maar steeds zuiver ,,historie moet schrijven,’’ wordt dan ook meergenoemde daktraceering niet aangebracht.
      Overigens toont ons de teekening voldoende hoe straks het herstelde portaal er uit zal zien.

|pag. 171|

      Wij twijfelen niet of ieder kunstminnend inwoner van onze stad zal Kerkvoogden, de Rijksregeering en ons Gemeentebestuur dankbaar zijn voor deze daad van schoonheid en piëteit.

                                                                                                                                               A. J. REIJERS.

      Kampen, Dec. 1929.

═══════

Category(s): Kampen
Tags: , ,

Comments are closed.